logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

slift_aeronef_0...
Shaka Ponk - 14...

W.R.3

Only the Hard Way

Geschreven door

Voor mannen als W.R.3 hebben wij alleen maar het diepste respect: al bijna 30 jaar staan gitarist Fabrice en zanger Wim aan het roer van War Risk Three  en timmeren ze keihard aan de punkrockweg. Met drie nieuwe muzikanten in de gelederen trakteren ze ons nu op hun nieuwe cd ‘Only The Hard Way’. 7 nummers volgen elkaar in een sneltempo op waarbij het vijftal uit Denderleeuw ons een melodieuze en zeer meezingbare mix serveert van punk en rock-n-roll. Onze favoriete nummers zijn het knallende openingsnummer “What is going on” en het ietwat donkere “That’s what I want”. De band spiegelt zich naar verluidt graag aan een band als Funeral Dress, na het beluisteren van dit energieke album is dit zeker terecht.

The Flatliners

Cavalcade

Geschreven door

Voor liefhebbers van melodieuze en op Amerikaanse leest-geschoolde punkrock zullen The Flatliners zeker niet onbekend zijn. De mannen komen dan wel uit Canada maar maken muziek zoals die midden jaren negentig door veel bands uit de Westkust van de VS werd gefabriceerd. Zoek op de derde CD van The Flatliners dus niet  naar originaliteit of vernieuwing maar geniet gewoon van de snelle gitaarpartijen, lekkere melodieën en de zeer meezingbare vocalen. Absolute pluspunt is de rauwe, doorleefde stem van zanger Chris Cresswell die de vergelijking kan doorstaan met strotten als die van Tom Gabel van Against Me en van Jimmy Stadt van Polar Bear Club, het geeft de muziek van The Flatliners net dat tikkeltje extra. Op ‘Cavalcade’ staan met “Cary the Baner”, “Bleed”, “Monumental” en “Here Comes the Trebble” een handvol pracht nummers. Hier en daar horen we ook invloeden van ska en reggae ( “He was a Jazzman”) maar duidelijk iets minder dan op voorgaand werk. Hoewel de band niet de hele plaat het hoge niveau weet aan te houden is ‘Cavalcade’ toch een bovengemiddelde plaat …

The Black Keys

Brothers

Geschreven door

Telkenmale als we de nieuwe Black Keys een draaibeurt geven vinden we hem beter, en we vonden het van in het begin al een heel aardige plaat. Waar gaat dat eindigen ?
Na hun uitstapje met Danger Mouse op de voorganger ‘Attack and release’ zijn Dan Auerbach en Patrick Carney het terug meer bij de roots gaan zoeken, maar het hippe van de Danger Mouse periode hebben ze lekker voor zich gehouden, en net dat zorgt op ‘Brothers’ voor spitsvondigheid, passie en bruisende grooves.
Het duo heeft niet alleen de blues een nieuw elan gegeven, ook met soul en funk spelen ze een heerlijk spelletje. Vooral de intrede van een spits orgeltje doet het een en ander stomen op het tintelende “Tighten up” en het olijk wiegende “The only one”.  Auerbach stuwt bij momenten zijn vocalen richting falsetto en komt hier bijzonder goed mee weg. Over de hele plaat trouwens triomfeert de soulvolle stem van Auerbach, de man zingt beter dan ooit.
Deze keer mag er ook af en toe een basgitaar meedoen. De baslijn van het gloeiende “Sinister kid” zijn ze wel voor een stukje gaan lenen van “Little umbrellas” op Zappa’s ‘Hot Rats’ album, maar dat is dan het betere jatwerk, zeg maar, want eerder had dEUS ook al hetzelfde basloopje gepikt voor “W.C.S first draft” op hun debuut cd.
De vettige Black Keys, zoals we hen kennen van ‘Thickfreakness’, halen het smerigste van de blues naar boven op “She’s long gone” en het instrumentale “Black mud”. Iets verderop smijten ze zich in onvervalste soul met de prachtige plakkers “Too afraid to love” en “Never gonna give you up”. Het duo brengt ons van de ene verleiding in de andere, tonnen variatie maken deze plaat zo sterk.
The Black Keys weten op ‘Brothers’ als geen ander authentieke blues en soul in een hedendaags hip daglicht te plaatsen. Wie de band aan het werk gezien heeft op Rock Werchter weet waarover we het hebben. Voor de rest : herkansing in de AB op 15/11.

Corinne Bailey Rae

The sea

Geschreven door

Dertig jaar is ze intussen geworden, de uit Leeds afkomstige sympathiek ogende Corinne Bailey Rae. Ze debuteerde vier jaar terug met een sfeervol semi-akoestische, betoverende soulpopplaat, die een jazzy, soms triphop neigende ondertoon had. Stijlvol uitgewerkt songmateriaal gedragen door haar warme, helder overtuigende zang. Ze trad alvast in de voetsporen van Nelly Furtado, Norah Jones, Macy Gray, Sheryl Crow, Billie Holiday en Marvin Gaye. Ze wist met een handvol romantische nummers, “Put your record on”, “Choux pastrey heart”, “Trouble sleeping” en “I’d like to” het publiek te overtuigen.
In 2008 sloeg het noodlot toe … haar echtgenoot saxofonist Jason Rae overleed, waarschijnlijk door een overdosis alcohol en methadone. Ze kon pas vorig jaar de draad opnemen en ze vertaalde het verwerkingsproces in elf emotioneel geladen, dromerige, mijmerende songs. De lichtvoetigheid van het debuut maakte plaats voor een sombere reflectie.
’The sea’ is het neerpennen van haar gevoelens in donkere dramatische souljazzypop, die af en toe een forsere (rockende) noot toebedeeld krijgt ... Op die manier gaat het van het ingehouden “Are you here” en “I’d do it all again” naar een krachtige “The blackest lily” en “Paper dolls”, onder haar zachte stem. Artistieke schoonheid met voldoende variaties.
’The sea’ is opnieuw een plaatje voor de zomeravonden en leidt een gelouterde come-back in …

Holly Miranda

The Magician’s Private Library

Geschreven door

Holly Miranda … een 27 jarige zangeres uit Brooklyn NY, maakt(e) deel van het relatief onbekende The Jealous Girlfriends, maar komt in de picture met een wonderschoon solodebuut, opgenomen in de studio’s van Dave Sitek van Tv on the radio. Een sfeervol dromerige plaat van stemmige songs door de synths, blazers, freaky soundscapes, strijkers, computerbeats en haar bepalende, bezwerende, hemelse soms hoog uithalende vocals. Door de Tv on the radio invloedssfeer creëert ze het klanktapijt. De eerste songs “Forest green, oh forest green”, “Joints” en “Waves” springen al meteen in het oog en onderstrepen de muzikale finesse en geborgenheid. “High tide” en het afsluitende “Sleep on fire” intrigeren door de broeierige opbouw. Avontuurlijker zijn dan “Canvas” en “No one just is” door de verrassende wendingen en het brede, gevarieerde geluid. Verder is er de intimiteit van “Everytime I go to sleep”; “Slow Burn treason” is dan een duet met Kyp Malone van TVOTR.
’The Magician’s Private Library’ overtuigt door de arty sing/songwriting en de subtiele popklanken.

Broken Bells

Broken Bells

Geschreven door

Broken Bells brengt twee werelden samen … de wereld van James Mercer van de wat in verval geraakte Amerikaanse o zo beloftevolle melancholische en dromerige indieband The Shins én multi-instrumentalist en groots producer Brian Burton aka Danger Mouse. Hij was de geluidsbepalende instrumentalist van o.m. Gnarls Barkley en Dangerdoom en stond al in voor productiewerk van Beck – Gorillaz - The Good, The Bad & The Queen - The Black Keys - MF Doom en Cee-Lo Green, waarbij hij invloeden van soul, funk en hiphop laat doorsijpelen.
Een hartverwarmende sound horen we onder Broken Bells met de twee heren als sparringpartners. Subtiele en melodieuze bedroom popelektronica is het overwegend met o.a “Vaporize”, “October” en “Mongrel heart”; wat verderop gaat het richting Blur, “Citizen” en “Trap doors” en neigt “Your head is on” naar ‘60’s pop. Strijkers klinken door op het avontuurlijke “Sailing to nowhere” en af en toe mag het grooven en krachtiger zijn zoals de opener “The high road”, knipoog Everlast, “The ghost inside” met de wave en electro van Fad Gadget en het afsluitende “The mall & misery”.
Beide vennoten vonden elkaar en brengen een leuk wegluisterende plaat.

Dourfestival Dour 2010: donderdag 15 juli 2010

Eén van Europa's grootste alternatieve underground festivals gaat sinds jaar en dag door in Dour. Het festival staat voor een avontuurlijke, muzikale ontdekkingstocht. De sfeer van het vierdaags ‘alternative music event’ wordt nog steeds erg geapprecieerd; op de vier dagen  kwamen er meer dan 125000 bezoekers, iets minder dan de vorige jaren, maar de concurrentie is dan ook bikkelhard … Hoedanook, het Dourfestival is de uitgelezen kans om in een brede waaier van muziekstijlen een pak nieuwe groepen en alternatieve bands te leren kennen.
Het derde grote festival van ons landje was toe aan de 22ste editie en
is de ideale windowshop-geleider door 200 bands voor te stellen over zes verschillende podia. Door de vlotte organisatie bleef het festival er netjes bij, kende ze een vlekkeloos verloop en heerste er een ontspannen sfeer …
Donderdag lokte het festival 31 000 bezoekers. Vrijdag kwamen er 30 000 toeschouwers opdagen en de zaterdag en de zondag waren telkens goed voor 32 000 bezoekers.
De Belgische groepen op de affiche wisten haast allemaal te overtuigen en moesten in weinig onderdoen voor de grote namen op de affiche.

Tot slot was Dour gedurende het weekend de muziekhoofdstad van de wereld want uit heel Europa kwamen festivalgangers …

dag 1 – donderdag 15 juli 2010 – volgende impressies
Mintzkov (Last Arena) had al aardig wat volk op de been gebracht. Deze Antwerpenaars, in het verleden Humo’s Rock Rally winnaar, zijn toe aan de derde plaat. De band onder de tandem zanger/gitarist Philip Bosschaerts en zangeres /bassiste Lies Lorquet, geraakte af van de dEUS-link. Hun broeierige pop biedt aandoenlijke tunes en bezit hitpotentieel door songs als “Ruby red”, “Mimosa” en de recente singles “Author of the play” en “Opening fire”. Op het hoofdpodium konden ze net niet voldoende beklijven en prikkelen en zweefde de melodieuze sound wat over het publiek.

Het Waalse Showstar (Club–circuit) waaide naar Vlaanderen over met de single “Day by day”, nu ook al anderhalf jaar oud … Aanstekelijke Britpop met postpunk uitstapjes … Het kwintet startte strak en hoekig, “Residents of the lost club”, “Gold mine” en “Battle of the bands”, klonk dan verfijnder en meer melodramatisch, wat de vaart uit het optreden nam; er was eerder sprake van een dertien-in-een-dozijn nummers en zorgde ervoor dat de aandacht verslapte. Het eerbetoon aan de drummer van Girls In Hawai onthouden we alvast ...

Beast
uit Montréal, Canada (Magic Tent) was een leuke ontdekking ‘s namiddag. De band rond Betty Bonifassi en Jean-Phi Goncalves herinnerden aan de ‘90’s Morcheeba en ons onvolprezen Lowpass. Door de worldbeats neigden ze naar het oude Asian Dub Fondation en door het tokkelende country gitaarspel aan Hooverphonic. Mooie referenties zijn het dus voor een triprockende band die overtuigde met “Out of control” en “Mr Hurricane”; ze verrasten door de aangename tempowisselingen, de donkere bezwerende, hardere beats’n’pieces en de gevarieerde zegzang van Betty, warm, diep, indringend en giftig …

Wild Beasts uit Leeds (Club- circuit) van Hayden Thorpe en Tom Fleming, kwam in de belangstelling met de tweede cd ‘Two dancers’. Hun aanstekelijke, doordachte gitaarpop klonk door de falsetstem van Thorpe theatraal, maar kon telkens op tijd worden opgevangen door de warme vocals van Fleming. De sfeervol, slepende sound riep de barok van Malcolm Mclarens “Madame Butterfly” op, maar ze overtuigden door de frisse, groovy tintelingen en de verrassende wendingen richting punkfunk, zoals de “We still got the taste dancing …” – versie.

Het Britse Todd (La petite maison dans la prairie)  heeft betere tijden achter de rug en lijkt wat over z’n hoogtepunt heen. De chaotisch splijtende noisepop is z’n scherpte kwijt,  want het kwartet ramde en jamde er wat doelloos op los. Natuurlijk zijn we te vinden voor de avontuurlijke, onverwachtse wendingen, de overstuurde ritmes, de pedaaleffects en de mokerslagen, alleen was de herrie minder vindingrijk; ook de onvaste, schreeuwerige brabbelzang verdween in de mist … Geestesgenoten Victims Family, Jesus Lizard, NoMeansNo en Shellac intrigeren momenteel meer. Duidelijk is dat ze zouden verbleken mochten zij als support aantreden van Pattons projecten (Fantomas, Tomahawk, …)

Hoewel het pas vroeg in de avond is, lijkt Hadouken! (Magic Tent) één van de eerste bands te zijn die het publiek opzweept tot één dansende, zwetende brij. Ze noemen zichzelf grindie, een mix van grime en indie, een genre dat niet dansen onmogelijk maakt. Deze Londense band bracht in februari hun tweede plaat uit, ‘For The Masses’ en deze werd voorgesteld op Dour. De gameboygeluiden die samengesmolten werden met ruig gitaarwerk, worden nu ook vergezeld van een vleugje drum ’n bass.
Frontman James Smith weet meteen hoe hij de gewilde energie moet oproepen door zichzelf volledig te geven. Hij springt alle kanten van het podium uit, wat hem niet belet om beschuldigende teksten bij een snel tempo aan elkaar te rappen. Helaas kan dit niet van alle bandleden gezegd worden. De enige vrouwelijke aanwinst, Alice Spooner, blijft griezelig rustig bij haar keyboard. Misschien dat de festivalgangers nog een tikje meer zouden geven als ze zich ook overgeeft aan haar eigen beats. Maar ook zonder haar enthousiasme zorgen de Britten voor de aftrap van een massaal feest.

Get Well Soon (Club-circuit) gaat door het leven als het éénmanshuiskamerorkest van de Duitser Konstantin Gropper. De ingetogen en sfeervol opbouwende pop van de plaat werd live maar ten delen behouden. Gropper beschikte over een heuse band en vulde de sound aan door trompet, viool en cimbals. Ze speelden een krachtig luik, bezwerende semi-akoestische wavepop en minder bombast; de vocals waren indringender, dieper en grauwer. Tja, hier ging Get Well Soon richting Swans van hun tweede helft van de nineties!

Het beloftevolle Amerikaanse Baroness stond aangestipt in 'La petite maison dans la prairie'. Ze openden loeihard met de nadruk op hun laatste langspeler 'Blue record'. Het vierkoppig combo speelde een soort van heavy stonerrock en deed me soms denken aan Triggerfinger. De melodieuze samenzang tussen de frontman en de gitarist zat wel goed en de band maakte een goed geoliede indruk, naarmate de set vorderde kwam er meer vaart in het geheel en het samengetroepte publiek kon dit wel smaken.
Goed maar niet wereldschokkend.

Onder eens stralende zon begonnen even later The Maccabees aan hun set op het hoofdpodium. Het kwintet uit Brighton timmert langzaam aan de weg. Ondersteund door een blazerstrio bracht de band een gelaten indruk, misschien gezellig om languit op de weide te liggen en even weg te soezen maar niet om een uur lang een publiek aandachtig te houden.
Het is ons een raadsel waarom ze onlangs als support fungeerden op de Britse tournee van The Strokes, of hadden ze een offday... feit was dat we na een saai halfuur van Britse melodietjes een ander podium gingen opzoeken. (John)
Als dertien-in-een-dozijn-groepje hebben The Maccabees heel wat te bewijzen. Hun sound, die al snel vergeleken wordt met die van de doorsnee Britse indierock, kan alleen aangesterkt worden met een sterke performance en foutloze sets. Helaas slagen ze er niet in om het publiek te entertainen en lijken ze zelf nogal verveeld. Zelfs meezingers zoals “First Love” of “Toothpaste Kisses” brengen ze met wel erg weinig feeling.
Men heeft nauwelijks oog voor wat er zich op het podium afspeelt. De grote main stage is moeilijk om in beweging te krijgen, maar de hoeveelheid lome lijven die in het gras liggen, zeggen toch veel over hun kwaliteit als entertainers. Ook de muziek frappeert niet. Niets heeft dat beetje extra. De gitaar klinkt te slap, het gezang te vlak en zelfs de drums krijgen er geen ritme in. The Maccabees hadden veel te bewijzen, maar slagen daar helaas niet in.

Met een mix van hardcore en metal starten Devildriver, 'La petite maison dans la prairie', furieus aan hun opdracht.
Onder leiding van brulboei Dez Fafara de vroegere leider van Coal Chamber bracht dit kwintet uit Santa Barbara onlangs hun derde cd uit op major label Roadrunner records.
Het optreden stond bol van circle- en moshpits en de heavy sound klonk strak met af en toe melodieuze uitspattingen. Dat de band hier al een grote aanhang had, was duidelijk door de vocale steun bij een groot deel van hun nummers. Degenen zonder oordoppen hadden hier ongelijk...

Twee bands voor de prijs van één, kon je besluiten … Woven hand en Muzsikas (Club-circuit), bleek achterna nu niet direct een samenwerkingsproject … Woven hand van zanger/componist en predikant Dave Eugene Edwards, speelde z’n onheilspellende, donker dreigende rootssongs op bezielde, bezwerende en heftige Cave-iaanse wijze … Hel & verdoemenis spookten door de boodschappen van “Sinking hands”, “Threshingfloor”, “A holy measure”, “Raise her hands” en “Kingsdom of ice”. We konden even op adem komen door de instrumentale strijkerintermezzo’s van het Hongaarse Muzsikas, die met hun folky/Balkan invloedssfeer als een toegevoegde waarde werden ingevuld …

Na hun zegetocht vorig jaar op Pukkelpop was het merendeel deze dag gekomen om Faith No More te zien schitteren. Zoals steeds strak in het pak en met een megafoon in de hand kwam Mike Patton dreigend de bühne op. In het openingskwartier bewees hij met o.a. "Evidence", "Caffeine" en "From out of nowhere" wat een veelzijdige frontman hij is en met z'n typische humor is hij ook een gedroomde topentertainer ‘pur sang’. Dat Patton Dour hoog in het hart draagt, bewees hij door de laatste jaren met z'n andere projecten Tomahawk, Peeping Tom en Fantomas hier neer te strijken.
Het 2de deel van het optreden stond ook garant voor verrassingen, zo brengt hij flarden uit z'n nieuwe Spaanse soloproject en probeert hij een kleuter op het podium te krijgen - zonder succes trouwens-, maar het moment is wellicht de cover van "Ben" vd Jackson 5 waarin hij opnieuw alle aandacht naar zich toezuigt.
Met "Easy", "Midlife Crisis" en "King for a day" kreeg het publiek de hits waar het voor gekomen was … al viel het wel op dat het niet over de koppen lopen was … lag hier de sterke programmatie van Les Ardentes een week eerder aan de basis?!
Met in het slot het onvermijdelijke "Epic" en een supercatchy uitvoering van "Be agressive" mochten we concluderen dat FNM in de originele line up opnieuw een goeie indruk naliet, weliswaar niet zo overweldigend als in Kiewit vorig jaar maar toch van een hoog niveau.

DJ Hype
(Magic Tent) wordt wel vaker één van de grondleggers van de moderne drum ’n bass genoemd en daarom staat ook de verwachtingsboog hier hooggespannen. We hebben gerust even geduld voor de set op gang komt, maar dit lijkt niet te gebeuren. De eentonige klank die zo snel in dit genre kan ontspringen, duikt ook hier op. Geen gewaagde tempowisselingen of verrassende muziekkeuzes. Zelfs de bekende en graag gehoorde remixes van DJ Hype, zoals die van Pendulums “Tarantula” of “Feel Good Inc.” van de Gorillaz komen niet aan bod. Het lijkt alsof we dansen op een doorsnee drum ’n bass-dj, in plaats van de misschien wel te veel gehypete DJ Hype.

Het Engelse duo Simian Mobile Disco mocht 'The last arena' afsluiten en bewees dat ze momenteel naast o.a. Justice, Boys Noize en Vitalic tot de vaandeldragers van de hedendaagse dancescène behoren.
De opvallende opstelling waarbij de draaitafels in een cirkel stonden en waardoor de 2 meermaals met de rug naar het publiek stonden was op z'n minst opmerkelijk te noemen.
Het tweetal brak in 2002 door met o.a. remixes voor Björk en Muse en leverde de laatste jaren 2 albums af die zeer goede kritieken ontvingen.
James Ford en James Shaw hadden er zin in en trokken direct alle registers open, mede gesteund door een geslaagde lichtshow werd de weide ondergedompeld in een positieve dancevibe. Het waren niet de plaatjes maar vooral hun keyboards en synthesizers die de staat van dienst uit maakten voor hun uiterst dansbare performance.
Een uiterst geslaagde afsluiter van de eerste dag op het hoofdpodium … (John)

We leverden ons over aan de nachtelijke huiveringwekkende dancetrips van Moderat, de versmelting van Modeselektor & Apparat … duistere donkere elektronicagrooves en puike visuals; en we gingen tot slot kopje onder in de opwindende, opgefokte en ontspoorde breakcore van Drumcorps… (Johan)

Captain Ahab feat Sickboy (La petite maison dans la prairie) - Het lijkt wel de ideale mix; de energie die Captain Ahab op het podium weet te creëren en de hele zaal intorpedeert, en Sickboy, de man die weet hoe core dansbaar te maken. Zelfs core-newbies, waaronder ik mezelf wel mag rekenen, kunnen niet langer stil blijven staan bij de dansende mannen met nietsverhullende Speedo’s aan en de mix van breakcore, hardcore en drum ’n’ bass. We herkennen bekende nummers die uit de foute nineties stammen en steeds weer voor sfeer zorgen. De tent is vrij leeg, maar dat belet niemand om een gigantisch feest te bouwen, liefhebber of niet. Stilstaan is nu eenmaal onmogelijk. (Fay)

Borgore (La petite maison dans la prairie) - Om iets voor vier ‘s nachts is er geen sprake van slapengaan. Iedereen kruipt uit zijn tent voor Borgore, een Israëlische dubstepproducer die ontdekt werd door M.I.A. Zelf noemt hij zijn muziek liever ‘gorestep’. Misschien herkennen we een iets meer agressieve baslijn en wat invloeden die uit rock en metal afkomstig zijn, maar dubstep lijkt de show bij aanvang volledig te omvatten. Met ingehouden adem wachten we op zijn buitengewoon vrouwonvriendelijke en pornografische teksten, maar hij lijkt geconcentreerd bezig met zijn muziek live te bewerken. Met het eerste nummer waar eindelijk wat tekst in voorkomt, “Cry me a river” lijkt het feest op gang te komen. Daarna liggen de hoogtepunten in elk nummer dat zin per zin goordere teksten bevat. “Act like a ho”, “Nympho”, “Love” en “Ice Cream” worden steeds wilder ontvangen. Ook scoort hij door een remix van Britney Spears’ “Womanizer” en door af te sluiten met eentje uit de oude doos, “Chop Suey” van System of a Down. De variatie die Borgore met de anders vrij monotone dubstep weet te creëren is onvoorstelbaar. Niemand kan het geloven dat het al licht is na zo’n duistere set. (Fay)

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: Dourfestival, Dour

Dourfestival Dour 2010: vrijdag 16 juli 2010

Dourfestival Dour 2010: vrijdag 16 juli 2010
Het weer zorgt ervoor dat Los Campesinos! (Last Arena) een zware taak voor de boeg heeft. Het druppelt en hun blije liedjes zijn niet meteen in staat om ons op te vrolijken. Zelf lijken ze ook niet zo vervuld van hun anders zo aanwezige energie. Op een rustige manier brengen ze wat eigenlijk uitzinnig moet worden gespeeld. Toch is het knap dat deze acht jonge mensen zo mooi op elkaar ingespeeld zijn. Technisch zijn ze vrij sterk, maar toch is een main stage aan het dansen brengen te moeilijk voor hen. Zelfs “You! Me! Dancing!” lijkt niet de juiste boodschap over te brengen. Als ze echt zo graag willen dat er gedanst wordt, moeten ze daar zelf voor zorgen. Een idee dat blijkbaar nog niet bij hun opgekomen is.

Er hoort een duidelijke dresscode bij ‘new ravers’, een muziekstroming waar de New Young Pony Club (Club-Circuit) en onder meer de Klaxons bijgerekend mogen worden. Beiden zoeken evenwicht tussen postpunk en pure pop, gestuurd door synthesizers, die ook een belangrijk aandeel hebben. In ieder geval frappeert het dat jongeren die zo graag deze dansbare muziek beluisteren, zelf zo stijf als een hark blijven staan.
Op Dour lijkt zangeres Tahita Bulmer zelfs lichtelijk geërgerd. Zelf slooft ze zich uit door nog niet de geringste fout te zingen en zelf voor sfeer te zorgen door soepel te dansen op de eighties aandoende songs die ze brengen. Ook de band zelf speelt foutloos, waarbij de bassist op het voorplan wordt geplaatst en de bij andere muziek zo aanwezige elektrische gitaren, naar de achtergrond verdwijnen. Bij hits zoals “Ice Cream” of “Lost a girl” lijkt er even verandering te komen in de sfeer, maar zodra de laatste noten wegebben en een minder bekend nummer aanvangt, gaat iedereen weer kaarsrecht staan. Jammer dat een band die zo’n zuiver optreden kan geven, vervuld van o zo dansbare muziek, geen enthousiaster publiek kan aantrekken.

Absynthe Minded (Mainstage) kon al heel wat volk lokken, wat ergens ook niet vreemd is, aangezien ze momenteel erg hot zijn bij het jonge volkje. Ze maakten de aanwezigen wakker met “Plane song”, en na een 3 tal nummers speelden ze “My Heroics,Part One” waar het meeste volk ongetwijfeld voor gekomen was. Deze instant klassieker werd een tijdje geleden door de luisteraars van Studio Brussel uitgeroepen tot song van het voorbije decennium. Natuurlijk mocht”Envoi”, het bewerkte en herwerkte gedicht van Hugo Claus niet ontbreken … en als je het mij vraagt hebben ze daar een waardige opvolger mee, die zeker en vast kan meestrijden om het nummer van dit decennium te worden! Ze zorgden nog voor een kippenvelmoment met “Moodswing Baby” een buitenmatig gevoelig nummer waarvan alle meisjesharten sneller gingen slaan. Hun set sloten ze in schoonheid af met “I Like It When Your Sad”.

De uit Brooklyn,New York komende The Antlers, Magic Tent, is een band die gebouwd is rond frontman Peter Silberman. Zij dankten hun plaatsje op Dour door het succesvolle album ‘Hospice’, een cd over het schokkende verhaal van een ziekenhuisverpleger die emotioneel kapot gaat aan een kankerpatiënt. Dat dit alles dan ook heel donker en deprimerend klonk, was niet meer dan normaal, niet verwonderlijk dus dat het met momenten heel stil werd in de tent. Ondanks die stilte hing het publiek aan de lippen van Peter Silberman.. Met hun nummer “Sylvia” deden ze beetje aan Glasvegas en Arcade Fire denken. De donkere en deprimerende muziek boeide …

Een aantal jaar terug was ik zeer teleurgesteld van het optreden van Dog Eat Dog, de Amerikaanse band die midden jaren negentig één van de toppers was in de alternatieve scène. Ik trok met volle moed naar The Red Frequency stage om ze een tweede kans te geven
. Maar eenmaal daar aangekomen bleek al snel dat ik alle hoop op een fantastisch optreden snel mocht opbergen. Het deed echt pijn om een band op het podium te zien staan die zelfs in de verste verte niet meer leek op de band die ze ooit waren. Hun veel te lange bindteksten zorgden voor veel te lange pauzes en werkten al snel op de zenuwen. Zelfs met één van hun grootste hits "Who’s The King” konden ze me niet bekoren. Echt onbegrijpelijk hoe ze op een paar jaar tijd zo de pedalen zijn kwijtgeraakt …

Het flauwe optreden van Dog Eat Dog was nog niet half verteerd of we konden ons al opmaken voor The Subways (Mainstage). De Engelse alternatieve band spoelde onze wrange nasmaak van daarnet meteen weg door sterk te openen met “Oh Yeah”. Dit nummer had duidelijk effect op het publiek die al vroeg uit hun dak gingen. De energie die de band uitstraalde zorgde er dan ook voor dat echt niemand stil kon blijven staan. Met “Rock ’n’ Roll Queen” kon de menigte nog een laatste keer uit de bol gaan, dit was dan ook de ideale afsluiter voor een meer dan geslaagd optreden.

We waren na al dat gitaar geweld klaar voor eens iets anders,iets totaal anders. Drum ‘n’ bass leek ons geen slechte keuze, dus trokken we naar The Magic tent. Daar stonden AKS, die o.a. werd bijgestaan door Selah Sue, die met haar soulstem voor een unieke sound zorgde en tevens een meerwaarde was. Maar in die optiek gebruikten ze net iets te weinig de capaciteiten van Selah Sue’s stem. Ook was het jammer dat ze door omstandigheden hun set moesten inkorten naar een half uur, wat maakte dat ze er een zeer krachtige set op nahielden. Met een knaller als “Fire Fire” zetten ze de hele tent in de fik! De verwachte hit “Ready To Blow” bleef uit zodat we een beetje op onze honger bleven zitten. Ondanks het minpuntje kijken we reikhalzend uit naar Pukkelpop 2010 waar ze beloofden een volledige set te spelen.

Een ander oud gediende op de affiche waren The Fun Loving Criminals, generatiegenoten van Dog Eat Dog. Ze deden het iets beter, maar konden ook niet echt overtuigen. Het nochtans talrijk opgekomen publiek kregen ze met hun makke optreden echt niet mee, als we dan toch een lichtpuntje zagen dan was dit tijdens “Scooby Snacks”, een hit die het nog steeds doet. Ook The Fun Loving Criminals hebben hun beste periode gehad en tekenen niet echt meer om naar uit te kijken …

Atari Teenage Riot - Nooit gedacht dat één band zo veel verschillende subculturen kon verenigen. Het gigantische openluchtpodium (Red Frequency) dat normaalgezien wordt voorbehouden voor metal en punkbands, geeft nu de ruimte aan Atari Teenage Riot, dat in geen enkel genre thuishoort. Misschien daarom dat we, bij het naar voor dringen, omringd worden door zowel punk-, drum ’n bass- en elektrofans. Hier maakt men geen verschil.Van de eerste beat af aan is het raak. Iedereen begint te dansen, te springen, allerlei soorten bewegingen te maken. We zijn één massa die leeft voor de unieke digital hardcore die Atari Teenage Riot heeft ontworpen. De reactie op de in Duitsland populaire techno gedurende de jaren ’90 werd nooit geëvenaard in zijn soort. Iedereen lijkt dat te beseffen, we werpen ons lichaam in de strijd in elk nummer, dat qua geschreeuw hetzelfde klinkt. Enkel de beats worden op- of afgevoerd. Zelfs voor fans zijn nummers vrij onherkenbaar, omdat cd’s noch mp3 makkelijk te vinden zijn van deze artiesten. Toch zijn ze een legende en als ‘Revolution Action’ door de dreunende boxen klinkt, lijkt iedereen, hoe afgemat ook, zichzelf nog net dat beetje meer tot het uiterste te drijven.
Het einde laat een vreselijke leegte achter; na nog wat met het mengpaneel geëxperimenteerd te hebben en de illusie te creëren om een volgend nummer te spelen verdwijnen onze helden. Vol verwachting en verlangen laten ze het nog lang niet uitgefeeste publiek achter. Zo moeten we op zoek naar iets anders, dat deze ervaring nooit zal kunnen evenaren.

Op The Last Arena besloten Luuc Cox en zijn Shameboy. Zij brachten heel wat volk op de been en entertainden hun publiek! Hun hoge tonen en scratches hadden een vreemde uitwerking, wat resulteerde in soms erg unieke dance moves. Dat “Strobot” en Splend-it” een schot in de roos waren bleek toen de volledige menigte uit hun dak ging. Wij zagen een erg goed op elkaar ingespeeld DJ duo, die een hoogtepunt bereikten met “Rechoque”.

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: Dourfestival, Dour

Dourfestival Dour 2010: zaterdag 17 juli 2010

Geschreven door

Dourfestival Dour 2010: zaterdag 17 juli 2010
Door parkeerproblemen raakten we pas na 18 u op de weide, net genoeg om nog 20 minuten van het Franse Mass Hysteria te zien.Deze metalveteranen kregen reeds voor de 4de keer een plaatsje op de line up van Dour. Voor 'The last arena' was een ruime schare fans samengetroept en die gaven zich volledig over aan hun verpletterende sound. Met voorprogramma's in het verleden van o.a. Rage Against The Machine en Korn maakten ze ook hier hun livereputatie waar, de band bedankte het publiek ruimschoots en genoot van de gewonnen thuismatch.

Iets later ging het er nog harder aan toe in 'The magic tent' waar Death Before Dishonour ten tonele was verschenen. Dit vijftal afkomstig uit Boston bewees met z'n laatste langspeler ‘Better ways to die’ geen eendagsvlieg te zijn in de metalcorewereld. Beïnvloed door o.a. Terror en Hatebreed brengen de korte, catchy nummers live diverse moshpits tot stand.
De geringe opkomst belette hen niet hun boodschap te verspreiden door hun no nonsense, meezingbare, agressieve hardcore.

Even later waren de verwachtingen hoog gespannen voor Pony pony run run, we hadden de laatste maanden veel goede dingen over deze Fransen gesprokkeld en hen gespot op het Main Square Festival.Vanaf het startschot bracht de electropop het merendeel van 'The dance hall' in vervoering vooral door de synthriedeltjes, de opzwepende frontman en het enthousiasme van het hoofdzakelijk Franse publiek. Maar na enkele nummers spatte de zeepbel uit elkaar, de repetitieve sound, geringe variatie en te weinig power bracht een soort van saaiheid teweeg zodat we na een halfuur ontgoocheld andere oorden gingen opzoeken.Was dit hun offday deze zomer?

The Spudmonsters maakten inmiddels hun opwachting in de aardig volgelopen 'Magic tent'.
Onder leiding van Don Foose was deze hardcoreband razend populair in de jaren '90 met als hoogtepunt het klassieke album "’Stop the madness’, de split in '98 kwam dan ook als een verrassing.
Enkele jaren geleden kwamen ze terug samen en schrijven ze inmiddels een nieuw hoofdstuk waarvan we dus hier mochten proeven.Een prominente hoofdrol tijdens de snelle set was voor Foose weggelegd, continue vuurde hij zowel z'n band en publiek aan en zong hij alsof z'n leven er vanaf hing. Dit werd fel gesmaakt door de hardcorefans en mondde uit in een vet feestje.

Das Pop stond vervolgens geprogrammeerd in de dancehall. Met het inmiddels gekende 'opblaasdecor' en met een warme ontvangst opende het viertal met "Underground" en hun nieuwe single "Saturday night", direct was duidelijk dat ze er zin in hadden.
Volksmenner Van Looy haalde z'n beste Frans boven en brabbelde tussen ieder nummer wel wat woordjes om, zoals hij het verwoordde zijn ‘enfants de Dour’ zoet te houden.Een vol uur lang kwamen alle hits aan bod met uitstekende versies van "Fool for love", "Wings" en "Girl be a man". Als apotheose volgde een ruim uitgesponnen "Never get enough" waarin het publiek de vocale hoofdrol kreeg.Topconcert!

Op het hoofdpodium stroomt het publiek wat later toe voor de headliner van de avond dj/producer Etienne de Crécy. Met z'n Beats N' Cubes concept probeert hij ook het visuele effect op een hoger niveau te brengen en dat lokt daarom een pak extra nieuwsgierigen.
Na wat vertraging wordt na middernacht de kubusconstructie van 6 op 6 meter ontmanteld ...
Centraal in het vierkant staat De Crécy die met een gestage opbouw het dansfeest op toerental brengt, de visuals zijn werkelijk indrukwekkend en een absolute meerwaarde voor de show.
Als grondlegger voor de Franse house scène, opende hij deuren voor o.a. Bob Sinclair en Alex Gopher, maar hier laat hij met een mix van pulserende beats & bleeps z'n veelzijdigheid blijken.
Na een goed halfuur gaat het tempo omhoog en kom er meer schwung in de set, de Fransman weet als geen ander hoe belangrijk een zorgvuldige opbouw is en z'n geduld loont want in het slot worden zowel op het podium als de wei alle registers opengetrokken.Voor de afwezigen volgt er binnenkort nog een nieuwe kans wanneer hij halt houdt op Feest in het park in Oudenaarde.

Wie nog niet uitgeshaket was en het nog iets 'harder' wilde, spoedde zich naar de Dance Hall waar The Subs hun enige Belgische live show gaven voor deze zomer.Het Gentse collectief komt weer volop in de picture door de samenwerking met de Partyharders op "The pope of dope" en werkt momenteel aan de opvolger voor hun debuut 'Subculture'. Een tot de nok gevulde tent explodeerde meteen op de tonen van "Music is the new religion"; de harde eclectische electropunk van het trio De Pessemier/Bracke/Loccufier bracht de massa in een roes waar ze pas een uur later weer uit zouden ontwaken.
Naast "Kiss my trance", "Fuck that shit" en "Papillon" worden ook nieuwe tracks getest uit het nieuwe album dat rond de jaarwisseling zal verschijnen. Daarin viel vooral de diversiteit van de composities op zodat we nu al reikhalzend uitkijken naar het resultaat ervan.
Afsluiter en Subshymne "My punk" zorgde ook hier voor de apotheose en liet iedereen na een uur plankgas verweesd achter...

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: Dourfestival, Dour

Dourfestival Dour 2010: zondag 18 juli 2010

Dourfestival Dour 2010: zondag 18 juli 2010
In de Club-Circuit Marquee stonden The Van Jets geprogrammeerd, en tot onze verbazing was de tent maar half volgelopen. Het werd meteen duidelijk dat Johannes en de zijnen het niet aan hun hart lieten komen door zeer sterk te openen met “Down Below”. Zo was de toon gezet voor een heel strak optreden waar ook “Dancer” en “What’s Going On” de revue passeerden. Al dat moois viel erg in de smaak van een intussen volgelopen tent, die als afsluiter “The Future” voorgeschoteld kregen. The Van Jets hebben opnieuw maar eens bewezen dat ze sterk bezig. Een geslaagd optreden dus. (Pieter)
Zelfs voor The Van Jets beginnen te spelen, zijn ze al af. Zanger Johannes Verschaeve haalt al graag eens de mosterd bij David Bowie en heeft de rest van de band een bijpassend stijltje aangemeten. Deftig en strak is het sleutelwoord en dat lijkt ook het geval bij de nummers die ze daarna spelen. Ze zijn mooi afgelijnd, maar brengen geen tent aan het dansen. Pas na de helft van de show komt hier wat verbetering, nadat de jongens wat van hun oude plaat, ‘Electric Soldiers’ hebben gespeeld. Dat betekent niet dat het publiek hun nieuwe plaat nog niet kent! Iedereen lijkt te genieten van “The Future”, hoewel dit niet het sterkste is wat The Van Jets in hun mars hebben. De anders zo stevige garagerock lijkt hier meer een al uitgekauwde popkant uit te gaan.
Voor mij maken ze dat echter goed door David Bowie op een acceptabele manier te coveren. Natuurlijk heeft elke band zo zijn voorbeelden, maar muziek van één van de groten der aarden recyclen, is een gevaarlijke zet. Toch slagen ze hier vrij goed in. “Fashion” is dan ook een kei van een nummer, waar iedereen toch wel de tekst van hoort te kennen. Ooit coverden deze rockers ook “Hit me baby one more time”, een cover waarop menigeen zit te wachten om nog eens live te horen.
Met “Electric Soldiers” als afsluiter krijgen The Van Jets zelfs nog de grootste droogstoppels op hun hand. Hun nauwkeurig gerepeteerde freeze en agressief gitaarwerk op het einde, oogst heel wat bijval. Iedereen draagt Verschaeve dan ook op handen als hij besluit om in het publiek te gaan crowdsurfen. Spelen kunnen ze, dat is een feit, maar de show die erbij hoort lijkt iets te ingestudeerd. (Fay)

Als je een erg strakke en stevig blazende band aan het werk wou zien, moest je zo tegen 18u in de La Petit Maison Dans La Prairie zijn. Daar maakten Monotonix hun opwachting, voor wat later nog zou blijken schitterend optreden. Niemand had waarschijnlijk verwacht dat je met deze uit Israël komende band een halve circus show aan het werk zou zien. Reden was dat de drummer regelmatig het publiek als drumstel gebruikte en een zanger die uitermate gek deed. Hij zette al zingend aan één van de tentpalen de hele tent op z’n kop en waagde zich zelfs tot stagediven. Met Monotonix kon je je geen minuut vervelen!

Na de stomende set van The Van Jets en het zotte Monotonix moesten we even op adem komen, daarom trokken we naar de Club-Circuit Marquee. Een overwegend mannelijk publiek wou de vier dames van de Dum Dum Girls aan het werk zien. Dee-Dee en haar girls brachten een combinatie van garage rock en indie. Ondanks de ietwat rechttoe-rechtaan aanpak en eenvoudige, simplistische teksten, sloegen hun nummers wel aan en verveelden ze niet. Het optreden van deze dames was al bij al geslaagd. (Pieter)
De Dum Dum Girls verschijnen met een ongelooflijke arrogantie. Ze houden geen verwelkomend praatje – zelfs een vriendelijk lachje kan er niet vanaf. Maar als ze zonder er doekjes om te winden, hun instrumenten nemen en te beginnen spelen, lijkt dat ook niet meer nodig. De nummers zijn foutloos en de vrouwen zijn beeldschoon. Na enkele nummers besluipt toch ook de eentonigheid van de muziek, die wat doet denken aan The Ramones, maar dan met rustige vrouwen. Of om het minder vriendelijk maar eerlijker te zeggen, een slap afkooksel van Vivian Girls.
De stem van zangeres Dee Dee is wel intrigerend. Ze heeft een hese stem die al snel bestempeld zou kunnen worden als niet geschikt om te zingen. Ze bewijst echter het tegendeel door verrassend hoge noten te halen. Ook het tweestemmige zingen is perfect op elkaar afgestemd. Hun optreden loopt als een trein en ze stoppen er twintig minuten vroeger dan verwacht mee. Hadden ze een sympathieke reden kunnen bedenken, was het hen vergeven. Maar helaas, meer dan een kurkdroge ‘Thank you’ kon er nu eenmaal niet af. (Fay)

De Deense formatie The Raveonettes bestaande uit zanger/gitarist Sune Wagner en zangeres/bassist Sharin Foo brachten grage rock’n’roll wave noise pop. Ze konden op Dour echter niet overtuigen en speelden een matig tot erg zwakke set. We kregen een hoop slaapsongs te horen en enkel met “Last Danceé" leek even het tij te keren.

We trokken een laatste keer naar The Last Arena voor Ghinzu; de Brusselse rockgroep is vooral populair in Wallonië en piept met mondjes maat in Vlaanderen … hoge verwachtingen dus voor het beloftevolle gezelschap … Moeiteloos losten ze die in met nummers als “Do You Read Me?” en “Blow”; “Blow” kan je herkennen als het nummer voor de slotscène in de verfilming van Herman Brusselmans’ Ex Drummer. Verder speelden ze nog “Cold Love” waar ze vorig jaar mee in de Afrekening van Studio Brussel stonden en zo hun eerste stappen zetten in het Vlaamse radiolandschap, wat hen naar Rock Werchter bracht. Ghinzu wist vlijmscherp uit de hoek te komen en haalde dus niet voor niks hun naam bij een Japanse messenfabrikant.

Nadat Ghinzu het publiek al met verve had opgeward was het aan Calvin Harris om de wei in lichterlaaie te zetten. De Schotse elektronische muzikant die bij ons vooral bekend is met zijn “Ready For The Weekend” speelde met een live band waarvan hij de zanger was (in plaats van dat hij in zijn eentje achter de draaitafel staat). Hij speelde een overtuigende set en zette het publiek naar zijn hand, met als hoogtepunten “The Girls" en“I Created Disco”. (Pieter)
Calvin Harris was een perfecte afsluiter voor het festival op de Mainstage! Het is de allerlaatste nacht en iedereen is vastbesloten er met volle teugen van te genieten. Daarom gedragen we ons allemaal als gekken zodra Harris’ band nog maar op het podium verschijnt. Hijzelf heeft een perfecte présence die zelfs degenen die nog niet overtuigd waren, over de streep trekt. Van welke muziek je ook houdt, hij weet je tevreden te stellen. Zijn het niet de bassen, dan zijn het wel zijn teksten of de eighties invloeden die zich verschuilen in de bijzonder Brits aandoende house. De nummers roepen op tot zowel nostalgie en wild feestgedrag. Waar je ook kijkt, het hele veld geeft zich compleet. Zelf lijkt hij ook in zijn nopjes, je zou voor minder. Iemand die live zo sterk speelt, mag wel trots zijn op zijn werk. Hij heeft een fantastische groep om zich heen – zijn muziek leent zich om te draaien, maar daar trekt hij zich niks van aan. Hij doet alles zoals het hoort en bewijst daarmee dat hij een artiest is die alles in huis heeft. (Fay)

DJ Kentaro (Magic Tent) is een goochelaar met platen, dat blijkt al snel. De eerste minuten zijn vervuld van gescratch, iets dat wel eens op de zenuwen kan werken. Wanneer je namelijk een nummer hoort waarop je dolgraag wil dansen, is het alweer een ander voor je het weet. Toch weet hij verdomd goed waar hij mee bezig is – aangezien hij in 2002 het DMC World Championship won, valt er ook niets anders te verwachten. Hij haalt alles uit de kast, enkele oldies en bijzonder veel soul, dat echt in de smaak valt bij zo’n dj-set. Na enige tijd gaat het gescratch me wel uit de keel hangen, maar de rest van de tent lijkt hier weinig last van te hebben. Als één van de laatste dj’s op Dour wordt hij op handen gedragen en als de camera op podium toont hoe hij zijn platen hanteert, kan ik niets anders dan ze gelijk geven.

… En op waardige wijze besloot Dour met de naam van het 'European Alternative Music Event’ …

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: Dourfestival, Dour

Pagina 733 van 881