logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Shaka Ponk - 14...
Vive La Fête - ...

We Are Scientists

Barbara

Geschreven door

Nerdy is hotter dan de eerste hittegolf op het jaar. We Are Scientist verraadt aan de bandnaam alleen al dat ook zij uit hetzelfde vaatje tappen zoals muziekmakende pioniernerds Weezer of onze eigenste Galacticos. Wat wel opvalt is dat ze hetzelfde genre muziek produceren. Degelijke, snedige poprock. ‘With Love And Squalor’ was de debuutplaat die hen in 2005 lanceerde als ‘the next big thing’, maar het is toch vreemd dat we sinds die debuutplaat niet veel meer van hen vernomen hebben. Tot onze verbazing is ‘Barbara’ al hun vierde plaat en komen ze nu opzetten met een bescheiden hitje “Rules Don’t Stop Me”. Oprichters Keith Murray en Chris Cain worden nu versterkt met ex-Razorlight drummer Andy Burrows nadat de vorige drummer Michael Tapper in 2007 de band verliet. Op papier al een mooie aanwinst.
Op deze langspeler vinden we enkele goede popnummers terug. De single “Rules Don’t Stop Me” is een schot in de roos. Verder hebben “I Don’t Bite”, “Nice Guys” en “Central AC” die ons naar het niveau van “With Love And Squalor” kan tillen. Dan hebben we het enkel over de nummers met de klassieke ingrediënten die een popgroep zoals deze moet combineren. Ze missen bij momenten wel hun punch, maar blijven toch overeind. “Pittsburgh” is een beklijvende track die blijft hangen en is een waar hoogtepunt. Een ander nummer waar het tempo omlaag gaat is “Foreign Kicks”.
Er werd ook met synths geëxperimenteerd in “Jack & Ginger” en “Break It Up”, maar de uitkomst daarvan stelt ons wat teleur. Na een halfuurtje zal je al merken dat alle 10 nummers er al doorgejaagd zijn.
Al bij al mogen we het over een geslaagde comeback hebben na een lange radiostilte (althans bij ons). De formule zit nog niet helemaal lekker, maar ze kunnen zich zeker herpakken. Hopelijk maken We Are Scientists een opmerkelijke doortocht als ze op Pukkelpop spelen later in deze warme zomer.

Fool’s Gold

Fool’s Gold

Geschreven door

Een warm, tropisch geluid horen we op het debuut van de muzikale smeltkroes uit L.A., Californië, Fool’s Gold. De band gecentraliseerd rond Luke Top (zang/bas) en Lewis Pesacov (gitaar) verweven Afrikaanse, Oosterse, Indiase aanstekelijke ritmes en melodieën in Westerse pop en intrigerende, tintelende gitaarakkoorden. Hun world(beat)pop wordt dan nog dikwijls in het Hebreeuws gezongen door de Israeli roots. Het draagt bij tot de muzikale veelkleurigheid, opgezweept door de percussie, blazers en samenzang … speels, zomers, ontspannend maar met een ‘message’ van wat er ginder aan de andere kant van de wereld gebeurt …een glimlach en een traan … stof tot nadenken dus! Ze zijn alvast reikende hand met de grensvervagende muziek. Een hechte eenheid en een sterk op elkaar ingespeelde band, die al meteen boeit met de eerste songs “Surprise hotel” en “Nadine”.
Acht mooi uitgewerkte, soms uitgesponnen songs die nauw durven te leunen aan de Tinariwen sound en ervoor zorgen dat Stone Roses’ “Fools gold” een even aanstekelijk en broeierig eerbetoon krijgt. Een coherent, diepgaand en veelkleurig meesterwerkje dus!

Kelis

Flesh tone

Geschreven door

We waren de laatste jaren Kelis wat kwijtgeraakt. De plaat ‘Kelis was here’ had niet het verhoopte succes als haar andere platen, waarop steevast enkele puike singles waren te horen als “Caught out here”, “Good stuff”, “Flash back”, “Trick me” en “Milkshake”. Een grillige muzikale loopbaan van grootse hits en tragische missers …
Op ‘Flesh tone’ komt de r&b, funk, soul geluid grotendeels niet meer voor. Ze is een dance diva en vamp geworden, die niet zonder handschoentjes te pakken is. Ze is recent gescheiden van rapper Nas, kwam dikwijls in aanraking met de politie, liep arrestaties op en had ruzie met bontbestrijders. Een gevaarlijke katje dus, die met de nieuwe plaat de clubdance tour opgaat. Ze heeft opnieuw een grootse single op zak, “Acapella” door David Guetta geprocudeerd btw; de elektronica, elektro en beats klinken fors door in “22nd century” , “4th of July” en “Brave”. Op die manier wint ze het jonge publiek voor zich en borduurt ze op het danceconcept van Madonna en Lady Gaga. ‘Mission succeed’ om opnieuw op het voorplan te treden…

Angus & Julia Stone

Down the way

Geschreven door

Angus & Julia Stone - broer en zus uit Sydney, Australië … alles met de naam Stone heeft (toch wel) iets magisch. Joss Stone zit gegrift in ons geheugen qua emotievolle soulpop en het duo uit Australië verbaast en intrigeert met subtiele, elegante songs, alsof het niks is om indringende, soepele popsongs te schrijven … Het duo heeft de songwriterschap in zich! Na 2 EP’s en het debuut ‘A book like this’ (’08) zijn ze toe aan hun tweede cd, ‘Down the way’.
Geen enkele van de dertien dromerige songs moet onderdoen; er is voldoende variatie te horen, ofwel door de spaarzame begeleiding van piano/akoestische gitaar, “For you”, “Santa monica dream”, “The devil’s tears” en de opbouwende “I’m not yours”, “Dream your swords”, ofwel worden op ze gepaste en gevatte wijze georkestreerd door keys, elektronische strijkers en  blazers, “Hold on” en “Big jet plane”. En breed kleurenpalet dus. En ze zijn niet vies van een flinke scheut country/americana waaronder ”On the road” en het uitgesponnen “Yellow brick road”, door steelpedal – gitaarslides en -soli.
Het is genieten van het mooie sfeervolle, dromerige materiaal. Vocaal wisselen ze elkaar af of vullen ze elkaar aan. Julia’s bedeesde vocals neigen in de richting van Hope Sandoval en Angus durft naar Damien Rice of de falsetto van Jeff Buckley te gaan.

Gent Jazz Festival 2010: Norah Jones - DjanGo! 100 Years Django Reinhardt - A Tribute

Geschreven door

Opwarmer was een Tribute to Django Reinhardt. Wie kan dit beter dan ouwe rot Koen de Cauter, een wandelende roman inmiddels, die met zijn drie zonen Was, Myrdinn en Waso de hort opgaat.
Django Reinhardt wordt door velen beschouwd als de grootste muzikale persoonlijkheid die de Europese jazz heeft voortgebracht. Koen De Cauter, al bijna vier decennia de verdediger van de gipsy jazz, brengt met een octet een hommage aan het weergaloze genie. We waren getuige van een schitterend concert met stuk voor stuk virtuoze muzikanten. Met een staand publiek en bijbehorend geroezemoes (ze haalden nét niet het vuvuzelaniveau) ging té veel van het concert verloren. Foei!
Koen De Cauter (sopraansax, klarinet en zang), Fapy Lafertin (gitaar), Jon Birdsong (cornet), Myrddin De Cauter (klarinet), Waso De Cauter (gitaar), Bart Vervaeck (gitaar), Dajo De Cauter (bas), Lionel Beuvens (drums)

Geetali Norah Jones Shankar – zo heet de dame voluit, en ons genoegzaam bekend als ‘dochter van’ én inmiddels wereldberoemde jazzdiva. Met haar eerste album ‘Come away with me’ (2002) had ze meteen een monstersucces. Terecht, want la Jones creëert een vrij nieuw geluid binnen de vocale jazz, waar ze vooral haar Texaanse en zuiderse invloeden toevoegt bij haar frisse stemgeluid. ‘Come away with me’ was een millionseller, evenals opvolger ‘Feels like home’.
Dat Norah Jones een veelzijdige dame is, bewijzen haar optreden als actrice in ‘My blueberry nights’ en -niet in het minst- haar keuze om het bij het uitbrengen van een nieuwe plaat, over een totaal andere boeg te gooien. Met ‘The fall’ (2009) gaat ze de rocktoer op. Ze haalde hier reeds platina mee, en bij ons is vooral de single “Chasing pirates” een ware hit geworden.
Het doet een beetje vreemd aan om haar met een gitaar te zien omgord. Waar ze voorheen als het ware aan haar pianostoel kleefde, staat Jones nu frontaal op het podium, mét gitaar en bijhorende gele skirt met witte bollen – als was ze weggelopen uit een Grease-movie). Even wennen toch…

De set was helemaal opgebouwd rond de laatste plaat, en het was er ook aan te horen (en te zien). De band,
Norah Jones (piano, Wurlitzer, guitaar, zang), Sasha Dobson (meerdere instrumenten), Smokey Hormel (guitaar), John Kirby (keyboards), Gus Seyffert (bas), Joey Waronker (drums), was een stevig 6-tal, met tweede frontvrouw Sasha Dobson (talking of being ‘hot’!) als dragende backing vocal én stevige ritmegitarist. Met Smokey Horne als lead en Norah Jones zélf als begeleidend gitarist (en ze doet het uitstekend), maakt dit dat het geluid voornamelijk door gitaren voortgebracht wordt, en binnen de set was dit er ook aan te horen.
What am I to you (feels like home/2004) – (tell me darling true)” zette meteen de toon van het concert. Een stevige opener, volledig in de stijl van Hare dochter van de meester op sitar. Weliswaar niet op piano zoals op plaat, maar stevig met de gitaar in de hand. Het moet gezegd, het doet vreemd, maar het staat haar wel.
De set is verder bijna uitsluitend opgebouwd rond ‘The Fall’. “Chasing pirates” (gewéldige gitaardelay!) zit wat verder in de set, evenals haar tweede hitsingle “It’s gonna be”. Vooral deze laatste was vrij indrukwekkend, met ondersteuning van extra percussie. Jones kon voor dit nummer even thuiskomen achter haar Wurlitzer.
Jones en haar muzikanten slagen erin om doorheen de set de songs vrijwel nooit liederlijk uit te spinnen, zoals vele muzikanten wel eens beogen. Nooit was er een ‘kijk, mama zonder handen-moment’. Solo’s werden tot het strikte minimum beperkt, en dat resulteerde ook in een kwalitatieve set.
De rock-uitstap van Jones was -tot voor het concert- een beetje aan mij voorbijgegaan. Haar verschijning gisteren heeft hier wat aan veranderd. Vooral haar swamp influences kan ze niet wegsteken. Bijwijlen maakt ze er een country-feestje van (“Cry cry cry/ ‘a song about a dog’”) …’Chicken skin moment’.
De volgelopen Bijloke-site wachtte uiteindelijk braaf af tot la Jones wat ouder werk uit de kast haalde. Als ze achter haar piano schuift, weet je het wel. “Sunrise (feels like home)” en vooral “Come away with me” konden op veel bijval rekenen.
Het staand publiek (jaja, hoe meer plaats, hoe meer volk) kreeg nog enkele hits en werd op hun wenken bediend. Als Gus Seyffert de staande bas ter hand neemt, zetten ze “Sinking soon” in. Een folky en pakkende rif uit ‘Not too late’ (2007). Dit moment bewijst nogmaals dat de dame van vele markten thuis is.

Men kan zich de vraag stellen of een dame als Norah Jones wel thuis hoort op een jazz festival zoals Gentjazz. Uiteraard programmeren de heren organisatoren ook wat breed, en met een dame als Norah Jones loopt de keet vol. Vooral in een eerste week van Gentjazz met wat klassieke en meer oldschool jazz, doet de programmatie van Norah Jones wat vreemd aan. Maar dat ze een klassedame is, is een understatement van jewelste …En dat Gentjazz nu mag beginnen…

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com of op ons eigen site van haar optreden in Vorst Nationaal in juni ll

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Rock Werchter 2010: donderdag 1 juli 2010

Editie 36 van Rock Werchter was er (terug) eentje onder een verzengende, tropische hitte. Zonder twijfel de warmste aflevering ooit. 4 keer 80000 bezoekers werden genoteerd door de organisatie.
Rock Werchter is internationaal gekleurd: België en Nederland waren goed voor driekwart van het bezoek. Verder volgden UK, Frankrijk en Ierland. En opvallend was de aanwezigheid van Australiërs die de weg naar Werchter vonden.
De Shelter, de rustzone bij de Pyramid Marquee was welgekomen en was de nieuwe afspraakplek en schuilhut.
De ‘tournipit’ vooraan de Mainstage doet ook z’n werk: om te vermijden dat er een te grote druk kan ontstaan in het publiek vooraan, konden via een draaihek een gelimiteerd aantal mensen de toegang krijgen tot de afgebakende ruimte voor het podium.
Rock Werchter blijft Vlaanderens grootste en is het best georganiseerde festival ter wereld.
Om de vier vurige dagen Werchter mee te maken en het muzikaal vol te houden was een goede conditie opportuun. Ondanks het feit dat de meeste headliners er een kortere set op nahielden, Greenday niet nagelaten, zorgden zij soms letterlijk voor vuurwerk!
Een gevarieerde affiche, een tevreden publiek, een tevreden organisatie ...
Een overzicht van de indrukken van de concerten – ‘Ready to Rock Werchter 2010’…

- dag 1: donderdag 1 juli 2010
Met het Nederlandse De Jeugd Van Tegenwoordig was meteen het vierdaags Werchter feest begonnen. Vorig jaar zetten ze de Pyramid Marquee op stelten en als opener op de Mainstage was het nu al niet veel beter. Ze waren de smaakmaker voor het (jonge) publiek die er al geraakt was … onvervalste Hollandse ambiance, waarbij de refreinen onder een eenvoudige elektrotune luidkeels werden meegezongen. De drie opjuttende MC’s zorgden voor de nodige ambiance en porden aan tot handjeszwaaien; de leuke, vettige, vunzige teksten gingen erin als Parels voor de Zwijnen: “Hollereer”, “Watskeburt” en “Deze donkere jongen komt zo hard” palmden de eerstelingen probleemloos in en met “Get Spanish” lacht de toekomst hen nog meer toe …

Alsof ze nooit waren weggeweest … na tien jaar … hotste de zwarte frontlady van Skunk Anansie, Skin, heen en weer. Ze hadden muzikaal alvast niks ingeboet van een grootse festivalband: energiek, gedreven, enthousiast en gemotiveerd … Alive & Kicking! We waren onder de indruk van de ‘best of sellers’ “Selling Jesus”, “Weak”, “Charity”, “Charlie big potato”, “Hedonist” of van een nieuwtje als “Because of you” … Gebald, weerbarstig en subtiel. Zangeres Skin entertainde haar fans en flirtte met alles en iedereen … “They were glad to be back, and we also”!

Zomerse pop die wat aan Das Pop kan gelinkt worden komt van het Franse Phoenix, die al een handvol heerlijk frisse, zwierige, hapklare radiohits uithebben. Toegankelijke, sfeervolle lichtvoetige pop dito meezingbare refreinen, die live af en toe forser werden aangemeten … van “Liztomania”, “Long distance call”, “Lasso”naar “If I ever feel better”, “Rome” en “1901”. Zoethoudertjes die de rits Franse rockbands oversteeg …

We konden vorig jaar alvast niet omheen The XX. Het Britse trio houdt het op broeierige, intense en intieme darkwave pop, een soort ‘pop noir’ fluisterpop, die een bijzondere, spaarzame mix bevat van indiepop, postpunk, ‘80’s wavepop en r&b. En die duidt op een ‘less boven more’ princiep. The XX kon daardoor diep raken. Een nokvolle tent liet zich moeiteloos meedrijven en ze sleepten ons na “Islands” en “Crystalised” mee in een bezwerende trance van repetitieve, opbouwende ritmes en percussie van songs als “Nighttime” en “Infinty”.

Electrodiva Elly Jackson aka La Roux draagt haar steentje tot de huidige lichting vrouwenpop. De ‘rosse’ kleedt zich opvallend mannelijk, onderscheidt zich met een vetkuif en brengt leuke, vrolijke, spannende en ophitsende synthpop. Ze was duidelijk toonvaster dan bij de vorige optredens, maar dié beperktheid blijft haar wel achtervolgen bij de paar minder lekker in het gehoor liggende nummers. “Tigerlily” en “Quiksand” werkten aanstekelijk op de dansspieren. De Rolling Stone cover “Under my thumb” trok de zwakkere momenten middenin de set op en met “Colourless colour”, “In for the kill” en “Bulletproof” ging het richting pure elektrodance en dwong La Roux zich een plaatsje af binnen Fun Fun’s “Happy Station”.

The Stereophonics mogen dan al in de UK een mega status verworven hebben en stadions en festivalweides doen vollopen, op het vasteland zijn ze maar één van de vele bandjes op de affiche. Misschien was dat de reden waarom ze in Werchter zichtbaar niet voluit leken te gaan. Frontman Kelley Jones gaf een beetje de indruk er niet echt veel zin in te hebben en straalde weinig overtuiging uit, en ook de andere bandleden waren op zijn zachtst gezegd nogal statisch. Alhoewel de set bij momenten toch wel lekker rockte en stevig door de bochten ging. We hebben de band op ditzelfde festival enkele jaren geleden al veel slapper aan het werk gezien en waren dus nu aangenaam verrast, maar een beetje meer enthousiasme op het podium had toch wel gemogen. We onthouden vooral een sterke start met de oudjes “The bartender and the thief” en “A thousand trees”, verder nog de felle punky rock van “Trouble” uit hun vrij behoorlijke nieuwste album, en als apotheose kon het onverslijtbare “Dakota” ook wel tellen.

Muse is uitgegroeid tot één van de bepalende gezichten van het nieuwe millennium. Muse maakt de link tussen rock, klassiek, bombast en symfo door een pittig, gedreven en sfeervolle, dramatische sound, gedragen door de gekwelde zang van Matthew Bellamy. Pompeuze stadionrock konden we besluiten na hun zaalconcert van vorig jaar.
Maar op festivals laat het trio de bombast en kitsch aan zich voorbij gaan en trokken ze de kaart van ‘gas geven’, een stevig, krachtig, gedreven, opgefokt en rauw geluid, met behoud van een tedere emotionaliteit. Met z’n dubbele neckgitaar op “Uprising” trekt Bellamy de boel op gang en samen met Wolstenholme –Howard werd een opwindende ‘best of’ gespeeld met songs als “Newborn”, “Maps of the problematique” en “Bliss”. Naast de vierde man op toetsen en synths onderscheidde Bellamy zich als een begenadigd muzikant en hield hij het publiek in z’n greep met “Feeling good” en het orkestrale “United States of Eurasia”, een pastiche op Queens ‘Night of the opera’. Na het sfeeervolle “Undisclosed desires”, wordt het tempo terug opgedreven met “Resistance”, “Hysteria” en “Time is running out”.
Hoe de drie te werk gingen, werd enorm geapprecieerd en onderstreepte hun vakmanschap en de gedrevenheid. En met knallers als “Stockholm syndrome”, “Plug in Baby” en “Knights of Cydonia” speelden ze een geweldige, schitterende closing finale. Moest er nog zand zijn … Muse was TOP!
Waarop Sam zegt … Hoogtepunt van de avond, en waarschijnlijk van het hele weekend, was, hoe kon het ook anders, Muse. Fel, indrukwekkend, hard, melodieus en uiterst fantastisch. U moet al van een andere planeet komen om dit niet goed te vinden. Muse, beste mensen, is de beste live groep van het moment en maakte dat in Werchter nog eens heel duidelijk.

Tot slot konden we terecht bij die andere festivalgrootmeesters Faithless. De publiekslieveling van de nineties slaagden er nog steeds in een puike set af te leveren. Na de paar gematigde platen weet hun lieflijk zalvende opbouwende popdance op ‘The dance’ opnieuw in te werken op de dansspieren.Uniek klinken ze misschien niet meer om een ganse wei in beroering te brengen, want naast de resem hits zijn er meer ‘gewone’ luisternummers uit. Op een festival krijgen ze wel een forsere beat mee. De hits “God is a DJ”, “Mass destruction”, “Insomnia”, “Salva mae” en “What about love” zaten mooi verdeeld binnen het gevarieerde aanbod, waarvan de recente “Sun to me” en “Feel me now”, vocaal een glansrol voor Harry Collier, zich duidelijk onderscheidden. En de single “Not going home” sloot overtuigend de set af door steviger wordende ritmes, beats en percussie. Het directe “Muhammed Ali” en de samenhorigheidssong “We come 1” konden niet ontbreken. Faithless droeg ons een warm toe, met terechte V-vingers in de lucht.
Ondanks de charme en het enthousiasme van de Britse band rond rapper Maxi Jazz en de elektronicawonders Sister Bliss en Rollo Armstrong.zijn ze evenwel minder betoverend dan vroeger. Dat heeft Muse overgenomen. Slotsom geen bom meer die nazindert, maar een aanstekelijke band die terug op het voorplan komt en kan overtuigen dankzij de nieuwe cd ‘The dance’.
Waarop Sam zegt … Faithless is een beetje over zijn hoogtepunt heen. De magie van vroegere jaren is wat weggeëbd en een aardbeving werd er dit keer niet vastgesteld. Er was dan ook verrassend veel ruimte voor de Mainstage (hier zaten Crookers natuurlijk ook wel voor iets tussen), maar toch was het weer dansen geblazen, en dat vooral op de tonen van de oudjes “Insomnia” (nog maar eens wervelend), “God is a DJ”, “Mass destruction” en helemaal op het eind “We come 1”. Het publiek reageerde een beetje onwennig op de nieuwe songs, hoewel “Not going home” toch een klassieker in wording is, maar al bij al durven wij hier toch van een zeer geslaagd optreden spreken, ook al is de massa hysterie van hun beste jaren er nu wel voor goed uit.

Organisatie: Live Nation – Rock Werchter

Rock Werchter 2010: vrijdag 2 juli 2010

Op dag twee hadden we een even verzengende hitte, kon het jonge volkje zich uitleven op Green Day, Paramore en 30 Seconds To Mars, was er het topconcert van Editors, noteerden we getalenteerde bands in de Pyramid Marquee en openden twee komende Belgische groepen.

We kunnen het maar aan Triggerfinger en Customs vragen hoe het moet zijn om in kostuum op te treden onder hels warme temperaturen. Het muzikaal beestje werd alvast geïnjecteerd bij het kwartet, want ze speelden een uiterst gecharmeerd strak wavepoprockend concert. De band rond Kristof Uittebroek heeft elkaar gevonden na het ter ziele gegane Larsson. De vroegere ‘artist in residence’ van Leuven houden er een fijn debuut op na, ‘Enter the characters’, en hebben met “Rex “en “Justine” al aardige hits uit. Beelden van White Lies, The House of Love en Interpol springen ons voor de ogen als we hen bezig zagen. Ook de songs “Shut up Narcissus”, “We are ghosts” en “The matador” stonden hun mannetje en ze konden niet omheen een Joy Division nummer, “Transmission”.

En ook Balthazar beschikt over tonnen talent en enthousiasme. Het kwintet rond de componisten Devoldere – Deprez boden een uiterst gevarieerde, broeierige, dynamische en intens slepende set. Ondanks dat de subtiliteit van hun songs live wat meer met synths werd overgoten en een krachtiger en huppelende aanzet hadden, kunnen we niks anders zeggen dan dat ze live overweldigend waren, een goed geoliede machine en een fantastische samenzang. Alles zat goed in elkaar en de West-Vlamingen uit Kortrijk bewezen dat er ginder heel wat potentieel blijft leven na Ozark Henry, Goose, Hitch en Amenra. “Fifteen floors” en “Hunger at the door” waren al in ons geheugen gegrift, evenzeer waren we verbaasd van “Blues for Rosann” en het afsluitende “Blood like wine”.

Het NY-se Coheed & Cambria kun je niet direct onder de metal plaatsen, daarvoor zijn de invloeden te breed. Ze borduren op de ‘70’s hardrock van Thin Lizzy, voegen er de donkere Tool aan toe, kruiden het met de verrassende en spannende wendingen van The Mars Volta en zijn intussen niet vies van poppunk en postrock. Ondanks het feit dat de groep ons niet meteen raakte, kon je wel spreken van een melodieus harde maar fijnzinnige set, onder de nasale zang van Sanchez.

The Morning Benders uit Liverpool zitten in dezelfde lijn van Avi Buffalo en Grizzly Bear, en bands als Beach Boys, The Last Shadow Puppets, Band Of Horses en The Shins waren invloedrijk. Aanstekelijke, sfeervolle dromerige ‘summerfeeling’ indiepop, die af toe forser klonk als op Joy Division’s (opnieuw!) “Ceremony” en het afsluitende “Excuses”. De zang van frontman Chris Chu lag in de buurt van Alex Turner van Arctic Monkeys. In het oog te houden dus, dit jonge bandje, als was het niet ‘the cup of tea’ van velen.

Rise Against zijn mee op tour met Green Day en kregen op die manier een kansje op de Mainstage. De punkrockers wisselden hun hard melodieus, strak werk af met enkele intieme songs, waaronder “Swing life away”, die zanger Mcllrath in een glansrol plaatste qua stem en akoestische gitaar. Moeiteloos stapten ze dan terug naar hun gekende punkrock en porden rondedansjes aan in circle pits. Punkfeestje dus!

Het Amerikaanse The Gaslight Anthem uit New Jersey, onder zanger gitarist Brian Fallon, vormt een evenwichtige driehoek van de American ‘Bruce Springsteen’ stadionrock, de folky rock van The men they couldn’t hang en de punkrock van The Clash. De James Dean lookalikes, met een lijf vol tatoeages, speelden een straffe ‘straight from the heart’ set: vitaal goed onderbouwd, energiek en dynamisch … gestroomlijnd materiaal, aanstekelijke refreinen, ruige en snedige gitaarpartijen en opzwepende drums. De band kreeg letterlijk een ‘warm onthaal ‘ en speelde een prachtset , waaronder “The backseat”, die de laatste cd ‘The ’59 sound voorop plaatste.

Tieners houden van de Joepie-rock van Paramore en 30 Seconds To Mars … We waren alvast aangenaam verrast van de uit Tennessee afkomstige band Paramore rond de bevallige zangeres Hayley Williams. Als een jonge Axelle Red sprong ze wild om zich heen. Springerige, strakke en prikkelende gitaarrock, vol overgave gespeeld, maar te horen als dertien in een dozijn. De jeugd van tegenwoordig houdt van de ‘Twilight’ series en van een nieuwe Avril Lavigne … De jongeren om me heen waren alvast gefocust op songs als “Crush crush crush”, “That’s what you get” en “Misery business”. Teenage rock’n’roll dus!

Intussen was het ook duidelijk dat Nederland van Brazilië had gewonnen want talrijke Oranje shirts kleurden de wei …

Corinne Bailey Rae bracht zwoele, sfeervolle cocktail funky soulpop, gedragen door haar zacht pakkende fluisterstem. Na een paar jaar van hel & verdoemenis keert ze gelouterd terug op het front met nieuw werk en beschikt ze over een charismatische band. Lazy Sunday StuBru Music (“Paper dolls”/“Closer”) hoorden we, en het waren de herkenbare “Like a star” en het iets fors klinkende “Put your record on” die aanzetten tot heupwiegen. Ze genoot van de positieve respons, wat haar ertoe bracht om met Doris Day’s “Que sera sera” hartelijk afscheid te nemen …

Dezelfde jongeren van Paramore waren even interessevol gestart om 30 Seconds To Mars te zien, de groep rond de Amerikaanse acteur Jared Leto. Samen met z’n broer zijn zij de helden van de emorock voor onze jongsten. We moesten hard op de tanden bijten om deze American kitschrock en Performance te doorworstelen. Publiekspelletjes en flauwe grappen kruisten de songs. Een pompeuze sound en een omhoog gevallen godverheven Leto als blonde mohawk met witte zonnebril … Pfff, écht niet voor ons!

Onder de indruk waren we dan wel van de groovy, aanstekelijke en bezwerende popdeuntjes van Jack Johnson met z’n drie muzikanten. Eerlijk, puur en oprecht. Na de Hollywood kapsones van Leto bracht de zomers getinte singsongwriterpop van JJ een frisse bries en was maar al te graag meegenomen! Johnson deed denken aan de onvolprezen Bobby Sichran uit de vervlogen ‘90’s want dezelfde pop, blues, soul, en hiphop waren verweven. Golvende muziek en Happy tunes, daar zal het recentste ‘To the sea’ en z’n vroegere surfcarrière deels voor tussen zijn geweest. Mooi was het allemaal van “If I had eyes”, “Go on”, tot “Good people”, “Bubble” en de titelsong van de recente cd. De ongelofelijke respons bezorgde de man kippenvel … Op handen gedragen dus!

Het optreden van Editors was al op voorhand een gewonnen match. De band heeft België aan zijn voeten sedert de laatste passage op Werchter en de kolkende optredens dit jaar in Vorst en de Lotto Arena. Met nog maar 3 albums op hun palmares (drie pareltjes, dat wel), hier mooi over de setlist verdeeld, is de groep uitgegroeid tot een heuse topact met een hoop onverslijtbare prachtsongs. Editors bevestigde dit met grote onderscheiding en Werchter ging helemaal door de knieën op de tonen van “Papillon” (wat een prachtsong is dit toch). De volgende keer staan die gasten hier op het hoogste schavotje, neem dat van ons aan.

The Specials waren in hun glorieperiode al eens te gast … op TW ’80 weliswaar … Met Terry Hall, Neville Staples, maar zonder bezieler Jerry Dammers … British ska, rocksteady, dub, reggae en wavepunk, die de jaren ’80 ingingen met The Selector, Madness, Dexys midnight runners en Bad Manners. Verder kenden we hun projecten Special AKA en Fun Boy Tree. In navolging van Johnson waren er opnieuw zonnige, huppelende ritmes van een vitale band op leeftijd. Publiek als band ‘skankten’ erop los en het was uitermate leuk de tunes en deuntjes te horen van classics als “Gangsters”, “Rat race”, “Too much too young” en “Message to you Rudy”, opgehitst door een diepe bass, ’70’s Hammond toetsen, blazers, percussie en trommels. Opwindende nostalgie, die af en toe wat vaart minderde. Een uitgelaten “Enjoy yourself” besloot het leuke, ontspannende overtuigende concert. “Ghost town” leek diep opgeborgen in de playlist, maar dat bedierf de pret niet!
Waarop Sam zegt … Prachtige nostalgie kregen we met The Specials. Door de prachtige set van Editors hebben we hier helaas de eerste songs moeten missen, waaronder volgens onze betrouwbare bron een geweldig “Gangsters”. Onze beentjes gingen gewillig de lucht in op de tonen van onbreekbare ska klassiekers als “A message to You Rudy” en “Too much too Young”. The Specials waren fijne ska, dub en reggae en volle fun.

LCD Soundsystem in de Pyramid Marquee mocht het feestje compleet maken. ‘Hot Hotter Hottest’, met een pluk uit de drie cd’s. Nu net dat James Murphy’s LCD live op z’n scherpst zijn, leggen ze er het bijltje bij neer na deze worldtour. Hun muzikaal trancy bezwerende, dansbare en rockende punkfunk zal worden opgedoekt. Ze wisten sommige nummers mooi uit te spinnen … “Us vs Them” was de aanzet naar een venijnig, retestrakke “Daft punk is playing at my house”. Dan volgde een sfeervoller en rustiger middendeel met “All my friends” en “I can change”. Op “Tribulations”, “Losing my edge” en “Yeah yeah yeah” kon de bezwerende, repetitieve funkende trance niet meer op. Tot slot klonken ze ‘Scherp Scherper Scherpst’ met “NY, I love you but you’re bringing me down …” Band als publiek hebben zich rot geamuseerd … laat het misschien toch geen definitieve herinnering blijven …

‘Te veel is te veel’, wil er dat dringend eens iemand aan Billy Joe Armstrong van Greenday gaan vertellen. De set was zeer professioneel en nogal, euh.. Amerikaans. Een fan op het podium vragen, oké, maar dat tot drie keer toe is er over. Het publiek mee laten zingen mag ook al eens van ons , maar niet voortdurend, alstublief. Om maar te zeggen, Billy Joe is een puike entertainer, maar helaas ook een overdrijver. Greenday speelde twee en een half uur, en dat was minstens een uur te veel, maar als ze goed op dreef waren was het dan ook geweldig en krachtig. De hits gingen er in als peperkoek en er werd verdomd stevig en hard gespeeld, en dat maakte dan weer dat dit toch een potige set was.
Hoewel de muziek van deze band duidelijk op punkrock geïnspireerd is , was dit een concert dat in alle opzichten indruiste tegen de ongeschreven regels van de punk. Maar daar veegt Billy Joe volledig zijn gat aan, en dat is dan op zich ook weer punk.

Organisatie: Live Nation – Rock Werchter

Rock Werchter 2010: zaterdag 3 juli 2010

Klinkende namen, een handvol talentrijke bands … én show, entertainment en verkleedpartijen sierden dag drie. We waren benieuwd hoe ze het ervan af brachten … 

Het beloftevolle Delphic gaf het startschot in de Pyramid Marquee. Hun aanstekelijke, dromerige, dansbare songs werkten in op de dansspieren, vooral toen ze de elektrodrums ten volle benutten. Popelektronica, rock, punkfunk, postpunk en ‘80’s synthpop waren samengebald. De singles “Doubt” en “This momentary” plaatsten ze naast een uitgesponnen “Counterpoint”; meteen een feestje op de vroege middag. Delphic … smth to believe ...

Het Australische Temper Trap brak vorig jaar door met de cd ‘Conditions’: bezwerende, dromerige poprock, die door krachtige ritmes, een brok psychedelica en bombast voortgestuwd werden, gedragen door de falsets en de meer directe zang van spil Dougy Mandagi. Het kwintet had er duidelijk zin en speelde een snedig gedreven, energieke rockset. De singles “Rest” en “Sweet disposition” klonken krachtiger en neigden naar de stevige aanpak die we kennen van “Fader”. Ook kreeg “Drum song” elan door de dubbele percussie en de vele cymbalen. En op het eind van “Science of fear” ging de gitarist volledig prat en gooide de zanger zich op de eerste rijen …

Wij zijn niet echt metallisten, maar de Belgische metalen trots Channel Zero heeft ons moeiteloos weten te overtuigen met hun snoeiharde set. Zwaar, loodzwaar, maar het ging er goed in op de Werchterse weide en wij waren echt niet de enigen die dat vonden. De heren durfden het aan om met hun prijsbeest “Suck My Energy” aan te vatten en hielden de drive het hele optreden aan. Franky DSVD zijn strot trotseerde zonder veel problemen de kwellingen van het bijtende “Help” en de loeiende afsluiter “Black Fuel”. Een set even moordend als de hitte.

Het eigenwijze Yeasayer uit NYC, Brooklyn goochelt nog meer dan Delphic met diverse stijlen, en voegen er world en Indiase elementen aan toe. De toegankelijkheid kan sierlijk gestoord worden door bevreemdende, geflipte melodieën, dreigende, tegendraadse ritmes en experiment. Met momenten bizarre muziek dus, die intrigeert en op de dansspieren werkt. Daar zorgde songs als “O.N.E”, “Mondegreen” en “Ambling Alp” voor van de recente ‘Odd Blood’. Ook hier het nodige spelplezier, verrassende wendingen, wisselende toonhoogtes in de vocals en leuke interventies (btw ze herinnerden zich nog steeds hun eerste optreden een paar jaar terug in Gent!).

Ontgoocheling van het festival was Gossip. Wij verklaren ons nader: Vandaag hadden wij hier vooral onze zinnen op gezet, maar ja, een dagje eerder hadden wij ook al ons geld gezet op Brazilië tegen Nederland, het mocht ook niet zijn en daarmee zat Werchter dan ook dit weekend opgescheept met luidruchtige zatte Hollanders. Maar goed, we wijken af. Dikke Bertha kwam met zichtbare tegenzin het podium opgewandeld, speelde om te beginnen een slappe versie van “Standing in the way of control - een song die normaal een hoogtepunt zou moeten zijn-  en haspelde heel de set af op automatische piloot, ongeïnspireerd en een verveelde indruk nalatend. Hadden we enkel voor haar betaald, we vroegen meteen ons geld terug. Enkel afsluiter “Heavy cross” deed even het vuur oplaaien, maar toen was het kalf (of de koe, zoals u wil) al lang verdronken.

Des te meer vonden wij het jammer dat we Gossip niet vroeger hadden gelaten voor wat het was om naar Porcupine Tree te gaan zien. Een prog-rock groep zowaar, nooit gedacht dat zo iets op Werchter zou geraken. Wij zagen fantastische muzikanten en hoorden knappe songs met geweldige gitaarrifs, we dachten heel even aan Archive, Dream Theater of aan Pink Floyd met zware gitaarversterkers. Helaas maar twintig minuutjes van gezien, maar wel genoten.

Het Britse The Ting Tings heeft al twee jaar z’n debuut uit, was één van de revelaties met Blood Red Shoes en trekt nog steeds rond in diverse clubs en op festivals. Momenteel zijn ze ‘on tour’ met Pink en kregen een hoge plaats aangemeten op het hoofdpodium. Sprankelende, springerige, frisse en speelse gitaarpop van Jules de Martino (drums/vocals) en de bevallige Katie White (gitaar/effects/vocals) in een verleidelijke verpleegsteroutfit (wat een verzorging zou zij ons kunnen geven …). De aanstekelijke, huppelende ritmes, de gitaar- en syntheffects en een opzwepende bassdrum, de sexy looks en de speelse onbevangenheid zorgden voor een opwindend , stomend setje van “We walk”, “Great DJ”, “Fruit machine”, “Shut up & let me go”, “We started nothing” en “That’s not my name”.
Band met charisma, die duidelijk de aandacht trok en optimisme en levensvreugde uitstraalde. Kortom een positieve vibe … Nu zijn we toch écht benieuwd naar het nieuw materiaal van het duo …

De Pyramid Marquee tent puilde uit voor de sensatie van het moment Florence and The Machine. Nog in de roes van de hype die er rond haar persoontje is ontstaan, had zij Werchter al volledig aan haar voeten vanaf de eerste noten die haar groep speelde. Jawel, Florence kan zingen, en publiekslieveling “Dog days are over” is waarlijk een knappe song, maar laat ons toch nog even wachten tot de hype over is, eens zien of ze dan nog een publiek weet te overtuigen.

Pink: een on-the-road Last Vegas (Pink) show van pop, rock, glamour, show & entertainment & verkleedpartijen… alles erop en eraan , professioneel en uitgekiend. Maar het muzikale wordt deels onderdrukt en er is veel opzichtige kitsch in de performance door het kunst - en vliegwerk, de vrouwelijke toydolls, de outfitwissels en de vlammenwerpers. “Get the party started” en “Funhouse” waren dan ook de terechte openers voor haar rockshow; verder volgde nog een medley met ene Butch Walker over haar muzikale roots en friends (The Who – Greenday- The Police en Four Non Blondes ), enkele intieme songs waaronder “Dear Mr President”, en met “So what” leverde ze een krachtige dansbare afsluiter af … It’s the way of life van Pink …

De absolute revelatie van zaterdag was Empire of the Sun. U mag het misschien kitscherig en erover vinden, wij vonden het fantastisch. Het swingde en rockte tegelijkertijd, de tent kolkte over dankzij de wervelende show met ondermeer een viertal danseressen die geregeld van pakjes veranderden (het ene nog gekker dan het andere), uiterst zwevende psychedelische visuals en vooral een knap musicerende frontman die duidelijk wat kneepjes van Prince had geleerd. De heerlijk geflipte sound mag u gaan zoeken in de richting van Prince, Funkadelic, The Flaming Lips en The Scissor Sisters. Knap, bijzonder knap.

Ook show en spektakel kon bij het Duitse Rammstein niet ontbreken. Rammstein doolde en marcheerde met Duitse metal, perverse, vunzige teksten en gedachten en had uitgewerkte ideeën om vuur, veel vuur in hun performance te steken. Muzikaal leedvermaak dus… En net zoals de Deutsche Mannschaft Argentinië had verpletterd, dienden zij mokerslagen toe in hun ‘stahlarbeitende’ muziek, als “Rammlied” en “Feuer frei”. Verder ontvlamde iemand op “Benzin” en was “Pussy” het orgastisch hoogtepunt, waarbij Lindemann op een enorm falluskanon kroop en de eerste rijen volspoot met … snippers en badschuim. Tot slot hadden we classics als “Links”, “Du hast”, “Sonne” en “Ich will”, waarbij de toetsenist bootje vaarde over het publiek. Een oprechte ‘Danku, merci’ toonde aan dat de heren ook maar mensen waren. En hoorden we daar ergens niet “Don’t cry for me Argentina” uit de luidsprekers …

Organisatie: Live Nation – Rock Werchter

Rock Werchter 2010: zondag 4 juli 2010

Dag vier bood een stevig rockmenu en hier werd het rockmindende publiek op z’n wenken bediend … Waar voor hun …!

Meteen werden we wakker geschud door het beloftevolle The Van Jets. De glamourrock’n’roll van ‘Electric Soldiers’ werd omgezet in onversneden, broeierige rock’n’roll op de tweede ‘Cat Fit Fury’, hoewel de scheutjes ‘Ziggy Stardust’ en ‘Fashion’ van David Bowie nooit veraf waren. We hoorden aanstekelijke openers “Down below” en “Dancer”, een spannend middendeel met “What’s going on” en “The future”, en waren onder de indruk van de krachtige licks, pedaaleffects en percussie op “The matador” en “Onawa”. The Van Jets hebben potentieel voor de toekomst (die hen nu kan toelacht!).

De zwoele, sensuele, exotische jazzy soulpophouse van het kleurrijke, charismatische Antwerpse gezelschap Sweet Coffee, onder Raffaele Brescia en Patrick Bruyndonx, kreeg in de Pyramid Marquee een flinke dancebeat mee, die hen richting Groove Armada, Basement Jaxx, Arsenal en Faithless bracht. Ze waren de helende cocktail bij spanning en stresstoestanden en hadden voor deze unieke gelegenheid een resem gastzangers en - zangeressen mee. “U-Turn”, “Tomorrow”, “Alone” en “Don’t think” waren de ‘Tune-your-summer en het recept van de ‘lazy sundays’ kreeg je o.m. door “Lost in tears”. Je zomer werd alvast gekleurd door Sweet Coffee ...

Pure, onversneden rauwe rock’n’roll en blues met weerhaken, dat hadden we nog niet gehad. Tot de komst van The Black Keys. Met zijn tweetjes serveerden ze de meest rauwe rock die we in Werchter mochten meemaken. Toen ze wat hulp kregen van een keyboard speler en een bassist werd er bovendien nog wat authentieke soul in de weide gegooid. En denk nu maar niet dat ouderwets klinkt, hoegenaamd niet, bijwijlen klonken ze funky as hell. Dan Auerbach is de meest gedreven zanger/gitarist die dit weekend op de Mainstage mocht postvatten. Zo puur als ’t maar zijn kan, een vijfsterren-optreden. Hebben wij van heel het weekend iets beter gezien ? Ik denk het niet.

De herrezen Alice In Chains (met nieuwe zanger, omdat de vorige een klein beetje dood is) brachten met verve de Grunge opnieuw tot leven. Hun set was een mooie combinatie van de nieuwe plaat (“Check my brain”, Man in the box”) afgewisseld met enkele oudjes (o.m. “Would). De gitaren op scheurstand, de versterkers volledig open. Zo moest het en zo was het ook.


De Engelse indierockers van Gomez zijn mee op tour met Pearl Jam. Een goede tien jaar terug boden zij heel wat varianten en verrassingen aan in die sound en ze beschikken over drie zangers en gitaristen pur sang. De laatste platen verbleken wat en gaan eerder aan ons voorbij vanwege ‘gewoontjes’ en ‘al veel gehoord’. Een dromerig, subtiel doordachte sound die af en toe werd doorbroken door een krachtiger aanzet of een licht vrolijke noot, waaronder “Silence”, “Whippin’ piccadilly”, “Ping one down” en afsluiter “How we operate”.

Ware het niet dat wij tegen dan al volledig gaar en doorbakken waren, we zouden gezegd hebben dat Vampire Weekend het zonnetje terug op de weide bracht. Heerlijke zomerse muziek met fijne knipoogjes naar Talking Heads. Frivool, knap en leuk, en een fijne verademing na al het luide rockgeweld dat hier aan voorafging. Wat een “Holiday” …

Ook weer volledig naar onze goesting was de monstersound van Them Crooked Vultures, uiterst vitale rock van heren met standing (u kent ze ondertussen wel al). In tegenstelling tot het bommenarsenaal van Greenday en Rammstein, zat het vuurwerk hier volledig in de muziek. Josh Homme is een goddelijke gitarist, Jones basst geweldig en Dave Grohl moet maar in één drummer zijn meerdere erkennen, en dat is Animal van The Muppet Show. Them Crooked Vultures was er boenk op.

The Arcade Fire
stond nogal hoog op de affiche, maar ze stonden er terecht. De nieuwe plaat is nog niet uit en hits hebben ze nooit gehad, dus het grote publiek moest toch wel even wennen. Dit optreden was er eentje voor de fijnproevers en blonk uit in kwaliteit. De band deed ons vanavond met veel honger uitkijken naar hun nieuwe album ‘The Suburbs’. “Keep the car running”…

Pearl Jam waren weer volledig hun eigenste zelf. Als absolute headliner van het hele festival speelden zij vooral pure rockmuziek, rechtdoor, niks geen vuurwerk, luchtballonnen, opgezwollen lichtshow of acrobatische standjes. Rocken was de boodschap. En dat is waar Pearl Jam goed in is en steeds in zal blijven. De setlist is ook nooit een greatest hits bij die mannen (afgezien dan van het obligate “Even flow”, “Alive” en “Jeremy”). Ook nu weer de nodige verrassingen, zo werden we als opener al getrakteerd  op een bruisende versie van “The Public Image” van PIL  en gingen alle registers op het eind volledig open met de MC 5 klassieker “Kick out the jams”. Alles wat daartussen zat was hard, meedogenloos en zonder franjes . En altijd even prachtig, kortom Pearl Jam pur sang.

Organisatie: Live Nation – Rock Werchter

Main Square Festival 2010: zondag 4 juli 2010

Geschreven door

Main Square Festival 2010 - Werchter à la France - Van sloom naar muzikaal orgasme

De derde dag van Main Square Festival begon loompjes. Was het de vermoeidheid of de zalige zon die weer terug was? Feit was dat er weinig sfeer kwam bij Karavage, de starters in de Green Room. Evenmin bij Skip the use dat zijn naam tegen had. Blijkbaar begrijpen de Fransen toch beter Engels dan wij vermoeden want ze lieten het links liggen.

Yeasayer
De traagheid zette zich bij het publiek voort op de main stage waar Yeasayer, nochtans heel sterk op Werchter de dag ervoor, een poging deed om met wat zomerse noten de vlakte op te jutten. Onbekend maakt onbemind en ze zijn niet Frans, maar van Brooklyn New York. De middenplaats van de kazerne was ook maar voor een derde gevuld en het kostte blijkbaar moeite voor hen die er wel waren om de handen op elkaar te krijgen.

The Bewitched Hands
Ook in de Green Room bleef het verder sluimeren bij The Bewitched Hands. Het gros van de toeschouwers bleef buiten staan, nee liggen. Wie toch naar binnen drentelde zag een vijftal waaronder vier gitaren een muziek zonder echte ziel declameren. We waren er, zagen en hoorden het en trokken vol verwachting naar Stereophonics.

Stereophonics
Maar je hebt van die trage dagen. Dit was er zo één. Een halfuur lieten de Stereophonics op zich wachten en toen kwam het bericht: problemen met de PA. Het volle plein zag frontman Kelly Jones toch opdagen die meteen het volle plein (jawel) gerust stelde dat ze maar akoestisch zouden starten. ‘This is as loud as it’s gonna get’, aldus een ontgoochelde Jones.
Maar het zou ook akoestisch eindigen, zo bleek vier nummers later. “Maybe tomorrow”, “Have a nice day”, “Dakota” en “Don’t let me down”. ,The PA is fucked. Wij wilden echt wel ons ding doen, hopelijk geraakt alles geregeld en hebben jullie nog een leuk festival’, zei de zichtbaar ontstemde frontman. De organisatoren wisten niet waar gekropen en beloofden dan maar hun best te doen om ze volgend jaar weer op Main Square te krijgen. Als ze dat al zouden willen natuurlijk.

Patrick Watson
Patrick Watson kwam au grand complet en als buitenbeentje naar Arras. En dan nog in de Green Room, maar het stoorde de artiest in de Canadees niet om ergens als tweedehands geparkeerd te worden. Drie violen, een cello, twee gitaristen, een drum en zijn eigenste zelf met traditionele pet en rode zonnebril had hij meegebracht en de paar kenners stonden vooraan. Hij bracht waar hij voor stond: leuke, experimentele songs, soms op het randje van het kermisachtige, inclusief megafoon. Het sloeg slechts ‘kleinendeels’ aan. Maar zijn concert was de moeite, zo vonden de blijvers.

Gossip
Het was afwachten of the PA van het hoofdpodium hersteld was voor Gossip. En dat was zo. Al een geluk, want wat lady Beth Ditto bracht was – excusez nous le mot – een vette show. Was haar gig door bepaalde media de dag ervoor in Werchter nog afgevoerd als een tang tussen twee hits, wat ze uitstraalde, vertolkte en uitbraakte in Arras behoorde tot dat moment tot de top twee van het weekend. Maar ze degradeerde later tot plaats drie. En toegegeven: toen we haar achteraf hoorden op een opname van Werchter moeten we eerlijk zijn: in Arras klonk ze tien keer beter. Lucky us.
Ze opende – zoals op Werchter - met de kraker “Standing in the way of control” en had meteen interactie met de crowd door in te spelen op een pancarte met ‘Kiss my ass’. Meteen liet ze een boertige kuch uit haar stevige dubbele longinhoud glijden en stak het toen nog op ‘un petit maladie’. De vettige uitingen (in letterlijke zin en nee, we maken geen woordspeling) zouden heel het optreden lang voor hilariteit zorgen.
Met een drum en twee gitaristen kreeg ze het publiek in extase, of toch op zijn minst in stevige beweging en de hits spreidde ze zorgvuldig over haar performance, al kende die halfweg een dipje. Maar ‘Sensation’ eerst en daarna ‘Love long distance’ hielden haar vuur warm. En ja, het ontbreekt haar misschien nog aan materiaal om een vol uur te vullen, maar dat ving ze sterk op door twee gedurfde covers aan te snijden: “Psycho Killer” van de Talking Heads en – je moet maar durven – Tina Turners “What’s Love Got to do with it”.
Super (en dat mag je op zijn Frans uitspreken) vond de massa die aan haar voeten stond en lag. Via een variatie van “One more Time” van Madonna in de vorm van “One more song” zweepte ze haar act vlotjes over in “Heavy Cross” waar ze op het einde even gedurfd de ‘catwalk’ bewaggelde, fijn inspelend op wat de toeschouwers haar aanboden. Ze stapte als een lady terug, hief fijntjes “I will always Love you” van Whitney Houston aan en liet de meute zo een ode aan haarzelf brengen. Ze genoot, zij genoten, wij genoten. Zelfs al liet ze op zowat het intiemste moment een boer(in) van jewelste. ,Je ’t aime aussi, bisoux’ waren haar laatste woorden. En ’t zal wederzijds geweest zijn. Ze kwam, ze zag en ze boerde, zong en blies iedereen weg.

Delphic
Delphic mocht in de Green Room de overgang tussen late namiddag en avond maken en had het niet makkelijk om de rest van de luilekkerende festivalgangers te overtuigen. Het was trouwens sowieso een hel van een karwei om vlot van main naar second stage te flaneren. Wat dus velen daarom ook niet deden. Vooral ook omdat de aanvangstijden zelden gerespecteerd werden.

Pink
Wat nog volgde zou een gevecht om het showgehalte worden. Een ‘battle of the sexes’ als je ’t zo wil noemen tussen Alecia Beth Moore van Pink en de stevige heren van Rammstein. Pink scoorde al meteen met haar hele kermisset, inclusief orgeltje dat haar opkomst aankondigde met “Get the party started”. En het circus zou blijven duren: kitscherig podium, onnozel getooide rondhuppelende meisjes rond haar, een uitstap over het publiek in een opgeblazen ballon en een zweefnummer boven de crowd tijdens “So what”. Spectaculair, ja, en het oog wil ook wat, maar wij hadden echt genoeg gehad aan haar leuk uitzicht en haar toch sterke stem.
Maar ook muzikaal was het bijwijlen een zootje. Ze haalde – met de nobele onbekende gast Butch Walker - nog nummers van The Who (“My Generation”), Green Day (“Basket case”), 4 Non blondes (“What’s up”) en The Police (“Roxanne”) door de gitaargehaktmolen. Als de verwachtingen hoog liggen, kan de ontgoocheling groot zijn. Ze komt daardoor toch wel bij de flops van het weekend, al vond het publiek het bij momenten blijkbaar wel ok. Maar zeker niet de hele tijd of het hele publiek.

Florence + the Machine
De Green Room voor Florence + the Machine? We fronsten onze wenkbrauwen toen we het zagen en weten nu al zeker dat ze volgend jaar op de Main Stage en ’s avonds zal staan. Als ze nog terug komt natuurlijk, wat wij ten zeerste verhopen. Adembenemend, niet enkel haar persoonlijkheid en haar nummers, maar de hele performance.
Haar gescheurde zwarte jurk van op Werchter had ze vervangen door een wit priestereskleed dat nog beter in contrast ging met haar vuurrode lange manen. Ze dirigeerde het hele concert, joeg haar stem tegen alle mogelijke hoogtes en laagtes en bespeelde dansend op blote voeten de Green Room als geen enkele andere artiest (tot dan) dat weekend.
Ze hield zelfs niet eens het midden tussen een Keltische hogepriesters en een popdiva. Ze flaneerde gewoon van het een naar het andere. Ze krijste, gilde, daagde uit en glimlachte fluisterend tot we er (vooral onze fotograaf Wim Demortier dan) kippenvel van kregen. Als er al één concert het etiket ‘af’ krijgt, dan dat van Florence en haar Machine.

Rammstein
Maar toen moesten Till Lindemann en zijn vijf kompanen nog als festivalafsluiter komen. Van Rammstein kent iedereen het showgehalte. We hoorden van enkelingen dat ze de dag tevoren in Werchter ‘eine Brücke zu weit’ gegaan waren. We waren benieuwd.
’Mann, Mann, Mann’, moet het in het Duits klinken. Bommen en geweren, vuur in ’t echt en vuur in de muziek: Rammstein marcheerde - zoals Duitsers dat in het verleden al bewezen - als volksmenners over Frankrijk. Al stellen we ons nog steeds vragen over sommige dubbelzinnige teksten, bewegingen en verkleedpartijen, het was nu duidelijk met betere bedoelingen: de Duitse vlag die secondelang het hele podium bedekte kreeg wat verder in het concert een Frans zusje in handen van de toetsenist die op het publiek op een bootje een rondje maakte.
Maar er was meer. Knallend vuurwerk, een megafallus (op “Pussy”) waar de frontman op rijdend kwistig namaaksperma uit liet ejaculeren, een ‘fan’ in brand gestoken, lichtbol in de mond van Lindemann, en nog meer vuurgordijnen, veel, veel, veel vuur !
De show was er, de muziek was er. Zowaar nog meer verpletterend dan de Deutsche Mannschaft de dag ervoor tegen Argentinië op het WK. Rammstein über alles ! Of zoiets.

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Main Square Festival+ FLP - Live Nation France Festivals

Pagina 736 van 880