logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

The 1975 - Vors...
Editors - Paasp...

Rock Werchter 2010: donderdag 1 juli 2010

Editie 36 van Rock Werchter was er (terug) eentje onder een verzengende, tropische hitte. Zonder twijfel de warmste aflevering ooit. 4 keer 80000 bezoekers werden genoteerd door de organisatie.
Rock Werchter is internationaal gekleurd: België en Nederland waren goed voor driekwart van het bezoek. Verder volgden UK, Frankrijk en Ierland. En opvallend was de aanwezigheid van Australiërs die de weg naar Werchter vonden.
De Shelter, de rustzone bij de Pyramid Marquee was welgekomen en was de nieuwe afspraakplek en schuilhut.
De ‘tournipit’ vooraan de Mainstage doet ook z’n werk: om te vermijden dat er een te grote druk kan ontstaan in het publiek vooraan, konden via een draaihek een gelimiteerd aantal mensen de toegang krijgen tot de afgebakende ruimte voor het podium.
Rock Werchter blijft Vlaanderens grootste en is het best georganiseerde festival ter wereld.
Om de vier vurige dagen Werchter mee te maken en het muzikaal vol te houden was een goede conditie opportuun. Ondanks het feit dat de meeste headliners er een kortere set op nahielden, Greenday niet nagelaten, zorgden zij soms letterlijk voor vuurwerk!
Een gevarieerde affiche, een tevreden publiek, een tevreden organisatie ...
Een overzicht van de indrukken van de concerten – ‘Ready to Rock Werchter 2010’…

- dag 1: donderdag 1 juli 2010
Met het Nederlandse De Jeugd Van Tegenwoordig was meteen het vierdaags Werchter feest begonnen. Vorig jaar zetten ze de Pyramid Marquee op stelten en als opener op de Mainstage was het nu al niet veel beter. Ze waren de smaakmaker voor het (jonge) publiek die er al geraakt was … onvervalste Hollandse ambiance, waarbij de refreinen onder een eenvoudige elektrotune luidkeels werden meegezongen. De drie opjuttende MC’s zorgden voor de nodige ambiance en porden aan tot handjeszwaaien; de leuke, vettige, vunzige teksten gingen erin als Parels voor de Zwijnen: “Hollereer”, “Watskeburt” en “Deze donkere jongen komt zo hard” palmden de eerstelingen probleemloos in en met “Get Spanish” lacht de toekomst hen nog meer toe …

Alsof ze nooit waren weggeweest … na tien jaar … hotste de zwarte frontlady van Skunk Anansie, Skin, heen en weer. Ze hadden muzikaal alvast niks ingeboet van een grootse festivalband: energiek, gedreven, enthousiast en gemotiveerd … Alive & Kicking! We waren onder de indruk van de ‘best of sellers’ “Selling Jesus”, “Weak”, “Charity”, “Charlie big potato”, “Hedonist” of van een nieuwtje als “Because of you” … Gebald, weerbarstig en subtiel. Zangeres Skin entertainde haar fans en flirtte met alles en iedereen … “They were glad to be back, and we also”!

Zomerse pop die wat aan Das Pop kan gelinkt worden komt van het Franse Phoenix, die al een handvol heerlijk frisse, zwierige, hapklare radiohits uithebben. Toegankelijke, sfeervolle lichtvoetige pop dito meezingbare refreinen, die live af en toe forser werden aangemeten … van “Liztomania”, “Long distance call”, “Lasso”naar “If I ever feel better”, “Rome” en “1901”. Zoethoudertjes die de rits Franse rockbands oversteeg …

We konden vorig jaar alvast niet omheen The XX. Het Britse trio houdt het op broeierige, intense en intieme darkwave pop, een soort ‘pop noir’ fluisterpop, die een bijzondere, spaarzame mix bevat van indiepop, postpunk, ‘80’s wavepop en r&b. En die duidt op een ‘less boven more’ princiep. The XX kon daardoor diep raken. Een nokvolle tent liet zich moeiteloos meedrijven en ze sleepten ons na “Islands” en “Crystalised” mee in een bezwerende trance van repetitieve, opbouwende ritmes en percussie van songs als “Nighttime” en “Infinty”.

Electrodiva Elly Jackson aka La Roux draagt haar steentje tot de huidige lichting vrouwenpop. De ‘rosse’ kleedt zich opvallend mannelijk, onderscheidt zich met een vetkuif en brengt leuke, vrolijke, spannende en ophitsende synthpop. Ze was duidelijk toonvaster dan bij de vorige optredens, maar dié beperktheid blijft haar wel achtervolgen bij de paar minder lekker in het gehoor liggende nummers. “Tigerlily” en “Quiksand” werkten aanstekelijk op de dansspieren. De Rolling Stone cover “Under my thumb” trok de zwakkere momenten middenin de set op en met “Colourless colour”, “In for the kill” en “Bulletproof” ging het richting pure elektrodance en dwong La Roux zich een plaatsje af binnen Fun Fun’s “Happy Station”.

The Stereophonics mogen dan al in de UK een mega status verworven hebben en stadions en festivalweides doen vollopen, op het vasteland zijn ze maar één van de vele bandjes op de affiche. Misschien was dat de reden waarom ze in Werchter zichtbaar niet voluit leken te gaan. Frontman Kelley Jones gaf een beetje de indruk er niet echt veel zin in te hebben en straalde weinig overtuiging uit, en ook de andere bandleden waren op zijn zachtst gezegd nogal statisch. Alhoewel de set bij momenten toch wel lekker rockte en stevig door de bochten ging. We hebben de band op ditzelfde festival enkele jaren geleden al veel slapper aan het werk gezien en waren dus nu aangenaam verrast, maar een beetje meer enthousiasme op het podium had toch wel gemogen. We onthouden vooral een sterke start met de oudjes “The bartender and the thief” en “A thousand trees”, verder nog de felle punky rock van “Trouble” uit hun vrij behoorlijke nieuwste album, en als apotheose kon het onverslijtbare “Dakota” ook wel tellen.

Muse is uitgegroeid tot één van de bepalende gezichten van het nieuwe millennium. Muse maakt de link tussen rock, klassiek, bombast en symfo door een pittig, gedreven en sfeervolle, dramatische sound, gedragen door de gekwelde zang van Matthew Bellamy. Pompeuze stadionrock konden we besluiten na hun zaalconcert van vorig jaar.
Maar op festivals laat het trio de bombast en kitsch aan zich voorbij gaan en trokken ze de kaart van ‘gas geven’, een stevig, krachtig, gedreven, opgefokt en rauw geluid, met behoud van een tedere emotionaliteit. Met z’n dubbele neckgitaar op “Uprising” trekt Bellamy de boel op gang en samen met Wolstenholme –Howard werd een opwindende ‘best of’ gespeeld met songs als “Newborn”, “Maps of the problematique” en “Bliss”. Naast de vierde man op toetsen en synths onderscheidde Bellamy zich als een begenadigd muzikant en hield hij het publiek in z’n greep met “Feeling good” en het orkestrale “United States of Eurasia”, een pastiche op Queens ‘Night of the opera’. Na het sfeeervolle “Undisclosed desires”, wordt het tempo terug opgedreven met “Resistance”, “Hysteria” en “Time is running out”.
Hoe de drie te werk gingen, werd enorm geapprecieerd en onderstreepte hun vakmanschap en de gedrevenheid. En met knallers als “Stockholm syndrome”, “Plug in Baby” en “Knights of Cydonia” speelden ze een geweldige, schitterende closing finale. Moest er nog zand zijn … Muse was TOP!
Waarop Sam zegt … Hoogtepunt van de avond, en waarschijnlijk van het hele weekend, was, hoe kon het ook anders, Muse. Fel, indrukwekkend, hard, melodieus en uiterst fantastisch. U moet al van een andere planeet komen om dit niet goed te vinden. Muse, beste mensen, is de beste live groep van het moment en maakte dat in Werchter nog eens heel duidelijk.

Tot slot konden we terecht bij die andere festivalgrootmeesters Faithless. De publiekslieveling van de nineties slaagden er nog steeds in een puike set af te leveren. Na de paar gematigde platen weet hun lieflijk zalvende opbouwende popdance op ‘The dance’ opnieuw in te werken op de dansspieren.Uniek klinken ze misschien niet meer om een ganse wei in beroering te brengen, want naast de resem hits zijn er meer ‘gewone’ luisternummers uit. Op een festival krijgen ze wel een forsere beat mee. De hits “God is a DJ”, “Mass destruction”, “Insomnia”, “Salva mae” en “What about love” zaten mooi verdeeld binnen het gevarieerde aanbod, waarvan de recente “Sun to me” en “Feel me now”, vocaal een glansrol voor Harry Collier, zich duidelijk onderscheidden. En de single “Not going home” sloot overtuigend de set af door steviger wordende ritmes, beats en percussie. Het directe “Muhammed Ali” en de samenhorigheidssong “We come 1” konden niet ontbreken. Faithless droeg ons een warm toe, met terechte V-vingers in de lucht.
Ondanks de charme en het enthousiasme van de Britse band rond rapper Maxi Jazz en de elektronicawonders Sister Bliss en Rollo Armstrong.zijn ze evenwel minder betoverend dan vroeger. Dat heeft Muse overgenomen. Slotsom geen bom meer die nazindert, maar een aanstekelijke band die terug op het voorplan komt en kan overtuigen dankzij de nieuwe cd ‘The dance’.
Waarop Sam zegt … Faithless is een beetje over zijn hoogtepunt heen. De magie van vroegere jaren is wat weggeëbd en een aardbeving werd er dit keer niet vastgesteld. Er was dan ook verrassend veel ruimte voor de Mainstage (hier zaten Crookers natuurlijk ook wel voor iets tussen), maar toch was het weer dansen geblazen, en dat vooral op de tonen van de oudjes “Insomnia” (nog maar eens wervelend), “God is a DJ”, “Mass destruction” en helemaal op het eind “We come 1”. Het publiek reageerde een beetje onwennig op de nieuwe songs, hoewel “Not going home” toch een klassieker in wording is, maar al bij al durven wij hier toch van een zeer geslaagd optreden spreken, ook al is de massa hysterie van hun beste jaren er nu wel voor goed uit.

Organisatie: Live Nation – Rock Werchter

Rock Werchter 2010: vrijdag 2 juli 2010

Op dag twee hadden we een even verzengende hitte, kon het jonge volkje zich uitleven op Green Day, Paramore en 30 Seconds To Mars, was er het topconcert van Editors, noteerden we getalenteerde bands in de Pyramid Marquee en openden twee komende Belgische groepen.

We kunnen het maar aan Triggerfinger en Customs vragen hoe het moet zijn om in kostuum op te treden onder hels warme temperaturen. Het muzikaal beestje werd alvast geïnjecteerd bij het kwartet, want ze speelden een uiterst gecharmeerd strak wavepoprockend concert. De band rond Kristof Uittebroek heeft elkaar gevonden na het ter ziele gegane Larsson. De vroegere ‘artist in residence’ van Leuven houden er een fijn debuut op na, ‘Enter the characters’, en hebben met “Rex “en “Justine” al aardige hits uit. Beelden van White Lies, The House of Love en Interpol springen ons voor de ogen als we hen bezig zagen. Ook de songs “Shut up Narcissus”, “We are ghosts” en “The matador” stonden hun mannetje en ze konden niet omheen een Joy Division nummer, “Transmission”.

En ook Balthazar beschikt over tonnen talent en enthousiasme. Het kwintet rond de componisten Devoldere – Deprez boden een uiterst gevarieerde, broeierige, dynamische en intens slepende set. Ondanks dat de subtiliteit van hun songs live wat meer met synths werd overgoten en een krachtiger en huppelende aanzet hadden, kunnen we niks anders zeggen dan dat ze live overweldigend waren, een goed geoliede machine en een fantastische samenzang. Alles zat goed in elkaar en de West-Vlamingen uit Kortrijk bewezen dat er ginder heel wat potentieel blijft leven na Ozark Henry, Goose, Hitch en Amenra. “Fifteen floors” en “Hunger at the door” waren al in ons geheugen gegrift, evenzeer waren we verbaasd van “Blues for Rosann” en het afsluitende “Blood like wine”.

Het NY-se Coheed & Cambria kun je niet direct onder de metal plaatsen, daarvoor zijn de invloeden te breed. Ze borduren op de ‘70’s hardrock van Thin Lizzy, voegen er de donkere Tool aan toe, kruiden het met de verrassende en spannende wendingen van The Mars Volta en zijn intussen niet vies van poppunk en postrock. Ondanks het feit dat de groep ons niet meteen raakte, kon je wel spreken van een melodieus harde maar fijnzinnige set, onder de nasale zang van Sanchez.

The Morning Benders uit Liverpool zitten in dezelfde lijn van Avi Buffalo en Grizzly Bear, en bands als Beach Boys, The Last Shadow Puppets, Band Of Horses en The Shins waren invloedrijk. Aanstekelijke, sfeervolle dromerige ‘summerfeeling’ indiepop, die af toe forser klonk als op Joy Division’s (opnieuw!) “Ceremony” en het afsluitende “Excuses”. De zang van frontman Chris Chu lag in de buurt van Alex Turner van Arctic Monkeys. In het oog te houden dus, dit jonge bandje, als was het niet ‘the cup of tea’ van velen.

Rise Against zijn mee op tour met Green Day en kregen op die manier een kansje op de Mainstage. De punkrockers wisselden hun hard melodieus, strak werk af met enkele intieme songs, waaronder “Swing life away”, die zanger Mcllrath in een glansrol plaatste qua stem en akoestische gitaar. Moeiteloos stapten ze dan terug naar hun gekende punkrock en porden rondedansjes aan in circle pits. Punkfeestje dus!

Het Amerikaanse The Gaslight Anthem uit New Jersey, onder zanger gitarist Brian Fallon, vormt een evenwichtige driehoek van de American ‘Bruce Springsteen’ stadionrock, de folky rock van The men they couldn’t hang en de punkrock van The Clash. De James Dean lookalikes, met een lijf vol tatoeages, speelden een straffe ‘straight from the heart’ set: vitaal goed onderbouwd, energiek en dynamisch … gestroomlijnd materiaal, aanstekelijke refreinen, ruige en snedige gitaarpartijen en opzwepende drums. De band kreeg letterlijk een ‘warm onthaal ‘ en speelde een prachtset , waaronder “The backseat”, die de laatste cd ‘The ’59 sound voorop plaatste.

Tieners houden van de Joepie-rock van Paramore en 30 Seconds To Mars … We waren alvast aangenaam verrast van de uit Tennessee afkomstige band Paramore rond de bevallige zangeres Hayley Williams. Als een jonge Axelle Red sprong ze wild om zich heen. Springerige, strakke en prikkelende gitaarrock, vol overgave gespeeld, maar te horen als dertien in een dozijn. De jeugd van tegenwoordig houdt van de ‘Twilight’ series en van een nieuwe Avril Lavigne … De jongeren om me heen waren alvast gefocust op songs als “Crush crush crush”, “That’s what you get” en “Misery business”. Teenage rock’n’roll dus!

Intussen was het ook duidelijk dat Nederland van Brazilië had gewonnen want talrijke Oranje shirts kleurden de wei …

Corinne Bailey Rae bracht zwoele, sfeervolle cocktail funky soulpop, gedragen door haar zacht pakkende fluisterstem. Na een paar jaar van hel & verdoemenis keert ze gelouterd terug op het front met nieuw werk en beschikt ze over een charismatische band. Lazy Sunday StuBru Music (“Paper dolls”/“Closer”) hoorden we, en het waren de herkenbare “Like a star” en het iets fors klinkende “Put your record on” die aanzetten tot heupwiegen. Ze genoot van de positieve respons, wat haar ertoe bracht om met Doris Day’s “Que sera sera” hartelijk afscheid te nemen …

Dezelfde jongeren van Paramore waren even interessevol gestart om 30 Seconds To Mars te zien, de groep rond de Amerikaanse acteur Jared Leto. Samen met z’n broer zijn zij de helden van de emorock voor onze jongsten. We moesten hard op de tanden bijten om deze American kitschrock en Performance te doorworstelen. Publiekspelletjes en flauwe grappen kruisten de songs. Een pompeuze sound en een omhoog gevallen godverheven Leto als blonde mohawk met witte zonnebril … Pfff, écht niet voor ons!

Onder de indruk waren we dan wel van de groovy, aanstekelijke en bezwerende popdeuntjes van Jack Johnson met z’n drie muzikanten. Eerlijk, puur en oprecht. Na de Hollywood kapsones van Leto bracht de zomers getinte singsongwriterpop van JJ een frisse bries en was maar al te graag meegenomen! Johnson deed denken aan de onvolprezen Bobby Sichran uit de vervlogen ‘90’s want dezelfde pop, blues, soul, en hiphop waren verweven. Golvende muziek en Happy tunes, daar zal het recentste ‘To the sea’ en z’n vroegere surfcarrière deels voor tussen zijn geweest. Mooi was het allemaal van “If I had eyes”, “Go on”, tot “Good people”, “Bubble” en de titelsong van de recente cd. De ongelofelijke respons bezorgde de man kippenvel … Op handen gedragen dus!

Het optreden van Editors was al op voorhand een gewonnen match. De band heeft België aan zijn voeten sedert de laatste passage op Werchter en de kolkende optredens dit jaar in Vorst en de Lotto Arena. Met nog maar 3 albums op hun palmares (drie pareltjes, dat wel), hier mooi over de setlist verdeeld, is de groep uitgegroeid tot een heuse topact met een hoop onverslijtbare prachtsongs. Editors bevestigde dit met grote onderscheiding en Werchter ging helemaal door de knieën op de tonen van “Papillon” (wat een prachtsong is dit toch). De volgende keer staan die gasten hier op het hoogste schavotje, neem dat van ons aan.

The Specials waren in hun glorieperiode al eens te gast … op TW ’80 weliswaar … Met Terry Hall, Neville Staples, maar zonder bezieler Jerry Dammers … British ska, rocksteady, dub, reggae en wavepunk, die de jaren ’80 ingingen met The Selector, Madness, Dexys midnight runners en Bad Manners. Verder kenden we hun projecten Special AKA en Fun Boy Tree. In navolging van Johnson waren er opnieuw zonnige, huppelende ritmes van een vitale band op leeftijd. Publiek als band ‘skankten’ erop los en het was uitermate leuk de tunes en deuntjes te horen van classics als “Gangsters”, “Rat race”, “Too much too young” en “Message to you Rudy”, opgehitst door een diepe bass, ’70’s Hammond toetsen, blazers, percussie en trommels. Opwindende nostalgie, die af en toe wat vaart minderde. Een uitgelaten “Enjoy yourself” besloot het leuke, ontspannende overtuigende concert. “Ghost town” leek diep opgeborgen in de playlist, maar dat bedierf de pret niet!
Waarop Sam zegt … Prachtige nostalgie kregen we met The Specials. Door de prachtige set van Editors hebben we hier helaas de eerste songs moeten missen, waaronder volgens onze betrouwbare bron een geweldig “Gangsters”. Onze beentjes gingen gewillig de lucht in op de tonen van onbreekbare ska klassiekers als “A message to You Rudy” en “Too much too Young”. The Specials waren fijne ska, dub en reggae en volle fun.

LCD Soundsystem in de Pyramid Marquee mocht het feestje compleet maken. ‘Hot Hotter Hottest’, met een pluk uit de drie cd’s. Nu net dat James Murphy’s LCD live op z’n scherpst zijn, leggen ze er het bijltje bij neer na deze worldtour. Hun muzikaal trancy bezwerende, dansbare en rockende punkfunk zal worden opgedoekt. Ze wisten sommige nummers mooi uit te spinnen … “Us vs Them” was de aanzet naar een venijnig, retestrakke “Daft punk is playing at my house”. Dan volgde een sfeervoller en rustiger middendeel met “All my friends” en “I can change”. Op “Tribulations”, “Losing my edge” en “Yeah yeah yeah” kon de bezwerende, repetitieve funkende trance niet meer op. Tot slot klonken ze ‘Scherp Scherper Scherpst’ met “NY, I love you but you’re bringing me down …” Band als publiek hebben zich rot geamuseerd … laat het misschien toch geen definitieve herinnering blijven …

‘Te veel is te veel’, wil er dat dringend eens iemand aan Billy Joe Armstrong van Greenday gaan vertellen. De set was zeer professioneel en nogal, euh.. Amerikaans. Een fan op het podium vragen, oké, maar dat tot drie keer toe is er over. Het publiek mee laten zingen mag ook al eens van ons , maar niet voortdurend, alstublief. Om maar te zeggen, Billy Joe is een puike entertainer, maar helaas ook een overdrijver. Greenday speelde twee en een half uur, en dat was minstens een uur te veel, maar als ze goed op dreef waren was het dan ook geweldig en krachtig. De hits gingen er in als peperkoek en er werd verdomd stevig en hard gespeeld, en dat maakte dan weer dat dit toch een potige set was.
Hoewel de muziek van deze band duidelijk op punkrock geïnspireerd is , was dit een concert dat in alle opzichten indruiste tegen de ongeschreven regels van de punk. Maar daar veegt Billy Joe volledig zijn gat aan, en dat is dan op zich ook weer punk.

Organisatie: Live Nation – Rock Werchter

Rock Werchter 2010: zaterdag 3 juli 2010

Klinkende namen, een handvol talentrijke bands … én show, entertainment en verkleedpartijen sierden dag drie. We waren benieuwd hoe ze het ervan af brachten … 

Het beloftevolle Delphic gaf het startschot in de Pyramid Marquee. Hun aanstekelijke, dromerige, dansbare songs werkten in op de dansspieren, vooral toen ze de elektrodrums ten volle benutten. Popelektronica, rock, punkfunk, postpunk en ‘80’s synthpop waren samengebald. De singles “Doubt” en “This momentary” plaatsten ze naast een uitgesponnen “Counterpoint”; meteen een feestje op de vroege middag. Delphic … smth to believe ...

Het Australische Temper Trap brak vorig jaar door met de cd ‘Conditions’: bezwerende, dromerige poprock, die door krachtige ritmes, een brok psychedelica en bombast voortgestuwd werden, gedragen door de falsets en de meer directe zang van spil Dougy Mandagi. Het kwintet had er duidelijk zin en speelde een snedig gedreven, energieke rockset. De singles “Rest” en “Sweet disposition” klonken krachtiger en neigden naar de stevige aanpak die we kennen van “Fader”. Ook kreeg “Drum song” elan door de dubbele percussie en de vele cymbalen. En op het eind van “Science of fear” ging de gitarist volledig prat en gooide de zanger zich op de eerste rijen …

Wij zijn niet echt metallisten, maar de Belgische metalen trots Channel Zero heeft ons moeiteloos weten te overtuigen met hun snoeiharde set. Zwaar, loodzwaar, maar het ging er goed in op de Werchterse weide en wij waren echt niet de enigen die dat vonden. De heren durfden het aan om met hun prijsbeest “Suck My Energy” aan te vatten en hielden de drive het hele optreden aan. Franky DSVD zijn strot trotseerde zonder veel problemen de kwellingen van het bijtende “Help” en de loeiende afsluiter “Black Fuel”. Een set even moordend als de hitte.

Het eigenwijze Yeasayer uit NYC, Brooklyn goochelt nog meer dan Delphic met diverse stijlen, en voegen er world en Indiase elementen aan toe. De toegankelijkheid kan sierlijk gestoord worden door bevreemdende, geflipte melodieën, dreigende, tegendraadse ritmes en experiment. Met momenten bizarre muziek dus, die intrigeert en op de dansspieren werkt. Daar zorgde songs als “O.N.E”, “Mondegreen” en “Ambling Alp” voor van de recente ‘Odd Blood’. Ook hier het nodige spelplezier, verrassende wendingen, wisselende toonhoogtes in de vocals en leuke interventies (btw ze herinnerden zich nog steeds hun eerste optreden een paar jaar terug in Gent!).

Ontgoocheling van het festival was Gossip. Wij verklaren ons nader: Vandaag hadden wij hier vooral onze zinnen op gezet, maar ja, een dagje eerder hadden wij ook al ons geld gezet op Brazilië tegen Nederland, het mocht ook niet zijn en daarmee zat Werchter dan ook dit weekend opgescheept met luidruchtige zatte Hollanders. Maar goed, we wijken af. Dikke Bertha kwam met zichtbare tegenzin het podium opgewandeld, speelde om te beginnen een slappe versie van “Standing in the way of control - een song die normaal een hoogtepunt zou moeten zijn-  en haspelde heel de set af op automatische piloot, ongeïnspireerd en een verveelde indruk nalatend. Hadden we enkel voor haar betaald, we vroegen meteen ons geld terug. Enkel afsluiter “Heavy cross” deed even het vuur oplaaien, maar toen was het kalf (of de koe, zoals u wil) al lang verdronken.

Des te meer vonden wij het jammer dat we Gossip niet vroeger hadden gelaten voor wat het was om naar Porcupine Tree te gaan zien. Een prog-rock groep zowaar, nooit gedacht dat zo iets op Werchter zou geraken. Wij zagen fantastische muzikanten en hoorden knappe songs met geweldige gitaarrifs, we dachten heel even aan Archive, Dream Theater of aan Pink Floyd met zware gitaarversterkers. Helaas maar twintig minuutjes van gezien, maar wel genoten.

Het Britse The Ting Tings heeft al twee jaar z’n debuut uit, was één van de revelaties met Blood Red Shoes en trekt nog steeds rond in diverse clubs en op festivals. Momenteel zijn ze ‘on tour’ met Pink en kregen een hoge plaats aangemeten op het hoofdpodium. Sprankelende, springerige, frisse en speelse gitaarpop van Jules de Martino (drums/vocals) en de bevallige Katie White (gitaar/effects/vocals) in een verleidelijke verpleegsteroutfit (wat een verzorging zou zij ons kunnen geven …). De aanstekelijke, huppelende ritmes, de gitaar- en syntheffects en een opzwepende bassdrum, de sexy looks en de speelse onbevangenheid zorgden voor een opwindend , stomend setje van “We walk”, “Great DJ”, “Fruit machine”, “Shut up & let me go”, “We started nothing” en “That’s not my name”.
Band met charisma, die duidelijk de aandacht trok en optimisme en levensvreugde uitstraalde. Kortom een positieve vibe … Nu zijn we toch écht benieuwd naar het nieuw materiaal van het duo …

De Pyramid Marquee tent puilde uit voor de sensatie van het moment Florence and The Machine. Nog in de roes van de hype die er rond haar persoontje is ontstaan, had zij Werchter al volledig aan haar voeten vanaf de eerste noten die haar groep speelde. Jawel, Florence kan zingen, en publiekslieveling “Dog days are over” is waarlijk een knappe song, maar laat ons toch nog even wachten tot de hype over is, eens zien of ze dan nog een publiek weet te overtuigen.

Pink: een on-the-road Last Vegas (Pink) show van pop, rock, glamour, show & entertainment & verkleedpartijen… alles erop en eraan , professioneel en uitgekiend. Maar het muzikale wordt deels onderdrukt en er is veel opzichtige kitsch in de performance door het kunst - en vliegwerk, de vrouwelijke toydolls, de outfitwissels en de vlammenwerpers. “Get the party started” en “Funhouse” waren dan ook de terechte openers voor haar rockshow; verder volgde nog een medley met ene Butch Walker over haar muzikale roots en friends (The Who – Greenday- The Police en Four Non Blondes ), enkele intieme songs waaronder “Dear Mr President”, en met “So what” leverde ze een krachtige dansbare afsluiter af … It’s the way of life van Pink …

De absolute revelatie van zaterdag was Empire of the Sun. U mag het misschien kitscherig en erover vinden, wij vonden het fantastisch. Het swingde en rockte tegelijkertijd, de tent kolkte over dankzij de wervelende show met ondermeer een viertal danseressen die geregeld van pakjes veranderden (het ene nog gekker dan het andere), uiterst zwevende psychedelische visuals en vooral een knap musicerende frontman die duidelijk wat kneepjes van Prince had geleerd. De heerlijk geflipte sound mag u gaan zoeken in de richting van Prince, Funkadelic, The Flaming Lips en The Scissor Sisters. Knap, bijzonder knap.

Ook show en spektakel kon bij het Duitse Rammstein niet ontbreken. Rammstein doolde en marcheerde met Duitse metal, perverse, vunzige teksten en gedachten en had uitgewerkte ideeën om vuur, veel vuur in hun performance te steken. Muzikaal leedvermaak dus… En net zoals de Deutsche Mannschaft Argentinië had verpletterd, dienden zij mokerslagen toe in hun ‘stahlarbeitende’ muziek, als “Rammlied” en “Feuer frei”. Verder ontvlamde iemand op “Benzin” en was “Pussy” het orgastisch hoogtepunt, waarbij Lindemann op een enorm falluskanon kroop en de eerste rijen volspoot met … snippers en badschuim. Tot slot hadden we classics als “Links”, “Du hast”, “Sonne” en “Ich will”, waarbij de toetsenist bootje vaarde over het publiek. Een oprechte ‘Danku, merci’ toonde aan dat de heren ook maar mensen waren. En hoorden we daar ergens niet “Don’t cry for me Argentina” uit de luidsprekers …

Organisatie: Live Nation – Rock Werchter

Rock Werchter 2010: zondag 4 juli 2010

Dag vier bood een stevig rockmenu en hier werd het rockmindende publiek op z’n wenken bediend … Waar voor hun …!

Meteen werden we wakker geschud door het beloftevolle The Van Jets. De glamourrock’n’roll van ‘Electric Soldiers’ werd omgezet in onversneden, broeierige rock’n’roll op de tweede ‘Cat Fit Fury’, hoewel de scheutjes ‘Ziggy Stardust’ en ‘Fashion’ van David Bowie nooit veraf waren. We hoorden aanstekelijke openers “Down below” en “Dancer”, een spannend middendeel met “What’s going on” en “The future”, en waren onder de indruk van de krachtige licks, pedaaleffects en percussie op “The matador” en “Onawa”. The Van Jets hebben potentieel voor de toekomst (die hen nu kan toelacht!).

De zwoele, sensuele, exotische jazzy soulpophouse van het kleurrijke, charismatische Antwerpse gezelschap Sweet Coffee, onder Raffaele Brescia en Patrick Bruyndonx, kreeg in de Pyramid Marquee een flinke dancebeat mee, die hen richting Groove Armada, Basement Jaxx, Arsenal en Faithless bracht. Ze waren de helende cocktail bij spanning en stresstoestanden en hadden voor deze unieke gelegenheid een resem gastzangers en - zangeressen mee. “U-Turn”, “Tomorrow”, “Alone” en “Don’t think” waren de ‘Tune-your-summer en het recept van de ‘lazy sundays’ kreeg je o.m. door “Lost in tears”. Je zomer werd alvast gekleurd door Sweet Coffee ...

Pure, onversneden rauwe rock’n’roll en blues met weerhaken, dat hadden we nog niet gehad. Tot de komst van The Black Keys. Met zijn tweetjes serveerden ze de meest rauwe rock die we in Werchter mochten meemaken. Toen ze wat hulp kregen van een keyboard speler en een bassist werd er bovendien nog wat authentieke soul in de weide gegooid. En denk nu maar niet dat ouderwets klinkt, hoegenaamd niet, bijwijlen klonken ze funky as hell. Dan Auerbach is de meest gedreven zanger/gitarist die dit weekend op de Mainstage mocht postvatten. Zo puur als ’t maar zijn kan, een vijfsterren-optreden. Hebben wij van heel het weekend iets beter gezien ? Ik denk het niet.

De herrezen Alice In Chains (met nieuwe zanger, omdat de vorige een klein beetje dood is) brachten met verve de Grunge opnieuw tot leven. Hun set was een mooie combinatie van de nieuwe plaat (“Check my brain”, Man in the box”) afgewisseld met enkele oudjes (o.m. “Would). De gitaren op scheurstand, de versterkers volledig open. Zo moest het en zo was het ook.


De Engelse indierockers van Gomez zijn mee op tour met Pearl Jam. Een goede tien jaar terug boden zij heel wat varianten en verrassingen aan in die sound en ze beschikken over drie zangers en gitaristen pur sang. De laatste platen verbleken wat en gaan eerder aan ons voorbij vanwege ‘gewoontjes’ en ‘al veel gehoord’. Een dromerig, subtiel doordachte sound die af en toe werd doorbroken door een krachtiger aanzet of een licht vrolijke noot, waaronder “Silence”, “Whippin’ piccadilly”, “Ping one down” en afsluiter “How we operate”.

Ware het niet dat wij tegen dan al volledig gaar en doorbakken waren, we zouden gezegd hebben dat Vampire Weekend het zonnetje terug op de weide bracht. Heerlijke zomerse muziek met fijne knipoogjes naar Talking Heads. Frivool, knap en leuk, en een fijne verademing na al het luide rockgeweld dat hier aan voorafging. Wat een “Holiday” …

Ook weer volledig naar onze goesting was de monstersound van Them Crooked Vultures, uiterst vitale rock van heren met standing (u kent ze ondertussen wel al). In tegenstelling tot het bommenarsenaal van Greenday en Rammstein, zat het vuurwerk hier volledig in de muziek. Josh Homme is een goddelijke gitarist, Jones basst geweldig en Dave Grohl moet maar in één drummer zijn meerdere erkennen, en dat is Animal van The Muppet Show. Them Crooked Vultures was er boenk op.

The Arcade Fire
stond nogal hoog op de affiche, maar ze stonden er terecht. De nieuwe plaat is nog niet uit en hits hebben ze nooit gehad, dus het grote publiek moest toch wel even wennen. Dit optreden was er eentje voor de fijnproevers en blonk uit in kwaliteit. De band deed ons vanavond met veel honger uitkijken naar hun nieuwe album ‘The Suburbs’. “Keep the car running”…

Pearl Jam waren weer volledig hun eigenste zelf. Als absolute headliner van het hele festival speelden zij vooral pure rockmuziek, rechtdoor, niks geen vuurwerk, luchtballonnen, opgezwollen lichtshow of acrobatische standjes. Rocken was de boodschap. En dat is waar Pearl Jam goed in is en steeds in zal blijven. De setlist is ook nooit een greatest hits bij die mannen (afgezien dan van het obligate “Even flow”, “Alive” en “Jeremy”). Ook nu weer de nodige verrassingen, zo werden we als opener al getrakteerd  op een bruisende versie van “The Public Image” van PIL  en gingen alle registers op het eind volledig open met de MC 5 klassieker “Kick out the jams”. Alles wat daartussen zat was hard, meedogenloos en zonder franjes . En altijd even prachtig, kortom Pearl Jam pur sang.

Organisatie: Live Nation – Rock Werchter

Main Square Festival 2010: zondag 4 juli 2010

Geschreven door

Main Square Festival 2010 - Werchter à la France - Van sloom naar muzikaal orgasme

De derde dag van Main Square Festival begon loompjes. Was het de vermoeidheid of de zalige zon die weer terug was? Feit was dat er weinig sfeer kwam bij Karavage, de starters in de Green Room. Evenmin bij Skip the use dat zijn naam tegen had. Blijkbaar begrijpen de Fransen toch beter Engels dan wij vermoeden want ze lieten het links liggen.

Yeasayer
De traagheid zette zich bij het publiek voort op de main stage waar Yeasayer, nochtans heel sterk op Werchter de dag ervoor, een poging deed om met wat zomerse noten de vlakte op te jutten. Onbekend maakt onbemind en ze zijn niet Frans, maar van Brooklyn New York. De middenplaats van de kazerne was ook maar voor een derde gevuld en het kostte blijkbaar moeite voor hen die er wel waren om de handen op elkaar te krijgen.

The Bewitched Hands
Ook in de Green Room bleef het verder sluimeren bij The Bewitched Hands. Het gros van de toeschouwers bleef buiten staan, nee liggen. Wie toch naar binnen drentelde zag een vijftal waaronder vier gitaren een muziek zonder echte ziel declameren. We waren er, zagen en hoorden het en trokken vol verwachting naar Stereophonics.

Stereophonics
Maar je hebt van die trage dagen. Dit was er zo één. Een halfuur lieten de Stereophonics op zich wachten en toen kwam het bericht: problemen met de PA. Het volle plein zag frontman Kelly Jones toch opdagen die meteen het volle plein (jawel) gerust stelde dat ze maar akoestisch zouden starten. ‘This is as loud as it’s gonna get’, aldus een ontgoochelde Jones.
Maar het zou ook akoestisch eindigen, zo bleek vier nummers later. “Maybe tomorrow”, “Have a nice day”, “Dakota” en “Don’t let me down”. ,The PA is fucked. Wij wilden echt wel ons ding doen, hopelijk geraakt alles geregeld en hebben jullie nog een leuk festival’, zei de zichtbaar ontstemde frontman. De organisatoren wisten niet waar gekropen en beloofden dan maar hun best te doen om ze volgend jaar weer op Main Square te krijgen. Als ze dat al zouden willen natuurlijk.

Patrick Watson
Patrick Watson kwam au grand complet en als buitenbeentje naar Arras. En dan nog in de Green Room, maar het stoorde de artiest in de Canadees niet om ergens als tweedehands geparkeerd te worden. Drie violen, een cello, twee gitaristen, een drum en zijn eigenste zelf met traditionele pet en rode zonnebril had hij meegebracht en de paar kenners stonden vooraan. Hij bracht waar hij voor stond: leuke, experimentele songs, soms op het randje van het kermisachtige, inclusief megafoon. Het sloeg slechts ‘kleinendeels’ aan. Maar zijn concert was de moeite, zo vonden de blijvers.

Gossip
Het was afwachten of the PA van het hoofdpodium hersteld was voor Gossip. En dat was zo. Al een geluk, want wat lady Beth Ditto bracht was – excusez nous le mot – een vette show. Was haar gig door bepaalde media de dag ervoor in Werchter nog afgevoerd als een tang tussen twee hits, wat ze uitstraalde, vertolkte en uitbraakte in Arras behoorde tot dat moment tot de top twee van het weekend. Maar ze degradeerde later tot plaats drie. En toegegeven: toen we haar achteraf hoorden op een opname van Werchter moeten we eerlijk zijn: in Arras klonk ze tien keer beter. Lucky us.
Ze opende – zoals op Werchter - met de kraker “Standing in the way of control” en had meteen interactie met de crowd door in te spelen op een pancarte met ‘Kiss my ass’. Meteen liet ze een boertige kuch uit haar stevige dubbele longinhoud glijden en stak het toen nog op ‘un petit maladie’. De vettige uitingen (in letterlijke zin en nee, we maken geen woordspeling) zouden heel het optreden lang voor hilariteit zorgen.
Met een drum en twee gitaristen kreeg ze het publiek in extase, of toch op zijn minst in stevige beweging en de hits spreidde ze zorgvuldig over haar performance, al kende die halfweg een dipje. Maar ‘Sensation’ eerst en daarna ‘Love long distance’ hielden haar vuur warm. En ja, het ontbreekt haar misschien nog aan materiaal om een vol uur te vullen, maar dat ving ze sterk op door twee gedurfde covers aan te snijden: “Psycho Killer” van de Talking Heads en – je moet maar durven – Tina Turners “What’s Love Got to do with it”.
Super (en dat mag je op zijn Frans uitspreken) vond de massa die aan haar voeten stond en lag. Via een variatie van “One more Time” van Madonna in de vorm van “One more song” zweepte ze haar act vlotjes over in “Heavy Cross” waar ze op het einde even gedurfd de ‘catwalk’ bewaggelde, fijn inspelend op wat de toeschouwers haar aanboden. Ze stapte als een lady terug, hief fijntjes “I will always Love you” van Whitney Houston aan en liet de meute zo een ode aan haarzelf brengen. Ze genoot, zij genoten, wij genoten. Zelfs al liet ze op zowat het intiemste moment een boer(in) van jewelste. ,Je ’t aime aussi, bisoux’ waren haar laatste woorden. En ’t zal wederzijds geweest zijn. Ze kwam, ze zag en ze boerde, zong en blies iedereen weg.

Delphic
Delphic mocht in de Green Room de overgang tussen late namiddag en avond maken en had het niet makkelijk om de rest van de luilekkerende festivalgangers te overtuigen. Het was trouwens sowieso een hel van een karwei om vlot van main naar second stage te flaneren. Wat dus velen daarom ook niet deden. Vooral ook omdat de aanvangstijden zelden gerespecteerd werden.

Pink
Wat nog volgde zou een gevecht om het showgehalte worden. Een ‘battle of the sexes’ als je ’t zo wil noemen tussen Alecia Beth Moore van Pink en de stevige heren van Rammstein. Pink scoorde al meteen met haar hele kermisset, inclusief orgeltje dat haar opkomst aankondigde met “Get the party started”. En het circus zou blijven duren: kitscherig podium, onnozel getooide rondhuppelende meisjes rond haar, een uitstap over het publiek in een opgeblazen ballon en een zweefnummer boven de crowd tijdens “So what”. Spectaculair, ja, en het oog wil ook wat, maar wij hadden echt genoeg gehad aan haar leuk uitzicht en haar toch sterke stem.
Maar ook muzikaal was het bijwijlen een zootje. Ze haalde – met de nobele onbekende gast Butch Walker - nog nummers van The Who (“My Generation”), Green Day (“Basket case”), 4 Non blondes (“What’s up”) en The Police (“Roxanne”) door de gitaargehaktmolen. Als de verwachtingen hoog liggen, kan de ontgoocheling groot zijn. Ze komt daardoor toch wel bij de flops van het weekend, al vond het publiek het bij momenten blijkbaar wel ok. Maar zeker niet de hele tijd of het hele publiek.

Florence + the Machine
De Green Room voor Florence + the Machine? We fronsten onze wenkbrauwen toen we het zagen en weten nu al zeker dat ze volgend jaar op de Main Stage en ’s avonds zal staan. Als ze nog terug komt natuurlijk, wat wij ten zeerste verhopen. Adembenemend, niet enkel haar persoonlijkheid en haar nummers, maar de hele performance.
Haar gescheurde zwarte jurk van op Werchter had ze vervangen door een wit priestereskleed dat nog beter in contrast ging met haar vuurrode lange manen. Ze dirigeerde het hele concert, joeg haar stem tegen alle mogelijke hoogtes en laagtes en bespeelde dansend op blote voeten de Green Room als geen enkele andere artiest (tot dan) dat weekend.
Ze hield zelfs niet eens het midden tussen een Keltische hogepriesters en een popdiva. Ze flaneerde gewoon van het een naar het andere. Ze krijste, gilde, daagde uit en glimlachte fluisterend tot we er (vooral onze fotograaf Wim Demortier dan) kippenvel van kregen. Als er al één concert het etiket ‘af’ krijgt, dan dat van Florence en haar Machine.

Rammstein
Maar toen moesten Till Lindemann en zijn vijf kompanen nog als festivalafsluiter komen. Van Rammstein kent iedereen het showgehalte. We hoorden van enkelingen dat ze de dag tevoren in Werchter ‘eine Brücke zu weit’ gegaan waren. We waren benieuwd.
’Mann, Mann, Mann’, moet het in het Duits klinken. Bommen en geweren, vuur in ’t echt en vuur in de muziek: Rammstein marcheerde - zoals Duitsers dat in het verleden al bewezen - als volksmenners over Frankrijk. Al stellen we ons nog steeds vragen over sommige dubbelzinnige teksten, bewegingen en verkleedpartijen, het was nu duidelijk met betere bedoelingen: de Duitse vlag die secondelang het hele podium bedekte kreeg wat verder in het concert een Frans zusje in handen van de toetsenist die op het publiek op een bootje een rondje maakte.
Maar er was meer. Knallend vuurwerk, een megafallus (op “Pussy”) waar de frontman op rijdend kwistig namaaksperma uit liet ejaculeren, een ‘fan’ in brand gestoken, lichtbol in de mond van Lindemann, en nog meer vuurgordijnen, veel, veel, veel vuur !
De show was er, de muziek was er. Zowaar nog meer verpletterend dan de Deutsche Mannschaft de dag ervoor tegen Argentinië op het WK. Rammstein über alles ! Of zoiets.

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Main Square Festival+ FLP - Live Nation France Festivals

Main Square Festival 2010: zaterdag 3 juli 2010

Geschreven door

Main Square Festival 2010 - Werchter à la France - Zaterdag gitaardag !

Zaterdag 3 juli in Frankrijk. Je verwacht/verhoopt zon, ricard en als je in Arras bent nog een pak vrolijke muzikale aperitieven, voorgerechten en een zomerse plat principal. Geen van dat alles. Dat ‘alles’ had verdacht veel weg van een vrij ordinaire Belgische Pasen: nat en grijs en een stevige – soms lastige - kruisweg . De hele dag door regende het en op zich onderstreepte dat de affiche van dag twee van het Main Square Festival. Ook de dag trouwens met de laagste ticketverkoop, ondanks Pearl Jam als afsluiter.

Was de vrijdag een dance day geworden, de tweede festivaldag kondigde zich duidelijk aan als een gitaargebeuren. Na de opener van Zoe, de traditionele laureaat van de Franse versie van de Humo’s Rock Rally trokken we met TV Glory uit het naburige Lille meteen back in time ook al omdat Wolfmother verstek had gegeven.

Gush
In de Green Room mocht net als bij Curry & Coco de dag voordien met Gush een familiegebonden band zijn opwachting maken. Niet enkel broers, maar nog wat neven erbij zodat ze met zijn vieren proberen – zoals ze het zelf zeggen – het innerlijke van hun toehoorders masseren. Vocale harmonie zoals bij een funky-folky rock met poppy invloeden past. Al bij al nog een rustige eerste twee uur van wat een loeiharde dag zou worden.

Julian Casablancas
En dat illustreerde Julian Casablancas. Totaal ongeïnteresseerd, geïrriteerd bij momenten – of was het een stoere pose – en de geluidsinstallatie stond op zijn schelst, waardoor het echt onmogelijk leek om te genieten van het geweld dat de Amerikaan zijn eigen gitaren aan deed. Het publiek had zich intussen trouwens al vooral op de echte wei ernaast gesetteld. De zanderige gravel voor de main stage was door de regen te besmeurend geworden en Casablancas interesseerde slechts weinigen. De afwezigen hadden gelijk. Maar, de schrille klanken van Casablancas jaagden de regenwolken weg. Het zou droog blijven voor de rest van de dag, dat is dan het enige waarvoor we Casablancas dankbaar waren.

Angus & Julia Stone
Nog meer familie op een podium: Angus & Julia Stone, een Australische broerzuscombinatie op het podium van de Green Room die zich op deze tweede festivaldag aanvankelijk dus aandeed als popfolktent. Recent brachten ze met ‘Down the way’ nog eens een nieuw album uit. Melancholische samenzang vooral, maar weinig opwinding in elk geval in Arras. Broer (gitaar en keyboards) en zus (gitaar, gedempte trompet en harmonica) hadden nog een drum en een extra gitaar meegebracht en hun zoetgevooisde eerste nummer was een opening naar adem na wat Casablancas onze oren had aangedaan. Het tweede nummer staken ze er een heerlijke drumbass in en de handen gingen zowaar op elkaar in de Green Room. Het zou een heerlijk miniconcertje worden dat door de Fransen (en de Vlamingen) gesmaakt werd.

Vlamingen
Ja, opvallend meer (West-)Vlamingen op dag twee. Zoals Pieter en Sigfried bijvoorbeeld die hun ticket meteen gekocht hadden toen Pearl Jam geprogrammeerd was. ,Maar de rest is ons niet gekend en een beetje ontgoochelend’, gaven ze halverwege de dag mee. Phoenix vonden ze dan wel weer ok. Net als al onze zuiderburen, want Phoenix is er een hype. En terecht, want deze beresterke Franse groep scoorde op Werchter de dag ervoor ook al een uitmuntend.

Phoenix
Ze waren er voor de tweede keer op rij bij op Main Square en net als het festival zelf zijn ze gegroeid. En hoe! Voor ‘Wolfgang Amadeus’ ontvingen ze als eerste groep ooit een Grammy Award in de categorie beste alternatieve album. Een beetje psychedelische softrock met vlagen electronica en hiphop erdoor verweven, maar vooral gedegen en aanstekelijk. Een thuismatch was het dus ook in Arras en de frontman ontpopte zich tot een ware volksmenner, die met zijn micro speelde, ermee gooide, zich een tijdlang op de grond neergooide en uiteindelijk op de nadars tot diep in het publiek balanceerde. Ambiance verzekerd. Een topmoment voor dag 2.

Coheed & Cambria
Het liep intussen qua tijd allemaal een beetje dooreen, zodat je de groepen van de twee podia niet meer aansluitend kon volgen. Tegen dat we in de Green Room waren was het volgende concert al een stuk bezig. En tot ieders verrassing was het niet Gomez, maar Coheed & Cambria dat hun psychedelisch klinkende emocore te luister en te kijk zette. De bands hadden van plaats gewisseld, al maakte het qua geluid en performance niet veel meer uit.
Coheed & Cambria dus: moeilijk te omschrijven, al durven kenners hun oeuvre als progressieve rock bestempelen: een plak punk, een schijf heavy metal en een flinke hap post-hard core. Voor de liefhebbers van old time Led Zeppelin en Pink Floyd (ja, daar horen we ook wel bij) op zich zeker ok. En goed en gekend zijn ze intussen wel in het milieu, die New Yorkers, want ze werden toch al gevraagd voor het voorprogramma van onder andere Linkin’ Park en Slipknot. Heavy was het wel, al duwden ze er voorwaar ook wel een softie tussen.

M
Psychedelisch, Pink Floyd,…de overgang naar M op het hoofdpodium was dan ook niet onlogisch, al zat er meer melodiebeat in de Franse ‘grootheid’ die al jaren niets meer op cd liet plakken. Het is en blijft een kitscherig ensemble dat met een bal masqué en heel verregaande mengeling van rock en beats de chauvinistische meute bleef boeien. Heel gitaargericht wel, maar ze verrasten constant, zoals bijvoorbeeld met een “Beat it” van Michael Jackson ertussen. Aangenaam opwindend, soms heerlijk intiem. Best te pruimen.

Gomez
En dan terug naar de Green Room waar Gomez alweer een stuk van hun concert achter zich had. Gomez, later die avond geroemd en genoemd door Pearl Jams Eddi Vedder jawel, is een duo van een gitarist-zanger en een drummer, dat al meer dan tien jaar samen hokt. Behoorlijk, dat zeker maar er ontbrak ambiance in de ritmische songs van de Britten.

Ben Harper
Ben Harper kwam op zonder zijn Relentless7 en legde met een intieme muzikale intro op zijn traditionele ‘liggitaar’ het publiek het zwijgen op en gunde onze oren weer even rust. Maar niet voor lang. Toen hij na twee probeersels zijn gewone gitaar eindelijk omgegord kreeg barstte ook bij hen de stevigheid los. Schitterende opbouw, knap gitaarwerk, bluesy-psychedelisch, zelfs even rockabilly erdoor. Met – achteraf bekeken - als hoogtepunt van de hele festivaldag een duet met Le Vedder (jawel!): “Under Pressure” van Queen & Bowie. We vonden het zelfs een sterkere versie dan het origineel. En plots was hij weg. Zonder boe of ba of goodbye. Maar onze klok toonde wel dat hij zijn volle 90 minuten zijn volle zelf gegeven had. We zouden hem nog even terugzien die avond, maar wisten het toen nog niet.

Taylor Hawkins
In de Green Room mocht een grote naam het voorspel van Pearl Jam verzorgen. Een grote naam die echter het brede publiek (nog) niet bereikt (heeft). Taylor Hawkins is de naam en groot was/werd hij als drummer van Allanis Morisette en de Foo Fighters. In april bracht hij onder ‘Taylor Hawkins and the Coattail Riders’ een nieuw album uit. Dat vooral de (ex-) Queen-leden Brian May en Roger Taylor daarop te horen waren, is wellicht het meest in het oog springende. En dat ook hij door de Pearl Jam-frontman een dik uur later geprezen zou worden zegt al evenveel. Een naam dus.

Pearl Jam
Maar dé naam van de dag was uiteraard Pearl Jam. Op een piano-intro stapten Vedder en co het podium op. Na één minuut spuwde hij er al een fluim uit en ze waren vertrokken: heel zwaar, maar aanvankelijk leek het wel gehakt stro. Het epische verhaal kregen we in stukjes en brokjes door de strot geduwd en het was moeilijk slikken, vonden we.
Verdienstelijk maar helemaal niet naturel was zijn Frans, mais bon ça va zeker voor een Amerikaan. Beleefd vroeg hij of het ok was dat hij verder in het Engels verder ging en hij vertelde dat het als een droom was om in een voormalige kazerne te spelen. ,Vroeger was dit voor militairen, nu voor ons. Zo zou het over heel de wereld moeten zijn. Het is alvast een goeie start.’ Intussen probeerden ze met “Like yesterday’s wine” een nummer dat nog niet opgenomen was uit. En het had succes.
Na 50 minuten wall of sound gooide hij zijn gitaar de lucht in, ving die maar half op en weg waren ze. Het duurde vijf minuten eer ze terug waren met de woorden ‘Our band has become bigger, stronger and more handsome. Yes, welcome Ben Harper.’ Samen brachten ze ‘Red Mosquito’. En dan begonnen ze aan hun hitmachine, al waren tegen dan al een pak toeschouwers de kazerne uitgewandeld.

Art Point M
Met Art Point M kwam eindelijk een swingend geluid uit de Green Room speakers op zaterdag. APM001 is een dj-set die al dance halls ophitst sinds 2004. Niet enkel ambi van noten en geluiden, maar ze ontpoppen zich steeds meer ook als vj’s met projecties tijdens hun dj-werk. Groove in beeld, het werkte ook op Arras, ook al omdat het leuker in een tent staan was dan in de koude regen buiten.

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Main Square Festival+ FLP - Live Nation France Festivals

Main Square Festival 2010: vrijdag 2 juli 2010

Geschreven door

Main Square Festival 2010 - Werchter à la France - Vrijdag dansdag !

Vroeger had je Torhout-Werchter. Nu heb je Rock Werchter. Maar voor wie in Torhout en de rest van het West-Vlaamse hinterland verweesd achterbleef, is er steeds meer Arras-Werchter. Sinds enkele jaren parkeert de organisatie (jaja, de ‘Schuur’, Herman Schuermans is een slimme)  de vedetten van Werchter een dag ervoor of erna in het gezellige, Noord-Franse cultuurstadje. Het Main Square Festival rekt zich steeds meer uit en etaleerde op 2, 3 en 4 juli 2010 voor het eerst drie dagen lang op twee podia een mini-Werchter, eveneens voor het eerst met campingfaciliteiten. Le petit est devenu grand !

Groot ja, met kleppers als Black Eyed Peas, Pearl Jam en Rammstein als top of the bill, maar ook met andere gerenommeerde bands als Jamiroquai, Ben Harper and Relentless7, Gossip, Pink en Florence + the Machine. Groot ja, maar het zou het chauvinistische Frankrijk oneer aandoen indien er niet ook een stevige Franse inslag was. Een leuke cocktail die jammer genoeg soms te veel water bevatte, want na de hete voordagen overspoelden de eerste zomerse onweren/buien dag 1 en een deel van dag 2.

Vorig jaar zaten we nog met zijn allen op de historische Grande Place en daar kregen de organisatoren zelfs nog niet alle tickets verkocht, al was het Main Square Festival – what’s in a name? – toen al aan zijn vijfde editie toe. De nieuwe wind voerde het hele circus nu net buiten de kleine ring naar de magnifieke Citadelle d’Arras, een voormalige kazerne die Sarkozy omwille van besparingen liet sluiten. Een schitterende zet van de organisatoren, want de locatie van 10 hectare moest in niets onderdoen voor de historische Grande Place.

Green Room
De Green Room, zo kondigde het festival het tweede podium aan, zou voor wat lokale en zoetere bands een opstap moeten zijn. Al zagen we daar vooraf toch al namen als Patrick Watson en – alstublieft ! - Florence + the Machine geprogrammeerd. Maar in elk geval trok elke dag een plaatselijke groep de concerttrein op gang. Telkens met winnaars of laureaten van de Tremplin Pas-de-Calais Music Tour, zeg maar de Humo’s Rock Rally van net over de grens.
Dag 1 was dat Spaceship Operatorz en meteen gingen we mee op de heavy beat die de drie jonge Fransen – twee keyboards en één gitarist-zanger – de halfvolle tent instuurden. Een elektrodreun die kon bekoren en de plaatselijke fans in beweging bracht. Toen was het nog snikheet in wat als de warmste dag van het jaar zou uitgeroepen worden. Maar nog voor we aan de main stage kwamen voor Pony Pony Run Run trok het blauw uit de hemel weg en kiepte men van hierboven alle opgespaarde watercontainers van de eerste hittegolf van het jaar over de kazerne.

Pony Pony Run Run
De bakken water gutsten door het podium naar het elektriciteitshart dat even een stilstand kreeg en voor serieuze problemen zorgde. Met uiteindelijk slechts een kwartier vertraging trok de Main Stage zich toch op gang. De technobeat bleek een stevige en voor de Fransen gekende opwarmer om alle vochtigheid even te vergeten. Pony Pony Run Run heeft in Frankrijk klaarblijkelijk een aantal hits die vooral dansvloervolk tot bewegen aanzet. En dat gebeurde: rytmisch gedreun, poprock die makkelijk geslikt werd en als een xtc-pilletje op het jonge Franse volk werkte. Ze zagen zich verplicht hun set in te kort en verontschuldigden zich daarvoor, maar naar (oude?) Franse gewoonte zou de timing de hele avond niet helemaal gerespecteerd worden, al had men de opgelopen vertraging wel na twee bands al weggewerkt.

Curry & Coco
In de Green Room startten de broers Sylvain en Thomas van Curry & Coco - terwijl de main stage nog volop bezig was - wel nog vijftien minuten na het aankondigingsuur met een leuke set. Oog in oog, de ene op de drum, de andere zingend aan de keyboards, trokken ze alle registers van de synthesizerpop van de jaren tachtig open. Aangenaam en leuk, maar we waren toch mooi op tijd op weg naar La Roux.

La Roux
Die had acht minuten achterstand goedgemaakt en begon al te zingen voor ze effectief op het podium klom in een lange bruin-grijs-zwarte, hemdsloze riddercape, met grote-glazen-zonnebril en haar rode haar keurig gekuifd. Vanaf haar tweede nummer ging de cape eraf en danste ze de regen weg met haar hit “Fast Lane”. Halfweg donderde en goot het echter weer van boven en moest de set voor enkele minuten opnieuw stilgelegd worden. Toen besloot ze maar snel met “Going for the kill” en “Bulletproof” de mensen te geven waar ze voor gekomen waren: fun en dance.

SALM
Het viel op dat de eerste festivaldag een volledige dance day was. SALM, ofte Something a la Mode, was misschien het pauzestukje in de Green Room met een viool en een cello, maar ook de muziek van Tomas Roussel en Yannick Grand-Jean was onderbouwd met retro-elektro.

Jamiroquai
We waren weer mee op schema, maar dan liet Jamiroquai op zich wachten. Naar eigen zeggen – zowat halverwege zijn gig net voor ‘Cosmic Girl’ - omdat hij vast gezeten had in het verkeer. Het kleine halfuur wachten op Jay Kay werd door de regisseur en de cameramensen van de videowall handig en origineel opgevuld door het publiek een hoofdrol te laten spelen. Mannen verkleed als klauwende leeuw, een paar halve moonshots, een man die met een plastic boot boven de hoofden dobberde, lichtgeklede vrouwen op schouders, enkele leuke kapsels: alles kwam in beeld en werd toegejuicht, behalve dan die dame met de Italiaanse en haar collega met de Franse vlag. Jawel, het WK liet sporen na. En ook het live fragment van Uruguay-Ghana kon op niet veel sympathie rekenen.
En dan verscheen hij, getooid met Indianenpluimen, ‘mister funk’ himself met een innemende “Bonsoir mes amis”. Zijn regendans werkte, het bleef droog. En het werd weer warm en zwoel, niet in het minst door wat Jamiroquai uit de speakers liet klinken. Na zijn opener “Revolution” kondigde hij aan dat het tijd was voor ‘old school’. En dat gebeurde. Drie blazers, drie zwarte backing vocals, twee drums, twee gitaristen, één keyboard en hemzelf als super performer: voor zo’n uitgebreide band ging het middenplein plat en tegelijk hoog. Hij eindigde met een ruige versie van “Deeper Underground” na bijna een uur zalige funk. Zowat dezelfde nummers als toen we hem zes jaar geleden in Vorst zagen, maar het deerde ons niet. Wel integendeel.

The Bloody Beetroots Deauth Crew 77
De nieuwe zomerhype, zo blijkt uit veel festival line ups, wordt/is/was The Bloody Beetroots Death Crew 77 die na Jamiro in de Green Room de beats aanstak. De twee gemaskerde Italiaanse DJ’s die nu drie jaar bezig zijn, blijken schitterende remixers en de reshakes van kanjers als Metallica, Etienne de Crécy, The Killers en zoveel meer zijn bijna even sterk als hun eigen composities. Ze brengen een dansexplosie die je omver blaast. Als ze een uur later nog eens geprezen worden door The Black Eyed Peas, dan weet jet het wel.

Black Eyed Peas
En die BEP, de groep waar zowat iedereen voor naar Arras was afgezakt, volgde. Met vijf minuten vertraging hadden ze volgens ons twee mogelijkheden om het dans- en meezingfeest mee te beginnen: “I gotta feeling” of “Let’s get it started”. Het werd het laatste en de party zat meteen goed. Alle hits passeerden de revue, inclusief danspasjes, lichtelementen, projecties… Een show die zo goed als af was, zoals we die ooit in Vorst zagen, met een niet te vermijden grote inbreng van het publiek (met moeders en dochters) zelf dat gierend van de pret mee keelde.
En alsof ze nog niet genoeg eigen hits hadden vond Will.I.Am als robot getooid op een hoge toren het nodig om zelf een tiental minuten te dj’en: een greep uit de bands waarvan hij de hits zelf half meebrulde en de beats aan- en toeschroefde: Fedde Le Grand, The Jacksons, Michael Jackson, Guns & Roses, Kings of Leon, Daft Punk en Jump Around van ….
Ze sloten af met een wervelend “I gotta feeling”, terwijl ook daarin even U2 in klonk en er voor het eerst leuke regen uit de lucht dwarrelde: confetti door enkele kanonnen over de meute uitgegoten. Na anderhalf uur haalde de BEP de stekker eruit om die een week later op Werchter Classic weer in te steken. Een schitterend concert, al kregen we de indruk dat elk bandlid vooral zijn eigen show in de show wou brengen.

David Guetta
David Guetta mocht als DJ de eerste festivaldag laten wegdansen en deed dat op zijn manier en tot laat in de nacht. Op een halfmarginale camping hoorden we 18km verder en twee uur later nog steeds zijn bassbeats. Arras wist dat zijn eerste festivaldag erop zat.

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Main Square Festival+ FLP - Live Nation France Festivals

Starling Crush

Starling Crush interview na ‘Tea leaves, murder and dreaming’

Geschreven door

Starling Crush - “Ik ben misschien naïef maar ik denk nog altijd dat indien je talenten bezit dat het volk wel van zelf op je zal afkomen.”

Starling Crush zegt je misschien nog niks maar dit Amerikaans duo heeft ondertussen wel al de steun gekregen van 4AD kunstenaar Vaughan Olivier en dat is niet zo maar toevallig want geregeld hoor je de invloeden van Cocteau Twins.
Prachtige dreampop die af en toe wat naar country ruikt en voor MusicZine meer dan reden genoeg om een interview te hebben met de wondermooie Jennifer.

HOE ZOU JIJ JE MUZIEK OMSCHRIJVEN?
Amerikaanse melodische pop-rock, vind je dat dit goed klinkt?

HET IS NATUURLIJK UW BESCHRIJVING? JENNIFER.
IK HEB STARLING CRUSH OMSCHREVEN ALS COCTEAU TWINS MET HARRIET WHEELER ALS ZANGERES
Ik weet het en ik heb meteen de hulp moeten inroepen van Google maar toen ik zag dat zij de zangeres van The Sundays was, werd ik meteen blij want zij heeft een fantastische stem.
Wat Cocteau Twins bertreft moet ik u eerlijk bekennen dat ik daar vroeger zelden of nooit naar luisterde, het was Michael die mij hun heeft leren kennen.
Ik weet dat Michael sterk door hun beïnvloedt is dus dat is ook weer een vergelijking die opgaat.

VOOR DAT JULLIE MET STARLING CRUISH BEGONNEN, DEDEN JULLIE MUZIKAAL IETS VOLLEDIG ANDERS, NIET?
Wat mij  betreft, niet echt. De meeste nummers die op deze cd staan heb ik over een langere tijdspanne geschreven en in één of andere vorm heb ik ze gezongen.
Toen ik Michael ontmoette was het de bedoeling dat ik op zoek was naar een gitarist maar toen ik hem beter leerde kennen zag ik dat hij meer kon dan alleen gitaar spelen.
Met Michael was het meteen duidelijk dat hij zo’n Cocteau Twins-sfeer wilde creëren en hij was ook de enige persoon denk ik die tot zoiets in staat was, en ik wis tdan ook meteen dat hij de ideale partner was om samen met mij Starling Crush te vormen.

IK HEB OOIT EENS GELEZEN DAT JULLIE COCTEAU TWINS WILDEN COMBINEREN MET BRITROCK, LEG DAT EENS UIT…
Ik zou nu niet echt gaan beweren dat we een poging gaan ondernemen om het geluid van Cocteau Twins te verrijken. Ze zijn nu eenmaal zeer belangrijk voor Michael en ik ben ervan overtuigd dat je dat zeer goed kan horen.
Wat Britrock betreft, moet ik het nogal hebben van die orchestrale omkadering die je meestal in zulke muziek hoort.
Groepen zoals Elbow, Muse of Oasis kunnen echt iets bij me los maken en zij vertrekken altijd vanuit het standpunt vanuit een simpele song en dat is nogal belangrijk voor mij…ik bedoel maar voor mij is het belangrijk dat je een song kan herleiden tot zijn akoestische vorm en toch overeind blijft staan.
Tijdens het opnameproces ben ik iemand die zeer ongeduldig ben, maar Michael kan dus lange tijd in de studio zitten en zich bezig houden met het zoeken naar allerlei soundscapes.

AMERIKA ZIT EIGENLIJK VOL VAN DE DREAMPOPGROEPEN, HOE GA JIJ UIT DIE GRIJZE MASSA GERAKEN?
Daar heb je gelijk in, maar ik vind dat je dit eigenlijk wel in ieder genre terug vindt. Dit gezegd zijnde heb ik er nooit van gehouden als men origineel doet om origineel te zijn, wat ik meer belangrijk vind is de authenticiteit. Je moet trouw blijven aan je roots, eerlijke zang afleveren, en uw eigen goesting volgen.
Dat is het enige wat je kan doen en als dat betekent dat je in een milieu komt dat overbevolkt blijkt te zijn moet je maar hopen dat een paar ogen je zullen opmerken.

AKKOORD JENNIFER, MAAR JE ZIT WEL MET EEN MUZIEKINDUSTRIE DIE OP HAAR GAT ZIT…
Juist en niet juist.  Ergens is het een schande dat de labels opkomend talent geen kans of tijd geven om zich te ontluiken en het is een beangstigend idee hoeveel artiesten er nooit zouden gekomen zijn, moest dit systeem niet hebben bestaan. Nu kan je enkel maar bij labels gaan aankloppen als je een hitpotentieel hebt of kunt aantonen dat je terug kan vallen op een grote fanbasis. Dus eigenlijk moet je nu als groep al dat voorbereidend werk zelf gaan organiseren. Het internet biedt je zeker die kansen maar je ziet zeer goed dat er maar weinig groepen kaas gegeten hebben van hoe ze zichzelf moeten gaan promoten en het is soms moeilijk voor hun om de twee dingen (de muziek maken en de marketing) te combineren. Ikzelf vind die zakelijke kant nogal hard en ik weet dat je vrij vlug tegen de muur kan lopen. U zelf promoten is verre van een gemakkelijke opgave. Ik ben misschien naïef maar ik denk nog altijd dat indien je talenten bezit dat het volk wel van zelf op je zal afkomen.

IK VREES INDERDAAD DAT JE NAIEF BENT, JENNIFER. LITTLE SHOUT RECORDS, IS DAT JE EIGEN LABEL?
Ja, ik heb dat in het leven geroepen toen ik mijn EP “Little Shout” opnam onder mijn eigen naam…

NAAST DE DREAMPOP HOORDE IK OOK WAT COUNTRY-INVLOEDEN…
Natuurlijk. Toen ik begon muziek te schrijven was ik compleet weg van The Carter Family, Hank Williams, en daarna volgde Bob Dylan en Bruce Springsteen. Ik groeide op in het Zuiden en ik denk dat er daardoor een country-invloed in mijn stem zit die ik niet zo maar kan weg vegen.
Ik bracht een groot deel van mijn tijd in Nashville door alhoewel ik me helemaal niet aangesproken voelde hoe me ginder met country omgaat, wat niet wil zeggen dat ik daar geen artiesten ontmoet heb waar ik mijn hoedje niet voor af doe.
Toen ik in New York woonde en men begon tegen mij te zeggen dat ik country klonk, was ik daar totaal niet met opgezet. Nu is dat helemaal anders en ben ik trots op mijn roots en invloeden, want dat ben ik en zo klinkt nu eenmaal mijn stem. Ik vind zelfs dat het Americana-aspect ons een beetje onderscheidt van de dreampopfactor. We doen dat niet echt met opzet, het is gewoon zo gegroeid.

DE BEROEMDE VAUGHAN OLIVER VAN 4-AD ZORGDE VOOR JE HOES…
Michael heeft altijd gedweept met het werk van Vaughan terwijl ik moet toegeven dat ik niet eens wist wie dat was. Eens ik zijn werk zag was ik het volledig eens dat het waard was om deze man proberen te overhalen om een hoes voor ons te ontwerpen. Het was maar een waterkansje en we waren volop voorbereid dat we nooit van hem gingen horen maar plots vernamen we dat hij onze muziek goed vond en dat hij het best zag zitten om iets voor ons te doen.
Vaughan is een grote mijnheer en het was dan ook normaal dat we alles aan hem over lieten, en al gauw bleek dat het huwelijk tussen beeld en klank perfect verliep. We zijn zo tevreden met hem en soms kunnen we het nog niet geloven.

IS ER DAN GEEN GEVAAR DAT MEN JULLIE ZAL OMSCHRIJVEN ALS 4-AD NAAPERS?
Denk je niet dat er ergere dingen op de wereld zijn? Maar om nog eens eerlijk te zijn met je, ik had nog nooit van 4AD gehoord totdat Michael er over begon en hij mij de releases liet horen. Blijkbaar heb ik veel gemist want ik heb een groot respect opgebouwd voor de groepen die op dat label zitten. Ik ken nog niet alles hoor, daar zit zo veel tussen dat ik wel een tijdje zoet zal zijn.

WAT IS UW LIEVELINGSLP ALLER TIJDEN?
Dat is nu de moeilijkste vraag van allemaal… Mijn antwoord zal van jaar tot jaar, van maand tot maand, van week tot week verschillend zijn. Misschien speelt het zich af tussen Springsteen’s “Darkness of the Edge of Town”, alles van  Elbow of Van Morrison, Dylan’s “Oh Mercy”en The Beatles’ “Let it Be Naked”. Misschien is het beste antwoord de plaat noemen die me complete bloot gesteld heeft aan het medium muziek. Dan heb ik het niet alleen over de impact maar ook hoe ik het bv dag in dag uit liep mee te zingen. Dat wordt dan “The Joshua Tree” van U2.
Dat is een fantastische ervaring van het begin tot het einde, het heeft mij volledig verandert. Het was net alsof ik begreep dat ik op een bepaalde moment hetzelfde ging nastreven. Het is nog altijd een album waar ik zelf nog volop van kan genieten….

EN HET LAATSTE WOORD GEEF IK AAN U, JENNIFER
Ik beschouw het als een voorrecht dat ik muziek mag maken. Ik wil iedereen bedanken die dit leest of die de tijd neemt om eens te luisteren naar Starling Crush.

INFO http://www.myspace.com/starlingcrush

Elvis Jackson

Against The Gravity

Geschreven door

Een nieuwd cd van een bende Sloveense punkrockers voorzien van  een schreeuwlelijke hoes? We moesten toch even de wenkbrauwen fronsen toen we dit plaatje voor de eerste keer in onze handen hadden. Nadat we de plaat een aantal keren beluisterd hebben, moeten we alle vooroordelen echter aan de kant zetten.
Elvis Jackson maakt een energieke mix van punk, pop, metal en ska en giet daar  een lekker reggae-sausje over. Het resultaat is ongelooflijk catchy en ‘Against the Gravity’ is over de hele lijn een zeer leuke plaat. De verschillende nummers op de plaat zijn zeer gevarieerd: sommige luisteraars zullen ongetwijfeld “Dry your Tears” en “This Time”, nummers met een sterke reggae-inslag preferen.
Anderen zullen misschien liever “Wake me up” of “Not here to pray” verkiezen waar de metal en punkrockkant van de band duidelijk naar voren komt.
Nog aanstippen dat Elvis Jackson al een flinke CV opbouwden: ze traden ongeveer 600 keer op en speelden het voorprograma voor grootheden zoals NOFX, The Offspring, The Vandals en Faith No More.
Ook interessant om weten: producer van de plaat was Billy Gould, bassist van Faith No More. Het mixen gebeurde door Rich Veltrop, ook niet de eerste bekende gezien z’n vorig werk met Rage Against The Machine, Slayer en The Red Hot Chili Peppers. Eén ding is duidelijk: met ‘Against the Gravity’ heeft Elvis Jackson een zeer sterk exportproduct in handen!

You Call It A Name

EP

Geschreven door

Ook in Frankrijk lopen er best getalenteerde muzikanten, dat bewijzen de muzikanten van You Call It A Name. YCIAN komt uit Parijs en bestaat uit het trio van de band GHBA gecombineerd met ene Fatime Fong.
Deze EP bestaat uit vier nummers en is integraal én vooral gratis te downloaden op de myspace van You Call It A Name. Op de vier nummers vinden we een heerlijke mix van elektronica, opzwepende en cathy gitaarrifs, verschillende tempowisselingen en de fijne stem van zanger Martin.
De songs  ademen allemaal nogal sterk de jaren tachtig uit en zullen zeker in de smaak vallen bij fans van Interpol, Franz Ferdinand, en Gang of Four.  Twijfel dus niet: bezoeken die Myspace en downloaden maar!

INFO http://www.myspace.com/youcallitaname

 

Pagina 737 van 881