logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Shaka Ponk - 14...
Manu Chao - Bau...

NoMeansNo

No Means No: het architype van de punk

Geschreven door

Wie in ons landje wel eens buiten het nauwe pad van Studio Brussel durft te gaan luisteren kent gegarandeerd No Means No. Zo ongeveer voor de honderduizendste keer zakte dit senioren-trio van Canada (Vancouver) af naar Europa om de plaatselijke fanbase nog maar eens te tonen hoe je een gevoelsechte show neerzet, zonder franjes en met meer ballen dan de huidige muzikale twintigers betrachten in hun beste poging om hun eigen helden na te bootsen. Opgericht in 1979 en nog steeds hun ding doende op talrijke stages, stelden de broers Rob en John Wright en gitarist Tom Holliston in de Zwerver te Leffinge hun nieuwste ‘Tour EP 1’ voor.

Voor deze korte Europese tour brachten de punksenioren hun stadsgenoten Invasives mee. Wat van bij het begin direct opviel was dat deze jongere band voor de promotie van hun plaat ‘Desk Job At Castle Dracula’ een rock/punk set neerzetten die sterk neigde naar de grondvesten van NMN. Invasives had echter nog veel lesgeld te betalen. Ze deden (net iets té) goed hun best om contact te maken met het luisterpubliek en bereden bij momenten de grens van het sympathieke met het ergerlijke. Hoewel ze punkgewijs vrij proper klonken, en in hun songs vaak minder slaagden om de spanning op te bouwen, bracht Invasives enkele songs met mokerriffs (“After Midnight”) die een echte Helmet fan zeker kon bekoren.

NMN stak van wal met het nieuwe “Old”, een traag en melodisch nummer dat zich uitstekend leende als opener. Wat volgde was een set waarbij de nieuwe EP met “Slave” en “Faceless May” zich geruisloos mengde tussen de songs uit een door de tientallen jaren heen geproduceerde poel van vele LP’s en EP’s. Het publiek leek de band meegegroeid te zijn en de vooral 30-40’ers genoten al luisterend naar deze show, eerder dan een dancepit open te breken zoals dit, vooral in vroegere tijden, nogal vaak het geval was bij een NMN concert.
Dat het publiek de band kende bleek merkbaar bij het enthousiaste onthaal van songs als “Jubilation”, “All Lies”, “Till I Die”, “Humans”, “Body Bag” en de magistrale basskiller “Rags And Bones”. Jammer genoeg putte de band voor deze gelegenheid niet meer uit hun meesterwerk ‘Wrong’ uit 1988.
De typische smakelijke instrumentale passages en de afwisselende melodieuze en wordspoken vocals in de songs werden, zoals steeds, opgesmukt door de droge en gezapige humor van de Wright brothers (“We’ll have senior discount on the bus when we get back”). Ze smeten vaak een gemeende smile op je toot en toverden ook dit concert om tot een pretpunkcircus zoals alleen grootmeesters dit kunnen evenaren.
Als kers op de taart sleurden de heren de Invasives mee op het podium. John Wright kroop van achter zijn drumstel en transformeerde zich als frontman van The Hanson Brothers (zijproject als ode aan The Ramones en ijshockey) en deed met een fenomenale versie van “Beat On The Brat” het publiek luidkeels meezingen.

NMN bracht een concert zoals je het kon verwachten. Een wat uitzinniger publiek maar vooral een iets betere setlist zou van dit concert een memorabele ervaring gemaakt hebben. Toch was dit er eentje dat goed nasmaakte. Op naar de NMN concerten in het volgende decennia en de nieuwe LP dit jaar!

Organisatie: de Zwerver, Leffinge

Fischer-Z

Fischer Z: John Watts haalt oude Fischer Z - klassiekers uit de kast

Geschreven door

Artiesten met een gouden hart. Ze bestaan nog deze dagen en zo kon de Gentse kunstvereniging De Verenigde Muze de legendarische Fischer-Z strikken voor de wereldpremière van hun nieuwe tournee die hun ongetwijfeld deze zomer op verschillende festivalpodia zal doen belanden. De opbrengst van deze avond ging dan ook volledig naar een project in Paraguay om kinderen te steunen die kunstonderwijs willen volgen. Een nobel doel waar we alleen maar kunnen achter staan.

De vereniging had voor het publiek echter nog een andere verassing in petto: Sarah Ferri.
Dit piepjonge talent won in 2008 het concours van de ‘Jonge Wolven’, dit is een initiatief om tijdens de Gentse Feesten lokaal talent van elke slag een kans te geven. En gisteren mocht, zoals aangekondigd door de altijd goedlachse Zaki, Sarah Ferri gedurende een uurtje bewijzen wat ze in haar mars had.
Sarah is een Gentse (dat kon je meer dan overduidelijk horen aan haar bindteksten) met Italiaanse roots en ze bewees gisteren dat ze een echte muzikale duizendpoot is, ook al zou het nog beter zijn moest de set wat meer opgebouwd worden rond haar zwoele bluesy jazzstem want dit is zonder twijfel haar sterkste wapen.
Ondanks de zenuwen die ze niet steeds ten volste kon beheersen bracht ze toch een geslaagde potpourri van klassieke pop (ja, af en toe dacht je aan Tori Amos), ingetogen jazz (The hungry vilain), ragtime, flamenco en vooral veel easy jazzpop.
Na afloop werd ik ontroerd door de eenvoud en de spontaniteit van deze jonge wolf want ooit in een of ander verleden stonden mensen als Norah Jones of zelfs Diana Krall op hetzelfde punt, barstend van het talent te wachten op die grote kans. Geef dit meisje de nodige kansen en ze komt er wel.

En in tijden dat Diana Krall voor de spiegel aan het repeteren was, verscheen in England één van de meest markante figuren uit de popgeschiedenis van de jaren ’80: John Watts.
Het is ondertussen al meer dan bekend dat je niks achter de betekenis van de groepsnaam moet zoeken, het is gewoon een term uit de statistiek. John Watts was en is altijd de spilfiguur geweest van Fischer Z.
Waarschijnlijk ook niet één van de gemakkelijkste soort want zo verliet keyboardspeler Steve Skolnik Fischer-Z in volle glorieperiode omdat hij de dominantie van Watts beu was en de leider zelf ontbond de groep op het hoogtepunt van het succes van ‘Red skies over paradise’. De grote toegewijde fans horen het niet graag maar na de split, en dus na de eerste drie lp’s, heeft John Watts nooit het vroegere niveau geëvenaard ook al moet er hier aan toegevoegd worden dat Watts nooit de makkelijkste weg gekozen heeft. Men zal hem gedurende zijn carrière wel verschillende keren op de term ‘commercial suicide’ gewezen hebben.
Maar blijkbaar komt ooit alles terug en zo besloot John Watts om een liveset voor te bereiden afkomstig uit de drie eerste platen: ‘Word Salad’, ‘Going deaf for a living’ en het meesterwerk bij uitstek ‘Red skies over paradise’. Een doordachte keuze of noodzaak, wie zal het zeggen?
In ieder geval kon Watts  het zelf niet laten om midden in het concert te vertellen : “Ik heb een hele carrière achter de rug waarbij ik dingen deed wat het publiek niet wou en nu sta ik hier te doen wat jullie willen”.
En dat deze John Watts nog zeer kwiek is, zagen we meteen bij opener “Remember Russia”.
Door het strakke geluid en prima stem werd het publiek al meteen verzekerd dat dit geen afgang zou worden. Op het gelaat zijn de ouderdomsverschijnselen meer dan aanwezig, maar die speciale stem van Watts is er nog steeds evenals de geslaagde mix van postpunk, new wave en reggae.
De enige hit volgde de andere op terwijl je op een scherm allerlei cartoons zag die verwezen naar de politieke situatie uit de jaren ’80.
Toegegeven, de politiek geïnspireerde teksten van Watts zijn een beetje achterhaald want er is vandaag geen sprake meer van een Berlijnse muur en de Russen zijn al lang niet meer de gevreesde vijand die ons met kernbommen zullen bestoken, maar toch besef je als luisteraar dat dit een artiest was die net als tijdsgenoot Billy Bragg iets te zeggen had. En dat is misschien iets wat we in deze oppervlakkige tijden teveel missen.
Het sierde Fischer-Z dat ze hun geluid niet in een nieuw jasje wouden steken want hoe jammer het ook was dat “So long” een beetje de mist inging door Watts die niet goed bij keel was, waren nummers als “Wax Dolls”, “The worker”, “Room Service” meer dan perfect gebracht.
Persoonlijke favorieten  waren hun grootste hit “Marliese” (en blijkbaar ook voor het publiek) of hun chef d’oeuvre “Batallions of strangers” dat gespeeld werd op een onnavolgbare, authentieke wijze.
Op het einde bracht Fischer-Z nog een nieuw nummer genaamd “Paraguay”, een overbodig reggae niemendalletje maar het bracht ons wel een stap dichter bij de waarheid : dit nostalgisch feestje was eigenlijk bedoeld voor kinderen die het minder goed hebben.

Gedurende anderhalf uur wist Fischer-Z een ruimgevulde Bijloke perfect te entertainen en ze moesten daar niet veel voor doen, gewoon de klok even terug draaien. Het is nu al uitkijken waar we Fischer-Z deze zomer nog eens kunnen terug zien maar de mensen van de Muze hebben er in ieder geval een memorabel feestje van gemaakt.

Organisatie: VZW De Muze (http://www.demuze.be)

Gotan Project

Gotan Project - De betaversie van de nuevo tango

Geschreven door

Het plaatje paste perfect en de frisse kleedjes in de volle AB-zaal wuifden het toe: de eerste echte zomerbroeierigheid was het geschikte bad om de nuevo tango van Gotan Project in onder te dompelen. Van zon buiten naar zon binnen, al kregen de ‘Argentijnse’ Fransen ons nooit op cocktailtemperatuur.
Ooit mochten we op Dranouter Folk (Festival Dranouter nu) kennis maken met die ‘nieuwe tango’-groep die toen nog achter witte doeken een schimmenspel speelde met haar toeschouwers. Briljant. Enkele jaren later huppelden we bij de voorstelling van hun tweede cd ongedwongen mee. Briljant. Deel drie kwamen ze donderdag 20 mei in de AB voorstellen. Iets minder briljant.

Dat deel drie kwam een maand eerder ter wereld en luistert naar de simpele naam ‘Tango 3.0’. Analoog naar computersoftware die evolueert noemde men het album ‘Tango 3.0’ omdat het tango op een nieuw niveau, een nieuwe stap is.  Of zou moeten zijn. Dat de vaders van Gotan Project toevallig met drie zijn en het hun derde CD is, prijkt mooi op het geboortekaartje.
Philippe Cohen-Solal is de man achter Gotan Project en zijn portemonnee vult hij er aardig mee, want ze zijn populair. Vandaar ook de snelle uitverkoop van de AB, al waren de prijzen ook wel aan de ‘zwoele’ kant. Cohen-Solal, zelf ook geboren uit migratie (vader Tunesiër, moeder Nederlandse), liet de tango immigreren van het oorspronkelijke Argentinië naar Frankrijk waar hij als DJ met samples en enkele knappe artiesten de elektronicatango uitvond.
Amper een jaar geleden vergastte Gotan Project de wereld op een schitterende live dubbel cd. Daarin werd duidelijk hoe hun muziek aanslaat, wat we zelf aan den lijve ondervonden. Trouwens, de dubbelaar vonden we nog een stuk broeieriger, intenser en voller dan hun twee eerste studio-albums. Maar, vier jaar na wat we achteraf gezien 2.0 kunnen noemen, volgt nu een ‘Tango 3.0’.
En die 3.0 brengt ons – in tegenstelling tot vele anderen – niet in  vervoering. Hij verrast ons niet, brengt niets bij aan wat Gotan tevoren al deed. En heeft ten gronde minder schwung in zich. Het concert in de AB was dan ook goed, tot heel goed zelfs, maar het werd vooral gedragen door de steunpilaren uit hun eerste twee werken.
Het begon twee nummers lang in een super donker AB. We voelden wel de vibes in ons lichaam door het loungy dansgevoel, de emotie bleef wat achterwege en onze ogen kregen wel de kost door de geprojecteerde achtergrondvideo’s. En ja, gedurende anderhalf uur wilden we wel even in Argentinië zijn, maar we bleven in Brussel. Jammer.
Wij hadden het vooral voor de warme stem van Cristina Vilallonga die jammer genoeg niet constant op de bühne stond. De dansmomenten zaten er ook wel nog in – zoals in hun jongste en (vrolijke) single “La Gloria” en ook in “Mil Miliones”, maar het accent lag meer op de sfeer: zwoel en sensueel. Met een (te?) traag en slaperige “Mensajero” en een duidelijk dicht bij de originele tango aanleunende “Tango Suare” en “Pelgiro”. “Rayuela” was dan weer lief met het kinderkoortje.

In elk geval bewees Gotan Project opnieuw dat akoestische instrumenten perfect kunnen samengaan met ritmiek en gevoel en elektronica. En het werd wel broeierig op de gekende oude nummers. Maar als je het ons vraagt is ‘Tango 3.0’ misschien nog maar een betaversie.

Playlist: Cuesta abajo, Epoca, Divan, Tango Square, Rayuela, Una Musica Brutal, Tu Misterio, De Hombre a Hombre, Toda mi vida, Mi Confession, La Gloria, Differente, La Musica de Siempre, El Mensajero, Panamericana + Triptico
Bis
Mil Miliones / Queremos Paz, Desillusion, Peligro, Santa Maria, Immigrande

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Live Nation

Pavement

Standvastig Pavement behoudt jeugdige rommeligheid

Geschreven door

Het Amerikaanse kwintet Pavement is goed tien jaar na de laatste vijfde worp ‘Terror twilight’ terug bij elkaar voor enkele reünie concerten. Stephen Malkmus en de zijnen, waarvan we ook vooral Mark Ibold (ook nog een tijdje op tour met Sonic Youth) en Bob Nastanovich (multi-instrumentalist en tweede zang) onthouden, maakten zich in de jaren ‘90 populair met de ‘do it yourself’ gedachte van rammelende, soms opzwepende, lofi gitaarmuziek en opmerkelijke sfeervolle werkstukjes. Onderhuids behielden ze de melodieuze kracht, gedragen door de nasale, melancholische en onvaste zang van gitarist Stephen Malkmus. ‘Crooked rain, crooked rain’ en ‘Brighten the corners’ overtuigden een breder publiek, de andere cd’s beklemtoonden het vluchtige karakter en de ongekunstelde chaos! Indie nonchalance! Hun livegigs waren bijgevolg dan ook wisselend, desondanks kon de groep rekenen op een welverdiend respect.

’Welcome back’ prevelden ze … Een happy weerzin was het alvast, waarbij dertig - en veertigers en de nieuwsgierige (jonge) fan present waren op het heel snel uitverkochte concert in de AB. Pavement stelde bijna dertig songs voor, ruwer, rauwer of introspectief en ingetogen. Af en toe explodeerde het. Nastanovich was er deels verantwoordelijk voor door vocaal het voortouw te nemen en z’n teksten letterlijk uit te spuwen, wat de band een versnelling rapper deed gaan.
Malkmus was eerder speels, onbevangen en zelfrelativerend; hij liet alles wat meer z’n gang gaan, zwierde z’n gitaar wat heen en weer en gooide ze af en toe eens in de lucht.
Pavement wisselde sterke met minder boeiende songs af en speelde ook enkele lofi probeersels. In het eerste deel hadden we “Cut your hair”, “Elevate me later”, “Starlings”, “In the mouth a desert”, “The hexx” en “Triggercut”, die de tijd van toen deden herleven. In het tweede deel waren het “Grounded”, “Stereo”, “Summerbabe” en “Spit on a stranger”, die het vuur aanwakkerden. De lightshow, de spotlights en de versiering van witte lampjes waren uitermate leuk. “Range life” mocht na goed anderhalf uur besluiten, maar de band breidde er nog een uitgebreide bis aan; de klemtoon kwam op het materiaal van het succesvolle ‘Crooked rain, crooked rain’; de songs gingen op ontspannende wijze bijna in elkaar over, van “Silence kit”, “Stop breathin’” en “Gold soundz”. “Box elder” en “Shady lane” zaten ergens middenin.

Pavement had nog niet veel ingeboet van hun jeugdige rommeligheid, maar was duidelijk standvastiger! … wat maakt dat in de evaluatie van de set er nog altijd twee kampen zullen zijn om te maken of dit een uiterst goed concert was. De band gaf de indruk er losjes over te gaan , maar hield de touwtjes goed in handen!

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Golden Helmets

Transatlantic

Geschreven door

Sommige groepen verkiezen nog steeds het ouderwetse principe van de mond tot mondreclame en Golden Helmets uit Keulen zijn daar een mooi voorbeeld van. Je zal veel moeite moeten doen om iets van deze Duitsers op het net te vinden en toch zijn zij zoiets als een gevestigde waarde geworden in de Duitse garagerockscene. Tot nu toe mochten zij tot reeds complimenten van New Bomb Turks, The Fuzztones en onze eigenste Kids in ontvangst nemen.
Vanaf het moment dat je deze cd in je speler plaatst,  weet je ook meteen waar deze woorden vandaan komen want deze debuutplaat raast werkelijk als een trein over je heen. Ieder nummer bevat een maximum aan rock ’n roll terwijl er daar een lekker laagje soul wordt aan toegevoegd.
Laat Rocket From The Crypt een Motownplaat opnemen en het resultaat zou waarschijnlijk ergens in de buurt kunnen liggen van wat deze jongens hier brengen. Jammer genoeg duren rockplaten nooit echt lang en na 30 minuten is het rockplezier over en eigenlijk kun je alleen maar hopen dat deze Duitsers snel de richting van de Belgische podia zullen vinden.

Ben Harper

Live from The Montreal International

Geschreven door

Ben Harper heeft iets met live albums. Dit is inmiddels al zijn vijfde live registratie die op cd wordt geperst. Maar geen waarop hij meer briest, scheurt, knarst, bijt en gromt als deze hier. Met dank aan The Relentless 7, zijn nieuwe band waarmee hij in 2009 al het ziedende ‘White lies for dark times’ opnam en daarmee al onze twijfels wegnam na de daaraan voorafgaande middelmatige plaatjes. Quasi het volledige album is hier in deze live set opgenomen. Kan ook moeilijk anders, want dit was tot op heden nog maar de enige plaat die onder deze bezetting werd gemaakt. Wat we wel kunnen zeggen is dat de songs in een live kleedje nog een flinke brok gloeiender en scherper klinken, een stuk langer ook zoals in “Keep it together” waarin Harper zwaar aan het soleren gaat. Harpers gitaar klinkt overigens heter en gevaarlijker dan ooit, zijn Hendrix demonen zijn volledig losgeslagen en The Relentless 7 gaan geweldig tekeer.
Ook een paar interessante nieuwigheden zijn te vinden op dit live album. De bijzonder felle opener “Faster Slower dissapear come around” is een verdomd knappe en brute nieuwe song en Harper zet iets verder ook een vlijmscherpe versie van Hendrix’ “Red House” in de etalage.
Enkel de overbodige cover “Under pressure” (Queen en Bowie) staat hier een beetje onnozel te wezen en ook de ballad “Another lonely day”, de enige overblijver van The Innocent Criminals tijd, is nogal lauwtjes en past evenmin op dit bruisend live album.
Een live plaat die zeer in de smaak zal vallen bij Hendrix adepten, zoals Harper er natuurlijk zelf één is.

Chau Chat

Le Debut

Geschreven door

Naast de shoegazerevival is er naar verluidt ook een ware Britpoprevival op komst. Of er nu weldra een nieuwe Blur of een nieuwe Oasis op ons zal afkomen blijft natuurlijk de hamvraag maar wat ons betreft kan Chau Chat best zijn steentje bijdragen aan deze heropleving. Ondanks de Frans aandoende naam (vernoemd naar Madam Chauchat uit ‘De toverberg’ van Thomas Mann) blijkt dit duo echter uit Munchen afkomstig te zijn.
Is het dan zo dat de ultieme Britpopplaat van dit jaar van Duitse makelij kan zijn?
Een vraag die we moeten afwachten maar in plaats van een overbodige kopie van een reeds bestaande band te zijn,  werkt dit duo (bestaande uit Christian Illi en Ron Flieger) vanuit een andere invalshoek. Hun klassieke muziektraining zal er wel niet vreemd aan zijn, maar moest er zoiets bestaan als een mix van Tindersticks en Pulp dan zou Chau Chat best wel eens het antwoord kunnen zijn.
De perfecte balans tussen klassieke avant-garde en poppy indiemuziek wordt gedurende heel de cd aangehouden en mits wat airplay zou het radiovriendelijke “Konfusion-Stigmata” best een hitje kunnen worden.
Ergens hadden we nooit gedacht dat we dit ooit zouden neerschrijven maar de meest doordachte en originele Britpopplaat zou dit jaar wel eens uit Duitsland kunnen komen.

Protestant Work Ethic

The jar and the shock

Geschreven door

Het eerste wat je denkt eens als deze cd aan zijn einde komt, is dat deze release perfect zou passen in de cataloog van Bella Union gewoonweg omdat de muziek van Protestant Work Ethic sterk aanleunt bij nieuwe goden als John Grant. Maar dit klein meesterwerkje van Protestant Work Ethic is echter gewoonweg  uitgebracht op het kleine (maar prachtige) Valeot Records.
Volgens de wereld van Google word je bij het intikken van Protestant Work Ethic naar allerlei religieuze verenigingen verwezen maar in de muziekwereld staat deze naam bekend (nou ja) voor het project van de Oostenrijker Simon Usaty.
Op deze tweede cd liet Simon zich inspireren door zowel nieuwe als oude folk en met het gebruik van instrumenten als een ukelele, een banjo, een accordeon of zelfs een glockenspiel tovert Simon de mooiste folkstukjes uit zijn mouw die steeds voorzien zijn van een mooie evenwichtige rijke muzikale omkadering. Het is dan ook geen wonder dat meerdere mensen deze band wel eens vergelijken met Mumford And Sons.
Kenners hebben al begrepen dat dit een kleinnood is om de vingers van af te likken, u weet waar u het eerst gelezen hebt. In de gaten houden die band !

Club 8

The people’s record

Geschreven door

De winterkou heeft lang genoeg aangesleept en dus is het hoog tijd geworden voor een lekker zwoel plaatje. Wat dacht je van Club 8?
Inderdaad, we hebben het over dit Zweeds duo dat ons reeds sinds 1995 aangenaam weet te verassen met hun zonnige indiepopdeuntjes en wiens eerste releases uitgebracht werden op het Spaanse cultlabel Siesta Records.
Ook al werden ze destijds vergeleken met namen als Camera Obscura, JJ of Kings Of Convenience gingen deze mensen toch meer en meer in de richting van de swingende bossa nova.  Na het succes van hun vorig album ‘The boy who couldn’t stop dreaming’ besloten Karolina Komstedt en Johan Angergärd om de valiezen te pakken en richting Brazilië te trekken om daar nog wat meer inspiratie op te doen.
Het resultaat kan je nu horen op deze heerlijke cd die geproduceerd werd door Jari Haapalainen en die is op zijn beurt bekend van zijn werk met Camera Obscura en The Concretes.
Het resultaat is werkelijk verbluffend en Club 8 brengt hier een album waarin melancholische melodiën verweven worden met een heerlijke salsasound. Als je benieuwd bent hoe Belle & Sebastian zou klinken indien ze geremixt zouden worden door Herb Albert, dan kan ‘The people’s record’ wellicht een antwoord op die vraag zijn.

Beach House

Teen Dream

Geschreven door

Binnen de ganse rits indiepoprockende bands kunnen we momenteel niet omheen het NY-se duo Beach House. Inderdaad, Victoria Legrand (keyboards/backing vocals) en zanger/multi-instrumentalist Alex Scally staan er met de derde cd ‘Teen Dream’. Verdiend loon naar werk!, want de cd bevat dromerige, broeierige, toegankelijke indie.
Het is heerlijk vertoeven in de muzikale leefwereld van het duo die hun songs laten meedrijven op het pakkende, emotievolle gitaarspel, de bezwerende piano, toetsen en synths en zalvende drums, gedragen door de dromerig, soms hoog uithalende vocals. Ze zorgen voor een intens bedwelmende trip op de plaat, waarbij we praktisch geen zwak nummer terugvinden: van “Zebra”, “Silver soul”, “Norway”, “Walk in the park”, “Used to be” tot “10 Miles Stereo”, “Real love” en Take care” vinden we een ongelofelijke finessse en subtiliteit terug, die zich meester maakt van je gevoelswereld.
Het duo mag terecht gelinkt worden met de droompop van Mercury Rev , Grizzly Bear en My Morning Jacket en refereert aan oudjes Galaxie 500, Yo La Tengo en Mazzy Star door de heerlijke deels melancholische sound. Schitterend puik plaatje alvast!

Pagina 742 van 880