Er viel nog heel wat te beleven op de afsluitende Nuits Bota … de geprogrammeerde bands zaten nog niet op hun tandvlees …In de Chapiteau kon je terecht voor de funkende souldance, afrojazz en pop van Jamie Lidell, het Canadese Holy Fuck speelde energieke, opzwepende vibes en ritmes van luchtige elektronica, percussie, noise en rock in de Orangerie of je genieten van de sing/songwriterpop van Richard Hawley in het KC. En tot slot in de Rotonde stond één van de gehypte bands van het moment, The Drums … Hun single “Let’s go surfing” heeft een groot meezing- en fluitgehalte en zorgt er net als “Young Folks” van Peter, Bjorn en John voor dat de koude dagen van april en midden mei een zomerse temperatuur krijgen.
Het NY-se kwartet heeft al een tijdje hun EP ‘Summertime’ uit en binnenkort kloppen ze aan met hun debuut. In een volgepropte Rotonde konden we alvast op ontdekking gaan. Achterna konden we zeggen dat het kwartet, dat zich in Engeland schuilhoudt, meer in petto heeft dan een minnestrelend leuk nummer. The Drums rond gitarist Jacob Graham en zanger Jonathan Pierce goochelen met waveritmes van Joy Division, The Cure, de gitaarwaverock van Ian McCulloch (Echo & The Bunnymen) en The Smiths, halen invloeden aan van Fad Gadget, The Chameleons en roepen beelden op van de cold/glamour wave van Spandau Ballet en Theatre of Hate (zie hun haarsnit). En alsof dit nog niet genoeg was, hoorden we in songs de galmende, diepe bas van Peter Hook, de electro van New Order, de hoekige, springerige ritmes van The Rakes en Bloc Party in hun begindagen en zijn ze niet vies van de zomers surf van de Beach Boys en van de girlgroupies Shangri-Las en The Ronettes. En inderdaad, Interpol, White Lies en Editors mogen toch opkijken naar het opkomende talent.
Een mengelmoes en recyclage dus, die door deze jonge gasten een catchy melodie, een dosis lichtvoetigheid en een frisse, luchtige noot krijgen. Ze laten ook bitterzoete melancholie sluimeren in enkele songs. Wat maakt dat ze voldoende variaties aanbrengen en veel in hun mars hebben. De aanstekelijke deuntjes werden hoedanook sterk door het publiek onthaald.
De theatrale, spastische bewegingen, de hoekige danspassen en de grappige aankondigingen van Pierce deden denken aan onze Bijna Slimste Mens, Das Pop zanger Bent Van Looy (… had uiterlijk wel iets mee van hem!).
In de eerste songs straalde de zon nog niet echt, “It will all end in tears” en “My best friend (died)” waren qua tekst nu niet meteen de vrolijkste om mee te starten, maar hadden muzikaal voldoende dynamiek en vitaliteit. De daaropvolgende songs “I felt stupid”, “Submarine”, “Moon”, “Make you mine” en “Book of stories” waren grotendeels van dezelfde leest, hadden speelse, verrassende wendingen, gingen van een slepend naar een meer huppelend ritme of explodeerden ergens middenin. “Jerk” had dan iets mee van Vampire Weekend door de verleidelijke, opzwepende drumritmes. En “Skipping town” kleurde door het galmende gitaargetokkel. De single “Let’s go surfing” met z’n overbekende, aanstekelijke deuntjes, beëindigde na een goede 45 min de set. Het nummer klonk alvast krachtiger en directer dan op de radio.
Na bijna elk nummer werd het publiek hartelijk bedankt voor de respons, boog Pierce voorover en maakte een boogie danspas. En de momenten dat Graham even niet op z’n gitaar speelde, sprong hij wat in rond met z’n tamboerijn. Leuk allemaal.
Twee nummers besloten, het meeslepende, opbouwende “Down by the water” ( the love for all the boys & the girls) en het strakke, intens broeierige “Forever (and ever)”, de komende single, die doet denken aan de Psychedelic Furs.
We zagen een knappe, melodieuze set van het kwartet, die een grootse toekomst kunnen tegemoet gaan; ze stonden er overduidelijk als liveband en kunnen net als White Lies vorig jaar de hoopvolle band zijn van 2010!
Organisatie: Botanique, Brussel (ikv Les Nuits Bota 2010)