Als je als rockliefhebber naar een klassiek concert gaat, dan voel je je zoals een bierkenner die naar een wijnproefavond gaat: een beetje beschroomd, omdat je de woordenschat van de wijnwereld niet kent. Anderzijds ben je wel onbevooroordeeld , niet gehinderd door enige voorkennis van wat je volgens de kenners goed zou moeten vinden: je weet ook wel wat je lekker vindt, en wat niet, en je kijkt sneller door het elitaire gedoe en de bla-bla heen (bio-dynamische teelt, leisteen en kalkterroirs en andere bullshit-terminologie).
Vanavond waren we dus naar het Concertgebouw afgezakt voor een concert van Michael Nyman & Band in het kader van het Music in Mind festival. Michael Nyman (63 ondertussen) is een Engelse componist, die bij het grote publiek vooral gekend is van zijn filmsoundtracks, waarvan de soundtrack van ‘The Piano’ (Film van Jane Campion met Holly Hunter, Sam Neill en Harvey Keitel, 1993) wellicht de bekendste en meest beklijvende is. Michael Nyman is een echte renaissance man, naast componist van soundtracks, schrijft hij ook opera, stukken voor ballet, en hij is daarnaast ook pianist en bandleader van zijn Michael Nyman Band. Michael Nyman was ook de eerste om als recensent de term minimalisme te lanceren, en in zijn muziek vindt je dat minimale dikwijls terug: korte muzikale thema’s worden dikwijls herhaald, maar subtiele variaties doorbreken het basisthema en laten het stuk in verschillende richtingen evolueren.
Het publiek en de setting vanavond waren toch iets anders dan op een gemiddeld rockconcert: een iets ouder publiek, tussen de dertig en de zestig, iets chiquer gekleed, een vestiaire, geen bier in plastic bekertjes in de zaal en genummerde plaatsen.
Iets na halfnegen kwam de Michael Nyman Band op het podium: een elftal muzikanten, vooral koperblazers, en een viertal strijkinstrumenten. Als laatste kwam de man zelf op het podium, in een ietwat te groot uitgevallen rokkostuum met veel te lange slippen. De hele avond zou de man met zijn rug naar het publiek zitten aan zijn piano. De band, en dan vooral de koperblazers, zouden centraal staan vanavond. We waren benieuwd welke stukken gebracht zouden worden, en of de filmmuziek ook zonder beelden zou werken. Het eerste halfuur kregen we up-tempo stukken van vier tot zes minuten, met een ondergeschikte rol voor de strijkers, en Michael Nyman die rudimentair op zijn piano hamerde om zo de baslijnen van de composities te verzorgen. Dit eerste halfuur overtuigde niet echt, het was allemaal heel goed gespeeld, maar het raakte mij niet echt. Door de prominente rol van de klarinet en de andere koperblazers, deed het soms aan achttiende eeuwse klassieke kamermuziek denken, zodat je je ergens op een jachtpartij of een bal in een of ander Engels kasteel waande.
De koperblazers zaten echt wel heel prominent in het geluid, de vier strijkinstrumenten konden niet optornen tegen de 6 blaasinstrumenten. Sommige nummers hadden ook wel iets weg van kubistische jazz, zeker omdat het geluid van de koperblazers absoluut niet traditioneel klonk (de blazers klonken zoals de saxofoon bij “The man with the red face” van Laurent Garnier.
Na een halfuur mocht de band even pauzeren, en bracht Michael Nyman een aantal solostukken op piano. Hij begon met de eerste drie vier nummers van ‘The Piano’. Zo passeerden onder meer “The Heart asks pleasure first”/ “The Promise” en “Big my secret”, maar ook een heel breekbaar “Wonderland”. Het viel op dat Michael Nyman eigenlijk geen superpianist is, we konden hem zelf op een foutje betrappen. De muziek blijft natuurlijk prachtig, we hadden onmiddellijk zin om nog eens naar ‘The Piano’ te kijken.
Na dit korte intermezzo, kwam de band er weer bij, en zouden we nog een leuk laatste deel van het concert krijgen: de strijkers mochten een prominentere rol spelen en ook de inbreng van de blazers mocht er zijn. Stukken zoals “Chasing sheep is best left to shepherds” (van de soundtrack ‘The Draughtman’s Contract’) en “Miranda” bouwden naar een climax toe en lieten ieder instrument mooi tot zijn recht komen.
Na bijna een uur en een kwartier was het tijd voor de bissen. “Time Lapse” (van ‘Drowning by Numbers’) was een schitterende afsluiter, hoewel die een beetje komiek van start ging met een koperblazer die bijna als een misthoorn klonk. Het publiek trakteerde de volledige band dan ook op een staande ovatie.
Als een niet-kenner hadden we toch wel echt van dit avondje hedendaags klassiek genoten, waarbij we wel moesten wennen aan het feit dat je live een geïntegreerd geluid krijgt van prominente blazers. Als je naar de soundtracks luistert, zij het via een hi-tech hoofdtelefoon, of in een cinemazaal, dan hoor je de afzonderlijke instrumenten links of rechts, zodat de piano en strijkers veel sterker uit de verf komen. Dat is wellicht het onderscheid tussen een soundtrack, waar de compositie de beelden ondersteunt en versterkt, en een live-uitvoering van een soundtrack, waar het totaalgeluid belangrijker is.
Om kort te zijn, deze bier- en rockkenner was blij om eens van hedendaags klassiek te kunnen proeven. Na afloop van het concert hebben we trouwens nog een pintje gedronken.
Organisatie: Cactus Club ism Concertgebouw, Brugge (ikv MIM 2009)