logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Shaka Ponk - 14...
Shaka Ponk - 14...

UB40

UB 40 – Van links naar rechts, maar op en neer

Geschreven door

Revivals, de jaren 2000 staan er bol van en ook UB40 sprong mee op de kar van de comebacks. Hoewel de Engelse reggaeband uit de jaren tachtig plots verder moest zonder leadzanger Ali Campbell en Michael Virtue staan ze er weer. Met ups en downs, zo bleek de laatste januariavond in de Brusselse AB.

Eigenlijk zijn ze nooit weggeweest, maar de heupwiegende hits van de eighties vielen wat stil en er kwam te veel geruisloos nieuw materiaal. Vier jaar geleden stapte zanger Ali Campbell ook op en een groep die zijn boegbeeld verliest, is zijn gezicht en vooral zijn eigenheid kwijt. Normaal gezien toch.
Maar kijk, Ali heeft een broer (Duncan) en wil diens stem nu wel doodeng op die van Ali lijken. Duncan werd de nieuwe frontman en dat deed hij in de AB – ondanks een mitella om de hals en arm om de pijn van zijn ribbreuk te verzachten – met verve. Aan de veren kent men de vogels en in dit geval zingen ze met eenzelfde bek.
Afrikaanse percussie links, de drums rechts en daartussen nog een achttal muzikanten die - tegen de achtergrond van een zwartwitte mega-close-up van een palmboom - zich vrij van voor naar achter bewogen en die samen het hele concert door zachtstappend van links naar rechts wiegden. Van voor naar achter, van links naar rechts, maar de gig ging zelf van boven naar onder en terug, want halverwege (toevallig met het nieuwere werk?) zakte de reaggepudding in.
Nostalgie, we geven het toe, die meezingtunes van de Britten  die toen nogal maatschappijkritisch  waren (UB40 komt van Unemployment Benefit, een papier voor werkloosheidsuitkering)  , al bestond de hoofdmoot van hun recept er toen in om songs uit de zestiger jaren (en niet van de minste – Bob Marley, Sonny & Cher, Jackson 5…) te overgieten met een reggae- en zelfs ska-sausje. Het smaakte toen, het smaakt nu nog; Het zijn klassiekers.
Na een vrij bombastisch aandoende intro zette de band zich in het vriezende Brussel klaar en meteen steeg de temperatuur met hits als “Here I am, Baby (come on and take me)” en “Sing our own song”. Duncan Campbell zong in dezelfde vertellende manier als zijn broer, als was hij zelf de originele stem van UB40.
Het duurde vier nummers eer het publiek toegesproken werd en de band verontschuldigde zich meteen voor het halfuurtje vertraging. ‘Hopefully we will hear you sing tonight’. Het volgende trio nummers was net iets minder meezingbaar, maar op “Cherry Oh Baby” wuifde de zaal graag terug.
Een onverlaat wou dan even met zijn groene laserstraal het boeltje opvrolijken, maar die werd met gedecideerde hand diets gemaakt dat dit de sfeer niet ten goede kwam. Tijd voor het (zang)rollenspel, want Duncan nodigde een drietal van zijn kompanen uit aan de microfoon en dat was niet altijd een geslaagde zet, ook omdat het genre plots veranderde. En bij die nieuwe nummers werd bijwijlen zonder schroom gepikt van hun oudere hits en van bijvoorbeeld Desmond Dekkers “Israelites” (“Morning Lights”). Dat Maxi Priest een tijdje hun reggae-adviseur was, kan enkel beschouderklopt worden, maar toch, het concert gleed wat naar af, zeker toen de bassist met een onvaste kopstem ging joelen.
Maar net op tijd zetten ze “Kingston Town” in en kregen we weer de UB40 die iedereen kent en weet te pruimen. Het tweede luik ging weer crescendo met – tja, kan het anders ? – hun meezinghits: “Food for thought”, “Madam Medusa”, “Rat in mi kitchen”.  En met “Red Red Wine” als afsluitdrink na een dik anderhalf uur.
Nog drie bisnummers volgden en die hielden dat niveau aan, al konden we ons niet van de indruk ontdoen dat de geluidsman de echoknop bij momenten iets te ver open draaide.

Conclusie: ze brachten twee jaar geleden ‘Labour of Love IV’ uit en ze zijn bezig met een nieuw album (waaruit ze “Blue Eyes” speelden), maar UB40 moet het toch hebben van hun grootsheid van dertig jaar geleden. Tijdens de dieptepunten in hun concert borrelde de gedachte op dat ze toen eigenlijk amper als hun eigen voorprogramma zouden mogen spelen.


Setlist
1. Here I am baby (come on and take me) 2. Sing our own song 3. One in ten 4. Wear you to the ball 5. Homely Girl 6. The way you do the things you do 7. Cherry oh baby 8. Cream Puff 9. Maybe Tomorrow 10. Blue Eyes 11. Higher Ground 12. Boom shaka boom 13. Morning lights 14. Reggae Music 15. Baby 16. Kingston Town 17. Food for thought 18. Madam Medusa 19. Rat in mi kitchen 20. Red Red Wine
Bis 21. Please don’t make me cry 22. Easy Snapping 23. Can’t help falling in love

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/ub-40-31-01-2012/

Organisatie: Live Nation

Brian Olive

Brian Olive - Bescheiden klasse

Geschreven door

Brian Olive (Cicinnati, Ohio) speelde in de oerversie van het garagecombo The Greenhornes maar raakte vooral daarna bekend onder de schuilnaam Oliver Henry als saxofonist/gitarist van de Soledad Brothers, die in het begin van deze eeuw de blues opnieuw acceptabel lieten klinken. Na het verscheiden van die band probeert hij het sinds enkele jaren alleen wat vorig jaar resulteerde in de uitmuntende plaat ‘Two of everything’ (uit op Alive Records) waarvoor Black Key, Dan Auerbach, mee instond voor de productie. Nadat in datzelfde jaar een reünie-tour van de Soledad Brothers werd afgeblazen stak hij nu voor het eerst met zijn bloedeigen groep de oceaan over en mochten we in de Trix hun Europese première meemaken.

Maar eerst werden we aardig opgewarmd door de Charlie Jones Big Band uit Sint Niklaas, die ondanks hun naam slechts uit vier leden bestond. Het is crisis voor iedereen. Zanger Jan Verstraeten, getooid met een vervaarlijk ogend kapsel, beschikt over een imponerende strot en bleek een geboren frontman. De band zette een stevige sound neer maar had op iets te veel paarden gewed. Zo werden we voortdurend van de ene naar de andere stijl gekatapulteerd (soms zelfs in één nummer). Van cabareteske sferen naar onversneden pop, om dan weer rammelende rock te brengen waarna Verstraeten zich ging neerzetten aan een Waitsiaanse piano. Maar eigenlijk hoef ik daarover niet echt te kniezen : zo kreeg de eentonigheid alvast geen kans en wie een song enkel begeleid door een primitieve duimpiano, hand claps en finger snaps tot een goed einde weet te brengen verdient veel krediet. Groot zullen ze er niet mee worden maar de talrijk meegereisde fans amuseerden zich waarschijnlijk rot.

Brian Olive, die op ‘Two of everything’ haast alle instrumenten zelf voor zijn rekening neemt, had een vierkoppige begeleidingsband (bas, drums, toetsen en vrouwelijke backing vocals) meegebracht. De groep had vooraf reeds kennis gemaakt met het ruime assortiment Belgische bieren wat resulteerde in een zich wat onhandig uitdrukkende Brian Olive en een voortdurend lachend zangeresje (of had ik iets gemist?). Gelukkig had dit geen invloed op de muziek en kregen we in een relaxte sfeer vooral nummers uit die laatste plaat, aangevuld met enkele songs uit zijn debuut. Bijzonder mooi afgewerkte pop met een licht psychedelische toets die de sixties liet herleven. Alles stond in het teken van de songs met opmerkelijk veel aandacht voor de stemmen. Brian Olive, nochtans een meer dan begenadigd muzikant, liet zich slechts zeer sporadisch verleiden om zijn sax of gitaar eens solo te laten schitteren. Deze muziek liet zich moeilijk plaatsen, misschien enigszins te vergelijken met wat een Kelley Stoltz zo'n tien jaar geleden bracht. Op het einde klungelde Olive alweer (het maakte hem des te sympathieker) : "ik heb nog twee songs voor jullie, euh, eigenlijk maar één." Waarna de groep na één nummer het podium verliet om na lang overleggen toch terug te komen ("we kennen er toch nog één") en zo het prijsnummer van "Two of everything", "Strange attracter" op ons los te laten! Spectaculair was het niet maar achter die bescheiden ambachtelijkheid schuilde toch grote klasse.

Organisatie: Heartbreaktunes (ism Trix)

Jane Birkin

Jane Birkin ‘Serge Gainsbourg & Jane via Japan’ - Duet met valse noten

Geschreven door

Jane Birkin was bang dat er niet veel volk zou komen opdagen voor haar debuut in Gent, omdat niemand haar had herkend toen ze die dag ging wandelen in de stad. Dat bleek goed mee te vallen in een aardig gevulde Handelbeurs, al verdenken we niet iedereen ervan specifiek voor de muziek te zijn gekomen. Jane Birkin is vooral een icoon van de roaring sixties, in haar jonge jaren bloedmooi stijlicoon die de controverse niet schuwde, moeder van o.a. Lars von Trier-lieveling Charlotte, en vooral muze van het muzikale genie Serge Gainsbourg. De actrice en zangeres, 65 ondertussen, is vandaag vooral een graag gezien gast op de Franse tv, verdedigster van humanitaire zaken en goede doelen, en vooral gepassioneerd  ambassadrice van de geest en muziek van Serge Gainsbourg, die overleed in 1991. Sinds zijn dood houdt Jane Birkin de muziek van Gainsbourg levendig door regelmatig met zijn muziek de wereld rond te trekken.

De tournee die haar naar Gent bracht, getiteld Serge Gainsbourg & Jane via Japan, lijkt een reprise van de in 2002 uitgebracht ‘Arabesque’, waarmee ze een selectie van Serge’s songs in een Oosters jasje stak. De aanleiding van de 40ste verjaardag van de conceptplaat ‘Melody Nelson’ en een bezoek aan het door Fukushima getroffen Japan, bracht haar op het idee om een concertreeks te organiseren met louter Japanse muzikanten.

Vanaf de eerste noten van “Requiem pour un con “ werd het duidelijk dat de Japanse omkadering niet letterlijk te nemen was: vier Japanse muzikanten – die gedurende een intermezzo hun volledige kunnen konden laten zien aan het publiek – waaronder een violiste, drummer, pianist en trompettist zorgden voor een soms jazzy, soms reaggae, of volledig naakte omkadering van Gainsbourgs’ songs. Het moet gezegd, mocht Jane meedingen naar de titel van The Voice van Vlaanderen, de kans is erg klein dat er ook maar één stoel wordt omgedraaid; maar wie naar Jane Birkin gaat kijken weet dat de charme net ligt in de imperfectie van haar stem en moet zich vooral niet ergeren aan valse noten.
Het is dan ook in de volledig gestripte versies van Gainsbourg’s nummers dan Jane zich het beste staande hout, zoals in “En rire de peur d’être obligée d’en pleurer”, “Chanson de Prévert”, waar ze enkel wordt begeleid door piano, of nog “La Ballade de Johnny Jane” uit de film ‘Je t’aime moi non plus’ (waarbij Jane liet weten dat het refrein uit de titelsong “je vais et je viens, entre tes reins” door de Engelsen vertaald was als “I come and go between your kidneys”). 
Op de setlist kan steevast het prachtige “Amour des Feintes” niet ontbreken, haar lievelingsnummer van het gelijknamige album dat Serge Gainsbourg voor haar schreef een jaar voor zijn dood. De teksten van dit nummer lijken dan ook rechtstreeks te verwijzen naar hun ‘destructieve’ relatie: de nos vingt ans, ne restent que les teintes d’antan, qui peut être et avoir été, je pose la question, peut-être étais-je destinée, a rêver d’évasion.
Een grappige verrassing waren de bijna perfect uitgevoerde ‘Shebam! Pow! Blop! Wizz’s’ uit het nummer “Comic Strip”, uitgevoerd door de Japanse violiste en oorspronkelijk vertolkt door Brigitte Bardot. Daaraan voegde Jane toe dat het haar zelf nooit was gelukt om die kreten enigszins overtuigend voort te brengen, laat staan Brigitte Bardot…  Dat Gainsbourg een echte woordkunstenaar was bleek uit Birkin’s vertolking van “Baby Alone in Babylone” en “Haine pour Aime”.

Een echte hoogtepunt was er niet en het was vooral aan de muzikanten en het charisma van Jane Birkin te danken dat het optreden voor de toeschouwer de moeite waard was (Jane klom zelfs even van het podium om doorheen het publiek te dansen). Alleen jammer dat ze steeds dezelfde songs van Gainsbourg bewerkt, wij hadden graag eens iets gehoord uit ‘Love Beat’, zoals “Sorry Angel” (in 2006 nog gecovered door Franz Ferdinand). Maar wellicht zal Jane daar wel haar redenen voor hebben.

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

Spinvis

Spinvis - Doe mij maar een retourtje planeet Spinvis

Geschreven door

We verdenken Erik de Jong aka Spinvis ervan een stille bewondering te koesteren voor René Magritte. ‘Ceci n’est pas une pipe’: niets is wat het lijkt in de bovenkamer van de Jong. De wat excentrieke Nederlander debuteerde op z’n 40ste met de klassieke single “Voor Ik Vergeet”, en sindsdien is hij langzaam maar zeker uitgegroeid tot een waar begrip in de Lage Landen en prijken zijn albums steevast op elk zichzelf respecterend eindejaarslijstje.
Vanuit Het Vaticaan, de studio onder diens huis in het onooglijke Nieuwegein, voorziet de Jong zijn surrealistische woordkunst van de passende soundtrack. De zonderlinge krullebol sleutelde er maandenlang aan zijn derde studio album ‘Tot Ziens, Justine Keller’ dat eind vorig jaar eindelijk het levenslicht zag. Met het radiosucces van de vooruitgeschoven single “Oostende” en een stekje in de Radio 1 - Sessie van Gorki ziet Spinvis zijn aanhang in Vlaanderen tegenwoordig alleen nog maar toenemen. We hebben de Jong de voorbije jaren in totaal verschillende gedaanten aan het werk gezien, de ene keer als ongekroonde koning van de experimentele lo-fi omringd door een paar dozijn toeters, bellen en andere geluidseffecten, de andere keer enkel gewapend met een dichtbundel op een literaire avond. Maar toch, het was best wel even wennen om afgelopen woensdagavond in cc De Spil in Roeselare nu ook kennis te maken met Spinvis als volbloed rockgroep.

Anders dan een ‘reguliere’ band kiest de Jong gewoontegetrouw voor een averechtse opener. Celliste Saartje Van Camp werd als voorwacht het podium opgestuurd; haar engelengezang werd langzaam maar zeker overstemd door een kakafonische geluidsbrij toen de Jong en zijn andere kompanen zich in extremis nog even aan een laatste soundcheck waagden. Uit de chaos doemden heel voorzichtig de eerste noten van “De Grote Zon” op, een eerder intimistisch liedje over de immense snelheid waarmee het leven aan iedereen lijkt voorbij te flitsen, maar toch wat verrassend een behoorlijk stevige versie meekreeg. Veel tijd om te mijmeren kreeg het publiek verder niet, want met “Heel Goed Nieuws” en het oudje “Astronaut” schroefden de Jong & co gestaag het tempo en de decibels omhoog. Deze Spinvis On Speed ging duidelijk voor intensiteit en volume, en had minder oog voor de subtiele effectjes waar elk Spinvis album bol van staat. Net daardoor werd “We Vieren Het Toch”, met voorsprong het meest indringende nummer uit het jongste album, op de planken van cc De Spil gedegradeerd tot een eerder doordeweeks nummer.
Voor iemand die niet bepaald bekend staat als een veelprater waren de bindteksten van de Jong best wel onderhoudend. Ter inleiding van “Overvecht” mocht het publiek even binnengluren in de jeugdjaren van de Jong en de tijd dat steriele appartementsblokken als paddestoelen uit de grond schoten; “Koning Alcohol” werd dan weer subliem opgedragen aan het ontvrienden van de fles als beste kompaan. In het afsluitende “Kom Terug” gaf de Jong het publiek tenslotte nog een eigengereide levensles mee: “Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep, kom terug”.

Niet dat de Jong en zijn gevolg tot dan toe bepaald zuinig waren geweest op hoogtepunten, toch slaagde de groep er pas tijdens de bisronde in om ons echt bij het nekvel te pakken. In De Laatste Show was al eerder te zien hoe “Twee Meisjes” van Raymond en “Bagagedrager” vakkundig in elkaar werden gedraaid door Spinvis. Een sterk staaltje live mashup van twee moderne kleinkunst klassiekers die elkaar op het eerste zicht weinig te vertellen hebben, maar in de handen van de Jong spontaan samensmelten tot één lange melancholische trip.
Dagdromen is zo een andere hobby van Spinvis. Over de gruwelijke actualiteit van alledag heeft hij liever geen mening, de Jong zondert zich af maar sluit zich niet af in het speelse “Ik Wil Alleen Maar Zwemmen”. Zwaarmoedigheid krijgt dus zelden een kans in de bovenkamer van de Jong, wel integendeel. Helemaal op ‘t eind disselde hij een anekdotisch kortverhaal op over de bij onze noorderburen erg populaire roze koeken en hing er vervolgens moeiteloos “Wespen Op De Appeltaart” als slotakkoord aan op.

De koek was toen weliswaar volledig op, maar het gezellige gekeuvel achteraf in de bar met toetsenist Lucas Oldeman was een kruimeltje die ondergetekende niet kon laten liggen. We zijn niet te weten gekomen wie die Justine Keller nu precies is, maar wensen haar toch maar een behouden vaart voor dat retourtje planeet Spinvis.

“Alvoren de grote mensen aan het woord te laten mogen wij u komen entertainen”, aldus opwarmer van dienst Senne Guns. Eindelijk een jonge gast die zijn plaats kent, zou je dan denken, maar de overdreven nederigheid, flauwe woordspelingen en dito rijmelarij maakten dat zijn set al vlug ging vervelen. De verwachtingen waren nochtans redelijk hoog gespannen. Guns wist vorig jaar een kleine hype in kleinkunstland op zijn naam te schrijven met het innemende “De Goudvis”, en werd net niet doodgeknuffeld door Raymond in zijn Radio 1 Sessie For Life afgelopen december. Echter, het ontbreekt Guns aan een eigen muzikale identiteit om momenteel enige potten te breken. We verwijzen hem graag terug naar een duister zolderkamertje om nog wat verder aan dat beloftevol kleinkunstsmoel te werken.

Organisatie: CC De Spil, Roeselare

Dropkick Murphys

Dropkick Murphys - Genekt door barslechte akoestiek

Geschreven door

Aan hun gedrevenheid zal het zeker niet gelegen hebben, maar Dropkick Murphys worstelden gans de avond lang met een danig slecht geluid dat ze uiteindelijk het verdict verloren tegen de meedogenloze bunker Vorst Nationaal.

Vooral de beginfase ging bijna helemaal de mist in. De folkinstrumenten en dan vooral de doedelzak, toch wel het stokpaardje van de Murphy’s, waren nauwelijks hoorbaar waardoor wij constant een bulldozerdreun hoorden waarin de eerste songs moeilijk van elkaar te onderscheiden waren. Het helse tempo en de volle goesting van de groepsleden maakten echter veel goed. Het publiek ging ondanks de barre geluidskwaliteit gewillig uit de bol, zong luidkeels de hymnes van de Murphys mee en bouwde er zo alsnog een wild feestje van, alsof er niets aan de hand was. De fans morden met name niet om het slechte geluid, ze hadden zichzelf al het nodige vocht toegediend en waren vast bereid er een heuse party van te maken. Vorst mocht dan misschien maar half gevuld zijn, de bieromzet bedroeg gegarandeerd vier keer zoveel als op een uitverkocht concert van pakweg Elbow of Coldplay.
Iets verder in de set kwam er dan toch wat beterschap in de sound, hoewel het nooit helemaal goed kwam, en genoten we van venijnige folkpunkers als “Deeds not words” en “Going out in style”, twee krakers uit die nieuwe energieke plaat ‘Going out in style’. Ook “Johnny, I hardly knew ya” viel ons op, maar dan vooral omdat wij wel zeer nadrukkelijk moesten denken aan “English civil war” van The Clash.
Een akoestisch intermezzo van een viertal songs was enerzijds een verademing omdat het ons tijdelijk verloste van de dreun (we hoorden zowaar eens de instrumenten zoals ze zouden moeten klinken), maar anderzijds haalde het ook wat de vaart uit het optreden, en vaart is nu net datgene waar het om draait bij Dropkick Murphys. Maar goed, dat tussendoortje was ook weer een geldige reden voor de fans om extra potten bier te halen, ook niet onbelangrijk.
Daarna werd terug onbezonnen doorgeramd, met ondermeer een opzwepend “The auld triangle”, een razend “Barroom hero” en een hitsig “Irish Rover” die we ook kennen van The Pogues, een laat ons zeggen verwante groep, maar dan met wat meer authenticiteit en wat minder punkrock, doch evenveel drankgenoegen.
Publiekslieveling “Shipping up to Boston” als finale mocht wat ons betreft het definitieve einde zijn, want de rommelige bisronde die daarna kwam, met een hoop volk op het podium en een inspiratieloze bewerking van AC/DC’s ‘TNT’, was op zijn zachtst uitgedrukt nogal overbodig.

Een wild feestje dus, alleen doodjammer van de erbarmelijke sound. Hoe graag hadden we dit niet in de AB gezien ?
Herkansing op één of ander zomerfestival, zouden wij zo zeggen.

Organisatie: Live Nation

Boyz II Men

Boyz II Men - Zwarte nostalgie

Geschreven door

Nostalgie, het blijft een dodelijk efficiënt wapen en dito inkomstenbron in de muziek. Denk aan de vele zestigers, vijftigers en veertigers die hun spaarboekjes plunderen voor luxueuze (uiteraard ‘geremasterde’) heruitgaves van respectievelijk ‘The Beatles’, ‘Led Zeppelin’ en ‘U2’. Of aan de dertigers die hun in de jaren ’90 kapot gedraaide cassettes van ‘Nirvana’ en ‘Pearl Jam’ inruilen voor een gepolijst, digitaal exemplaar. Gelukkig viel er in de nineties ook nog andere muziek te beluisteren en een deel daarvan situeerde zich, ten opzichte van grunge, aan de andere kant van het muzikale spectrum: de zorgeloze, romantische, licht verteerbare en vaak behoorlijk kleffe R&B waarvan het Amerikaanse trio ‘Boyz II Men’ de onbetwiste vaandeldrager was.

We willen ze dan ook geen eten geven, het aantal niet meer al te jonge koppeltjes in het opvallend veelkleurige publiek die zich in de zo goed als uitverkochte AB nog eens dicht tegen elkaar aanschurkten tijdens de ballad  “I’ll Make Love To You”, een nummer waarvan de pathetiek, voor zover mogelijk, nog versterkt werd door het ronddelen van witte rozen.
Eerder al, nog vóór het trio Nathan Morris, Wanya Morris, and Shawn Stockman (in 2003 verliet het vierde lid Michael McCary de groep om gezondheidsredenen) uit Philadelphia op het podium verscheen, werden hun muzikale verdiensten in een heuse Amerikaanse presidentsverkiezing stijl op een groot scherm gebombardeerd: “most successfull male R&B act ever”, “more than 60 million albums sold worldwide”,… Associaties aan champagneslurpende, in zijden pyjama’s gehulde zwarten in witte limousines kwamen spontaan bovendrijven. Maar het moet gezegd:  Boyz II Men deden hun uiterste best om hun oprechte dankbaarheid te betuigen voor hun sterrenstatus die ze twintig jaar later nog steeds wereldwijd lijken te genieten: “Thank you for supporting us”, “Thank you from the bottom  of our hearts”, “We’ve never known we could become famous in Brussels”, … tot vervelens toe werd de stroop iedere keer na gemiddeld 3 nummers breed rond de mond gesmeerd, maar het publiek likkebaardde gretig.  
Polaroid beelden van spelende kinderen dikten de nostalgische sfeer verder aan tijdens classics als “On Bended Knee” en “Water Runs Dry”, al werd ook een handvol nieuwe nummers waaronder “More Than You Will Ever Know” niet geweerd in de set. Slim gezien trouwens om die op een nieuwe dubbel CD ‘Twenty’ uit te brengen met een compilatie van de grootste hits op het andere schijfje. 
Tussen de nummers door werd langdurig hulde gebracht aan alle grote Motown en andere soul legendes, waarbij uiteraard ‘Michael Jackson’ op het meest bijval kon rekenen. De jeugdige looks van de Boyz zelf waren met het verstrijken van de tijd voorgoed verleden tijd, al bood dat ook zijn voordelen.  Omdat de bandleden hun kraakwitte zomerse bermuda’s en kleurrijke polo’s van twintig jaar geleden tegenwoordig ingeruild hebben voor een grijs kostuum met strak ondervestje klonk hun ‘Four Tops’ medley (“It’s The Same Old Song”, Reach Out I’ll Be There) meteen een stuk geloofwaardiger.
Het zat er al een tijdje aan te komen, maar na “End Of The Road”, in 1992 goed voor liefst dertien weken onafgebroken nr.1 in de Amerikaanse Billboard Top 100, was de decibelmeter in de AB dringend aan vervanging toe. 

“Mission accomplished”, zagen we de heren van Boys II Men denken aan het eind, en ze hadden er, net als het publiek, duidelijk veel plezier aan beleefd.

Organisatie: Greenhouse Talent

Airship

Stuck in this ocean

Geschreven door

Airship - Talentvolle band uit Manchester die ons weet te raken … In hun dromerige, bezwerende zwevende gitaarpop sijpelt shoegaze op gepaste wijze door, die af en toe eens licht ontvlambaar kan zijn en behoorlijk kan exploderen , dan weer baden in onschuldige romantiek of een mistroostig decor optrekken. Binnen de noemer shoegaze houden we wel van “The trial of Mr Riddle”, “Spirit party” en “Kids” . De andere nummers hebben een lief, karakter, doen mijmeren en hebben een broeierige intensiteit . De zalvende vocals van Elliott Williams hebben iets mee van James Walsch van Starsailor . Ook het gitaargetokkel zorgt voor emotionaliteit . Fijn debuut .

SBTRKT

SBTRKT

Geschreven door

Als je de naam SBTRKT hoort of ziet , dan laat het wat bijzonders en mysterieus uitstralen . Inderdaad,  hij komt aantreden met een apart masker binnen een geheel elektronisch web . SBTRKT staat voor Subtract en hierachter schuilt de Londense producer Aaron Jerome, die zich een weg aan het plaveien is binnen de elektronische muziek . Ondanks dat de naam prikkelt , is de muziek binnen de geijkte paden te catalogiseren , want soul , dubstep,  drum’n’bas, breakbeats en James Woon / Blakes achtige slepende, dreunende  basses,  grooves en bleeps vullen aan . En de elektronische songs zijn er met behulp van o.m. de soulfulle vocals van Stampha en van de zangeres van Little Dragon. Het zorgt ervoor dat we afstandelijkheid en nervositeit samengaan met een warm, tropisch, toegankelijk geluid. Op die manier brengt hij in het genre Flying Lotus en Katy B wat dichter bij elkaar …  De single “Pharoahs” vormt het hoogtepunt van de cd , maar songs als “Hold on” , “Wildfire” , “Right thing to do “ moeten niet onderdoen .
Kijk, SBTRKT brengt mooi elektronicavoer , die prima verrijkt wordt door nauw verwante genres en door de toegevoegde soul’n’voices …

Coldplay

Mylo Xyloto

Geschreven door

Groot - Groter – Groots, de band van de laatste tien jaar is ongetwijfeld wel Coldplay geworden, die is uitgegroeid tot een heuse stadionband, in de voetsporen van een U2,  melodieus broeierige pop, die soms met de nodige bombast, breed uitwaaierende arrangementen, koortjes en meezingbare refreintjes vetter klinkt. Hun vijfde plaat , drie jaar na ‘Viva La Vida or death and all his friends’, is op en top afgewerkt, afgelijnd en is droompop bij uitstek , die de dagdagelijkse beslommeringen even opzij plaatst . Chris Martin en de zijnen durven wel eens aan plagiaat doen, maar bon soit, de songs op zich klinken goed, hebben een spannende intensiteit, verkopen goed en zorgen voor samenhorigheid, dus wie maalt er om … dat we horen we op songs als “Paradise”, “Charlie Brown”, “Every teardrop is a waterfall” en het afsluitende “Up with the birds” . Toch zien de heren nog Moeder Aarde en is er ruimte voor ingenomenheid en ballads, “Us against the world” en “U.F.O.”, die niet vies zijn van wat stroop. De U2 gitaarloops komen het sterkst naar voor op “Major minus”, maar The Edge zal het wel lekker met hen samenspelen, …  
Hitgevoelige Droompop , daar staat Coldplay nu garant voor en dat is hun uitgangsbord bij uitstek geworden .

Ed Sheeran

+

Geschreven door

Traditionele sing/songwriter pop, die weet te raken … We kunnen aankloppen bij de twintigjarige Brit Ed Sheeran  die na een handvol EP’s en een pak optredens in clubs uiteindelijk toe is aan z’n debuut . Een fijn plaatje heeft hij uit  met sfeervol, dromerige popsongs , bepaald op basis van z’n akoestische gitaar en z’n soulfulle stem . De charismatische zanger brengt zowel op sobere elegante wijze solo, als door toevoeging van een beheerst instrumentarium een rits liefdesliedjes , luister maar eens  naar “A team”, “Wake me up”, “This” als “Drunk”, “Grade 8” , als de bredere gearrangeerde, broeierige “The city” en “Give me love” . Hip-triphoppende invloeden durven ook wel eens doorsijpelen, “You need me, I don’t need you” en “Kiss me”. Ed Sheeran heeft meteen een knaller van een debuut uit.

Pagina 648 van 881