logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Manu Chao - Bau...
Zara Larsson 25...

Too Much & The White Nots

Hootenanny

Geschreven door

Too Much & The White Nots is een uitgebreid ensemble die de meest uiteenlopende muziekinstrumenten hanteren van ukelele, slide gitaar, toetsen, cello, flutes, viool, mondharmonica …
De band van drie Fransen, drie Belgen en een Italiaan passen perfect in het plaatje van de nieuwe rage feelgood indiefolk , met een melancholisch randje . Op die manier halen we ten dele Noah & The Whale en The Decemberists voor de ogen , maar hun sound gaat breder richting zigeuner & en worldpop. Ook de fijne bezwerende, frisse samenzang (zelfs beetje Damien Rice bij momenten)  zorgt voor een kleurrijk geheel. De songs ondergaan diverse tempowisselingen, zijn sfeervol en zwierig . Op die manier heeft dit debuterend hecht bandje een overtuigende, leuke cd uit .

Info op http://www.myspace.com/toomuchthewhitenots en http://atelier210.be/programme_information-A210-75.html

Release op 13 oktober in Atelier 210 …

Tangled Horns

Klang

Geschreven door

Deze Antwerpenaren houden het niet te proper op hun debuutplaat en gaan voor een soort vuile en gruizige rock die het midden houdt tussen Kyuss, Melvins, The Jesus Lizard en Black Sabbath. Grunge meets metal meets stoner.
Een modderige song als “Heavy rain” had op de vroege platen van Soundgarden kunnen staan, hoewel de zang nogal wat afwijkt van de hoge uithalen van Chris Cornell, en verder halen we er uit als uitschieter “Dead wings”, een loden sleper met smerige gitaren.
De rest van al dat ander zwaar materiaal is best wel OK, maar toch is het vergeefs zoeken naar een song die echt blijft hangen.
De band is er met name in geslaagd om op ‘Klang’ een uiterst potige en vette sound neer te zetten maar er mag wat meer vlees aan de songs hangen van ons.
Het album balanceert de ganse tijd op de grens van grunge en metal (sommigen durven het woord blues laten vallen, doch die is volgens ons ver te zoeken).
Klang is zo een plaat waar de heavyness het haalt van het tempo, niet zo extreem als bijvoorbeeld bij Electric Wizard, maar toch.

Maar goed, er zit iets in, en ’t zijn niet alleen decibels.

Idaho

You were a dick

Geschreven door

Hij heeft een tijdje op zich laten, deze Jeff Martin  … Hij is toe aan z’n 8ste plaat in negentien jaar. Slowcore  van traag slepende en vaak donkere , ingetogen indierock … uitermate sober, rust ademen … ; lofi/soundscapes sijpelen door, waardoor dit meer werkstukken zijn en geen afgewerkte songs. Vocaal wordt hij met z’n lijzige fluisterstem bijgestaan door Eleni Mandell. Warme melancholie daar draait ‘em om, die af en toe eens opengebroken wordt. Puik goed klinkend plaatje, die echter geen verrassingen te noteren heeft.  De titel spreekt voor zich hmhm …

Woods

Sun and Shade

Geschreven door

Een mooi bewaard muzikaal geheim in de Amerikaanse lofi alternative americanafolk is Woods, uit Brooklyn NY , gecentraliseerd rond Jeremy Earl, die met Jarvis Tavernier sinds 2005 de kern vormt. Ze kwamen met de vorige cd ‘At Echo Lake’ wat meer in de belangstelling in Europa. In een DIY - attitude zijn ze geëvolueerd van lofi trash folk pop tot meer indie/ psychedelische rock; kwalitatief puike pareltjes van songs met een hoge stemmenpracht, vooral die falsetto stem van Earl.
Dit bandje brengt een fris geluid bracht van semi-akoestisch materiaal, die door klanken en voices van home tapes en cassettes kleur krijgen. Op de nieuwe plaat is het mooi verdeeld en krijgen we een vrij toegankelijke sound die de verschillende stijlen in een overtuigend indiepop kleedje stopt.
Invloeden van V.U., Patti Smith, Nico, Feelies, Galaxie 500, My Morning Jacket zijn duidelijk aanwezig en de groep eigent zich met de vijfde cd terecht een plaatsje toe naast Guided by Voices, Sebadoh, Fleet Foxes en Local Natives. De twee langgerekte bijna instrumental songs “Out of the eye” en “Sol y sombra” intrigeren door de repetitief opbouwende structuur .
Onderschatte kamerpracht in een sfeervol, dromerig kader en creatief opgebouwde songs die zich op “White out “ aan Indian waves wagen … Muzikaal talent , deze Woods

Leffingeleuren 2011 – zondag 18 september 2011

Geschreven door

Leffingeleuren 2011 – zondag 18 september 2011
Na twee helse dagen LL was er op de afsluitende dag meer ademruimte, want de optredens waren gesitueerd in de Concerttent, die een ‘lazy Sunday’ gevoel al gauw doorprikten met het beloftevolle Balthazar die samen met Intergalactic Lovers overtuigende startschoten op Leffingeleuren waren . ‘Applause’ betekende de doorbraak voor het Kortrijkse vijftal, die een intens broeierige, spannende set speelden; naast de puike samenzang viel vooral de zweverige, diepgrauwe  zegzang van Maarten Devoldere op. De band gaat er wel voor en probeert terecht zoveel mogelijk muziekharten te winnen. Spelplezier en enthousiasme sierden de gevarieerde set van o.m. singles “The boatman”, “I’ll stay here”, “Fifteen floors” en de snedige rocker “Hunger at the door”, die nog elan kreeg met de danseressen van ‘t Schoon Vertier …. Een te koesteren band …

De Amerikanaase sing/songwriter Donavon Frankenreiter is net als Jack Johnson een fervent surfer . Voor het exclusief Belgische concert was hij in Leffinge met een heuse band die rootsrock met een intrigerende soulgroove combineert. Een ideale luister zondag-‘matinée’, vorm gegeven door zijn tintelende semi- akoestisch gitaarspel en lichthese vocals. Tja zon, zee & surf sijpelden door met een frisse bries solopartijen. Hij refereerde aan Ben Harper, Van Morrison en Donovan en had op het einde het publiek mee. Martin Sexton, die nog solo optrad in Café de Zwerver hielp een gitaarhandje mee.

Maar vandaag was iedereen gekomen om het Belgische talent Selah Sue te zien . Ze amuseerde zich alvast rot op dit afsluitende festival. Publiek, band en de zangeres leken voor elkaar gegoten. Wat een respons en wat een dynamiek en intensiteit op het podium. Haar sound is een fusion en een bezwerende groove van pop, soul, jazz, funk, r&b, reggae, ragga, dubstep en trippop. Solo of met band , Selah Sue is super (!) en bood de Partycocktail met nummers als “Raggamuffin’”, "This world" en “Crazy vibes” die uitgegroeid zijn tot festivalklassiekers; het nummer “Please” (origineel met Cee-Lo Green) onderstreepte de veelzijdigheid van de dame die heel wat variaties aankan met haar doorleefde soulstem en probleemloos slaagt met raps. Klasse!

En de muzikale overstap naar de reggaetunes was gezet, Alpha Blondy sloot het festival af. Grillig maar overtuigend smeedde hij die tunes aan afro en pop . Muzikaal hebben we niet echt affiniteit met de muziek; we kennen hem van de plaat ‘Masada’ (’92) en de single “Brigadier Sabari” ( beter bekend bij ons als cover “Operation coup de Poing” van 2 Belgen). Een  uiterst genietbare, groovy rastapeace met een politieke achtergrond en humor.

Met de smile vertrokken we naar huis; we hebben veel fijns ontdekt op Leffingeleuren . Een dikke streep trokken we onder de festivalzomer. Wat een geslaagde 3daagse (ontdekkings) tocht.

Organisatie: VZW De Zwerver – Leffingeleuren, Leffinge

Alexander Tucker

Alexander Tucker - a trip at the brain

Geschreven door

Vorige week kwam Syndrome (het solo project van Mathieu Vandekerckhove) zijn album ‘Floating Veins’ voorstellen in de Kreun. Mathieu kennen we ook als bandlid van Amenra, Kingdom en Sembler Deah. Zijn album werd gemastered door niemand minder dan Billy Anderson (bekend van zijn werk met bands als Neurosis, Om en Swans).
Het moest zijn dat bijna niemand de weg naar de Kreunzaal vond op deze herfstige vrijdag, want Syndrome startte zijn set voor welgeteld twintig toeschouwers. Wat Syndrome brengt, is natuurlijk geen spek voor de bek van Jan Modaal. Opener “Clot” werd loops-gewijs laag per laag opgebouwd door Mathieu, die na enkele minuten werd aangevuld door Piet Dierickx op drums. Deze laatste, die we ook kennen als drummer van D.A.F.P., was de live-drummer van dienst. De song zwol aan tot een magistrale climax die abrupt werd afgebroken om over te gaan in titelsong “Floating Veins”. Een mooie, gevarieerde song die startte met intimistische ambient en de engelenzang van Zohra Atash en uitmondde in een hypnotische verstrengeling van het gitaargeweld van Mathieu en de drumslagen van Piet.
Op de achtergrond werd het toepasselijke video-artwork van Tine Guns, vriendin van Mathieu, geprojecteerd. Centraal een hemellichaam, voorzien van een wirwar aan aders die vanuit een centraal punt alle kanten opliepen. Achter deze dooraderde bol een synchroon gefladder van een opgejaagde zwerm zwarte vogels of waren het eerder vleermuizen? Volgden nog het onheilspellend openbrekende “Project 5”, doorspekt van zware drones en de logge beats van Piet en het meditatieve, bijna sacrale “Wolf”.
Afsluitende song was “Absence”, de apotheose van deze set! Hier werden alle registers opengetrokken en konden we genieten van een uitbarsting via drones die ons deden denken aan Sunn O)), iele geluidjes genre Young Gods en heavy gitaarriffs die krachtig ondersteund werden door schitterend drumwerk. Dit was grote klasse van eigen bodem! Een gemiste kans voor de afwezigen.

Tien man meer bij de start van de set van Alexander Tucker. What a shame! De Engelsman uit Kent heeft nochtans al een uitgebreid muzikaal parcours afgelegd. Startend in de 90-ies hardcore scene als zanger in de bands Suction en Unhome. Na de split van Unhome in 1999 ging Tucker mee op tour met het uit Detroit afkomstige Fux om er de guitar synthesizer voor zijn rekening te nemen. Daarna ging hij solo en bracht volgende albums uit: ‘Alexander Tucker’ (2003), ‘Old Fog’ (2005), ‘Furrowed Brow’ (2006), ‘Portal’ (2008) en het recente ‘Dorwytch’ (2011). Verder had hij nog zijprojecten met Stephen O’ Malley van Sunn O)) (Ginnungagap, Stephen O'Malley and Alexander Tucker Duo). Met andere woorden: een bezige bij!

Alexander Tucker kwam helemaal alleen afgezakt naar Kortrijk. Ook geen live instrumenten (cello, akoestische gitaar, mandoline) deze keer: enkel een wirwar aan draden verbonden met zijn mengpaneel op een centrale tafel en een resem effectpedalen om U tegen te zeggen. Bij zijn aankondiging in een van echo voorziene mic konden we onze lachspieren niet laten rusten. “Hello (hello, hello,...), I’m (I’m, I’m,...) Alexander (Alexander, Alexander,...) Tucker (Tucker, Tucker,...). Hope (hope, hope,...) you (you, you,...) enjoy (enjoy, enjoy,...) the (the, the,...) show (show, show,...)” … Hahaha, hilarisch  maar wat volgde was i-n-d-r-u-k-w-e-k-k-e-n-d!
Een groot uur werden we door Tucker meegenomen op een psychedelische trip om U tegen te zeggen. Voortdurend op het verkeerde been gezet door overschakelingen van freaky folk over spooky drones naar gitaargeweld dat zich uitstrekt van Led Zeppelin tot My Bloody Valentine. Het ene moment doet hij denken aan de fucked up ambient van Aphex Twin, het andere moment zingt hij de pannen ‘mantra-gewijs’ van het dak tijdens een zachter en melodieus gedeelte, het volgend moment zit je middenin psychedelische gelardeerde folk. Je wordt voortdurend van het kastje naar de muur gestuurd, wat ondergetekende een heerlijke ervaring vond. Eén van de hoogtepunten was de kakofonie van tientallen muziekdoosjes bij de start van een song (denk aan de start van “Time” van Pink Floyd en vervang de klokken en wekkers door muziekdoosjes).Wat een set van deze Engelse psychedelische, bebaarde bard!

Een ‘trip at the brain’ [(c) Suicidal Tendencies] waarop we nog tot diep in de nacht bleven doorgaan! Kippenvel! Alex Tucker: een miskend genie...

Organisatie: De Kreun (Kortrijk)

Leffingeleuren 2011 – vrijdag 16 september 2011

Leffingeleuren 2011 – vrijdag 16 september 2011
De 35ste editie van Leffingeleuren was om van te snoepen … Een gevarieerde affiche van smaakmakers van eigen bodem, ‘alternative’ internationale bands en enkele beloftevolle ontdekkingen. In de pittoreske locatie rond de kerktoren werd er sinds vorig jaar wat aan het terrein gesleuteld, waardoor er meer ademruimte was buiten de grote concerttent. De drank- en eetstandjes zijn beter opgedeeld. Op weg naar het zaaltje van de Zwerver kun je op het marktplein doorlopend projecties op groot scherm zien, en de ‘1 Minute Film & Sound Awards’.
Leffingeleuren is een van de afsluitende festivals; de sfeer, de ambiance zat er écht goed in. Een goede 17000 bezoekers daagden op , goed verdeeld over de drie dagen. We noteren een uitermate geslaagde editie  muzikaal!

Op de eerste avond was het publiek gretig en onthaalde elke band erg warm, wat op het podium ook te zien was. Alvast een klein overzicht … 6000 man waren er al aanwezig …

Een naam als School is cool kon niet beter na de eerste veertien schooldagen het festival openen. De groepsnaam kwam nu goed uit, want het festival is postgevat aan het kleine dorpsschooltje.
De recente winnaars van de Humo’s Rock Rally waren als een verse lading duracell batterijen … Fris, sprankelend en jeugdig enthousiasme … leuk en ontspannend om het festival in te zetten … met strijkers en dubbele percussie traden ze aan, en met singles als “New kids in town”, “In want of something” en “The world is gonna end tonight” was hun optreden van een half uur in een oogwenk voorbij. Wat een schoolbel hoorden we door de uiterst genietbare set van deze schoolboys & - girls.

In de Zwerver ging het trio uit New Jersey Screaming Females van start. Ze zijn al van 2006 bezig , maar zijn hier bij ons een nobele onbekende, maar we waren al meteen onder de indruk van hun rauwe, intense, spannende gitaarset. De groep haalt invloeden aan van Sleater –Kinney, Pixies, Dinosaur Jr. en Barkmarket en met z’n drieën gaven ze de gitaarsongs boeiende wendingen. De zang van Marissa Paternoster was messcherp, zweverig en de schreeuwerige prikjes betekenden een meerwaarde. Ruimte was er voor solopartijen. De songs volgden elkaar snel op en ze hielden overduidelijk het publiek in hun greep. Groep gretig – publiek gretig . Zo eenvoudig was het.

Das Pop is ‘Pop & Hot’ … De groep heeft een paar jaar op zich laten wachten, maar de laatste twee jaar gaat de muzikale carrière als een TGV … Fijne, aangename ‘feelgood’ songs sieren het werk van Bent van Looy en de zijnen. Een gevarieerde set van herkenbare nummers passeerden de revue, “Underground”, “Kiss is not a crime”, “You”, “Skip the rope”, “The game”, “Never get enough” en “Wings”. Wat een enthousiasme en respons . Leffinge op z’n best hier en we konden er om dobbelen , want midden de set werden twee reusachtige plastic dobbelstenen in het publiek gegooid met een maximale score als gevolg …

In het zaaltje was intussen het Gents-Brusselse kwartet Yuko bezig met subtiele, aanzwellende postrock, pop en elektronica, tussen The Notwist, Pinback, Radiohead en Sigur Ros; sfeervol, dromerige songs die live een krachtige uithaal kunnen hebben, zonder de factor gevoeligheid te verliezen. In de kijker: de fijne stem van zanger/gitarist Kristof Deneijs en de verbluffende drums van de getalenteerde Karen Willems. Creatief klonk het allemaal wel met de singles “Dolly Parton” en  “When You Go Blind”. Onthou alvast die plaat ‘As If We Were Dancing’. Het kwintet heeft al overtuigende platen uit en was goed op elkaar ingespeeld. We waren opgewarmd voor Battles ...

Battles: Eerder der het jaar was de kritiek ongegrond van de matige set in de AB … het nieuwe materiaal  met het verlies van Braxton klonk maar flets … Ongelijk … Het trio Battles bracht en brio het nieuwe materiaal van ‘Gloss dropp’ en stopte  er het gekende “Atlas” ergens tussenin … Battles heeft een aparte, unieke muzikale formule … Een hoop elektronica, iets meer dan vroeger misschien, vermengd met frisse gitaren en natuurlijk een opzwepende en pompende drum, nog steeds overduidelijk het handelsmerk van Battles, die met “Africastle”, “Sweetie & shag” en “ My machines”, met de geprojecteerde vocalisten op het scherm, en een schitterend afsluitende “Sundome” overtuigden …

Wat rust konden we ervaren in de Zwerver met de Britse sing/songwriter Jon Allen , die werd aangevuld met een pianist. Sober, elegant, gevoelig speelde het duo  innemende songs met een Dylanesque jaren ‘60/’70  ondertoon .  

Vanavond was het jonge volkje massaal gekomen voor Goose . Al een half uur voor de show van de ‘heren uit Kortrijk’ was het drummen om een goed plaatsje te bemachtigen... Goose staat dan ook garant voor een vet feestje en dat wilde natuurlijk niemand missen... Het begin van het optreden kon gerust doorgaan voor een bisronde want met “Synrise” en “Can’t stop me now” ging het dak net niet van de tent... Het viertal hanteerde van meet af aan een  verschrikkelijk strak tempo dat versterkt werd door een schitterende arty flashy lightschow. Alle hits van de twee albums van Goose kwamen aan bod en daar viel mooi op dat de nummers uit hun debuut (zoals “Bring It On”, British Mode”, “Black Gloves” en “Low Mode” ) songs zijn die meteen ontploffen … ‘Dancefloorkillers’ … De tracks van de laatste plaat zijn sfeervoller, iets trager van opbouw en minder explosief. Het West-Vlaamse publiek liet zich de hele show niet onbetuigd en zong uitgelaten ieder nummer mee. Opvallend was slotnummer “Words”, die na een vrij lange intro naar een ongelooflijke finale ging, die eindeloos leek te duren; hier kwam de voorliefde voor rock van het viertal nog eens tot uiting.  Goose speelde de toeschouwers op Leffingeleuren letterlijk murw en bewees wel de beste Belgische live-act van het moment te zijn. 
Nog dit: wie de heren nog eens wil zien op West-Vlaamse bodem kan dat op vrijdag 7 oktober tijdens een groot openluchtconcert in Kortrijk!


Van onthaasten geen sprake! In het kleine Café hadden we het Amerikaanse The Fresh & Onlys . Het kwartet zit in de indiesferen, maar kruidt het met potige, galmende garagepop en psychedelica. Ze moesten in het begin nog wat op dreef komen en de sfeer snuiven in de muziekkroeg om dan in het tweede deel meer te kunnen overdonderen …

Tot slot The Hickey Underworld . Net als bij Goose wou iedereen deze beloftevolle band die in 2006 de Humo’s Rock Rally won, wel terug aan het werk zien . Ze speelden een tweetal jaar terug de clubs en de festivals plat . Na een welverdiende adempauze zijn ze er terug met vier tot vijf leden om hun rauwe, snedige, krachtige rock soms elan te geven. Zanger Younes Faltakh klaagde dan wel over een rauwe stem maar daar was weinig  van te merken, drummer JimmY Wouters mepte dat het een lieve lust was, gitarist Jonas Govaerts stuurde zijn keiharde riffs richting  alle hoeken van de zaal en  bassist Georgios Tsakiridis kent qua coolness zijn gelijke niet in de vaderlandse muziekscène. 
Oudjes “Zero hour”, “Mystery bruise”, “Flamencorpse” en “Future words” zaten mooi verdeeld tussen het nieuwe, dat beheerst en controleerbaar klonk, waaronder “Whistling”, A Tran”, “Space Barril”, “Frog” en “Cold Embrace”.   op het eerste gehoor de vertrouwde atmosferische combinatie van posthardcore, metal en grunge, en  in het verlengde van bands als Sparta, At The Drive In en Fugazi. 
… We zijn benieuwd …

Op die manier hadden we al een overdonderende eerste Leffingeleuren avond meegemaakt …

Organisatie: VZW De Zwerver – Leffingeleuren, Leffinge

Leffingeleuren 2011 – zaterdag 17 september 2011

Leffingeleuren 2011 – zaterdag 17 september 2011
Deze tweede dag was een cavalerietocht in zaal de Zwerver, want daar stonden een pak fijne ontdekkingen genoteerd. Op het hoofdpodium was er voor elk wat wils. 6500 bezoekers waren er en wie samen met ons deze helse muziekrit besloot, had hier heel wat nieuw spraakmakend talent gezien …

De namiddag begon alvast zomers & kleurrijk met Rainbow Arabia (de Zwerver) en Crystal Fighters (concerttent).
Rainbow Arabia, een Californische band  rond het echtpaar Danny en Tiffany Preston stoeiden met world, Afrikaanse ritmes, synths en drumbeats, vulden aan met gitaarloops, harmonium, tamboerijn, enz . De zweverige vocals van Tiffany zijn bevreemdend en zorgen voor een stukje mystiek. In het begin trok  het echtpaar  (op het podium met 3!) de kaart van de creativiteit en de vernieuwing; hier hadden we eerder invloeden van Yeasayer of Animal Collectieve; in het tweede deel van de set klonken ze aanstekelijk, dansbaar en krachtiger en maakten ze de link met Klaxons en Transglobal Underground.
Het Londense kwintet Crystal Fighters bracht de zomerzon binnen. Hun aanstekelijke, frisse electropop verdreef de druilregen. Traditioneel Baskische instrumenten werden toegevoegd . Een multicultureel geluid van een even multi-culturele band door bezwerende, broeierige en opzwepende tribal ritmes/- drums en warme zangpartijen van zanger Sebastian en de wulpse zangeres Laure. Wat een energie, opwinding en dynamiek!
Het tempo werd hoog gehouden en het meeslepende, aanstekelijke “Plague” , “Champion sound” bouwden op en explodeerden … ‘harder’, ‘faster’ en ‘dansbaarder’. Het dromerige “At home” spande figuurlijk een regenboog tussen het sfeervolle en freakende werk. Crystal Fighters slaagde erin Leffingeleuren ‘hotter’ te maken …

Het electro/indie/ minnende Sx uit Kortrijk heeft met “Black video” al een aardige hit op zak . Ontdekt tijdens Westtalent en door  StuBru , de ‘vibes on air’,  opgepikt, zorgden ervoor dat het snel ging voor het trio; op elk zomerfestival waren ze haast te zien. Het trio houdt het op keys/toetsen , een galmende gitaar, drums en drumbeats . Stefanie Callebaut, spil van de band, plaatste zich duidelijk in de spotlights en gaf het broeierige materiaal duidelijk elan met haar etherische, betoverende, onheilzwangere, hallucinante vocals. Ze bedient sensueel en huiverachtig de toetsen. En ook de sound heeft dezelfde kenmerken.
Hun debuut mogen we in 2012 verwachten. “Stop” en “Graffiti”, ook op de EP terug te vinden, zijn al veelbelovend, maar in de bijna uur durende set, hoorden we heel wat spannende, opbouwende songs binnen een etherische synthwavepoplaag; songs die een ‘nightclubbing’ sfeertje en een donkere apocalyptische ondertoon hebben. Hier flitsten beelden van Kate Bush, Scarlett Johansson, Twin Peaks en Malcom Mclaren’s “Butterfly” voor de ogen. Revelerend bandje, jong talent, dat tekent voor een puike overtuigende performance.

De naar NY uitgeweken Belgische Puertoricaan Gabriel Rios heeft met
pianovirtuoos Jef Neve en percussionist Kobe Proesmans een heel gedegen professionele bezetting, aangevuld met een bassist en tweede percussionist . En wonderwel is het ‘El sympathico’ met knuffelbeergehalte Rios niet meer die zich in de kijker speelt, maar vooral z’n twee muzikale soulmates, die de aandacht in het materiaal behielden en voor sfeer en de ambiance zorgden door het publiek te laten meeklappen en meezingen. Het virtuoze pianospel en de speelse drums zijn belangrijke pijlers. De songs kunnen ingetogen, rijkelijk gearrangeerd zijn en kunnen onverwachtse en originele wendingen hebben. Een evenwicht tussen toegankelijkheid van strakke songs, Rios’ sing/songwriterschap en de Broadway musical, hoempapa van de recente cd ‘The dangerous  return’. Een breder, gevarieerde opzet, een ontspannen karakter en een warme gloed kreeg je met “Dauphine”, “Broad daylight”, “Gulliver”, en door de zwierige ritmes  van “Angelhead”, “El raton” en “Natural disaster”.

Dat de organisatoren van Leffingeleuren een neus hebben voor talent bewezen ze met de komst van EMA, voor de allereerste keer op een Belgisch podium.
Madam Erika M. Anderson had met haar debuut ‘Past life martyred saints’ (check de review op deze site) al een geweldig visitekaartje afgegeven en kwam dat eens dubbel in de verf zetten in de Zwerver. Ze pakte Leffinge in met grillige en bijtende songs als “Milkman”, “The grey ship” en “Anteroom”, die laatste in een veel giftiger aanpak dan de verstilde albumversie. Een goedgekozen cover “Add it up” (van de fantastische Violent Femmes) klonk, ondanks een nogal rommelige aanpak, even energiek als het origineel. De sympathieke blondine en haar band lieten de gitaren nog eens lekker scheuren in een zinderend “Red star” en bij afsluiter “California” moesten we maar even de ogen dicht doen om ons een jonge Patti Smith voor de geest te halen. We zijn het nu wel zeker, EMA is één van de revelaties van 2011.  En die hond op haar t-shirt? … hij spitste de oren en watertandde …

G. Love had voor de oversteek naar Europa zijn vaste band Special Sauce achtergelaten en had in de plaats een paar basisbenodigdheden meegebracht, zijnde een gitaar, een mondharmonica, een pak talent, tonnen ervaring, een welgemutst humeur en een pak prima songs. Meer had hij echt niet nodig om de tent plat te krijgen. Aanvankelijk was het genieten van pure blues- en folksongs met tussendoor ook een cover van Paul Simon’s “Fifty ways to leave your lover”, die weinig toevoegde aan het origineel maar wel fris klonk. Nadien mocht Tom Van Laere (Admiral Freebee) een handje komen toesteken en samen met G Love een prachtversie spelen van zijn eigen onverslijtbare klassieker “Rags and run”. Vervolgens herinnerde G Love ons eraan dat hij een pionier was in het rap-blues genre en bracht hij swingende versies van “Booty call”, “Baby’s got sauce” en een goedgeluimd “Blues music” die hij op een heerlijke manier liet overvloeien in Lou Reed’s “Take a walk on the wild site”. De passage van deze klasbak liet het enthousiaste publiek met een goed en warm gevoel achter, wat een welgekomen afleiding was op deze regenachtige dag.

Ook iets bijzonders was het Canadese Austra. De songschrijfster/zangeres Katie Stelmanis heeft haar gezicht nog niet weggestopt als Fever Ray, maar plaatst zich muzikaal en vocaal naast haar en voegt er opera vocalen aan toe. Synths, drumbeats en twee bijna even ijl zingende engelen boden een spannende, hypnotiserende, broeierige, opwindende gig. Het tempo werd subtiel opgeschroefd met songs als “Lose it” en “The choke”; met de single “Beat and the pulse” en “The future” had de beloftevolle Austra haar publiek volledig in haar greep. ‘Feel it break’ heet de debuutplaat. Aankopen na zo’n bezwerende, meeslepende overtuigende set!

Ook al zijn we na ettelijke concertjes over de jaren heen wel al wat gewoon, op ieder festival is er wel zo een band waar we steil van achterover vallen. Deze zomer in Werchter was dit Grinderman, In Lokeren Kyuss en In Leffinge ongetwijfeld Blood Red Shoes. Amai !
Sedert The White Stripes weten we dat je maar met zijn tweetjes moet zijn om heerlijk lawaai te maken, het Britse Blood Red Shoes is het zoveelste duo die dat soort prachtige herrie tot in de hemel jaagt. De zeer bevallige verschijning Laura Mary Carter (vocals/gitaar) en de alom bedrijvige Steve Ansell (vocal/drums) hebben met de potige albums ‘Box Of Secrets’ en ‘Fire like this’ al bewezen tot wat ze in staat zijn, maar wat ze live presteren is nog een stuk krachtiger en vettiger dan op die plaatjes. Het uiterst energieke duo deed Leffinge uit zijn voegen barsten dankzij gloeiend hete songs als “Keeping it close”, “Light it up”, “It’s happening again” en “Doesn’t matter much”, allemaal voorzien van geweldige gitaarriffs en lekker schoffelende drums. De vocals verdeelden ze netjes onder hun tweetjes en het vuur, de passie en de vlammende rock’n’roll vibe hingen de ganse tijd in de lucht.
Quasi de ganse set was gevuld met uiterst bronstige versies van songs uit de twee voormelde platen, maar een nieuw nummer als “Don’t ask “ klonk bovenal pittig en veelbelovend.
Afsluiter “Colours fade” deed de gitaren lekker uitrazen in een walm van distortion, het was een brandende apotheose van een geweldig concert.
Dit was hun allerlaatste optreden in de tournee die volgde op ‘Fire like this’, nu gaan ze terug de studio in en wij kunnen niet wachten tot wanneer ze er ongetwijfeld met een dijk van een plaat weer uitkomen.

Een zwierige tune kregen we van het Amerikaanse Man Man, die we nog vorige week aan het werk zangen tijdens het Radar Festival in Tourcoing. Ze hebben al vier cd’s uit, maar hebben hier nog geen voet aan de grond . De gekke bende brengt invloeden samen van de psychedelica van Moon Duo en zZz, de retro van Monster Magnet en de hoempapa van Kaizers Orchestra. Ophitsende en opzwepende melodieën van synths, piano, xylofoon en drums gaven een uitzinnig, feestelijk concert tot gevolg.

Arno was weer volledig zijn eigenste zelf. Waarmee we willen zeggen : er is inderdaad een hoek af, en de man ontgoochelt nooit op een podium, maar toch hadden we de indruk dat de automatische piloot gevaarlijk dichterbij kwam. Kortom, wij hopen altijd van zo een rasartiest dat hij ons nog een beetje verrast, maar deze keer bleven we toch wat op onze honger zitten. Was het omdat hij nu al sinds mensenheugenis steeds zijn set eindigt met het onvermijdelijke trio “Oh la la la”, “Putain putain” (hier trouwens in een veel te makke versie met te brave gitaarloopjes) en “Les filles du bords de mer” ? Was het omdat hij voor een eerder tam publiek speelde die nog niet goed bekomen was van het geweld van Blood Red Shoes ? Was het omdat zijn band (en dan vooral de gitarist) toch wat te braaf klonk (wij misten JM Aerts of Geoffrey Burton) ? Of wordt hij nu echt wel een dagje ouder ? Wij weten het zelf niet maar de term ‘voorspelbaar’ is nooit goed in rock’n’roll middens, dat weten we wel. Ook al heeft hij een ongebreidelde creatieve geest, toch moet Arno eens herbronnen.

Een veelbelovend groepje The Dead Trees speelde in café de Zwerver en verblijdde ons met heerlijk klinkende en okselfrisse no-nonsens rock’n’roll liedjes met een knipoog naar Strokes, Alex Chilton en Velvet Underground. Een zeer aangename verrassing. Hun nieuwste album ‘Whatwave’ is trouwens een zeer aardig dingetje waar u best maar eens wat aandacht aan besteedt.

Wie na een drukke dag Leffingeleuren meende lichtjes in slaap te dutten, werd brutaal terug wakker geschud met de uiterst potente post metal van Steak Number Eight. De Westvlamingen gaven er een geweldige lap op bevestigden de ruwe power en tonnen talent die zij op het album ‘All is chaos’ eerder op het jaar hadden vastgelegd. Hun songs overstegen met glans de valkuilen van het metal genre, op het podium van zaal De Zwerver stond de gebalde sound als een huis. Het beukte, stormde, stampte en ramde dat het geen naam meer had en toch schuilden er razend knappe songs onder het bulldozergeweld. Isis zijn de grote voorbeelden, maar qua intensiteit en klasse zijn die nu al bijgebeend. Indrukwekkend, hoogst indrukwekkend.


Organisatie: VZW De Zwerver – Leffingeleuren, Leffinge

Cloud Control

Cloud Control - ‘Rustige vastheid’ en ‘less is more’

Geschreven door

Net zoals op hun debuutplaat ‘Bliss Release’ verzuimde het Australische indiepop viertal Cloud Control het om nu al een afgelijnde muzikale weg in te slaan in de verrassend volgelopen Rotonde. Een kwestie van (nog) niet willen of niet kunnen, dat laten we hier in het midden, de overdaad aan variatie in de nummers kwam de opbouw en diepgang van de set alleszins niet echt ten goede.

Met veel enthousiasme trapte de band af met “Meditation Song #2”, té veel enthousiasme zo bleek, want de mooie folky samenzang tussen frontman Alister Wright en toetseniste Heidi Lenffer die het nummer op de plaat siert werd helaas al vlug gesmoord in een dikke geluidsbrij.  Zelfde verhaal bij “Ghost Story”, een nummer met een stevige knipoog naar Fleet Foxes dat best aardig en ingetogen begon, maar al vlug ontaardde in schreeuwerige irrelevantie. Het opgewekte, van een aanstekelijk Afrikaans deuntje voorziene “This Is What I Said” leek op haar beurt dan weer gestolen uit het repetitiekot van Vampire Weekend, terwijl  de cover “There She Goes” van The La’s best sprankelde maar ons tegelijk de zoveelste stijlbreuk in de maag spitte dat we er bijna een indigestie van kregen.   
Uiteindelijk rechtvaardigde “There’s Nothing In The Water We Can’t Fight” wél waarom Cloud Control onlangs de Australian Music Prize mee mocht naar huis nemen. Een knappe song met een hemels refreintje dat wat ons betreft zeker meer mag gedraaid worden op de radio. 

Conclusie: Uiteraard verdient  een debuterende groep het nodige vertrouwen en geduld om een eigen sound te ontwikkelen. Wie luistert er vandaag nog dagelijks naar pakweg ‘Pablo Honey’ van Radiohead? Toch bleven we met een gevoel achter dat Cloud Control net iets te vaak haar best deed om de hipste genres van tegenwoordig (folk, psychedelica, Afropop) aan elkaar te rijgen. Tippen aan hun land- en generatiegenoten Tame Impala kan dit gezelschap nog lang niet. ‘Rustige vastheid’ en ‘less is more’ zijn de levenslessen die we aan deze groep willen meegeven in hun verdere zoektocht naar muzikale roem.

Organisatie: Botanique, Brussel

Tweak Bird

Tweak Bird: melodieuze stonernachtegalen

Geschreven door

We trokken woensdag richting Kortijk voor een midweekconcert van Tweak Bird en Barn Burner. Een prima affiche om het nieuwe concertseizoen in De Kreun mee af te trappen, als je het ons vraagt.

Dat het een midweekconcert was, werd ons al snel duidelijk door de slechts matig gevulde Kreunzaal. Barn Burner, een viertal Canadezen uit Montreal, openden het bal. Ze deden alle moeite van de wereld om met hun aanstekelijke rechttoe rechtaan, van liters Tennessee whiskey doordrongen, zuiderse rock & roll de Kreunzaal op te warmen. Hun powerrock valt best te omschrijven als een mengeling tussen Black Sabbath, Thin Lizzy, Corrosion Of Conformity en Lynyrd Skynyrd.
Het kostte hen bloed, zweet en tranen om het publiek, waarvan het overgrote deel erbij stond als etalagepoppen, tot enig enthousiasme te bewegen. Wat na enkele nummers een terechte opmerking van zanger K. Keaglesmith uitlokte: “It is so quit in here”, waarop een kerel in het publiek zijn keelgat zodanig wijd openzette, dat zijn oerkreet een lach op het overgrote gedeelte van het publiek toverde. Het ijs was gebroken en er kwam beweging in de zaak, gelukkig… Fijnzinnige nummers, als daar zijn “Beer today, bong tomorrow” (een knipoog naar Ramones) en “Dark side of  the barn” (de heren zijn ook fan van Pink Floyd) werden het publiek ingeblazen. Favorieten “Holy Smokes” en “Half Past Haggard” passeerden ook de revue. Op het einde van de rit en na zich volledig uit de naad te hebben gewerkt, kreeg Barn Burner juist voor de eindmeet toch nog het publiek aan zijn kant. Gelukkig maar.

Het was tijd voor Tweak Bird, het alom bejubelde duo, bestaande uit de broertjes Ashton en Caled om hun kunsten ten toon te spreiden. Heavy noise uit Illinois, (U.S. of A.). Ze zijn al enkele jaren geliefd in het alternatieve circuit en brengen met hun afwisseling tussen ingetogen, melodieuze passages en hun psychedelische stonerrock een verademing in de dagelijkse eenheidsworst die we voorgeschoteld krijgen op menig nationale ‘zogezegd alternatieve’ muziekzender. De broertjes gaven er al van bij de start een lap op en ingetogen melodieuze pareltjes als “The Bones”, “Spaceships” en “Thin Lines” wisselden af met heavy stonerrock zoals in killersongs als “Tunneling through” en ”Sky High”. Telkens voorzien van die typische lichtjes falset gezongen gedeeltes door beide broers. Stemmen als nachtegalen en een leuk contrast met de heavy songs. Geordende chaos telkens voorzien van een gezonde spanningsboog tussen gecontroleerde drums/riffs en de “stoner-woede-uitbarstingen” hielden het publiek scherp.
Een publiek dat in tegenstelling tot bij het voorprogramma er nu wel zin begon in te krijgen. Menig hoofd werd headbangend opgemerkt en de beentjes stonden iets losser te shaken dan bij Barn Burner. Tweak Bird ontgoochelde niet!

Kortom: een gesmaakt openingsconcert dat onze honger naar meer ruimschoots heeft aangewakkerd. Op naar de volgende.

Organisatie: De Kreun i.s.m. De Pits (Kortrijk)

Pagina 667 van 880