logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

frank_carter_an...
Shaka Ponk - 14...

Binic Folks Blues Festival 2011 van 05 t/m 07 augustus 2011 - Uniek festival

Geschreven door

Binic Folks Blues Festival 2011 van 05 t/m 07 augustus 2011

Binic is een schilderachtig stadje van iets meer dan 3000 zielen gelegen in het hartje van de Côtes-d'Armor, net voorbij Saint-Brieuc. De streek kwam recentelijk in het nieuws wegens de massaal aangespoelde en blijkbaar giftige algen maar daar hebben we niets van gemerkt. Grootste troeven van Binic zijn het strand met zeezwembad, de jachthaven en sinds enkele jaren misschien ook wel het gratis Binic Folks Blues Festival.
Een ietwat misleidende naam (vandaar misschien die toevoeging van een 's' aan folk dit jaar?) want folk viel er niet te bespeuren tenzij je daar die enkele Australische singer-songwriters zoals Jamie Hutchings onder klasseert terwijl ze de blues meer in garagemiddens zochten. De unieke locatie (de twee podia staan aan beide uiteinden van een druk bezochte kaai vol restaurants, terrasjes en winkeltjes) zorgde voor een heel speciale sfeer die de grens tussen publiek en artiesten deed vervagen. Wanneer je langs de kaai wandelde moest je al echt moeite doen om geen muzikanten tegen te komen. Zo kon je er Johnny Walker maar liefst drie ‘galettes’ na elkaar zien verorberen, kersverse papa Brenn Beck kinderkleertjes zien checken in een boetiekje of James Leg er met een ongetwijfeld hardnekkige kater zijn ogen zien uitwrijven op zaterdagmorgen.
De meeste groepen speelden er trouwens elke avond wat ik op zich geen nadeel vond. Zo kon je er je favoriete groep meteen liefst drie keer aan het werk zien of kon je mits wat puzzelwerk alle groepen minstens één keer bewonderen. De affiche was volledig vrij van topnamen en de line-up leek eerder lukraak te zijn opgesteld. Zo vond de apotheose plaats op het kleinste podium (Place de la Cloche) terwijl de Franse one-man-band Chicken Diamond mocht afsluiten op het grotere Place Pommelec.

Op die Place Pommelec begon ik mijn driedaagse met Left Lane Cruiser en dat optreden alleen al leek me de verre verplaatsing te kunnen verantwoorden. Dit duo uit Fort Wayne, Indiana blijft me keer op keer verbazen. Met een verbeten intensiteit leken zanger-gitarist Freddy J. IV en drummer Brenn ‘Sausage Paw’ Beck de blues ter plekke opnieuw uit te vinden. Terwijl oudere nummers als "Big mama" en "Pork n' beans" het blijven doen kregen we ook enkele songs uit de nieuwe plaat (o.a. "Lost my mind") voor de kiezen en werd dit keer ook het hardere werk niet geschuwd. Met een verschroeiende slide, een onwaarschijnlijk rauwe stem en exploderende drums bewees Left Lane Cruiser één van de beste live-acts van het moment te zijn.

De Franse one-man-band Chicken Diamond was op zijn best als hij de blues van een flinke neut psychedelica voorzag. Behoorlijk meeslepend maar zijn covers van "Love in vain" (Robert Johnson) en "Waiting for my man" had hij achterwege mogen laten.

Daarna opnieuw een man alleen op het podium. Mark Porkchop Holder was me tot twee maal toe persoonlijk getipt door James Leg. Dit zwaargewicht (letterlijk) uit Chattanooga, Tennesseee zat in de allereerste versie van de Black Diamond Heavies maar moest al vlug om gezondheidsredenen afhaken. Waarna hij in de vergetelheid sukkelde tot hij nu plots weer boven water komt drijven en terecht. Dit natuurtalent bezorgde me meteen koude rillingen. Het ritme aangevend met een houten blok en een tamboerijn aan de voeten, soms uithalend op mondharmonica wekte hij met zijn National Steel gitaar de geesten van Robert en Blind Willie Johnson opnieuw tot leven terwijl hij voor ons ook nog een machtige cover van Johnny Cash' "Delia" haast achteloos uit de mouw schudde. Porkchop beschikt over een krachtige stem, misschien net iets te vlak, maar het is toch vooral op de gitaar, die reeds ferm aan het roesten was, waarschijnlijk door het zweet dat er voortdurend op droop, dat hij de ware meester is. Grappig moment : toen hij een gebroken snaar wou vervangen schoten meteen twee Franse vrijwilligers hem hierbij te hulp waarvan één bij gebrek aan iets nuttigers het publiek dan maar via de micro wat bezighield. Mark Porkchop Holder was beslist de ontdekking van Binic en hopelijk mogen we hem binnenkort ook eens verwelkomen in een Vlaamse club.

Johnny Walker zag ik maar liefst vier keer aan het werk (zijn collaboraties met andere groepen niet eens meegerekend) en dat was zeker geen keer teveel. Ondanks wat problemen met zijn been (waar op het podium overigens niets van te merken viel) voelde hij zich hier solo op het podium bijzonder goed in zijn vel. Hier geen Cut In The Hill Gang, Johnny viel volledig terug op het werk van de Soledad Brothers wat ik alleen maar kon toejuichen. Een subtiele gitaar en af en toe wat gepomp op de mondharmonica volstonden om zijn blues heerlijk te laten swingen en telkens weer wat dansers op zijn hand te krijgen. Naast de Soledad Brothers-nummers kregen we fijne covers van ondermeer Hound Dog Taylor, The Gun Club en Skip James. Tijdens "I'm so glad" van die laatste dat bijzonder hoog werd gezongen miste hij al eens een noot maar dat maakte hem alleen maar sympathieker. Na de wat tegenvallende Cut In The Hill Gang-concerten liet Johnny Walker de hoogtijdagen van de Soledad Brothers nog eens herleven. Schitterend muzikant.

Henry's Funeral Shoe uit Wales staat voor de broers Aled & Brenning Clifford. Zij vonden hoogstwaarschijnlijk hun inspiratie bij andere duo's, zoals The White Stripes of Le Chat Noir. Vette en soms behoorlijk heavy riffs, explosieve drums en een aparte, wat zeurderige stem volstonden moeiteloos om me bij de les te houden. Enige theatraliteit is hen niet vreemd en de zanger had de kniezwengel (wie kent die nog?) perfect onder de euh... knie. Voorzien van een humoristische toets dus en op 28 oktober mee te maken in de 4AD.

De jonge snaken van Radio Moscow (Ames, Iowa) houden het nog steeds bij de muziek van hun grootvader. Loodzware bluesrock met invloeden van The Cream en vooral Jimi Hendrix. Niet direct mijn cup of tea maar live was het er aangenaam een pint op drinken. Toen een jongen van de Franse band Dirty Deep wat op de mondharmonica kwam blazen was dat meer dan een welgekomen afwisseling.

Naar verluid waren Magnetix uit Bordeaux indrukwekkend maar ik zag slechts een flard wegens te lang op een terrasje gezeten.

Zeggen dat ik een fan ben van Black Diamond Heavies is haast een understatement en laat dat nu net de groep zijn waar ik enigszins gemengde gevoelens bij heb. Maar er zijn verzachtende omstandigheden. Vooreerst waren dit eigenlijk de Black Diamond Heavies niet maar James Leg met alweer een nieuwe drummer die op vrijdag voor het eerst samenspeelden. Bovendien had het organiserend comité ‘La Nef D Fous’ deze derde editie, na het succes van de Heavies vorig jaar, tot ‘James Leg’s Festival’ gedoopt wat de druk toch vrij groot moet hebben gemaakt. Tijdens de eerste avond zagen we James zijn Amerikaanse vrienden telkens enkele nummers vanop de eerste rij aanmoedigen. Je zou bijna denken uit een soort van verantwoordelijkheidsgevoel. De man werd voortdurend door talloze mensen aangesproken en leek werkelijk God daar in Binic. Had hij die druk wat weggespoeld met whisky? Feit was dat hij vrijdag behoorlijk beschonken op het podium verscheen en dat haalde de vaart volledig uit de anders altijd zo strak gespeelde set. Vanalles liep er mis en de hulp van Johnny Walker op het einde kon een uiteindelijke afgang niet vermijden. Erg pijnlijk.
Gelukkig kon hij nog revanche nemen en dat deed hij ook de tweede avond. Dit keer zoals in ‘the old days’ met vanaf het begin oude kompaan Mark Porkchop Holder op gitaar. Het bleef uiteraard rommelig, de mannen hadden in geen jaren meer samengespeeld, maar regelmatig vlogen er toch serieus vonken af. Soms liep het al eens fout : toen James "Georgia" inzette roffelde de drummer een andere drumpartij uit zijn sticks. Desondanks kregen we een meer dan behoorlijke set.
De derde avond begon James Leg (dit keer met Porkchop en Johnny Walker in de rangen) dan maar met het de vorige nacht de mist in gegane "Georgia" maar het nummer verdronk in de soep. Gelukkig beterde het geluid snel maar dan dook het spook van de whisky weer op. Op het podium alleen al dronk hij twee dubbele whisky's en twee flinke slokken uit een vanuit het publiek aangereikte fles. Dit keer kon hij echter terugvallen op een uitstekende Porkchop en Johnny Walker die het schip behoedden van kapseizen. Toen James even het publiek indook om daar wat mee te dansen werd nog maar eens duidelijk hoe populair hij daar wel is. Zo stormde een vrouw van reeds gevorderde leeftijd naar voor om hem toch maar eens te kunnen aanraken!

Na dit spektakel toonden Left Lane Cruiser hoe het echt moet. Strak zoals het hoort en dan ook een wereld van verschil. Als apotheose kwamen de Black Diamond Heavies Left Lane Cruiser vervoegen. Later kwamen ook nog wat Franse muzikanten meejammen. Leuk om te zien maar muzikaal stelt dit soort toestanden nooit veel voor. Ten slotte ging James Leg, intussen compleet lazarus, nog eens volledig uit zijn dak en speelde de bastoetsen met het klavier onder de arm en wat er al een tijdje zat aan te komen gebeurde dan ook : zijn zo gekoesterde Fender Rhodes ging tegen de vlakte. Het volk lustte er wel pap van maar voor mij hoefde dit allang niet meer. Het was een schitterend en uniek festival geweest, benieuwd of onze Franse vrienden hier volgend jaar een passend vervolg aan kunnen breien.

Organisatie: Binic Folks Blues Festival

Various Artists

Tales From The Pit – A Funtime Records Labelsamples

Geschreven door

Tales From The Pit – A Funtime Records Labelsamples
Een label waar wij het absoluut voor hebben, is het Belgische Funtime Records. FR werd eind jaren negentig opgestart door een aantal mensen van het Funtime magazine.  Bedoeling was om (ondermeer financiële) ondersteuning te bieden aan  talentvolle punkrock- en hardcorebands van eigen bodem die het moeilijk hadden om een label te vinden. Enkele van de eerste bands die zo steun kregen, waren onder meer Billy Liar, Homer, Circcle en Not That Straight. 
Met de jaren groeide Funtime Records uit tot een echte platenmaatschappij en steeg het aantal nieuwe releases navenant.  Heel wat nieuwe platen  van Funtime Records-bands kwamen op Musiczine  al aan bod (waaronder Octopussy’s, Campus en Second Base).  Wie wil weten welke fijne bands er nog bij dit onafhankellijke punk- en hardcorelabel zitten, bekijkt best eens deze fijne verzamelaar. 
Meer dan 23 groepen passeren de revue en daar zitten  heel wat punkpop en punkrock-bands tussen zoals Exit On The Left, Homer, This Is A Standoff, Lost Department, Octopussy’s  en Cornflames. Uiteraard komen op deze sampler  ook een hele resem prima hardcorebands aan bod  waaronder The Maple Room, Campus, Sparkle Of Hope en Musth. 
Niet iedere band is zomaar een vakje te stoppen en zo vinden we op dit schijfje ook bands als PN, The Sedan Vault en Killbots. 
‘Tales From the Pit’ is zo een knappe verzamelaar en een prachtige kans om de belangrijkste Belgische bands binnen genoemde genres te ontdekken (in zoverre u die nog niet kende natuurlijk). 
Belangrijk te vermelden is dat dit een gratis(!) cd is.  Veel kans dat u die op een van de festivals al wist te bemachtigen maar voor wie dat nog niet het geval is, lijkt het ons best contact op te nemen met de samensteller van deze verzamelaar (=Johan Quinten, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. ) of te surfen naar www.funtimerecords.com .

Gösta Berlings Saga

Glue works

Geschreven door

Het geheel is meer dan de som van de verschillende delen, dat spreekwoord kun je perfect toepassen op dit derde album van de Zweden van Gösta Berlings Saga.  Deze formatie bestaat uit vier muzikanten (drummer Alexander Skepp, gitarist Einar Baldursson, bassist Gabriel Hermansson en David Ludberg die instond voor de synths en alle andere speciale geluiden) die allen een zeer uiteenlopende muzikale achtergrond en persoonlijkheid hebben.  Wie naar ‘Glue Works’ luistert, merkt  duidelijk dat er een bijzondere chemie ontstaat wanneer de heren samen aan het componeren slaan.
Gösta Berlings Saga is een moderne instrumentale band die diverse subgenres waaronder avant rock, post rock, minimalisme en progressieve rock in hun muziek tot één prachtige geheel verwerkt. 
Op dit album staan er slechts zeven tracks, enkele daarvan zijn zeer lang uitgesponnen maar weten de luisteraar geen enkele  seconde te vervelen, integendeel.  Vanaf de eerste noot van opener “354” wordt de luisteraar bij zijn nekvel gegrepen en dit blijft zo tot de allerlaatste seconden van “Sorterargatan 1”.  Het is niet zo simpel om Gösta Berlings Saga met een bepaalde band te vergelijken,  slechts  hier en daar horen we een aantal herkeningspunten. Zo start het twaalf minuten durende “Island” als een soort Apocalyptico-nummer om vervolgens een heel andere richting aan te nemen en het lijkt het alsof we naar de  Afghan Wighs uit de beginjaren luisteren. “Gliese 58lg” van zijn kant  had gerust niet misstaan op Radioheads ‘Kid A’.
Het is echter duidelijk dat deze band een unieke sound heeft en absoluut niet in een vakje is onder te brengen;  ‘Glue Works’ is wat ons betreft verplichte kost is voor de muzikale fijnproever!
 

Black Dub

Black Dub

Geschreven door

Black Dub – Daniel Lanois
Black Dub is het laatste project van muzikant en producer Daniel Lanois. Hij heeft voorname albums geproduceerd voor U2, Bob Dylan, Brian Eno en Neil Young. Zeer bekend is zijn productiewerk voor Robbie Robertson. Naast Lanois spelen mee, drummer Brian Blade, die nog met Herbie Hancock speelde, op bas Daryl Johnson en de Belgisch/Amerikaanse Trixie Whitley als uitstekende zangeres.
Beste tracks op dit album zijn “I believe in you”, “Surely”, “Canaan” en de twee typische Lanois instrumentals “Slow Baby” en “Sirens”.
Dit album is geënt aan vele muzikale stijlen, nl. folk, New Orleans jazz, soundscapes, dub en ambient.
Lanois vertelt zelf dat deze muziek diep geworteld zit in de Jamaicaanse dubcultuur. Hij heeft deze muziek geschreven vanuit een soulful dub perspectief.

The Feelies

Here before

Geschreven door

Betreffende het muzikale begrip indiepop, zijn The Feelies van Glenn Mercer en Bill Million uit NY City één van de meest bepalende. ‘Crazy Rhythmes’ (’80) en ‘The good life’ (’86) waren prachtplaten in het genre en staan in het geheugen gegrift door de twinkelende, onderkoelde en jangly gitaarpop en zweverige (anti) zang. ‘Only life’ (’88) en ‘Time for a witness’ (’91) zijn meer gewoontjes, maar nog steeds fijne platen.
En kijk, twintig jaar later is er een reünie van de band met Stanley Demenski; ‘Here before’ helt naar het oudere werkt over. Een gortdroge sound, een zweverige ondertoon , fijne, subtiele, geraffineerde melodieën en die typisch zeurderige, neuzelende zang zorgen voor een overtuigend album. “Nobody knows” en “Should be gone” geven de maat aan en de rest kent u wel naar het geliefde oud Feelies recept: broeierige en dromerige indiepop, met een licht twinkelende swing of een semi-akoestische gevoelige kwinkslag , die af en toe forser is als op “When you know”, “Time is right” en “Morning comes”.
The Feelies are back – we kunnen er alvast niet omheen en genieten ervan!

Moon Duo

Mazes

Geschreven door

Het uit San Francisco afkomstige duo Erik Johnson en Sanae Yamada is toe aan hun tweede cd, die ‘Escape’ opvolgt, die vier songs telde. Johnson maakt nog deel uit van een andere band Wooden Shjips, en laat af en toe ruimte voor zijn project Moon Duo.
Basis op het debuut was een zanderig gitaargeluid, fuzz,  psychedelica en hypnotiserende grooves. Op ‘Mazes’ klinkt het geheel meer gedoseerd, krijgen de toetsen een prominente rol en voegt het gitaargeluid er zich aan toe. Ook de soli en de pedaaleffects passen prima in het plaatje en zijn nergens overdreven. De drumcomputer bepaalt het tempo en het ritme is gevarieerder. De 8 repetitief opbouwende songs zijn vitaal en energiek, en kunnen soms lang uitgesponnen zijn als “Seer”, “When you cut” en “Goners”.
Het duo nestelt zich moeiteloos naast een Suicide, Spacemen 3 en zZz. Fijne ontdekking.

Lokerse Feesten 2011: DAG 09: Arsenal - Interpol - Sharon Jones & The Dap-Kings

Geschreven door

Lokerse Feesten 2011: DAG 09: Arsenal - Interpol - Sharon Jones & The Dap-Kings
Je kent dat gevoel, maandenlang kijk je uit naar de komst van die ene band die nog op je live palmares ontbreekt, en dan ... Wat? Hoezo, exit The Baseball Project, de miskende supergroep rond de veteranen Steve Wynn, R.E.M.’s Peter Buck en The Minus 5 opperhoofd Scott McCaughey die afgelopen zaterdag normaliter hun eerste optreden ooit op Belgische bodem zouden komen geven? Bij zulke laattijdige annuleringen is de kans bovendien wel heel erg groot dat een Belgische band in extremis wordt opgetrommeld om het gat in de programmatie op te vullen. En ja hoor, onze Amerikaanse helden werden uiteindelijk vervangen door Customs, met voorsprong de beste coverband die Interpol zich kan indenken. Maar omdat nu eenmaal niets boven het origineel gaat, en ironisch genoeg onze New Yorkse vrienden diezelfde avond ook naar Lokeren waren afgezakt, lieten we de opener deze keer rustig aan ons voorbij gaan en werd er ondertussen wat gekletst met een bijzonder sympathieke (andere) Geert in de perscabine.

Hun muzikale copycat daargelaten, de heren van Customs hadden er intussen wel mooi voor gezorgd dat de hemelsluizen boven Lokeren nagenoeg volledig werden dichtgedraaid tegen de komst van SHARON JONES & THE DAP-KINGS (****). Kijk, we gaan er geen doekjes omwinden. Ook al is mijn hoofdredacteur volledig weg van een souldiva als Joss Stone, het brave kind met de bambi-ogen wordt gewoon weggeblazen wanneer ze ooit het podium zou moeten delen met Sharon Jones. Dit 55-jarige blackalicious manwijf timmert al sinds de 70ies gestaag aan de weg die haar uiteindelijk tot aan de top van de retro-soul beweging heeft gebracht. Wie erbij was in Lokeren stond met open mond te kijken hoe werkelijk elke vezel in het potige lijf van Jones stijf staat van de funky soul. Ze onderscheidt zich met sprekend gemak van de meer statische neo-soul diva’s genre Stone of Badu door haar rauwe en agressieve stem en de wilde mimiek die ze al van kindsbeen af imiteerde van haar soulbrother James Brown.
We zouden bij zoveel lyrische lofzang op Jones bijna vergeten dat er verder nog tien man op het podium stond die zich laten aanspreken als The Dap-Kings, een uiterst hecht collectief van snarenplukkers, percussionisten, blazers en backing vocalisten dat ooit op een blauwe maandag werd ingehuurd door Amy Winehouse om een aantal nummers in te blikken voor haar opus magnum ‘Back In Black’. The Dap-Kings doen de retestrakke en rauwe Stax sound helemaal herleven en weten de vocale improvisaties van Jones moeiteloos op te vangen. Improviseren zit Jones namelijk in het bloed. Al wie zich te dicht richting frontstage waagt loopt immers het risico om uit de massa te worden geplukt en on stage een body-to-body met Jones te ondergaan. In het geval van een gezellige punk zorgde dit voor een sterk staaltje body talk, maar wanneer deze eer te beurt viel aan een bedeesde tiener tijdens “Be Easy” dreigde alles toch een beetje genant te worden.
Een in het zweet gewerkte Jones en haar mighty Dap-Kings hadden gerust ook de rest van de avond kunnen opvullen zonder dat de verveling ook maar even de kop zou opsteken, maar toen plots bleek dat er hen nog slechts anderhalve minuut restte moesten ze wat hals over kop afscheid nemen met een ingekort doch stomend “100 Days, 100 Nights”. We gunnen Aretha Franklin best wel nog een aantal jaartjes, maar wat ons betreft doet de voormalige Queen Of Soul beter nu al troonsafstand.

Een band als INTERPOL (****) zou dit jaar zeker niet hebben misstaan op Pukkelpop om het toch wat magere lijstje headliners aldaar wat aan te dikken, maar kijk, Chokri en Eppo werden in snelheid gepakt door hun Lokerse collega’s voor wat één van de absolute hoogtepunten van de festivaltiendaagse zou worden. Het New Yorkse postpunkgezelschap mag op haar jongste twee albums dan wel wat ter plaatse zijn blijven trappelen, met hun live reputatie is het sinds hun klassieke debuut ‘Turn On The Bright Lights’ (’02) enkel maar crescendo gegaan. Uit die eersteling kregen we al vroeg een snedig “Say Hello To The Angels” voorgeschoteld, trouwens het beste nummer dat Morrissey & Marr vergaten te schrijven. Andere klassiekers uit de Interpol catalogus zoals “NARC”, “Evil” en “C’mere” bewijzen nog steeds met verve dat je ook creatief met de erfenis van Joy Division en The Chameleons kan omspringen. En ja, zelfs nummers uit het toch wat middelmatige laatste album zoals “Barricade”, “Summer Well” en “Memory Serves” wist de groep moeiteloos in de set binnen te smokkelen zonder zichzelf in de voet te schieten.
In elk zichzelf respecterend  postpunk decor horen geen opruiende bindteksten of flauwe one-liners, en dat heeft frontman Paul Banks maar al te goed begrepen. Daar waar een genregenoot als Editors zich wel eens durft te buiten gaan aan stadiumposes blijft Interpol de nodige afstand bewaren tussen mythe en werkelijkheid. Een gitzwarte werkelijkheid, dat wel, waarin de jongste aanwinst en voormalig Animal Collective bassist Brad Truax nu ook volledig zijn draai lijkt te hebben gevonden.
De vijf kwartier die Banks & co toebedeeld kregen waren eigenlijk zo om, wat voor ons nog steeds geldt als het beste bewijs dat we hier een beklijvend optreden kregen voorgeschoteld. Banks nam voorzichtig afscheid door het publiek te bedanken voor hun warme ontvangst en de mededeling dat er nog ‘a couple more songs’ zouden volgen. Een understatement zo bleek, want het bleek te gaan om het indrukwekkende trio “Slow Hands”, “Not Even Jail” en “Obstacle 1”.
Chokri & Eppo, eat your heart out!

De meute langs de Grote Kaai was intussen flink aangedikt voor afsluiter ARSENAL (**) die hun feestje van een paar dagen voordien in de tent van Dranouter nog eens mochten komen overdoen. Toegegeven, de op exotische beats drijvende worldpop van Hendrik Willemyns en John Roan is niet onmiddellijk onze cup of tea. Het Lokerse publiek zal dit echter (paarden)worst wezen, want vanaf grijsgedraaide opener “Melvin” werd prompt een nationaal zangfeest ingezet en gingen de handjes vlotjes op elkaar. Arsenal vervulde dus perfect de rol van publiekstrekker op de voorlaatste dag van het Lokerse muziekfestijn, maar hun resem meezing anthems moesten het wat spankracht en intensiteit betreft toch afleggen tegen de memorable sets van Sharon Jones en Interpol. Minderheden met afwijkende meningen? Nu weten we eindelijk ook eens hoe dat voelt …

Organisatie: Lokerse Feesten, Lokeren

Festival Dranouter 2011: zaterdag 6 augustus 2011

Geschreven door

 

Festival Dranouter 2011: zaterdag 6 augustus 2011
Dag 3 is alvast in het geheugen gegrift, want een plensbui en een onophoudelijke regenbui zorgden ervoor dat het terrein een groots blubberbad werd en de parkings letterlijk hadden omgeploegd. De fijne muziek en de sfeer enerzijds en anderzijds de landbouwers met traktor hielpen er ons met plezier terug bovenop. Allé hop, als dit niet de juiste ‘krik’ was … “Raindrops keep falling on my head” … eigenlijk nee, dankjewel …  De bemoeilijkte toegankelijkheid zorgde ervoor dat de dagjesmensen en de late beslissers voor hun comfort kozen en niet meer afzakten naar het pittoreske Heuvelland …

Het begon nochtans erg zomers met de sympathieke Lady Linn Lien De Greef en haar Magnificent 7. Een nieuwe cd is uit en daar werd gretig uit geput  … ze verwerkt
jumpin’ jive, ballroom jazz, soul, reggae  en bebop in sensuele, broeierige, warme en aanstekelijke trendy jazzysoulpop. Ze bood een boombalswing van lekkere grooves, afgewisseld met enige ingetogenheid. Een gebroken teen en een verstuikte duim brachten haar niet uit haar lood. Zelfs in het coveraanbod hoorden we haar ervaring met Red D, “Katy B’s on a mission ” kreeg een handige alternatieve draai en swing. En Eddy Grants “I don’t wanna dance” vond ze opnieuw uit! Een fris, enthousiast speelkader hadden “Cry cry cry”, “A love affair” en “Here we go again” om de eerste plensbui te vergeten …

Behoorlijk onder de indruk waren we van Mercedes Péon, zangeres, doedelzakspeelster en percussioniste uit Galicië. Ze haalt invloeden aan van de Gallisische volksmuziek en voegt er een instrumentarium van synths, hobo, sampling en een tweede percussionist aan toe. Ze balanceerde tussen toegankelijkheid en experiment. Een trancy sound met repetitief opbouwende ritmes, folk, rock en haar aparte bezwerende soms hoog uithalende vocals. 

Balthazar kreeg naast Lady Linn veel volk op de been in de Kayam tent. Het Kortrijkse vijftal heeft met ‘Applause’ een overtuigende plaat uit en is praktisch met die andere rockband Intergalactic Lovers niet meer weg te denken op de zomerfestivals; een intrigerend broeierig werkstuk hebben ze uit, waarin naast de puike samenzang vooral de zweverige, diepgrauwe  zegzang van Maarten Devoldere opvalt. Ze stonden vroeger al eens in een kleinere tent.
Ze  gaven het volle pond. De bas dreunde sterk door, maar het spelplezier en het enthousiasme deed dit hekelpunt vergeten. We hoorden een gevarieerde set van singles “The boatman”, “I’ll stay here”, “Fifteen floors” en de snedige rocker “Hunger at the door”; huiveringwekkend klonk het afsluitende “Blood like wine”, die eindigde in een kippenvel acapella outtro …  Balthazar is een te koesteren belofte!

Het uitgebreide ensemble Sons of Noel and Adrian boeide eveneens. Ze staken heel wat avontuurlijke wendingen in hun traditioneel instrumentarium, aangevuld met accordeon en trompet; de pedaaleffects durfden wel eens sterk ingedrukt te worden. Op die manier hoorde je hoe traditie en een vleugje alternatief elkaar zo makkelijk vonden. Fijn concert van een fijne ontdekking …

Met hun doorwinterde en gevoelige countryrock begin jaren ’90 waren ze een van de vaandeldragers van de huidige americana/rootsrock. The Jayhawks van het songschrijversduo Louris - Olson hadden in de jaren ‘90 drie schitterende platen uit, waarvan het doorbraakalbum ‘Hollywood town hall’ het meest in het oog sprong. Na jaren hun eigen weg te hebben gegaan is het songschrijversduo terug bij elkaar met een nieuwe cd ‘Mockingbird time’ en wat is heerlijk genieten als die harmonieuze samenzang wordt ingezet en ondersteund wordt van het semi-akoestische gitaarspel, de toetsen en de bezwerende percussie; ze laten ruimte voor gepaste gitaarsoli en deden ons lekker wegdromen zoals op “Take me with you”; een g(®)limach verscheen toen ze “Waiting for the sun” speelden onder de zwaarbewolkte hemel. Voortkabbelende droomsongs die we verder hoorden met “Red light” en “I’d run away”. Van het nieuwe materiaal onthouden we vooral “She walks in so many ways”. Fijnzinnige set, maar jonge zieltjes hebben ze er niet bij gewonnen.

En de (plus) veertigers bleven in de Kayam tent om de originele line-up van Grant Lee Buffalo van Grant Lee Phillips aan het werk te zien, nog zo’n 90’s rootsicoon, die er een paar prachtplaten op nahield als ‘Fuzzy’ en ‘Mighty joe moon’. Nostalgie van een pak broeierige juweeltjes die subtiliteit en energiestoten versmolt, als “Shining hour”, “Jupiter & teardrops” “Mighty joe moon”, “Mockingbirds” en de doorbraak single “Fuzzy”. Het trio had er duidelijk zin in en speelde gemotiveerd. Het spelplezier droop er van af om het oude materiaal nog eens boven te halen. En de fans genoten . Phillips is een begenadigd gitarist en liet het hier gevat horen. Bassist/multi-instrumentalist Kimble stak de nodige dramatiek in de songs, en vooral toen hij op toetsen begon, steeg de factor emotionaliteit. En in die variatie vergeten we prachtsongs “Demon called deception” en een stevige “America snorring” niet!

Een reflectie  naar de traditionele folk hadden we met Ierse Guidewires, die wat multi culturele invloeden lieten doorsijpelen en ook de ‘Araborock’, een combinatie van Algerijnse raï, afro en rock; van de Algerijn Rachid Taha was leuk, een Arno rockende band, die de eerste rijen in beweging bracht. Ruig, bezwerend, kleurrijk en gevarieerd !

Iedereen was dan wel degelijk present in de Kayam voor de jonge schotse Amy Macdonald. Een paar jaar terug scoorde ze een grootse zomerhit “This is the life”, die we telkens meefloten, -neuriën, en die de basis vormde van haar aanstekelijke, meeslepende, frisse en sfeervolle poprockfolk. Ze is een grootse dame geworden met twee cd’s , was goed bij stem en beschikte over een goed op elkaar ingespeelde band. Ze maakte met de miezerige regen in Dranouter meteen de link met haar thuisland. “My ordinary Life”, “Mr rock’n’roll”, “Run” en haar doorbraaksingle hadden de juiste scherpte en vibe; luchtigheid, friste; maar ook het haardvuur mocht knetteren op “Don’t tell me it’s (not) over” en “Troubled soul”.  Amy pakte moeiteloos het publiek in; ze is duidelijk gegroeid op een groot podium en klinkt zelfverzekerd. “Born to run” van The Boss, eerst solo akoestisch ingezet, en een spannende opbouwende “Let’s start a band” besloten overtuigend het optreden .

Een wervelwind van flamenco tot metal vinden we in de eigen recensies als het over het  Mexicaanse Rodrigo y Gabriela gaat. De verrassende ritmes en frivole klanken door de vingervlugheid die het duo uit hun gitaren toverde, is gewoonweg meesterlijk. Meteen af aan word je meegesleurd in die gitaarfantasie; de afwisseling van het (ingetogen)  gitaargetokkel en de opzwepende melodieën, alsmede de lichtinval, de kleurschakeringen op achtergrondbeelden en de filmcamera aan de gitaar, zorgden ervoor dat de instrumentale set van het duo boeiend bleef.  Ze zijn enorm op elkaar ingespeeld, gaan tegen elkaar op en  geven elkaar de ruimte. Verveling bleef uit door de muzikale variatie en het verrassende klankenpalet.

Neem gerust een kijkje naar de pics van de bevriende collega’s Indiestyle http://www.pbase.com/pieter_73/dranouter_festival_2011 (Pieter V) http://www.musiczine.net/nl/fotos/dranouter-2011/

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

 

Festival Dranouter 2011: zondag 7 augustus 2011

Geschreven door

Festival Dranouter 2011: zondag 7 augustus 2011
Na een helse zaterdagnacht in de modder, hoopten we op de afsluitende dag op beter weer en inderdaad ondanks de regen voordien hadden we net als de vrijdag een bewolkte dag en tussenin de zon; het terrein bleef grotendeels droog. We konden zonder moeite het terrein op om de artiesten aan het werk te zien, en maakten er een fijne familiedag van. Het was wel zo dat het vele dagjesmensen, (jonge) gezinnen en late beslissers weerhield de weersomstandigheid te trotseren. De trouwe Dranouter festivalganger kregen ze inderdaad nog niet klein. Al bij al opnieuw een geslaagde dag …

Katzenjammer was al meteen de vrolijke eend in de bijt op zondagnamiddag . Ze zijn zo beetje de vaste vrouwelijke gasten geworden van de organisatie, want ze werden al een paar keer gecontacteerd op het festival en in ‘t Folk. De vier Noorse deernes uit Oslo gaan een succesvol jaar tegemoet, want de fris sprankelende plaat ‘Le Pop’ werkt aanstekelijk; ze brachten hun eigenwijze en gevoelige folkloristische Scandinavische muziek onder in een onstuimige mix van klezmer, mariachi, hoempa, circusdeunen, zigeunermuziek en bluegrass. In het najaar zien we hen zelfs in de AB. Een nieuwe cd mogen we in het najaar verwachten en de dames stelden er al enkele songs van voor, die  in eerste instantie toegankelijk klinken en meer richting pop gaan. De speelse droomwereld en het entertainment gehalte blijft behouden . De dames als multi-instrumentalisten en hun elfen ’acapella’ zang, stoomde en naast een soort ‘french can can’ gevoel, staan ze garant voor enkele ingenieuze covers, waaronder Genesis’ “Land of Confusion. Verwarrend en verrassend klinkt hun kattengejank wel, met de opvallende balalaikabas in het vizier … Katzenjammer was leuk op deze afsluitende dag!

We kijken al uit naar de najaarsconcerten van CW Stoneking, de Australiër die getipt wordt als een van de doorbraakartiesten . Hij kwam al in de spotlights in de Bota en terecht , want de mengeling van de Dylans ‘subterranean homesick blues’’, 30’s doowop, jumpin jive en jazz zorgde voor een opvallende boombalswing. De ‘coole man in white’ met z’n doorleefde in whiskey gedrenkte stem tokkelde op banjo en gitaar en was aangevuld met blazers en een contrabas. Net als op de plaat wordt het als ‘Jungle blues’ omschreven, die de Clubtent in een authentieke jaren ‘30 nachtclub omtoverde. Invloeden van uit de oude doos van Robert Johnson, Leadbelly en Blind Willie McTell. Hij profileerde zich als een jonge Seasick Steve. dit was de Mississippi delta blues, letterlijk ‘from the graveyard …’.

Het Londense Oi Va Voi staat bekend voor hun broeierige mix van pop, folklore, zigeunermuziek, klezmer en jazz. De brede, sfeervolle aanpak, die opzwepender kan klinken, siert de band. Ze hebben trouwens al voorname artiesten voortgebracht als violiste Sophie Solomon en de zangeressen KT Tunstall en Alice MacLaughlan, die een solocarrière uitbouwden. Hun dromerige, aanstekelijke groovy sound op z’n Red Snappers overtuigde en kreeg elan met een zanger die hoog kon uithalen, en een zangeres die de soul op de juiste plaats had.

We namen nog iets mee van Villagers, het project van de Ierse sing/songwriter Conor J. O’Brien, Hij put trouwens  uit de traditie van de Brits/Ierse folkmuziek en de onvolprezen Elliott Smith. Hij is in één adem op te noemen met het werk van Bright Eyes en Bon Iver. Spijtig genoeg was hij nog onvoldoende gekend bij het Dranouterpubliek met z’n intieme, hartverwarmende muziek, gekenmerkt van een sterke opbouw. Ook John Grant, later op de avond, was iets apart! Hij speelde het materiaal van z’n ‘Queen of Denmark’ op piano en werd bijgestaan door een toetsenist. Grant, toch al getekend door het leven, bracht sober, elegant en ruw de songs, geflankeerd door z’n baritonzang.

De Ierse sing/songwriter Luka Bloom was de curator van het festival en had eerder het jaar al een succesvolle theatertournee op zitten. ‘Riverside’, ‘The acoustic motorbike’ en ‘Turf’ zijn alvast in het geheugen gegrift. De charismatische zanger/gitarist speelt solo alsof hij met twee gitaren tegelijk speelt. Hij was vandaag de eerste artiest die heel wat volk naar de Kayam tent dreef. “Love is a place I dream of” en “City of Chicago” effenden het pad van de puike set, de sober gespeelde “To make you feel my love” en “Diane” ontroerden, en toen een accordeonist, een violist en een tweede gitarist erbij kwamen, klonk het geheel intenser en traditioneler binnen de folkwortels. Het laat hem ook niet los wat er rond hem in de wereld gebeurt. Eva De Roovere kwam erbij voor “Sunny sailor boy” en een dynamisch “You couldn’t have come at a better time” besloot het fijne, heerlijke concert van de immer sympathieke troubadour …

De Leuvense sing/songschrijver Jonathan Vandenbroeck aka Milow is groot geworden. Op een paar jaar tijd krijgt hij het ticketje van headliner. Ook hij is zo’n beetje een vriend des Dranouters. Tot voor kort was dit het enige concert op een festival (zal nog te zien zijn op Pukemarock Puurs). Hij bracht uiterst genietbare, hapklare poprock (kon wel eens stevig uithalen), enkele neofolky ‘on the road’ en campfire songs die  van ‘7 tot 77’ konden boeien. De charismatische Milow deed vele harten smelten, had een goed spelende band achter zich en heeft met Nina Babet een sterke backing vocaliste . Tijdens de ‘Milow’ pop stond ‘North & South’ in de spotlights en hadden we een puike hitreeks als “You don’t know”, “Never gonna stop”, “You & me “(met een flard “You can call me All”), “Little in the middle” en “Ayo technology” , waarop de gsms en aanstekers de lucht ingingen. Massaal werden de refreinen meegezongen. Milow kwam heel sterk voor de dag!

Tot slot Ben Harper, die een tweede adem heeft herontdekt sinds hij met The Relentless7 een paar jaar terug een plaat opnam en op tournee trok. ‘White lies for dark times’ en het recente ‘Give till it’s gone’ bevatten snedige, energieke songs. De belangstelling was merkelijk minder dan bij de twee vorige artiesten in de Kayam. Hij gaf de songs met z’n slidegitaar een vinnige trek en gaf ruimte aan z’n bandleden . Gitaar en drumsoli drongen door in het strakke materiaal als “Number with no name”, “Faded”, “Burn to shine”, “Rock’n’roll is free” en “Diamonds on the inside”. Hij gaf met z’n (nieuwe?) begeleidingsband de songs extra geladenheid.
Harper besloot een drassige Festival Dranouter editie, die van de festivalganger veel energie had gevraagd.

Neem gerust een kijkje naar de pics van de bevriende collega’s Indiestyle http://www.pbase.com/pieter_73/dranouter_festival_2011 (Pieter V) http://www.musiczine.net/nl/fotos/dranouter-2011/

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

 

Festival Dranouter 2011: donderdag 4 augustus 2011

Geschreven door

 

Festival Dranouter 2011: donderdag 4 augustus 2011
Eén van de pittoreske festivals dat we koesteren is ongetwijfeld Festival Dranouter; het festival straalt een erg warme, amicale en familiale sfeer uit. Een editie met een boeiende en uitdagende affiche , nieuwe milieu uitdagingen  en een sfeervolle terreinaankleding. Het festival is geëvolueerd. Het woord ‘folk’ verdween, blijft invoelbaar en kreeg een bredere perspectief onder ‘roots’, met aandacht voor de traditie . Op die manier blijft Festival Dranouter toonaangevend.
Het ‘vernieuwde’ Dranouter heeft aandacht voor de bron waar het festival met ‘the new tradition’ is ontstaan. Luka Bloom werd gekozen als gastprogrammator. Een sterk duidelijk statement voor zijn artistieke verdienste en zijn blik op de traditionele en hedendaagse muziek.
Festival Dranouter, dat een reputatie heeft van 'low impact festival', werd dit jaar nog door OVAM en Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege verkozen tot één van de voorbeeldevenementen op dit vlak.

We waren al aanwezig op de ‘pré-dag’, donderdag 4 augustus … Tja, het festival is bijna een heuse vierdaagse is geworden. 15000 mensen hadden zich al een weg gebaand door de regenvlagen en de modder. Maar doorwinterde modderratten als we zijn, deze zomer zijn we nog niet uit ons lood geslagen …

Met 80000 waren ze in totaal over de vierdaagse; bijna een vijfde minder dan vorig jaar, waar de kaap van de 100000 bezoekers werd bereikt. Vorig jaar sloeg de vernieuwde formule aan en waren de namen misschien nog iets aantrekkelijker, maar voor dit weekend moeten we ook rekening houden dat de dagjesmensen en de late beslissers niet wouden geconfronteerd worden met de ‘slijke’ en kozen voor hun comfort …

Jan de Smet van de Nieuwe Snaar animeerde het publiek rijkelijk tussenin, want hij had bij elke présence van de bands in de grote tent wel iets klaar van gitaarriedel, mondharmonica en gevatte tekst . Wat een creatieve man …

Ons muziekparcours
pré-dag: donderdag 4 augustus 2011
Onder een zwaarbewolkte hemel kon Hannelore Bedert het festival aftrappen, met haar intieme, kwetsbare en meeslepende pop. Daar heeft ongetwijfeld de nieuwe plaat ‘Uitgewist’ mee te maken. Ze beschikt over een full band die sterk op elkaar is ingespeeld om de gevoeligheidsfactor van het materiaal beter in de verf te plaatsen. Een voller geluid en een bredere instrumentatie, zonder de zachte, zalvende pop intimiteit te verliezen, bepaald door haar emotievolle stem en charisma. Fijngevoelige pop die het festival opende …overtuigde ... het is niet iedereen meegegeven, maar Hannelore Bedert heeft naast de talrijke nominaties en prijzenkast haar al sterke podiumprésence op een groot festival mooi onderstreept.

De ‘brothers & sisters’ van de sympathieke Britse The Magic Numbers (four)  deden de buitentemperatuur wat stijgen met hun ‘feelgood’ indiepopfolk/countryroad, die de brug slaat van sixties Mamas & Papas met de huidige rits sing/songwriters (Bon Iver, The bony king of nowhere, …) en artists Fleet Foxes, Local Natives, Cloud control en The bewitched hands in het genre. Sfeervolle, dromerige, rustige songs die afgewisseld worden met enkele pittige rockers … een subtiele melodie onder een harmonieuze man/vrouw zang, Romeo Stodard en Angelo Gannon, en een springerige, uitgelaten bassiste. Het recente materiaal van ‘The runaway’ is minder aanstekelijk dan oudjes “Forever lost”, “I see you, you see me” en “Love me like you”, hoewel “Throwing my heart away” er aardig naast kan staan    Zo ‘Magical’ zijn ze dus niet meer …

Band of Gypsies Taraf de Haïdouks en Kocani Orchestra bood de kans om de cultuur van Zuidoost-Europa naar Dranouter te brengen. DJ Merdan Taplak liet het in zijn Balkan sets al horen waar de mosterd vandaan komt! Een uitgebreid Orkestar hadden we van blazers allerhande, violen, percussie , troms , flutes, contrabas, gitaar, een authentiek snaarinstrument en enkele vocalisten die melodieën van authenticiteit en opwindende gypsy lieten weerklinken en het combineren van over heel de Balkan en Turkije. Traditionele danspassen van een dame ademden familietradities en trouwfeesten uit, en leidden het plaatselijke Oogstfeest in!
Ze vierden hun twintigste verjaardag; feest en ontroering gingen hand in hand. Mooi om te zien. Bezwerend, intrigerend feestje dus!

Het meeste volk kwam voor een van de meeste ‘hotte’ bands in Vlaanderen Arsenal, met name, die de link maakten met zomerse popmelodieën van hippop, dance, groove en elektronica. Een zwoel feestje dus van de tandem Roan –Willemijns, die samen met zangeres Leonie Gysel en de band de zware ‘klijte’ grond droog stampten door o.m. “Estupendo”, “Switch”, “Saudade” “Lotuk”, “Melvin”, “Mr Doorman” en de huidige single “One day at the time”. We voelden een Zuiders ontspannend dansbaar geheel, fris en enthousiast met enkele sfeervolle stukken tussenin. …Summertime  in Dranouter … “Longee” … Eindelijk !

Neem gerust een kijkje naar de pics van de bevriende collega’s Indiestyle
http://www.pbase.com/pieter_73/dranouter_festival_2011 (Pieter V)
http://www.musiczine.net/nl/fotos/dranouter-2011/

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

 

Pagina 671 van 880