logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Shaka Ponk - 14...
slift_aeronef_0...

Adele

21

Geschreven door

De jonge Britse Adele bracht ons twee jaar terug in vervoering met het debuut ‘19’. ’21‘, de opvolger, gaat mee met de leeftijd van het talent en brengt opnieuw een plaat van elf indringende, bezwerende, opzwepende songs en majestueuze ballads, doorleefd en emotioneel geladen, opgebouwd rond de piano. Ze integreert het met soul, blues en gospel. Ze is een zangeres uit de duizenden die met haar vocale klasse (standvastige, welluidende stem), charme en extravertie het materiaal elan geeft. Straffe nummers, groots en meeslepend; ideale onthaastingsmuziek! Dromers en romantici zijn in hun sas op die sound.
Stem, piano en toetsen vormen de rode draad en daarop bouwt ze verder naar een volle, brede sound. “Rolling into deep”, “Rumour has it” en “Set fire to the rain” zijn opbouwende nummers en overtuigen enorm. Ook de ingehouden songs raken en zorgen voor kippenvel, o.m. de elegant sobere gespeelde “Turning tables”, “Take it all” en “Don’t you remember”; het afsluitende “Someone like you” is hartverscheurend. Doorleefde soulpop met een warme intensiteit is te horen op “I’ll be waiting”, “One & only” en “Love song”, de origineel aangepakte cover van The Cure.
Adele brengt veelzijdige treffende en gevoelige pop … songs met een knuffelgehalte en een eeuwigheidswaarde …

The Crookes

Chasing after ghosts

Geschreven door

The Crookes - Veelbelovend Brits bandje die melodieus toegankelijke, frisse, sprankelende en dromerige popsongs brengt in de beste Britse traditie, ergens tussen The Smiths, The Housemartins, The LA’s en Aztec Camzera.
We houden er wel van deze onthaastingsmuziek, die uiterst genietbaar, melig, sfeervol is en kan rocken. Ze zijn niet onweerstaanbaar hoor, maar het zijn gitaarliedjes pur sang, met een rinkelfactor. Drie minuten songs met een handvol singles “Godless girl”, “Bright young things”, “I remember moonlight” en “Bloodshot days”, die prima zijn; “Youth” en “City of lights” zijn moedig. Deze songs allemaal moeten de luisteraar over de streep krijgen en ervoor zorgen dat de band een doorbraak kan forceren. Lekker debuut dus!

Panic! at the Disco

Vices & Virtues

Geschreven door

De lente is volop in het land en dat zorgt er voor dat de doorsnee-burger een stuk opgewekter door het leven gaat… Extra fijn is het als je dat lentegevoel kan combineren met de complexloze, lekker rechttoe rechtaan muziek van een band als Panic! At The Disco...  Deze jongens hebben nochtans een verschrikkelijke periode achter de rug want van het oorspronkelijke viertal verlieten Ryan Ross en Jon Walker de band en zo bleven alleen nog zanger Brendon Urie en drummer Spencer Smith over.
Ondanks deze halvering koos men ervoor een nieuw album te maken en daarbij terug te keren naar de succesformule van hun eerste plaat. Dit betekent in concreto snelle gitaarrock met een wat theatrale en dramatische ondertoon. De meeste songs op dit album werden dan nog eens flink aangekleed met diverse instrumenten (xylophonen, piano, synths, strijkers) en met een aantal kinderkoortjes.
Op ‘Vices & Virtues’ horen we in totaal  tien fijne popsongs  met zeer catchy refreinen die in een rotvaart passeren.  De beste nummers zijn wat ons betreft opener en eerste single “The Ballad Of Mona Lisa” en  het meezingbare “Let’s Kill Tonight’ dat een duidelijk   gothic- en industrialrandje heeft.  Of Panic! At The Disco  met ‘Vices & Virtues’ het succes van hun eerste album gaan evenaren is twijfelachtig maar dat betekent niet dat dit geen fijn plaatje is dat perfect past bij de tijd van het jaar!

Defeater

Empty Days, Sleepless Nights

Geschreven door

Defeater is een band die niet stilzit.  In 2008 brachten ze hun eerste plaat ‘Travels’ uit, waarna eind 2009  het mini-album  ‘Lost Ground’ volgde.  Was hun eerste full cd een zeer gelaagde en  stevige hardcoreplaat die zijn schoonheid pas na vele luisterbeurten helemaal prijsgaf, dan was ‘Lost Ground’ een stuk melodieuzer en iets toegankelijker.  Het was meteen duidelijk dat de band met ‘Lost Ground’  goud in de handen had en het bracht Defeater dan ook geen windeieren.  Het aantal fans steeg zienderogen en de sfeer  op de eindeloze reeks shows in de States en Europa was overweldigend (check  eens de ontelbare you tube-filmpjes gepost door de fans).
We zijn begin 2011 en daar is Defeater al opnieuw met een tweede full album ‘Empty Days, Sleepless Nights’.  Veel bands zouden ongetwijfeld pogen een doorslagje te maken van ‘Lost Ground’  en een plaat te componeren waarvan  ze denken dat de fans die verwachten .   Dat is echter buiten Defeater gerekend want met dit derde album kiest het vijftal resoluut voor hun eigen koers!
Opvallend is dat de plaat eigenlijk uit twee delen bestaat:  ‘Empty Days’ bevat 10 stevige (en je zou kunnen zeggen typische ) Defeater-songs, ‘Sleepless Nights’   is daarentegen een combinatie van  vier akoestische (!) nummers .
Over het eerste deel van de plaat zijn wij alvast lyrisch!  Opener “Warm Blood Rush” is een van de beste songs die Defeater al gemaakt heeft. Zanger Derek start met de woorden “Dear God, what have you done?” waarna de overstuurde gitaren en de roffelende drums hun verpletterende  intrede maken en de toon zetten voor het eerste, waanzinnige  deel van deze plaat. Daarna volgt “Dear Father”, het nummer dat misschien wel het meest in de stijl van ‘Lost Ground’ ligt. In deze song hoor je de bijzondere wisselwerking tussen enerzijds de emotionele stem van zanger Derek en de al even intense achtergrondvocalen van gitarist Jay! Het derde nummer “Waves Crash, Clouds Roll” houdt er onder aanvoering van topdrummer Andy een hels tempo op na waarna het wondermooie “Empty Glass” volgt.  Cleane gitaren, machtig drumwerk, verschillende tempowisselingen, emotionele  vocalen en indrukwekkende teksten: het is duidelijk dat Defeater een patent heeft op songs met  deze  ingrediënten...
Ook de andere  nummers op het eerste deel van de plaat weten te bekoren: twee absolute uitschieters zijn nog “White Knuckles” (luister naar die gitaren van virtuoos Jay Maas) en het ongelooflijke “White Oak Doors”.  Dit laatste nummer bevat een zeer repetitieve opbouw waarbij zang en stevige drums mekaar aanvankelijk afwisselen tot het moment dat  de gitaren van Jay overnemen en zorgen voor een ongelooflijke finale...
 Na ongeveer zes minuten horen we plots complete stilte en dat is niet toevallig... Net als ‘Lost Ground’ en ‘Travels’  is ook dit tekstueel een conceptalbum en symboliseert de plotse stilte op “White Oak Doors” het moment dat het hoofdpersonage zich voor een razende trein gooit...

Vervolgens is het tijd voor ‘Sleepless Nights’, vier akoestische songs in het verlengde van een band als Bright Eyes.  Het is eigenlijk moeilijk te vatten dat dit allen Defeatersongs zijn die door dezelfde zanger ingezongen werden.  Het was trouwens  Derek Archambault die dit tweede deel van de plaat volledig componeerde! Wij gokken er in ieder geval op dat heel wat van z’n  songs gretig gedownload zullen worden via iTunes.

Onze slotconclusie is dat we in 2011 nog geen beter album hebben gehoord dan  ‘Empty Days, Sleepless Nights’ en het zal wel eens heel moeilijk kunnen worden om er nog eentje te vinden die beter is dan deze...

Richting Huiswaarts

Tot zover

Geschreven door

Geen mens die het ooit voor mogelijk hield maar in tijden dat alles digitaal lijkt te worden en op piepkleine mp3-spelers opgeslagen wordt, is er ook een muzikale stroming die besloot om terug de cassettes leven in te blazen.
Wie zich in de jaren '80 bezig hield met de underground moeten we wellicht niet overtuigen welke pareltjes destijds via tapelabels werden uitgebracht. Gevoed door nostalgie en de nodige anarchie brengen groepen terug tapes uit en Onderstroom Records is één van de labels die aan deze revival meewerkt.

Richting Huiswaarts is een groep rondom Gerard Herman die wel van een kort leven voorzien was want nog voor deze groep ooit een podium gezien had, waren zij al lang van deze aardbol verdwenen.
Om het nageslacht (en u) echter te dienen bracht Onderstroom een tape uit die gelimiteerd is op 100 exemplaren.
Deze Nederlandse postpunkwave geluiden zal éénieder associëren met het werk van Aroma Di Amore, ook al is er hier wat meer experiment aanwezig.
De teksten mogen dan wel in het Nederlands zijn, toch moet je veel moeite doen om door het post-punkkabaal er ook maar één woord van te verstaan.
Hetgeen we toch verstonden klonk even zwart als wat we in de eighties hoorden, en dat is geen verrassing want zelfs de journaalbeelden lijken ons terug te brengen naar die zwarte jaren ’80.
Tapes hadden steeds een bedenkelijke geluidskwaliteit en dat is hier niets anders maar het geeft je wel tenminste dat gevoel terug alsof je ergens in 1981 aan je tapedeck gekluisterd zit.
Voer voor echte liefhebbers van het spul dus, en tja...wat voor spul! Overheerlijk!

Budam

Man

Geschreven door

Wie een klein beetje globetrotter is zal beslist weten dat de Faeröereilanden een archipel is dat zich ergens tussen Schotland en Ijsland bevindt, maar slechts weinig mensen zullen ook maar één noemenswaardige artiest uit deze plaats kunnen opnoemen. Wie weet, brengt deze Budam daar in de toekomst verandering in.
De echte naam van deze mens luidt Bui Dam en deze jazzgitarist besloot op een mooie dag om naar het verre Cuba te trekken om aldaar de bekende Caribische ritmes aan te leren.
Jammer genoeg veranderde deze reis ook zijn leven want bij een verwonding aan diens pols was hij genoodzaakt om zijn instrument op een volledig andere manier te gaan bespelen.
Dit ongeluk veranderde Bui Dam’s levensvisie, zo besloot hij bijvoorbeeld om de wereld te gaan rondtrekken en zo zijn inspiratie op te doen.
Deze levenservaringen transformeerden hem tot een nieuw personage Budam.
Het debuutalbum ‘Stories about angels, demons, lovers and murderers’ werd zowat overal in undergroundkringen bejubeld waarbij sommige hem al snel als de nieuwe Tom Waits gingen beschouwen. Het werd een vergelijking die hem niet lang zinde want Budam moest vooral Budam zijn en met deze tweede cd ‘Man’ gooide hij het muzikaal meteen over een andere boeg.
De thematiek van de plaat werd opgedeeld in vier delen : religie, de natuur, de liefde en de dood. Simpeler kan niet maar het zijn wel meteen de vier elementen die het leven hier op aarde bepalen.
Wie door de lijntjes heen kan lezen heeft al gauw gemerkt dat het hier vooral gaat om luistermuziek.
Budam werkt bijna op minimale wijze waardoor je verplicht bent om naar de teksten te luisteren. Deze Budam kan zich bezwaarlijk een groot dichter noemen daarvoor is het net allemaal iets te simpel, maar geen mens die de levenswaarde ervan kan ontkennen.
Zo haalt hij bij "Elephant" alle cliches naar boven van de bekende tv en de daarbij behorende chips of is " The man who knows everything" de gebruikelijke uithaal naar de brainwashmacht die de media heeft.
Soms slaat Budam de bal wel aardig mis waarbij nummers als "Last song" op een geforceerde vingeroefening lijken maar toch is de eindbalans  eerder positief, ook al blinkt deze cd niet uit als het louter om originaliteit gaat.

Mastodon

Live at the Aragon

Geschreven door

Een van de beste metalplaten uit 2009 was ongetwijfeld ‘Crack The Skye’  van de Amerikanen van Mastodon.  Deze plaat was een indrukwekkende combinatie van progrock met metal en zorgde  voor een vernieuwende wind binnen de metalwereld. Slechts zeven nummers op deze plaat maar allen getuigden ze  van een ongeloofelijk complexiteit en techniciteit en een uitgesproken vakmanschap.
Hun  muzikale superioriteit hebben de heren van Mastodon nu vastgelegd op deze live cd en dvd. Het bewuste optreden vond plaats in 2009 in  ‘The Aragon’ in Chicago.  Mastodon deelde die avond trouwens de stage met illustere bands als Converge, High On Fire en Dethklok.
Op ‘Live At the Aragon’ horen we   integraal het album ‘Crack The Skye’ aangevuld met een aantal andere nummers zoals ”Aqua Dementhia”, “ Motheer Puncher” en ‘Where Strides The Behemoth”.  Er wordt afgesloten met “The Bit”, een cover van The Melvins.

Mastodon slaagt er in om de zeer complexe nummers live tot in de perfectie uit te voeren, een heuse prestatie als u het ons vraagt. Enig minpuntje zijn de vocalen op de tracks van ‘Crack The Skye’ die live   niet zo overtuigend klinken als op het studio-album.
Bij deze live cd en dvd zit verder nog ‘Crack the Skye: The Movie’, een vrij lange muziekvideo die tijdens de bewuste tournee in 2009 werd afgespeeld tijdens de optredens van Mastodon en is gebaseerd op het bewuste album.
De echte fans kunnen we dit album zeker aanraden want voor de prijs van een gewone cd krijg je immers heel wat in de plaats! Het blijft reikhalzend uitkijken naar  een nieuwe studioplaat....

James Blake

James Blake verrast positief

Geschreven door

In het danswereldje worden artiesten vaak op basis van een of twee nummers een godenstatus toegemeten. Trendwatchers en journalisten springen allen samen op dezelfde kar op zoek naar de nieuwste style en mode trends en de hypemachine schakelt automatisch in een hogere versnelling omdat iedereen mee wil zijn. Zo had enkele jaren geleden Tiga volgens sommigen het album van het millennium gemaakt. Een objectieve beluistering van de muziek, leidt dan heel dikwijls tot een serieuze bijstelling.
Bij James Blake zijn alle elementen voor zo een hype aanwezig: hij komt uit de juiste scene die iedereen hip moet vinden, hij is nog maar 23, en zijn cover van Feist “Limit to your love”, hapt zo gemakkelijk weg, dat ie zelfs voor oppervlakkige trendwatchers gesmaakt kan worden, wat al heel wat minder evident is voor de typische dubstep die hij als DJ draait, die vaak een stuk weerbastiger is.


Het debuut van Blake kon ons niet over de hele lijn overtuigen, een nummer of drie is ok, terwijl de rest van de plaat wat lijdt onder een teveel aan experimenteerdrift. We waren dus voorzichtig benieuwd wat Blake er live van terecht zou brengen.  Het hippe volkje had de Orangerie tot barsten toe gevuld vanavond, dit was duidelijk een van de events van het concertvoorjaar.
Blake had een gitarist en drummer meegebracht, maar de hoofdrol zou toch naar de man zijn stem en analoge synthesizer gaan: drums en gitaar kregen een volledige ondersteunende rol in de set en zouden heel beperkt hier en daar wat accentjes mogen toevoegen. Vanaf het eerste nummer, “Unluck”, werd het duidelijk dat Blake zijn stem als een instrument beschouwd: hij stuurt een zanglijn door zijn analoge synthesizer, en loopt en vervormt die zanglijn, terwijl hij er dan nog eens bovenop zingt. Zo kreeg je meteen een heel vervreemdend en spookachtig geluid, en zag je als het ware live de composities vorm nemen.
In sommige nummers gaat die instrumentale aanpak van zijn stem wellicht nog iets te ver, soms wou je dat hij het gewoon bij simpele goede songs zou houden, maar op zich kan je het een drieëntwintig jarige niet kwalijk nemen dat hij zijn composities nog alle kanten uitstuurt. James Blake zelf haat de vergelijking, maar qua aanpak heeft hij veel gemeen met de vroege experimentele Jamie Lidell, voor die neo-soul maakte.
Blake’s stem is goed, bijwijlen lijkt ze heel erg op die van Antony Hegarty, waardoor de tekstfragmenten haast automatisch een onvermoede diepgang krijgen, die ze eigenlijk objectief niet hebben. In “I never learnt to share” start Blake vanuit een tekstflard (“my brother and my sister they don’t speak to me, but I don’t blame them”, die hij dan als een mantra herhaalt en vervormt, waardoor een song over een kakkenestje onvermoede en onuitgesproken  extra betekenissen krijgt. Vanaf dit nummer begreep je plots veel beter hoe Blake zijn nummers opbouwt, en hoe zijn akoestische en beatloze nummers eigenlijk veel gemeen hebben met de dubstep composities die hij als producer en DJ uitbrengt.
De drummer en gitarist kregen een iets grotere rol in de volgende nummers, en schurkten aan tegen de akoestische dubstep van Mount Kimbie , dus zonder de loodzware bassen. Die bassen kregen we dan wel bij “Limit to your love”: broekspijpen begonnen te wapperen door de luchtverplaatsing, en de wanden van de Orangerie trilden en daverden: deze versie van Leslie Feist’s nummer transformeerde tot een echte dubreggae, met veel echos en effecten. The “Wilhelm Scream” sloot het optreden af in dezelfde lijn, zodat het publiek zich voor de eerste keer vanavond echt liet gaan.

Wij hadden vanavond een heel talentvolle artiest gezien, die nog volop aan het zoeken is en waarvan we in de komende jaren nog veel mogen verwachten. Een positieve verrassing dus, ondanks de hype die Blake op een voetstuk plaatst waar hij niet opgezet moet worden. Waarom ze de man deze zomer op de wei van Werchter geprogrammeerd hebben, is mij echter wel een compleet raadsel: hij zal er al even miscast staan als The Mars Volta of Mastodon een paar jaar geleden, een DJ set van Blake is wellicht nog de beste oplossing om de Marquee niet leeg te laten lopen.

Setlist:
Unluck, To care (like you), Give me my month, Tep and da logic, I never learnt to share, Lindisfarne, Klavierwerke, Limit to your love, The Wilhelm scream

Binnenkort in GrandMix, Tourcoing (26 april 2011)

Organisatie: Botanique, Brussel

Domino 2011 - José González - Domino met behulp van Zweedse strijkkunst netjes opgeborgen

Geschreven door

Domino 2011 - José González - Domino met behulp van Zweedse strijkkunst netjes opgeborgen
Domino 2011 - José González & The Göteborg String Theory

In februari van dit jaar bleven onze muziekgevoelige oren noodgedwongen verstoken van een gepland concert van het Zweedse Junip in De Kreun, Kortrijk. Deze groep bestaande uit het trio Tobias Winterkorn (keyboards), Elias Araya (drums) en José González (zang en gitaar) diende namelijk verstek te laten gaan voor haar Europese tour ingevolge oververmoeidheid bij González.

Gelukkig hebben de curatieve maatregelen hun uitwerking niet gemist en de reeks afgelastingen impliceerde geen afstel doch louter uitstel want intussen werd voor ons land Junip aan de affiche van het komende Brugse Cactusfestival toegevoegd en ook de AB liet zich niet onbetuigd want zij besloten om – de présence van de Japanse noisegod Merzbow in de Club eventjes buiten beschouwing gelaten - José González als afsluiter van de 15de en tevens allerlaatste editie van het Domino festival te laten fungeren. Als kers op de taart zou hij daarbij bijgestaan worden door het ensemble The Göteborg String Theory.

Om de avond passend in te leiden, werd het publiek afgelopen dinsdag getrakteerd op de vertoning van ‘The Extraordinary Life Of José González’, een mooie documentaire in een regie van Mikel Cee Karlsson en Frederik Egerstrand die gebruik makend van videodagboeken, animaties en studio-, thuis- en concertopnames een inkijk biedt in het leven, werk en denken van de mens/artiest González. Treffend was te zien hoe groot en confronterend het contrast is tussen de extase en drukte van optredens tegenover het veelal  eenzame bestaan van een muzikant die twijfelend en vol verwondering op zoek blijft gaan naar de nodige creativiteit.

Ook eenzaam en alleen maar dan op de planken van de AB, verscheen daarna Little Scream of het alter ego van de Canadese zangeres en liedjesschrijfster Laurel Sprengelmeyer. Met een zopas uitgebracht eerste album genaamd ‘The Golden Record’ op haar actief en een gitaar onder de arm bracht ze een korte set die slingerde tussen nerveuze en uitbundige rock (“Cannon”) en intieme luisterliedjes (het folkgetinte “The Heron And The Fox”). Daarbij bleek de muziek van Sprengelmeyer thuis te horen in het lijstje vrouwelijke artiesten als daar zijn Lisa Germano, Joan Wasser, Leslie Feist, St. Vincent en PJ Harvey.
Tijdens de opnames van de plaat kon Sprengelmeyer rekenen op de medewerking van leden van onder meer Thee Silver Mount Zion, Stars, Arcade Fire alsook van The National en in de AB misten we vooral tijdens de zachtere nummers deze omkadering. Tevens ging de vaart er geregeld uit doordat er ter plaatse heel wat gegoocheld en geknutseld (en soms ook gestunteld) werd bij het vinden van de juiste akkoorden, het toevoegen van vocale effecten en het in de maat ritmisch voetstampen.
Veel werd dan weer goedgemaakt door het ontwapende die uitging van de attitude van Sprengelmeyer én van het feit dat zij bleek te beschikken over heel wat zelfrelativerende humor. Zo stelde ze haar metgezel Casio SK1, een polyfonische synthesizer die één luttele sample in het geheugen kan opslaan en die in het jargon ook wel eens als de ‘arme man sampler’ door het leven gaat, voor als ‘the smallest band of the World’. Het al talrijk aanwezige publiek dat duidelijk het zachtgevooisde van de muziek van González doortrok in haar respons kon dit alles wel appreciëren en trakteerde (het optreden van) Little Scream op een uitbundig en ondersteunend applaus.

Een omgekeerde beweging qua podiumbezetting maakte José González. De in Zweden geboren zanger met Argentijnse ouders heeft van eenvoud en soberheid zijn handelsmerk gemaakt. Meer dan een akoestische gitaar, zachte vocalen en sporadisch wat geringe percussie heeft hij niet nodig om zijn nummers te laten schitteren. Getuige zijn albums ‘Veneer’ (2003) en ‘In Our Nature’ (2007), de aanwezigheid op talrijke compilaties, alsook het succes dat hij – mede door een Sony reclamefilmpje - boekte met een totaal uitgeklede akoestische versie van “Heartbeats”, oorspronkelijk uitgebracht door zijn landgenoten The Knife.

Momenteel laat González het solowerk even voor wat het is en doet enkele Europese zalen aan waarbij hij zich laat omringen en begeleiden door The Göteborg String Theory. Dit twintigkoppige ensemble wordt hoofdzakelijk gevormd door muzikanten uit de thuisbasis van González maar telt daarnaast ook nog Berlijners in de rangen.
Het concert in de AB ving met “Hints” wél aan zoals we van González gewoon zijn: solo uitgevoerd in zijn typische introverte houding, deels voorovergebogen over zijn akoestische gitaar. Bij “In Our Nature” kwamen er druppelsgewijs enkele groepsleden hem vervoegen om vervolgens vanaf “Far Away” volledig geruggensteund te worden door het voltallige ensemble.
Meteen vielen enkele kenmerken op die de rest van de avond het concert zouden typeren: lange filmische, opbouwende intro’s (wat zeker het zonet vermeldde “Far Away” een extra cachet gaf omdat dit nummer exclusief werd gemaakt voor het in 2010 uitgebrachte en fel bejubelde western videospel ‘Red Dead Redemption’) werden opgevolgd door subtiele instrumentale inkleuringen die allen vakkundig gedirigeerd werden door een enthousiaste Nackt (die ook samen met Ben Lauber and Nils Tegen instond voor de composities en arrangementen). En wat eigenlijk nog het belangrijkste was: bijna nimmer kwam de zang en het gitarenspel van González in de verdrukking maar versmolten deze mooi en passend als één geheel samen met de laagjes instrumentatie die er over gedrapeerd werden.
Hoe verder de set vorderde hoe meer het deels zittend publiek op het puntje van de stoelen ging plaatsnemen en hoe meer de eerste rijen rechtstaande aanwezigen mee opgezogen werden in de fraaie wisselwerkingen.
Bij ieder nummer vielen er diverse instrumenten te bespeuren die detaillistisch bepalend (xylofoon in combinatie met strijkers in “How Low” en dwarsfluit, klarinet en trompet tijdens de aan Jaga Jazzist en Tortoise aanverwante instrumentale intro tot “Broken Arrows”) of richtinggevend (een streepje electronica bij “Crosses”) waren, dan weer – in positieve zin weliswaar – hun weerbarstige aard boven haalden en het geheel een ietwat scherper randje meegaven (trompet bij “Down The Line”).
Hoogtepunten waren wat ons betreft terug te vinden tijdens uitvoeringen van “Abram” (met een fraaie mix van akoestische gitaar, percussie, cello, violen en bleeps) en “Cycling Trivialities” (waar de stemmen van de twee achtergrondzangeressen crescendo meegingen met de snaarinstrumenten).
De Kylie Minogue cover “Hand On Your Heart”  werd dan weer van een Stock, Aitken en Waterman luchtbelletje uit 1989 getransformeerd tot een sprankelend juweeltje, terwijl omgekeerd het bij Massive Attack uitgeleende “Teardrop” nu net door de toegevoegde extra’s aan impact diende in te boeten.
Als toegift kwam het solo uitgevoerde “Fold” aan bod om uiteindelijk af te sluiten met het onvermijdelijke “Heartbeats” waarbij The Göteborg String Theory voltallig maar qua klank spaarzaam González nog eens kwam vervoegen.
Veel bindteksten of interactieve momenten met het publiek vielen er niet aan te treffen maar dat hoefde ook niet. De muziek sprak voor zich en met heel wat symfonie tussen de oren en een euforie op het gelaat trokken de aanwezigen de deur van de AB en deze van het Dominofestival jaargang 15 achter zich dicht.

Jammer dat het meteen ook de allerlaatste editie ooit was. Eén troost: via deze keurig gestreken muzikale vertoning van José González en The Göteborg String Theory kan de formule in schoonheid definitief opgeborgen worden om later dit jaar plaats te maken voor andere projecten die – als we Kurt Overbergh, artistiek directeur van de AB, mogen citeren – “op hun beurt weer zullen uitgroeien tot iets moois en mogelijk even groots”. Musiczine houdt zich nu al klaar.

Setlist: Hints, In Our Nature, Far Away, How Low, Crosses, The Nest, Abram, Hand On Your Heart, Göteborg String Theory Instrumental, Broken Arrows, Cycling Trivialities, Teardrop, Down The Line
Fold, Heartbeats

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel (ikv Domino 2011)


Arsenal

Lokemo

Geschreven door

Het vierde album, van de tandem Hendrik Willemyns – John Roan, van Arsenal is er terug eentje om van te snoepen. Ze herdefiniëren hun geluid zonder de zomerse eigenheid te verliezen, en geven steeds verrassende wendingen. Hun warme zomerse, sfeervolle, aanstekelijke multi –culterele sound durft iets scherper, venijniger, dwingender en onheilspellender te zijn.
Ze deden (opnieuw) beroep op enkele gastzangers als Johnny Whitney (die z’n ervaring uit de hardcore/punk laat horen), die de songs “Glitter & Gold” en de titelsong een bepalende push geeft. Voor een donkere Arsenal tintje zorgt zangeres Mélanie Pain van Nouvelle Vague, die “Fear of heights” linkt aan The XX, door het spaarzame arrangement van meeslepende gitaarakkoorden en haar indringende stem … Ook het afsluitende “Sunn drumms” is meer dan moeite, met de hiphippers van Depotax, die het nummer doen huiveren en het een broeierige spanning bieden. Nieuw zijn de soundscapes tussen de nummers, die als rustpunten fungeren en de volgende song inleiden …
Natuurlijk graait de band moeiteloos in de bak van exotische, dromerige, dansbare pop, een mengelmoes van zwoele, opzwepende beats, Braziliaanse klanken en variërende zangpartijen die de Arsenal sound naar een hoger niveau tillen, “One day at the time”, “High venus” en de single “Melvin”.
Ze zullen live terug meer dan voldoende instaan voor opwindende live acts, zonnige cocktails, en kleuren je zomer. Prosit!

Pagina 690 van 881