logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Vive La Fête - ...
Shaka Ponk - 14...

Family Of The Year

Family of the year – All together now - Happy family!

Geschreven door

We houden er wel van, van die lichtvoetige, warme, aanstekelijke semi akoestische freefolky stijl van het uit LA, California afkomstige Family of the year. Na enkele EP-tjes hebben ze hun ‘Songbook’ klaar, ‘feelgood’ music, onthaastingsmateriaal van frisse, onschuldige dromerige, ingetogen en emotievolle songs. Ze nodigen uit naar het vroegere communeleven, het samenhorigheidsgevoel van de sixties, verenigingskampvuren en ‘Up with People’, door de semi-akoestische toonzetting, de meeslepende melodieën, de zonnige, psychedelische klankkleur en de meerstemmige zang, zonder oeverloos ‘ in your mind te blowen’. Ze leunen op die manier aan Devandra Banhart, Cocorosie en Polyphonic Spree, houden wel van de dromerige indiefolk dynamiek van Belle & Sebastian, Los Campesinos, Fanfarlo en Local natives en grijpen terug naar de Beach Boys, The Eagles en de happy family van The Mama’s & de Papa’s en The Carpenters.

Ze stonden met vier op een rij, de drummer achteraan, wat mooi om aan te zien was in de kleine Witloof Bar. We hoorden een gevarieerde aanpak, waarbij we ons helemaal rond de band konden scharen, konden genieten, wegdromen of ons lieten meedrijven, weg van het dagdagelijks verwachtingspatroon. Er was aardig wat volk opgedaagd voor die leuk ontspannende, aangename en goed in het gehoor liggende pop.
Meteen kregen we een paar frisse, broeierige en opwindende tracks, die niet op het debuut terug te vinden zijn. “Stupidland” en het spaarzame “Hero” zorgden voor de eerste herkenbaarheid. Een close harmony en een knetterend kampvuur wakkerden ze aan met hippe ‘60s hippie songs, van snedige rockers “Never enough”, “Psyche or like scope” en “Chugjug” tot de  ingehouden “What a surprise”, “Everytime” en “Summer girl”.
Het kwintet werd warm onthaald en boden  in de bis “Treehouse”, die elan had door het handclap ritme, en een stevige “Let’s go down”, opener van hun debuut.

Blij dat we nog zo’n bandje in de Witloof Bar mochten bewonderen, maar de sterke respons op de indiefolk en de ‘60s revival zullen er gauw voor zorgen dat Family of the year uit de huiskamer geraakt en een breder publiek zal bereiken!

Organisatie: Botanique, Brussel

Goose

Goose - Verdoken ode aan ‘de oude snaar’?

Geschreven door

Na een meer dan geslaagde ‘try-out’ in Studio Brussels Club 69 draaide Goose op 11 en 12 februari in de Brusselse Ancienne Belgique de volumeknop voor het grote publiek open. Een dubbelconcert, een dubbel feest. ‘Synrise’, de jongste van het Kortrijkse kwartet, mag  dan al op een sound track van een film gaan lijken, Goose staat nog altijd synoniem voor een elektro-dance-party.

Dat ondervond de roodharige krul naast ons aan den lijve. Pas gekochte laarsjes uitproberen op een Goose-concert: een mens zou van minder pijnlijke voeten krijgen. Al vergat ze bij momenten wel dat ze die stekende stiletto’s aan had. De dertien nummers die Goose – met twee MIA’s op zak - op de AB los liet, vormden een goed uitgebouwde set die nieuw (8) en oud (5) combineerden. En ja, het moet gezegd: ‘oud’ is dansbaarder, oud is ‘gitaarder’, oud is aanstekelijker. Maar ‘nieuw’ is daarom niet minder ok.
Met “Synrise” – ook de opener van hun jongste album – pikten ze er de perfecte binnenkomer uit. Een opstarter à la ‘Theme for Great Cities’ van de Simple Minds (maar dan dansbaarder): opbouwend, tekstloos, opwarmend en publiek meetrekkend in de hele gig. “Can’t Stop me now” volgde en was ook meteen raak. De spots die van rechts en links afwisselden om het gezicht van frontman Mickael Karkousse te laten spelen met licht en schaduw, onderschreven het spektakel.
Zonder naad vloeide het over in de elektro sidestep van “Black Gloves” waarin Karkousse bewees dat hij als volksmenner stevig gegroeid is. Hij zou de hele set zijn publiek vast houden en leiden. Niet toevallig greep Dave Martijn op dat ‘oudere’ nummer voor het eerst - en toen nog alleen - naar zijn gitaar. Een teken? Een symbool? In elk geval een – zo zou later blijken - terugkerend gegeven dat de interpretatie open hield en houdt.
“Bring it on” was opnieuw in your face met een drumexplosie van Bert Libeert die onterecht te ferm afgezwakt achteraan het podium ‘moet vullen’. Hij draagt (mee) de elektro van Goose, verdient een hogere opstap en het zou de visualiteit – een elektrogroep eigen – ten goede komen. De lichtshow, die vooral vanaf “Bring it on” in de vorm van zes neergedaalde en tollende lichtbakken aangewend werd, was puik, maar we misten een opvulling van het grote lege ruim achter het viertal. Kleurtjes alleen zijn te min, zeker als je weg wil van de traditionele popstructuren en het ruimere audio-video-sop kiest. Het publiek kreeg trouwens ook behoorlijk veel licht, al wilden de vier mee genieten van de party in de middenbeuk.
Een kwartet van nieuwe nummers volgde: melodieuzer, zachter, telkens wel opnaaiend maar soms een climax missend, nochtans het handelsmerk van de Kortrijkzanen. “After”, “In cars” en “Like you” (met een lichte en leuke New Beat-invloed) en “As good as it gets”, waar de decibelhel weer trancegewijs los brak.
En dan was het weer even grasduinen in ‘oud’, dus met Karkousse en Martijn ook weer aan de gitaar in plaats van achter hun synthesizer: “Low Mode” met twee en “British Mode” met alle drie aan de snoeisnaren en o ja, het kickt als ze die aanslaan. Met “Everyboy” maakten ze het eerste deel – na kop een uur – vol.

Twee bisnummers: “Hunt” als grote ademhap voor hun hit “Words” wat ze heel elektronisch brachten en dan plots afbraken. Einde van de gig? Not ! Eindelijk leefde het podium helemaal op toen ze alle drie opnieuw hun gitaar afbeulden en over de stage en tegen elkaar schuurden en scheurden. Een apocalyps, een orgelpunt, een statement: Martijn de gitaar opstekend, Karkousse roepend: “Dankuwel, tot deze zomer !” Graag, en breng jullie gitaren mee !

Playlist: 1. Synrise 2. Can’t stop me now 3.
Blakc Gloves 4. Bring it on 5. After 6. In cars 7. Like you 8. As goos as it gets 9. Low Mode 10. British Mode 11. Everybody
Bis 12. Hunt 13. Words

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Frederika Stahl

Frederika Stahl tovert de Grand Mix om in een knusse theaterzaal

Geschreven door

De jonge Zweedse Frederika Stahl kwam in de belangstelling met de Nissan Juke reclamespot “Twinkle twinkle little star”, bepaald door een minimaal gehouden pianospel en haar hemelse stem. De song was de aanzet om haar oeuvre te leren ontdekken. De intussen bijna dertigjarige heeft al een repertoire van drie cd’s ‘A fraction of you’ (2006), ‘Tributaries’ (2008) en het recent verschenen ‘Sweep me away’, die haar in de spotlights en de hitparade bracht met de poppy single “Flying on boy”.

Ze werd geboren in Zweden maar spendeerde het merendeel van haar kindertijd in Frankrijk. Dit verklaart dan ook haar perfecte kennis van het Frans. Ze volgde op jonge leeftijd ballet- en pianolessen, maar zingen bleek al gauw een even grote passie. Het repertoire van de vastberaden singer-songwriter Frederika Stahl bestaat uit elegante, dromerige, pakkende en doorleefde  jazzpop, die fris, onschuldig, speels als volwassen klinkt. Haar stijl heeft een ‘old-fashioned’ timbre , een fifties style, doet de luisteraar terugdenken aan de grote vrouwelijke jazz vocalisten van weleer en plaatst haar naast de huidige Eliza Doolittles en Caro Emeralds. Ook Charlotte Gainsbourg lijkt een interessante link.
De talentrijke dame speelt verschillende instrumenten, akoestische gitaar, toetsen en  piano. Samen met haar begeleidingsband zorgde ze voor een uiterst sfeervolle avond die de Grand Mix omtoverde in een grootse theaterzaal. Er was dan ook veel volk opgedaagd om de naar Frankrijk uitgeweken dame aan het werk te zien.
Een huiskamersfeertje werd gecreëerd door het gezellige ingerichte podium met enkele lampedeires. “Sweep me away”, “Fast moving train”, “Altered lens” en “A drop  in the sea” waren de ingetogen reeks in het begin van de set. Op het intieme “Song of July” hoorde je op de achtergrond de vogeltjes fluiten.
De verleidingsangst van de schattige dame met haar popband werd groter op songs als “In my head”, “Fading away” en “So high”. Onderhuids voelden we de Air spirit en lounge op “Stuck on the stranger” en het Frans gezongen “Pourquoi pas moi?”. Hier speelden piano en toetsen een voorname rol. Pop pur sang serveerde ze met “She & I”, “Rocket trip to Mars” en de afsluitende reeks “Flying on boy”, “M.S.O.W.” en de Jackson 5 cover “Never can’t say goodbye”, die door de Franse tongval een bijzonder tintje kreeg.
Twee keer kwam ze terug, waarbij we niet omheen de doorbraaksingle “Twinkle twinkle …” konden, gevolgd door het groovy “Irreplaceable” en het ingehouden “Try again”, haar eerste nummer ooit!

Frederika Stahl is een charmante, talentrijke dame, die een boeiend broeierig en gevoelig songaanbod presenteerde, gedragen door haar hemelse en even doorleefde vocals. Een dame die veel in haar mars heeft en in ons landje wat meer respons mag verkrijgen …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

Freelance Whales

Broken Records (Sco) en Freelance Whales (Usa) - Geslaagde double bill!

Geschreven door

Een charmante, opwindende, frisse, speelse en emotievolle indiefolkavond stond geprogrammeerd met een fijne double bill Broken Records (Sco) en Freelance Whales (Usa).

Vooral de eerste Broken Records kan een doorbraak forceren, gezien zij de sterkst rakende nummers hadden, het nauwst leunden aan The Arcade Fire en zich met gemak plaatsten naast Noah & The Whales, Sons & Daughters, Frightened rabbit, Wild Beasts en tot slot invloeden haalden van The Waterboys, Belle & Sebastian en The Frames.
Ze zijn een uitgebreid collectief bepaald door de broers Sutherland (zang/gitaar en viool). Zij zijn de muzikale kapstok en geven de intimistische, dynamische en warm opbouwende songs elan, mooi ondersteund en aangevuld van piano/toetsen en een verdwaalde blazer. Het charismatische gezelschap heeft twee cd’s uit, ‘Until the earth begins to …’ en ‘Let me come home’, verhalende songs over ‘vertrekken’ en ‘thuiskomen’. Ze zijn subtiel uitgewerkt, zijn spaarzaam begeleid of ze zwellen aan. Ze boeien door de tempowisselingen en de verrassende soms zwierige wendingen. De leden geven ruimte aan de instrumenten en wisselen dikwijls van instrument, wat wel een beetje typisch is voor dit genre muziek.
Ze herinnerden zich hun vorig optreden nog voor drie man en een paardenkop, maar op anderhalf jaar tijd hebben ze zich sterk gemanifesteerd en van zich afgebeten. Want de Rotonde was aardig volgelopen. Zanger Jamie bedankte z’n publiek en was behoorlijk onder de indruk van het warme onthaal. De vriendelijkheid en de geborgenheid voelden we in het vakkundig variërende songmateriaal als “Wolves”, “Leaving home”, “Lies” (ergens geïnspireerd op J Brel), ”Promise”, “Home”, “Motorcycle boy reigns” en de titelsong van de eerste cd. Bezield en vol overgave gingen ze te werk. Sommige van die nummers werden sober ingezet, zwollen aan om dan helemaal gevoerd te worden door de band. Overtuigend concert en een te koesteren band!

Op het NYse kwintet Freelance Whales was er al wat volk naar de bar getrokken. De band pint zich vast op indierock en kenmerkt zich door de samenzang en een instrumentarium van banjo, mandoline, synths, klokkenspel en een speciaal orgel (half synth – half draailier, een balgorgel lees ik dan). Hier horen we Los Campesinos, Fanfarlo, Le Loup, Belle & Sebastian, Mumford & Sons en Local Natives. Ze debuteren met ‘Weathervanes’ en speelden troeven als “Generator”, “Hannah”, “Enzymes”, “First floor”, “Location” en “We could be friends” … Frisse, leuke, opwindende, broeierige  songs met een gevoelig, dromerig en psychedelisch randje, speels en enthousiast. Vooral de afwisseling van de instrumenten, het klokkenspel en een samenzang uit volle borst van 4 heren en 1 dame onder het commando van Judah  Dadone waren het handelsmerk.
Een goede set, goede songs maar die net niet konden tippen aan de intense opbouw en variatie van Broken Records, die die avond alvast meer zieltjes had gewonnen!

Opener van de avond was de jonge Luikse Belleclose, die alleen in een felrood kleedje met een akoestische gitaar de aandacht opeiste. Ingetogen materiaal en een stem die een rauw randje kon hebben, wat haar bracht tussen Michelle Shocked, Suzanne Vega, PJ Harvey en de huifige rits vrouwelijke sing/songwriters van het folkgenre. Hier sprong Britney Spears’ “Toxic” er uit! Deze jonge dame zien we zeker nog terug …

Organisatie: Botanique, Brussel

Broken Records

Broken Records (Sco) en Freelance Whales (Usa) - Geslaagde double bill!

Geschreven door

Een charmante, opwindende, frisse, speelse en emotievolle indiefolkavond stond geprogrammeerd met een fijne double bill Broken Records (Sco) en Freelance Whales (Usa).

Vooral de eerste Broken Records kan een doorbraak forceren, gezien zij de sterkst rakende nummers hadden, het nauwst leunden aan The Arcade Fire en zich met gemak plaatsten naast Noah & The Whales, Sons & Daughters, Frightened rabbit, Wild Beasts en tot slot invloeden haalden van The Waterboys, Belle & Sebastian en The Frames.
Ze zijn een uitgebreid collectief bepaald door de broers Sutherland (zang/gitaar en viool). Zij zijn de muzikale kapstok en geven de intimistische, dynamische en warm opbouwende songs elan, mooi ondersteund en aangevuld van piano/toetsen en een verdwaalde blazer. Het charismatische gezelschap heeft twee cd’s uit, ‘Until the earth begins to …’ en ‘Let me come home’, verhalende songs over ‘vertrekken’ en ‘thuiskomen’. Ze zijn subtiel uitgewerkt, zijn spaarzaam begeleid of ze zwellen aan. Ze boeien door de tempowisselingen en de verrassende soms zwierige wendingen. De leden geven ruimte aan de instrumenten en wisselen dikwijls van instrument, wat wel een beetje typisch is voor dit genre muziek.
Ze herinnerden zich hun vorig optreden nog voor drie man en een paardenkop, maar op anderhalf jaar tijd hebben ze zich sterk gemanifesteerd en van zich afgebeten. Want de Rotonde was aardig volgelopen. Zanger Jamie bedankte z’n publiek en was behoorlijk onder de indruk van het warme onthaal. De vriendelijkheid en de geborgenheid voelden we in het vakkundig variërende songmateriaal als “Wolves”, “Leaving home”, “Lies” (ergens geïnspireerd op J Brel), ”Promise”, “Home”, “Motorcycle boy reigns” en de titelsong van de eerste cd. Bezield en vol overgave gingen ze te werk. Sommige van die nummers werden sober ingezet, zwollen aan om dan helemaal gevoerd te worden door de band. Overtuigend concert en een te koesteren band!

Op het NYse kwintet Freelance Whales was er al wat volk naar de bar getrokken. De band pint zich vast op indierock en kenmerkt zich door de samenzang en een instrumentarium van banjo, mandoline, synths, klokkenspel en een speciaal orgel (half synth – half draailier, een balgorgel lees ik dan). Hier horen we Los Campesinos, Fanfarlo, Le Loup, Belle & Sebastian, Mumford & Sons en Local Natives. Ze debuteren met ‘Weathervanes’ en speelden troeven als “Generator”, “Hannah”, “Enzymes”, “First floor”, “Location” en “We could be friends” … Frisse, leuke, opwindende, broeierige  songs met een gevoelig, dromerig en psychedelisch randje, speels en enthousiast. Vooral de afwisseling van de instrumenten, het klokkenspel en een samenzang uit volle borst van 4 heren en 1 dame onder het commando van Judah  Dadone waren het handelsmerk.
Een goede set, goede songs maar die net niet konden tippen aan de intense opbouw en variatie van Broken Records, die die avond alvast meer zieltjes had gewonnen!

Opener van de avond was de jonge Luikse Belleclose, die alleen in een felrood kleedje met een akoestische gitaar de aandacht opeiste. Ingetogen materiaal en een stem die een rauw randje kon hebben, wat haar bracht tussen Michelle Shocked, Suzanne Vega, PJ Harvey en de huifige rits vrouwelijke sing/songwriters van het folkgenre. Hier sprong Britney Spears’ “Toxic” er uit! Deze jonge dame zien we zeker nog terug …

Organisatie: Botanique, Brussel

The Fuzztones

Preaching to the perverted

Geschreven door

Toen mijn hoofdredacteur mij de nieuwe Fuzztones overhandigde dacht ik eventjes om hem van blijdschap te gaan kussen maar gelukkig voor hem bleef het bij een bescheiden bedankje.
Voor mensen die het nog niet mocht weten, The Fuzztones vernoemden zich ooit naar de gelijknamige gitaarpedaal en sinds 1980 kotst opperhoofd Rudi Protrudi vanuit hoofdkwartier New York zijn rock’n rolldemonen uit op zijn fans die hij vooral op het Europese vasteland lijkt te vinden.
Nou ja, het is weliswaar succes in de underground maar je zal geen enkele garagerockliefhebber tegenkomen die nog nooit van deze legende heeft gehoord, ook al beweerden kwatongen ooit dat deze heren niet meer dan een pubrockbandje waren.
Wij weten echter beter en aan hun ondertussen indrukwekkende discografie kan je sinds kort ook deze ‘Preaching to the perverted’ gaan toevoegen die uitkwam naar aanleiding van hun 30e verjaardag.
Ondanks de bovenstaande euforie vrezen we echter dat de brillantine in hun vetkuiven stilletjes aan verstijfd is geraakt want eigenlijk is deze cd, naar hun normen toch, eerder lauw geworden en dat geeft Rudi op een track als “Old” zelf ruiterlijk toe.
The Fuzztones lijken zowaar hun fuzz te hebben verloren. Maar goed, lauwe soep van een chefkok blijft nog steeds genietbaar.

Anna Calvi

Anna Calvi

Geschreven door

Toen we Anna Calvi aan het werk zagen in het voorprogramma van Grinderman hadden we het al meteen door, dit was een bijzonder vrouwmens waar we mooie dingen zouden mogen van verwachten.
Nu haar eerste plaat uit is wordt zij overal met zodanig veel lof overladen dat ze als het ware als een nieuwe godenkoningin wordt beschouwd. Te veel lof is nooit goed voor een mens, maar ’t is echt wel de moeite. We mogen hier gerust gewagen van een sterk en indrukwekkend debuut.
Calvi’s overtuigende stem klinkt soms wat theatraal maar gaat nooit over de schreef. Zo neigt ze soms naar PJ Harvey of Siouxsie in beteer tijden. Toch is het vooral haar zwevend gitaarspel dat blijft hangen. Dat horen we van meet af aan in de duistere en galmende bluesklanken van de instrumentale opener “Rider to the sea”. De zweverige gitaar kronkelt zich ook een weg doorheen het ingehouden en sfeervolle “No more words” en het bevreemdende “I’ll be your man”. Calvi schittert verder helemaal in het dromerige, ijle en uitermate fantastische “The Devil”, misschien wel de beste song op deze plaat.
Het begeesterende “First we kiss” had volgens ons niet misstaan op Jeff Buckley’s ‘Grace’ , en -misschien zijn we de enige- wij herkennen een flinke portie Chrissie Hynde op “Blackout”.
De spanning wordt tot aan het gaatje aangehouden, afsluiter “Love won’t be leaving” is nog zo’n intrigerende parel met een sluimerende gitaar en bezwerende vocals.
Dit is bijgevolg een schitterend debuut van een geweldige nieuwe madam aan het firmament van de indrukwekkende rockdames.
PJ Harvey kan maar beter opletten, diens nieuwe plaat ‘Let England shake’ heeft ons trouwens niet zo erg geraakt als dit hier. Wij hebben zo de indruk dat Anna Calvi haar grote voorbeelden niet alleen evenaart, maar ze ook nog eens smalend voorbijsteekt.

Deerhoof

Deerhoof vs Evil

Geschreven door

Deerhoof is een groep die het reeds 17 jaar weet vol te houden en ook al is er reeds van een personeelswisseling sprake geweest, is het ook steeds een band geweest die kon terugvallen op een vrij ruime fanbasis.
Op zich is dat wel vrij opmerkelijk want er zal geen mens hier op aarde rondlopen die ooit zal durven beweren dat Deerhoof als een makkelijk groepje klinkt want vaak moet je als luisteraar de releases ettelijke keren beluisteren vooraleer je de combinatie van de vele klanken kan ontrafelen en het weet om te vormen tot een luisterbaar geheel.
Beweren dat de nieuwe Deerhoof een poppy album geworden is, zou van het goede teveel zijn maar toch klinkt deze nieuweling een heel stuk toegankelijker ook al blijven we de Japanse kreetjes van Satomi Matsuzaki nog even bizar vinden als al die jaren terug. O ja, is de nieuwe Deerhoof nu goed? Laten we het houden op een leuk tussendoortje!

Matthew Dear

Black City

Geschreven door

Toepasselijke titel voor de plaat, want de Texaan brengt een donkere, zwarte toon in die electropopgroove en soundscapes. En met een even donkere stem, die soms uit de bocht durft te gaan en weird kan klinken, zoals we het kennen van Liars, dan wordt het helemaal spooky! Onderhuids is er de terechte referentie naar Brian Eno/David Byrne en Talking Heads . Vooral op “Shortwave” en “More surgery”.
De eerste songs “Honey”, “I can’t feel” en “Little people” zijn de barometer door de traag slepende,  repeterende ritmes en het broeierige, kosmische karakter. Toegegeven, niet alle songs houden die aandacht, zijn even intens en raken, maar het levert wel donkere, beklemmende elektronische popliedjes op. Hoewel hij al een paar platen uitheeft, was dit voor ons alvast een eerste aangename kennismaking!

Horse Feathers

Thistled Spring

Geschreven door

Wonderschone folk/americana met een orkestraal randje horen van het uit Portland, Oregon afkomstige duo Justin Ringle (sing/songschrijver) en multi-instrumentalist Peter Broderick. Dromerige, sfeervolle songs, die door akoestische gitaar, banjo en de zwoele, breekbare en hoge vocals van Ringle worden gedragen.
‘Thistled Spring’ is “een rustieke herfstplaat of voorziet de eerste Lichtmissen van extra klaarte. De heren haalden invloeden van de vorige generatie Great Lake Swimmers, en dringen zich op naast The Low Anthem en Fanfarlo.
De tien songs moeten niet voor elkaar onderdoen en zitten subtiel en fijnzinnig in elkaar. Horse feathers verdient het niet verzwolgen te geraken onder de vele bands van de folk/americana stijl …

Pagina 701 van 881