Zondag 16 januari was een speciale dag voor de Oostendenaars die door het stadsbestuur getrakteerd werden op een schitterende nieuwjaarsreceptie met muzikale omlijsting, gevolgd door een unieke rondleiding doorheen het Kursaal.Tevens konden zij die wilden, voor een prikje genieten van het Kiki Dee concert, dat plaats vond in de prachtige Delvaux-zaal van het complex.
De Engelse zangeres Kiki Dee (echte naam Pauline Matthews) heeft tijdens haar leven al heel wat watertjes doorzwommen. Haar eerste single (“Why don’t I run always from you”) werd duchtig door de toenmalige zeezenders ( Radio London, Radio Caroline, ...) gedraaid. In 1970 tekende zij als eerste blanke Britse zangeres bij Tamla Motown en haalde bij het Rare Earth-sublabel een Amerikaanse hit met “Love makes the world go round”.
Na aan talloze BBC-sessies te hebben meegewerkt, tekende zij bij Elton John’s ‘Rocket’- label, en meteen bekwam zij een hit met de vertaling van “Amoureuse” van Véronique Sanson. Een successenreeks kwam op gang met “How glad I am” en het over heel de wereld gecoverde “I’ve got the music in me”. Haar grootste hit bekwam zij echter in 1976, toen zij met Elton John het duet “Don’t go breaking my heart” opnam, dat zowel in de States als in Europa nagenoeg overal op nummer één kwam te staan. Daarna werd het kalm rond haar. De laatste jaren verdeelt zij haar tijd door deel te nemen aan allerlei BBC-programma’s en te touren met haar geliefde gitarist-begeleider Carmelo Luggeri en haar vriendin Annabel Lamb.
Wie naar dit optreden kwam met de bedoeling een soort “Greatest Hits”-show mee te maken van een nostalgisch pop-ensemble, was er aan voor de moeite. Immers is het trio Lugerri – Dee – Lamb te catalogeren onder ‘unplugged’, of eerder : vocaal-akoestisch met Aziatisch-Oosterse invloeden.
De hele show is immers opgebouwd rond instrumentalist Luggeri, die qua stijl het midden houdt tussen Michael Chapman en Charles Brutus McClay. Hij beschikt over een batterij aan snaarinstrumenten van diverse oorsprong die, perfect getuned, de begeleiding vormen voor de keurig afgelijnde driestemmigheid van het trio. Zangeres Kiki Dee bleef eerder op de achtergrond, en haar vroegere hits die werden ten gehore gebracht, ondergingen sterk gewijzigde arrangementen, welke steeds de kundigheid van de instrumentale begeleider moesten accentueren. Annabel Lamb, die ooit een U.K.-hit had met een cover van het Doors-nummer “Riders on the storm”, moest enkel het geheel met haar stemgeluid komen verfraaien, wat zij uitstekend deed. Ten andere kenden wij Annabel Lamb reeds jaren van haar uitstekende cover van Lou Reed’s “Sweet Jane” op haar album ‘Brides’.
Het optreden begon met de Tom Petty song “Learning to fly”, waarbij meteen de toon van de avond gezet werd. Er weze opgemerkt dat de eerder sjofele outfit van de artiesten (Kiki Dee droeg b.v. gewone jeans) redelijk contrasteerde met de luxueuze aankleding van de zaal en het feestelijk uitgedoste publiek. Met de komst van de hippie-achtige Annabel Lamb, die vanaf het tweede nummer, “Everybody falls”, het podium vervoegde, werd de sfeer enigszins “sixties”. Kaarslicht was er al (in het VIP-gedeelte), en alleen de geur van patchouli en brandende wierookstokjes ontbraken nog om het back-in-time gevoel compleet te maken. De vertraagde, akoestische versie van “Don’t go breaking my heart” verraste het publiek enigszins, en de spichtige Kiki glansde even bij het hartelijk herkenningsapplaus. “Salty water” (uit de CD ‘Where rivers meet’) klonk heel bekend in de oren, om gevolgd te worden door twee nieuwe nummers, nl. “Curve to your heart” en “Soulman”. De Kate Bush song “Running up that hill” werd opgevolgd door het totaal nieuwe “Sweeter rain”.
Met de 1973-hit “Amoureuse”, werd het tweede deel van het optreden stijlvol ingezet, en de gimmick om even een ‘slowtje’ te wagen met één van de VIP’s tijdens de Leonard Cohen-compositie “Dance me to the end of love”, werd met stevig applaus beloond.
Uit de CD ‘Where rivers meet’, hoorden we verder “Amen and goodbye” en het prachtig vertolkte “Under the night sky” . Interessant was hoe Luggeri demonstreerde hoe hij het ‘tempura’-geluid tijdens de songs deed weerklinken. Het bleek eerder op minidisc te zijn opgenomen. “A very good year”, dat we kennen van onder andere Frank Sinatra, werd goed onthaald, om over te gaan in het subtiele “Till we meet again”, dat even deed denken aan de betreurde Nick Drake. “Forward motion”, een bonzend nummer, met schier eindeloze gitaarimprovisaties en een sterk slot, deed de aanwezigen opveren en was de aanzet tot Kiki Dee’s meest gecoverde wapenfeit “I’ve got the Music in me”, het enige nummer waar gitarist Carmelo Luggeri zich in vergaloppeerde (kon moeilijk het versnellend ritme wegens het meeklappend publiek bijhouden). Met “How can you mend a broken heart” (de bekende Bee Gees-ballade) en “Truelove ways” werd het optreden uiteindelijk besloten.
Wij waren gecharmeerd door het aanhoren van Kiki Dee (haar uiterlijk en stem zijn in de loop der jaren nauwelijks veranderd), en aangenaam verrast door het plotse opdagen van Annabel Lamb. Carmelo Luggeri heeft zijn succes te danken aan ‘anker’ Kiki Dee, die er alles aan doet om hem zoveel als mogelijk de voorgrond in te laten nemen.
Zijn stijl is gedateerd, maar zijn bekwaamheid bovenmaats, en het exclusieve kader van de Delvaux-zaal, met haar uitstekende klanktechnische eigenschappen, maakte samen met de professionaliteit van de aanwezige P.A.-lui, dat dit, kwalitatief gesproken, een avond was om niet licht te vergeten.
Setlist :
Deel 1. Learning to fly/First picture – Everybody Falls – Don’t go breaking my heart – Nobody’s child – Salty water – Curve to your heart – Soulman – Running up that hill – Sweeter rain
Deel 2. Amoureuse - Dance me to the end – Amen and goodbye – Under the night sky – Very good year – Meet again – Forward motion – (I’ve got the) Music in me
Encores : How can you mend a broken heart – Truelove ways
Organisatie: Kursaal Oostende, Oostende