Les Nuits Botanique 2017 - Thee Oh Sees, La Jungle + The Glücks
Les Nuits Botanique 2017
Botanique (Chapiteau)
Brussel
2017-05-21
Ollie Nollet
Thee Oh Sees, La Jungle + The Glücks - Nacht van de drummer
Een gebrek aan veelzijdigheid kan je Les Nuits Botanique zeker niet verwijten. Er stond zelfs een avondje garagerock op het menu met Thee Oh Sees die zowaar de Chapiteau wisten uit te verkopen. Wat zijn die jongens populair aan het worden... Het werd een bijzonder mooie avond waarin het eerbare ambacht van de drummer een verdiende opwaardering kreeg.
Garagerock? Dan kun je er bijna gif op innemen dat The Glücks er ook zullen zijn. Vlaanderens hardst werkende garageband ontbrak hier dan ook niet. Dit was de groep waarin de drums het minst prominent aanwezig waren hoewel ik Tina nooit eerder op zo’n hoge troon bezig zag. Dit duo uit Oostende staat nog steeds garant voor een portie onversneden kamikaze rock-‘n-roll waarin de geest van Lux Interior rusteloos rondwaart. Tonnen fuzz, overstuurde zang waarbij de micro meermaals in het keelgat van Alek dreigde te verdwijnen en een enorme ontlading aan energie vormen nog steeds de pijlers van hun eigenzinnige interpretatie van garagerock. Nog steeds stomend en opwindend maar na de talloze keren dat ik ze nu al bezig zag begin ik me toch voorzichtig af te vragen of het niet stilaan tijd wordt om, al is het maar in een paar nummers, eens iets anders te proberen.
Wie La Jungle buiten de tent hoorde, zonder ze te zien, moet zich ongetwijfeld hebben afgevraagd of hij zich niet per abuis bij één of andere danstent bevond. Garagerock was dit allerminst, een zinderende mix van techno, rock en noise des te meer. Een formule die zeker reeds eerder geprobeerd is maar me zelden langer dan tien minuten kon boeien, veelal omdat het spook van de platte commercie telkens kwam opduiken.
Hier niet dus omdat dit duo uit Bergen toch iets meer bracht dan wat rock met een vette dancebeat onder. Meestal speelde de hyperkinetische Mathieu Flasse wat simpele, krautrock gerelateerde, synths in die hij vervolgens door een loop station joeg terwijl naast hem de sensationele drummer, Rémy Venant, zich in het zweet mocht werken. Soms kwam er ook een gitaar aan te pas die dan verrassend smerig uit de hoek kwam. Zo goed als volledig instrumentaal en de tekst in “Hahehiho” beperkte zich tot de titel om vervolgens als loop enkele versnellingen hoger te worden afgespeeld. Het leek een vreemde combinatie : het organisch geluid van een volbloed rockdrummer koppelen aan dance gerichte synths maar hier werkte het meer dan uitstekend.
Om één of andere duistere reden miste ik Thee Oh Sees tijdens hun vorige tournee. Dit was dus mijn eerste kennismaking met de nieuwe bezetting. Geen Brigid Dawson, Petey Dammit of Mike Shoun meer, ik miste ze wel een beetje omdat ze toch een wezenlijk onderdeel van de groep leken te zijn. Maar goed, niets blijft eeuwig duren en Thee Oh Sees zijn meer dan ooit John Dwyer.
Sinds het vertrek van de oerleden was het een komen en gaan maar als ik het goed heb , ziet de bezetting er momenteel zo uit : Tim Hellman (Sic Alps) op bas en centraal vooraan de twee drummers, Dan Rincon en Paul Quattrone (!!!, Modey Lemon). Met het aantrekken van een extra drummer lijkt Dwyer definitief voor die geheel eigen, monstueuze sound gekozen te hebben.
Weg zijn de verstilde nummers, laat staan dat hij zijn dwarsfluit nog eens zou bovenhalen. Nee, de gitaar (een exemplaar met doorzichtige body), daar draait alles rond. Hij liet het ding, net onder de kin gehouden, scheuren, piepen, knarsen en hanteerde het als was het oorlogswapen.
Zoals altijd in korte broek (met indrukwekkende tattoo’s op de kuiten) begon Dwyer zijn set met een wild en galmend “Plastic plant”. Een imponerende start en minder dan dat zou het nooit worden. Een concert op orkaankracht waarin weinig plaats was voor adempauzes. Beukende psychedelica, gezongen met dat gekke stemmetje, die telkens net niet ontspoorde door het stevige karkas van drums en bas. Even had ik gevreesd dat, met het vertrek van Brigid Dawson, mijn favoriete Oh Sees-song, “Sticky hulks”, er niet meer bij zou zijn. Maar als voorlaatste nummer was het daar plots toch met een John Dwyer die dan maar zelf de toetsen voor zijn rekening nam. Ook hier bleek het een tijdloos en majestueus epos. Afgesloten werd er met een ellenlang “Contraption” waarin Dwyer nog eens totaal loos ging op zijn gitaar. Murw maar tevreden kon ik enkel constateren dat The Oh Sees ook in deze bezetting live nog steeds tot het beste behoren wat er momenteel op een podium te vinden valt.
Neem gerust een kijkje naar de pics
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/la-jungle-21-05-2017/
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/thee-oh-sees-21-05-2017/
Andere zalen
Arno, Girls In Hawaii, Mélanie De Biasio (avec Musiques Nouvelles: Ensemble à cordes et fanfare) – zondag 21 mei 2017 – Koninklijk Circus
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/arno-21-05-2017/
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/girls-in-hawaii-21-05-2017/
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/melanie-de-biasio-21-05-2017/
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/musiques-nouvelles-21-05-2017/
Organisatie: Botanique, Brussel (ikv Les Nuits Bota 2017)