Boomtown 2015 - Ronduit sterke openingsdag van Boomtown
Boomtown 2015
Kouter
Gent
2015-07-21
Nick Nyffels
Chantal Acda, de in België wonende Nederlandse, ooit nog bij Isbells, mocht voor ons Boomtown openen. Ze had een uitgebreide band meegebracht, met onder andere Gaëtan Vandewoude, van Isbells, en dEUS bassist Alain Gevaert, die dus niet alleen bij Trixie Whitley bijklust. Haar nieuwe album, ‘The Sparkle in our flaws’, met gastbijdragen van onder meer Peter Broderick and Valgeir Sigurdsson, komt pas in september uit, maar ze beloofde vanavond om al een aantal nieuwe nummers te laten horen. Acda is gegroeid als performer: enkele jaren geleden zagen we nog een uit het nest gevallen vogeltje op een uitgeregend Sint-Jacobs, nu zien we een frontvrouw met zelfvertrouwen op de bühne van de Handelsbeurs. Wat daar nog bij hielp is dat ze een stevige band achter zich staan had, die een warme, gloedvolle sound wist neer te zetten met onder meer viool en tuba. Acda heeft een goeie stem, die bijvoorbeeld extra tot haar recht kwam wanneer ze enkel door viool begeleid werd.
Rustig maar ongedurig, om maar eens een ter ziele gegaan radioprogramma te citeren, zo kon je het geluid van Chantal en haar band nog het best omschrijven. Dit was geen brave folk, er zaten genoeg weerhaakjes en stoorzenders in de nummers, die door Gaëtan Vandewoude en de violist in de nummers gesmokkeld werden, in de vorm van elektronische accenten en loops. Die violist nam trouwens ook een deel van de zang voor de rekening, in een mooi duet met Acda. We kregen een stevige finale, met veel gitaar en drumgeweld en een schreeuwende tuba, waarna alle instrumenten wegvielen behalve de bas van Alain Gevaert. Als opener van Boomtown kon dit al tellen.
Mark Kozelek is een notoir moeilijke mens en ook de frontman van Sun Kil Moon die voor vele critici het album van 2014 uitbrachten met ‘Benji’. De band heeft een nieuwe worp uit met ‘Universal Themes’, maar die plaat wordt over het algemeen iets minder onthaald. Kozelek heeft een voorkeur voor lange songtitels en nummers over seriemoordenaars, net zoals Sufjan Stevens, maar wat zijn nummers vooral onderscheiden is dat ze echte kortverhalen zijn, heel dikwijls over diep persoonlijk onderwerpen. Mark Kozelek had een ruime band meegebracht, met onder meer twee drummers, waaronder Steve Shelley van Sonic Youth zaliger, die hij als een ware orkestleider/crooner strak in de hand hield. Kozelek was voor zijn doen goed gezind, ook al gaf hij nog een sneer naar de organisatie omdat hij bij zijn vorige passage een tand gebroken had op een door de organisatie geserveerde portie stoofvlees, wat hem 3000 dollar had gekost bij de tandarts.
De eerste twee drie nummers roffelde Kozelek op een derde drum, zijn weg croonend door zijn aan American Music Club schatplichtige americana. Daarna speelde Kozelek ook gitaar. In “Carissa” een ode aan zijn door een stom accident overleden achternicht, liet hij het publiek meezingen en de dood kwam ook aan bod in “Today Richard Ramirez died of natural causes “ over deze Amerikaanse seriemoordenaar en een cover van Nick Cave ,“Weeping Song”, naar aanleiding van het overlijden van één van de tweelingzonen van Nick Cave die vorige week verongelukte door van een rots te vallen.
Meer persoonlijk werd het in het stevig rockende “Dogs”, een nummer over adolescentie en onbeantwoorde jeugdliefde, waarin Kozelek stem stevig vervormd was, en wat voor mij het hoogtepunt van deze festivaldag was. De zeventig minuten die Sun Kil Moon toebedeeld waren, waren zo voorbij in een elektriserend concert dat ons nog lang zal bij blijven. Om het in wielertaal te zeggen, dit was een etappe hors categorie.
We waren nog aan het bekomen van het echt uitstekende concert van Sun Kil Moon, en daar was de volgende band al begonnen op het zeer goed gevulde middenplein. Nee, die publiekstoeloop was er niet voor een Belgische band, maar wel voor Unknown Mortal Orchestra. Deze band rond kiwi Ruban Nielson stond hoog op het verlanglijstje van de programmator, die ze onverhoopt had kunnen boeken. Net als Foxygen, de Nederlanders van Jacco Gardner en Tame Impala,, brengt dit Orchestra psychedelische pop, in een rockbezetting. Rijkversierde popnummers met een ijle stem gezongen, maar geen uitgesponnen gitaarsolo’s, dus de liefhebbers van de harde psychedelische rock kwamen hier niet aan hun trekken. Wel uitstapjes naar soul en sixties-pop, bijvoorbeeld in “Multi love” of “Ffunny ffrends”. Heel aangename pop dus, die perfect bij de zomerse nachttemperaturen paste. Zo aangenaam dat we bleven plakken, en zo het optreden van het Australische Tora misten. Maar goed, die hadden we op Best Kept Secret al gezien, waar ze toch nog te groen uitvielen.
Conclusie, dit was een heel straffe opener van Boomtown, het beste dat er in jaren al op de Kouter geprogrammeerd stond.
Neem gerust een kijkje naar de pics
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/boomtown-2015/
Organisatie: Boomtown, Gent