Rewind Easter Festival 2012 – New-Wave Classix Part One
Na drie succesvolle edities van het Gentse Rewind-mini-Fest werd de muziekliefhebber die ‘wave’ en ‘electronic music’ in alle diversiteit een warm en vooral ook donker hart toedraagt dit jaar nog meer op de wenken bediend. De organisatoren beslisten namelijk het festival te voorzien van een dubbele uitbreiding. Niet alleen werd geopteerd om qua locatie een interne verhuis door te voeren waarbij de Balzaal van de Gentse Vooruit ingeruild werd voor de ruimere Concertzaal maar ook werd het programma nu verspreid over twee avonden met telkens niet minder dan acht groepen. Op 6 en 7 april jongstleden mochten groepen als respectievelijk Chameleons Vox, Clan Of Xymox, Project Pitchfork en The Neon Judgement, Covenant en D.A.F. als publiekstrekker fungeren.
Of er afgelopen weekend niet enkel paaseieren maar ook boeiende concerten te rapen vielen, verneemt u via onze korte beschouwingen van de tweedaagse, met hierbij alvast een terugblik op dag 1.
dag 1 – vrijdag 6 april 2012
Erato
De Belgische formatie Erato werd in 1993 opgericht in Schepdaal en zij hebben inmiddels vier albums op hun actief, zijnde ‘A Killed God’ (1996), ‘The Irreplaceable One’ (2001), ‘III’ (2002) en ‘NAiVe’ (2009). Na reeds het podium te hebben gedeeld met onder andere The Sisters Of Mercy, Skeletal Family en het Australische Ikon mochten ze de eerste dag van Rewind-easter-Fest openen. Zij brachten een mix van hedendaagse donkere rock en gothic en new wave uit de jaren ’80.
Schmutz
De Belgische groep Schmutz mocht vorig jaar 30 verjaardagskaarsjes uitblazen. Slechts één volledig album (‘Lipservice’) (1985) brachten de Limburgers uit met daarop nummers als “Straight From The Heart”, “Turn The Pages”, “Hold Me” en hun onvervalste klassieker “Love Games” die anno 2012 nog wel eens op de radio te horen valt. Tanend succes deed de groep naar de achtergrond verdwijnen en een vervolgverhaal op de debuutplaat bleef uit. Heel sporadisch werd er opgetreden maar het vertrek van diverse groepsleden en de dood van toetsenist Carlo Peeters in 2006, deden de fundamenten verder afbrokkelen. Er vond uiteindelijk toch een renovatie plaats waarbij Schmutz terug in originele bezetting op enkele revivalfestivals te bespeuren viel en exact vijf jaar nadat Peeters het leven liet bij een motorongeluk, werd zelfs nog een nieuwe single “On The Edge” uitgebracht.
Hun concert afgelopen vrijdag werd aangevangen met “Turn The Pages” en ook “Very Clearly”, “Straight From The Heart” en “Grab You” uit ‘Lipservice’ passeerden de revue maar wat opviel was dat het indertijd kenmerkende geluid van de groep, met name het veelvuldig gebruik van echo op zowel gitaar als toetsen, live minder sterk uit de verf kwam en bij “Love Games” klonken de synthesizerklanken veel te vlak om te beklijven. Wel mooi om horen was dat er nog plaats was voor het gitaargetinte oudje “Life Is A Merry Go Round” (1982).
Een set vol pit, overgave en enthousiasme en een gewoon fijn weerzien met Schmutz. Niet meer, maar zeker ook niet minder.
Department S
Ooit gestart als een punk/ska combo (Guns For Hire) onderstreepte de Engelse formatie Department S met een strakke en snedige set veel meer potentieel te hebben als dat ene nummer “Is Vic There?” (1980) - hun debuut overigens - dat steevast op de beter New Wave compilaties te vinden is en in de jaren '80 op Belgische Thé Dansants (voor de jonge lezers: zo werden de fuiven toen meestal genoemd) samen met “I Can't Live In A living Room” (Red Zebra), “Love Will Tear Us Apart” (Joy Division), “The Magnificent Seven” (The Clash), “A Forest” (The Cure) en “Temple Of Love” (Sisters Of Mercy) , één van zeldzame alternatieve momenten waarop de pogo aan de orde kon komen.
Een kort bestaan (1980-1982), perikelen met een platenfirma waarbij hun debuutalbum ‘Sub-Stance’ tot in 2003 letterlijk in de kast bleef liggen en het vroegtijdig (1991) aan aids overlijden van zanger en frontman Vaughan Toulouse nekten het voortbestaan van de uit Leeds afkomstige groep die pas in 2007 weer een teken van leven gaf. Toetsenist Eddie Roxy transformeerde zich tot zanger en net als twee jaar terug tijdens Sinner’s Day in Hasselt kweet hij zich ook in Gent vocaal uitstekend van zijn taak als vervanger. Met onder meer straffe versies van “Going Left Right”, “Age Concern” en “I Want” en enkele nieuwe nummers zagen we een oerdegelijke, overtuigende en broeierige set van het kwintet waarbij ze via een cover van Pink Floyd’s “Lucifer Sam” ook nog eens onderstreepten niet vies te zijn van wat psychedelische rock.
Cassandra Complex
We herinneren ons nog levendig de hyperkinetische set van de Cassandra Complex in de Brielpoort in Deinze tijdens het Futurama festival in 1987. Inderhaast opgeroepen als hoofdact ter vervanging van het in allerlaatste instantie annuleren van P.I.L. probeerden ze met alle voorhanden zijnde middelen de ontgoocheling weg te spelen bij het publiek dat massaal was gekomen voor Lydon en kompanen. Het merendeel van de aanwezigen droop niettemin af en de weinigen die bleven, hoorden de drummachines ratelen en knetteren met een snelheid en geluidssterkte die zelfs afgetrainde trommelvliezen vervaarlijk deden buigen.
Intussen zijn we een kwarteeuw verder en gaat het er bij de Cassandra Complex veel gemoedelijker aan toe. Er worden al eens wat boeken en columns geschreven door medeoprichter Rodney Orpheus en concerten zijn op enkele handen te tellen. Ook dit jaar zullen ze niet meer te zien zijn op een podium en hun aantreden op het Rewind-easter-Fest vormde een uitzondering. Voor de fans is het goede nieuws dan weer dat de reden moet gezocht worden in het feit dat er gewerkt wordt aan een nieuw album. Ook mogen zij zich verwachten aan geremasterde heruitgaven van ouder, intrigerend werk als ‘Grenade’ (1986) en ‘Theomania’ (1988).
Wie vreesde dat het bezoek van de Cassandra Complex aan de Arteveldestad herleid zou worden tot een gezondheidswandeling, werd meteen ‘gerust’gesteld via nummers als “Datakill”, “Voices” en vooral “The War Against Sleep”. Ook het overige materiaal klonk speels en onbezonnen en vertoonde nog heel wat positieve weerhaken om hun combinatie van goth-rock-wave-electropunk spannend te houden. Young Gods, Borghesia en Suicide (wiens paranoia instant klassieker “Frankie Teardrop” adembenemend op het einde van hun set werd gecoverd) loerden steevast om de hoek.
Wellicht werd de tijdsindeling door de sympathieke lui van de Cassandra Complex niet secuur in de gaten gehouden maar “Moscow Idaho” bleef tot ieders verbazing (noodgedwongen) in de coulissen achter.
The Beauty Of Gemina
The Beauty Of Gemina brachten begin dit jaar ‘Iscariot Blues’ uit, hun vierde studioalbum. Daarop balanceert deze Zwitserse formatie nog steeds tussen dark rock en wave, industrial en gothic rock. Een opvallende rol is telkens ook weggelegd voor de mooie, donkere stem van zanger, gitarist en keyboardspeler Michael Sele die vocaal op bepaalde ogenblikken ook wat doet denken aan Andrew Eldritch. Niet zelden is hij bepalend voor de nummers en tilt hij ze zelfs naar een hoger niveau. En nu net daar schortte het bij hun concert. Omdat de stem van Sele niet goed afgemixt was en wat verloren ging onder de drums van Mac Vincens, de basgitaar van David Vetsch en de gitaar van Dennis Mungo, boette de set heel wat aan impact in. Dit was bijvoorbeeld het geval bij “Voices Of Winter” en “Haddon Hall”, allebei afkomstig van het nieuwe album.
Pas halfweg de set werd dit bijgesteld en kon er genoten worden van fraaie versies van “Dark Revolution” (met een vleugje blues), een dreigend “Suicide Landscape” en “The Lonesome Death Of A Goth DJ” (dat raakvlakken vertoonde met Moby en Nitzer Ebb). Afsluiter “Rumours” deed ons tenslotte vergeten dat de synthesizerklanken soms iets te veel neigden naar jaren ’90 eurodance.
The Beauty Of Gemina is creatief in het genre maar ze overtuigden niet zoals vorig jaar op het Kortrijkse Shadowplay festival.
Chameleons Vox
In hun thuisstad Manchester behoorden The Chameleons midden de jaren ’80 tot de meest bepalende groepen en deden de toen vermaarde Hacienda club louter op basis van mond tot mond reclame in een mum van tijd uitverkopen. Maar buiten die grenzen bleven ze een vrij goed bewaard geheim en dienden ze het te stellen met een cultstatus. Ook al brachten ze met 'Script Of The Bridge' (1983), 'What Does Anything Mean?' (1985) en 'Strange Times' (1986) drie prachtige, door critici lovend onthaalde albums uit, ze konden de kwaliteit niet verzilveren in een globaal commercieel succes. Een vergelijking met de bevriende formatie The Sound ligt voor de hand. Ook zij hadden groot moeten worden maar werden het niet, en dit terwijl hedendaagse groepen als Editors of White Lies volop in de door hun voorbeelden aangelegde vijver aan het vissen zijn en met hun vangst wél op de grootste podia staan te prijken.
Gelukkig kon Mark Burgess, frontman van The Chameleons, het grillige van de muzieksector relativeren en is hij in tegenstelling tot de betreurde zanger van The Sound, Adrian Borland (die in 1999 zelfmoord pleegde), solo dan wel via een (zij)project blijven musiceren. In die zin speelt hij sinds 2009 onder de naam Chameleons Vox met enkele andere muzikanten waaronder een tweede origineel lid van The Chameleons, drummer John Lever, live de nummers van The Chameleons.
En hoe! Vanaf opener “Swamp Thing” volgde vrijdagavond het ene hoogtepunt na het andere zich op. De warme, in melancholie gedrenkte stem van Burgess is nog steeds intact (wat hij via enkele hoge uithalen mocht demonstreren tijdens “In Answer”) en de postpunk werd bezield, afwisselend atmosferisch en snedig maar bij momenten ook uitgesponnen op uitstekende wijze gebracht. Niet enkel de gitaren waren hiervoor verantwoordelijk maar ook de drumslagen waren geregeld sturend zoals tijdens “A Person Isn't Safe Anywhere These Days”, “Soul In Isolation” (met die onmiskenbare intro) en bij de absolute climax “Second Skin”.
Daarbij bleken noch de muziek noch de vaak poëtische teksten aan waarde, actualiteit of intensiteit te hebben ingeboet en had het concert - ook al werd het vrijdag in een Rewind-format gegoten - niks nostalgisch in zich. Of misschien toch een beetje, namelijk toen flarden tekst uit “Transmission” van Joy Division doorheen “Singing Rule Britannia” verweven werden.
Jammer dat “Up Down The Escalator” de setlist niet haalde maar we hopen dat dit wordt goedgemaakt als Chameleons Vox nog eens ons land mogen aandoen voor een volwaardige set. Bij deze richten we een vriendelijk verzoek aan alle programmatoren want het concert van Chameleons Vox was vrijdag voorbij vooraleer men het goed en wel besefte.
A Clan Of Xymox
Wie er wel in slaagde om hun plaatselijke thuisstad te ontgroeien en wereldwijd succes te scoren is het in 1984 te Nijmegen opgerichte Clan Of Xymox (dat ook een tijdje onder de noemer 'Xymox' door het leven ging).
Door enkele contacten en voorprogramma’s met Dead Can Dance konden ze hun eerste twee albums ‘Clan Of Xymox’ en ‘Medusa’ op het vermaarde 4AD label uitbrengen. Opener van hun concert in Gent “Stranger” en ook “A Day” etaleerden meteen deze gerechtvaardigde keuze want in beide gevallen gaat het om darkwave van prima kwaliteit die repetitief en opbouwend van structuur is.
Op Rewind-easter-Fest trad het als gothic geschminkte A Clan Of Xymox als trio op, zijnde oprichter Ronny Moorings (zang en gitaar), Mario Usai (gitaar) and Sean Göbel die sinds vorig jaar de toetsen en de computer is komen bedienen. Bassiste en vriendin van Moorings, Mojca Zugna, was er niet bij omwille van de geboorte van hun dochtertje vorig jaar.
Net zoals tijdens de carrière van de groep waarbij in de hoop om het commercieel succes aan te houden ook uitstapjes richting acid beat en met rock vermengde eurohouse ondernomen werden, was ook de set in die zin gevarieerd en dynamisch. Persoonlijk opteren we nog steeds voor de eerste twee platen maar “Jasmine And Rose” uit ‘Creatures (1999) en “Love Got Lost”, “In Love We Trust” en “Emily” uit ‘In Love We Trust’ (2009) bekoorden evenzeer. Dit in schril contrast met hun versie van ‘Heroes’ van David Bowie die we liever met de zwarte mantel der liefde zouden willen bedekken. Maar ook dit liet de trouwe aanhang vlot aan zich voorbijgaan en de Nederlanders werden op een stevig en verdiend applaus getrakteerd.
Project Pitchfork
Als afsluiter van de eerste dag fungeerden het uit Hamburg afkomstige Project Pitchfork die met hun combinatie van ruwe, industrieel getinte elektronische muziek vermengd met techno en electronic body music - zie bijvoorbeeld ‘Alpha Omega’ uit het gelijknamige album (1995) waarbij het leek of Front 242 hun opwachting hadden gemaakt om de groep te begeleiden - de Concertzaal bij momenten omtoverden in een undergroundclub.
Tijdens pakweg “Conjure” uit ‘Lam-‘Bras’ (1992) en “Steelrose” uit ‘Eon:Eon’ (1998) was erg duidelijk te merken dat de groep heel goed geluisterd heeft naar Skinny Puppy (check bijvoorbeeld maar eens hun absolute klassieker ‘Assimilate’ uit 1985). Net als bij hun grote voorbeelden is ook bij Project Pitchfork de donkere diepe zang een van de sterke wapens waarmee uitgepakt wordt en kan men niet om de theatrale podiumprésence van de charismatische frontman Peter Spilles heen.
Van het vorig jaar verschenen album 'Quantum Mechanics' hoorden we “Lament”, “Run For Cover” en “The Queen Of Time And Space” maar het was toch vooral de als toegift gebrachte splinterbom “Fire And Ice” uit het debuut ‘Dhyani’ (1991) die ons al deed uitkijken naar dag 2 van het Rewind-easter-Fest editie 2012.
Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/rewind-easter-fest-2012/
Organisatie: New-Wave Classix (Amusez-Vous)