logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Zara Larsson 25...
slift_aeronef_0...

Loreena Mckennitt

Loreena McKennitt – Betoverend mystieke engel

Geschreven door

 

Jaren geleden - het zijn zelfs decennia - sleurde een stem van een Sirene ons de grote tent op Dranouter binnen. Het aanblik was - zo mogelijk - nog puurder dan de klank: een hoogblonde engel en een harp onder een fel witte spot. We waren verleid, verloren én gewonnen. Tot zover de herinnering die ons dwong om de Canadese Loreena McKennitt in het Koninklijk Circus voor een tweede keer te gaan aanbidden want voor het eerst in vier jaar (in 2008 was ze ook al op Dranouter) kwam ze terug naar België en Europa bij uitbreiding. Herinnering en belevenis, dat hadden wij en dat brengt McKennitt ook zelf: herinnering aan en herbeleving van een mystiek verleden op een manier waarin emotie en perfectie samenvloeien.

Het is meesterlijk wat ze doet. Zowat alles wat ze doet. Ze is zangeres, componiste, muzikante en zakenvrouw, want nadat ze in 1985 haar eerste album (‘Elemental’) ineen vouwde, volgde een carrière die de hoogte van haar stem nog overtrof. McKennitt is een van de meest succesvolle onafhankelijke muzikanten in Canada. Ze richtte snel haar eigen platenlabel Quinlan Road (1985) op en verkocht intussen haast 15 miljoen cd’s, met ‘The Visit’ (1991) als grootste slokop. Met haar jongste ‘The Wind that shakes the Barley’ keert ze terug naar de essentie van haar eerste album dat ze toen nog in cafés, clubs en op straat verkocht.
Het lijkt een sprookje, net als haar muziek, dat eerder ‘muzaïek’ benoemd kan worden. Ze put uit de Keltische traditie waar ze gedichten als een mozaïek met haar muziek in elkaar legt en oude teksten nieuw leven inblaast. Ze is een gigant in haar genre, al is dat genre moeilijk te labelen. Folk ja – en toentertijd stond ze perfect op het toen nog Folkfestival Dranouter – maar er schuilt zoveel meer in haar muziek. Invloeden en restanten van verschillende stijlen en culturen, zelfs Middeleeuwse en klassieke en mystieke snuifjes, al blijft de Ierse (en Schotse) ondertoon wel de leidraad. De Canadese heeft haar eigen roots ook in de highlands en trok er meermaals naartoe, zo vertelde ze glunderend in de Cirque Royal.
Melancholie is haar handelsmerk in dit alles.  Met de ‘Celtic Footprints Tour’, keert ze effectief terug naar de Keltische muziek van Ierland, Schotland en Engeland. Het valt ook op hoe verschillend haar publiek is, al is de doorsnee fan wel de veertig voorbij, zo stelden we vast begin april.
Haar achtkoppige orkest - onder wie gitarist Brian Hughes, violinist Hugh Marsh en de blootvoetse celliste Caroline Lavelle, de drie ‘vasten’ die mooi naast haar stonden opgesteld net voor de rest van de live band - opende met “Spered Hollvedel”, zonder Loreena zelf, die wat later on stage kwam en zich achter haar grote harp installeerde voor “Morrison’s Jig”.  De heel intieme sfeer werd meteen gecreëerd, mede door de sobere setting met occasioneel een sterrenhemel achter de band en vier kaarslichtbronnen – ook al uit een ver verleden maar met elektrische ‘kaarsen’ ­boven het podium. De lichtshow was minimaal, maar even gefocust als de sterke muzikanten.
La Loreena, die zich zelf grondig verdiept in haar songs, deelde haar historische kennis en betekenissen af en toe met haar Brussels publiek, ook in de vorm van levensanekdotes die zelfs grappig waren. Haar praatstem is trouwens al even breekbaar als haar sopraan zangstem en die blijft verbazend helder.

Zoals in een traditioneel theaterstuk splitste ze haar gig op in twee delen. In deel 1 spreidde ze al haar gamma uit van heel intriest (“The Emigration Tunes”) tot direct erna vrolijk opgewekt (“As I Roved Out”), zelf aan de accordeon meedansend. Net voor “The Bonny Swans” dat het eerste deel afsloot en een indrukwekkend duel was tussen de elektrische gitaar en de viool, stelde ze haar rist topmuzikanten voor.
Het tweede deel sloeg ze aan met de titelsong van haar laatste album “The Wind That Shakes the Barley”, heel intimistisch net als het daaropvolgende “Raglan Road”. Ze trok verder in het spoor van de Kelten en kwam uit in “Santiago” (De Compostella) waarin Hugh Marsh een indrukwekkend overrompelend stukje vioolvirtuositeit opvoerde.

Muzikale poëzie, dat is het wat McKennitt brengt en dat is zelfs letterlijk te nemen, want “Down by the Sally Gardens” en het ontroerende ‘Stolen Child’ zijn effectief gedichten van de Ierse poëet W.B. Yeats die uitvoerig gesitueerd werd. Tot driemaal toe kreeg ze van het Koninklijk Circus een staande ovatie. En wij stonden met plezier mee recht, maar dat had U wellicht al door. Betover(en)d, zo heet dat dan.

Setlist Deel 1: 1. Spered Hollvedel 2.
Morrison's Jig 3. Bonny Portmore 4. The Star of the County Down 5. The Highwayman 6. The Emigration Tunes 7. As I Roved Out 8. Down by the Sally Gardens 9. The Bonny Swans
Deel 2: 10. The Wind That Shakes the Barley 11. Raglan Road 12. All Souls Night 13. Santiago 14. Stolen Child 15. The Lady of Shalott 16. The Mummers' Dance 17. The Old Ways
Bis: 18. Never-ending Road (Amhrán Duit) 19. The Parting Glass 20. Huron 'Beltane' Fire Dance


Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/loreena-mckennit-07-04-2012/

Organisatie: Live Nation

 

Karma Hotel 2012 - Muzikale zeebries van Pop en Dance

 

Karma Hotel 2012 - Muzikale zeebries van Pop en Dance

De vijfde editie van Karma Hotel, het indoorfestival van muziekclub De Zwerver en Vzw Jong Oostende, vond plaats  in de schitterende setting van het Kursaal van Oostende.
Traditioneel één van de openers van het festivalseizoen , waar bands nieuw werk vooruit schuiven en hippe, nieuwe acts en trends een plaatsje krijgen.
In 3 zalen worden live acts en artiesten in al hun diversiteit geprogrammeerd en is er ruimte voor dj's en producers.
Wij waren na de geslaagde vorige edities terug op post om naast de frisse zeelucht een portie ‘high quality music’ op te snuiven.

Openers op de mainstage was het Leuvense AKS of Addicted Kru Sound. Het zestal had Selah Sue nog in de rangen en doet het nu met de bevallige Lola als frontdame.
En Lola past perfect in dit collectief en met haar indrukwekkende stem en charismatische verschijning pakte ze moeiteloos de vollopende zaal in.
Met hun eclectische mix van funk, drum 'n bass, electro, breakbeat en dubstep ademden ze een rauwe energie uit , die met de nodige uitspattingen resulteerde in een intense en stomende live set. De band -vooruitgeschoven in de recentste poulains van StuBru- bewees met hun eerste single "Give it back"  van zich af te bijten als nieuwkomer en heeft met "Out of control" een 2de single uit. Het catchy nummer, die de sax duidelijk laat horen, -geldt als voorloper van de weldra te verschijnen EP.
AKS biedt live een 'feelgoodparty', en de strakke performance gaan hand in hand samen met muzikale intensiteit en schoonheid ! Check hen alvast komende zomer!

Het Brusselse BRNS -lees Brains- trapte af in de Delvaux zaal. De band werd eind vorig jaar opgepikt door StuBru met het aanstekelijk zomerse "Mexico" . De compacte setting oogde intiem. Hun  veelzijdige, meeslepende sound sierde.  De verwevenheid met postrock en electro leidde tot een dansbare cocktail die Fugazi en Battles opriepen ...
De singles "Mexico" en "Here dead he lies" , die elan krijgen door de  percussie,  zijn visitekaartjes voor de op stapel staande EP. BRNS zijn frisse debutanten en zwoele sfeermakers, kortom een band met overtuigingskracht.

Eén van de toppers is School Is Cool, die ijzersterk openden met “The World Is Gonna End Tonight”. Vervolgens brachten ze met “Car, Backseat, Parking Lot” een absurd verhaal over een dame die vermoord werd in een ondergrondse parking. Ze puurden uit hun debuutalbum ‘Entropology’. De enthousiaste bende, met duracell konijnen Nele Paelinck en Andrew Van Ostade, boeide en intrigeerde. Ze staan vol zelfvertrouwen op het podium en ze zijn op elkaar afgestemd. Nummers als “In Want Of Something” en “Warpaint” zijn echte pareltjes en werden terecht warm onthaald. Afsluiten deden ze met “New Kids In Town”, het nummer waar het toen allemaal mee begon. Een 50 minuten durende show die telde, en hun sterke live reputatie verder uitbouwt.

Het Gentse Kapitan Korsakov bouwde ook een straffe live reputatie uit. Vóór de second stage troepten de jongeren samen om de smerige noiserock van het trio te ondergaan.
Met "Cancer" en "Cosy bleeders" werden de distortionpedalen ferm ingedrukt. De band had er duidelijk zin in , speelde strak en gedreven en putte vooral uit het nieuwe album ‘Stuff & such’. Een gedreven band dus en een frontman, Pieter-Paul De Vos, die als een bezetene tekeer ging . De vette riffs waren duidelijk een meerwaarde.
Halverwege werd wat gas teruggenomen, o.m. met de nieuwe single "Piss where you please"; drummer Jonas wisselde z'n drumkit voor een mandoline; het was een aangenaam rustpunt die een andere kant van KK liet zien.
Het was echter van korte duur want met "When we were hookers" en "Don't believe the hope" trokken ze opnieuw alle registers open. KK won een pak zieltjes en kwam erg overtuigend voor de dag!

Het Fins/Franse The Do heeft wel iets met Florence and the machine. Het duo Olivia Merilahti en Dan Levy waren gemotiveerd en speelden de nummers in een behoorlijke trancestijl. Het duo had een drummer, gitarist en een saxofoonspeler mee. De sax bood een warme klankkleur en gaf hun aparte sound dàt tikkeltje meer. Hun betoverende folkpop had met“On My Shoulders” een hoogtepunt.

Het gitaargeweld na Kapitan Korsakov werd overgenomen door The Hickey Underworld. De Antwerpenaren stelden hun tweede album ‘I'm Under The House, I'm Dying’ voor. Opener “Whistling” was de barometer, de gitaren sloegen om de oren en produceerden een ongelofelijke wall of sound. Energiek! In een hels tempo werd de ene song na de andere afgevuurd. The Hickey Underworld verwende met heerlijke snedige, harde en rauwe songs en de schreeuwerige zanglijnen grepen naar de keel. Spijtig genoeg stonden ze deels gelijklopend met het hippe ’t Hof , waardoor heel wat jongeren The Hickey verlieten. Maar het bracht hen niet van hun stuk en ze hadden nog kleppers klaar als “Future Words”,”Blonde Fire” en “Flamencorpse”.

De mainstage was inmiddels goed volgelopen om 't Hof Van Commerce 2.0 aan het werk te zien. Na overtuigende sets op hun try out in Nazareth en op Novarock zijn Kowlier, Buyse en DJ 4T4 terug op post . En hoe …Met een uitgekiende setlist van oude krakers en nieuw werk uit ‘Stuntman’ hadden ze in ‘no time’ het publiek naar hun hand! Op het podium zagen we o.m. 2 grote hoofden, vlaggen en arenden. Het is de band menens en ze zetten de puntjes op de ‘i’. Nieuwe tracks als "Kwik lik Pélé" en "Voe de show" werden positief onthaald en het is duidelijk dat de songs op ‘Stuntman’ al goed gekend zijn.
De interacties van Buyse en Kowlier hitsten het publiek op en de beats’n’pieces  van 4T4 werkten aanstekelijk en op de dansspieren.
Klassiekers "Niemand grodder" en "Kom mor ip" werden niet vergeten . De sfeer kon niet meer stuk . Wat een frisse vibe! Tot slot hadden we nog "Stuntman, "Wupperbol" en "Dommestik en levrancier", die in een nieuws jasje werd gestoken.
't Hof Van Commerce staat garant voor Feest! Feest! Feest!

In de Delvaux zaal pikten we nog een stukje Mickey Moonlight mee. De Britse DJ en producer kennen we van zijn nummer “Interplanetary Music”. Als remixer deed hij al dingen voor Franz Ferdinand, Tame Impala en Justice. Vorig jaar kwam  zijn eerste album uit, dat hij vanavond kwam voorstellen. De clubby sound en de melodieuze synthesizers vielen op. Een ideale opwarmer voor de grote dance kleppers .

Tijd nu om de ‘dubstep’ debatten te openen, gezien een reusachtige DJ booth met een leger ledbars het podium kwamen opgerold.
De Brit Caspa en zijn compagnon Rod Azlan trokken de party op gang. Iedereen was al meteen te vinden voor de  junglebreaks, electro en dubstepbasses. Wat een plezier om dit te zien exploderen. De collega's Jakwob en Camo & Crooked volgden en hielden dié ‘positive’ vibe aan , en deden de late annulatie van Kavinsky vergeten.

Neem het aan, de Muzikale Zeebries van Pop en Dance van de 5de editie van Karma Hotel was uitermate geslaagd!

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/karma-hotel-2012/

Organisatie: VZW de Zwerver, Leffinge + Jong Oostende

 

Rewind Easter Festival 2012 – New-Wave Classix Part One

 

 

Rewind Easter Festival 2012 – New-Wave Classix Part One

Na drie succesvolle edities van het Gentse Rewind-mini-Fest werd de muziekliefhebber die ‘wave’ en ‘electronic music’ in alle diversiteit een warm en vooral ook donker hart toedraagt dit jaar nog meer op de wenken bediend. De organisatoren beslisten namelijk het festival te voorzien van een dubbele uitbreiding. Niet alleen werd geopteerd om qua locatie een interne verhuis door te voeren waarbij de Balzaal van de Gentse Vooruit ingeruild werd voor de ruimere Concertzaal maar ook werd het programma nu verspreid over twee avonden met telkens niet minder dan acht groepen. Op 6 en 7 april jongstleden mochten groepen als respectievelijk Chameleons Vox, Clan Of Xymox, Project Pitchfork en The Neon Judgement, Covenant en D.A.F. als publiekstrekker fungeren.     
Of er afgelopen weekend niet enkel paaseieren maar ook boeiende concerten te rapen vielen, verneemt u via onze korte beschouwingen van de tweedaagse, met hierbij alvast een terugblik op dag 1.

dag 1 – vrijdag 6 april 2012
Erato
De Belgische formatie Erato werd in 1993 opgericht in Schepdaal en zij hebben inmiddels vier albums op hun actief, zijnde ‘A Killed God’ (1996), ‘The Irreplaceable One’ (2001), ‘III’ (2002) en ‘NAiVe’ (2009). Na reeds het podium te hebben gedeeld met onder andere The Sisters Of Mercy, Skeletal Family en het Australische Ikon mochten ze de eerste dag van Rewind-easter-Fest openen. Zij brachten een mix van hedendaagse donkere rock en gothic en new wave uit de jaren ’80.

Schmutz
De Belgische groep Schmutz mocht vorig jaar 30 verjaardagskaarsjes uitblazen. Slechts één volledig album (‘Lipservice’) (1985) brachten de Limburgers uit met daarop nummers als “Straight From The Heart”, “Turn The Pages”, “Hold Me” en hun onvervalste klassieker “Love Games” die anno 2012 nog wel eens op de radio te horen valt. Tanend succes deed de groep naar de achtergrond verdwijnen en een vervolgverhaal op de debuutplaat bleef uit. Heel sporadisch werd er opgetreden maar het vertrek van diverse groepsleden en de dood van toetsenist Carlo Peeters in 2006, deden de fundamenten verder afbrokkelen. Er vond uiteindelijk toch een renovatie plaats waarbij Schmutz terug in originele bezetting op enkele revivalfestivals te bespeuren viel en exact vijf jaar nadat Peeters het leven liet bij een motorongeluk, werd zelfs nog een nieuwe single “On The Edge” uitgebracht.
Hun concert afgelopen vrijdag werd aangevangen met “Turn The Pages” en ook “Very Clearly”, “Straight From The Heart” en “Grab You” uit ‘Lipservice’ passeerden de revue maar wat opviel was dat het indertijd kenmerkende geluid van de groep, met name het veelvuldig gebruik van echo op zowel gitaar als toetsen, live minder sterk uit de verf kwam en bij “Love Games” klonken de synthesizerklanken veel te vlak om te beklijven. Wel mooi om horen was dat er nog plaats was voor het gitaargetinte oudje “Life Is A Merry Go Round” (1982).
Een set vol pit, overgave en enthousiasme en een gewoon fijn weerzien met Schmutz. Niet meer, maar zeker ook niet minder.

Department S
Ooit gestart als een punk/ska combo (Guns For Hire) onderstreepte de Engelse formatie Department S met een strakke en snedige set veel
meer potentieel te hebben als dat ene nummer “Is Vic There?” (1980) - hun debuut overigens - dat steevast op de beter New Wave compilaties te vinden is en in de jaren '80 op Belgische Thé Dansants (voor de jonge lezers: zo werden de fuiven toen meestal genoemd) samen met “I Can't Live In A living Room” (Red Zebra), “Love Will Tear Us Apart” (Joy Division), “The Magnificent Seven” (The Clash), “A Forest” (The Cure) en “Temple Of Love” (Sisters Of Mercy) , één van zeldzame alternatieve momenten waarop de pogo aan de orde kon komen.
Een kort bestaan (1980-1982), perikelen met een platenfirma waarbij hun debuutalbum ‘Sub-Stance’ tot in 2003 letterlijk in de kast bleef liggen en het vroegtijdig (1991) aan aids overlijden van zanger en frontman Vaughan Toulouse nekten het voortbestaan van de uit Leeds afkomstige groep die pas in 2007 weer een teken van leven gaf. Toetsenist Eddie Roxy transformeerde zich tot zanger en net als twee jaar terug tijdens Sinner’s Day in Hasselt kweet hij zich ook in Gent vocaal uitstekend van zijn taak als vervanger. Met onder meer straffe versies van “Going Left Right”, “Age Concern” en “I Want” en enkele nieuwe nummers zagen we een oerdegelijke, overtuigende en broeierige set van het kwintet waarbij ze via een cover van Pink Floyd’s “Lucifer Sam” ook nog eens onderstreepten niet vies te zijn van wat psychedelische rock.

Cassandra Complex
We herinneren ons nog levendig de hyperkinetische set van de Cassandra Complex in de Brielpoort in Deinze tijdens het Futurama festival in 1987. Inderhaast opgeroepen als hoofdact ter vervanging van het in allerlaatste instantie annuleren van P.I.L. probeerden ze met alle voorhanden zijnde middelen de ontgoocheling weg te spelen bij het publiek dat massaal was gekomen voor Lydon en kompanen. Het merendeel van de aanwezigen droop niettemin af en de weinigen die bleven, hoorden de drummachines ratelen en knetteren met een snelheid en geluidssterkte die zelfs afgetrainde trommelvliezen vervaarlijk deden buigen.
Intussen zijn we een kwarteeuw verder en gaat het er bij de Cassandra Complex veel gemoedelijker aan toe. Er worden al eens wat boeken en columns geschreven door medeoprichter Rodney Orpheus en concerten zijn op enkele handen te tellen. Ook dit jaar zullen ze niet meer te zien zijn op een podium en hun aantreden op het Rewind-easter-Fest vormde een uitzondering. Voor de fans is het goede nieuws dan weer dat de reden moet gezocht worden in het feit dat er gewerkt wordt aan een nieuw album. Ook mogen zij zich verwachten aan geremasterde heruitgaven van ouder, intrigerend werk als ‘Grenade’ (1986) en ‘Theomania’ (1988).
Wie vreesde dat het bezoek van de Cassandra Complex aan de Arteveldestad herleid zou worden tot een gezondheidswandeling, werd meteen ‘gerust’gesteld via nummers als “Datakill”, “Voices” en vooral “The War Against Sleep”. Ook het overige materiaal klonk speels en onbezonnen en vertoonde nog heel wat positieve weerhaken om hun combinatie van goth-rock-wave-electropunk spannend te houden. Young Gods, Borghesia en Suicide (wiens paranoia instant klassieker “Frankie Teardrop” adembenemend op het einde van hun set werd gecoverd) loerden steevast om de hoek.
Wellicht werd de tijdsindeling door de sympathieke lui van de Cassandra Complex niet secuur in de gaten gehouden maar “Moscow Idaho” bleef tot ieders verbazing (noodgedwongen) in de coulissen achter.    

The Beauty Of Gemina
The Beauty Of Gemina brachten begin dit jaar ‘Iscariot Blues’ uit, hun vierde studioalbum. Daarop balanceert deze Zwitserse formatie nog steeds tussen dark rock en wave, industrial en gothic rock. Een opvallende rol is telkens ook weggelegd voor de mooie, donkere stem van zanger, gitarist en keyboardspeler Michael Sele die vocaal op bepaalde ogenblikken ook wat doet denken aan Andrew Eldritch. Niet zelden is hij bepalend voor de nummers en tilt hij ze zelfs naar een hoger niveau. En nu net daar schortte het bij hun concert. Omdat de stem van Sele niet goed afgemixt was en wat verloren ging onder de drums van Mac Vincens, de basgitaar van David Vetsch en de gitaar van Dennis Mungo, boette de set heel wat aan impact in. Dit was bijvoorbeeld het geval bij “Voices Of Winter” en “Haddon Hall”, allebei afkomstig van het nieuwe album.
Pas halfweg de set werd dit bijgesteld en kon er genoten worden van fraaie versies van “Dark Revolution” (met een vleugje blues), een dreigend “Suicide Landscape” en “The Lonesome Death Of A Goth DJ” (dat raakvlakken vertoonde met Moby en Nitzer Ebb). Afsluiter “Rumours” deed ons tenslotte vergeten dat de synthesizerklanken soms iets te veel neigden naar jaren ’90 eurodance.
The Beauty Of Gemina is creatief in het genre maar ze overtuigden niet zoals vorig jaar op het Kortrijkse Shadowplay festival. 

Chameleons Vox

In hun thuisstad Manchester behoorden The Chameleons midden de jaren ’80 tot de meest bepalende groepen en deden de toen vermaarde Hacienda club louter op basis van mond tot mond reclame in een mum van tijd uitverkopen. Maar buiten die grenzen bleven ze een vrij goed bewaard geheim en dienden ze het te stellen met een cultstatus. Ook al brachten ze met 'Script Of The Bridge' (1983), 'What Does Anything Mean?' (1985) en 'Strange Times' (1986) drie prachtige, door critici lovend onthaalde albums uit, ze konden de kwaliteit niet verzilveren in een globaal commercieel succes. Een vergelijking met de bevriende formatie The Sound ligt voor de hand. Ook zij hadden groot moeten worden maar werden het niet, en dit terwijl hedendaagse groepen als Editors of White Lies volop in de door hun voorbeelden aangelegde vijver aan het vissen zijn en met hun vangst wél op de grootste podia staan te prijken.
Gelukkig kon Mark Burgess, frontman van The Chameleons, het grillige van de muzieksector relativeren en is hij in tegenstelling tot de betreurde zanger van The Sound, Adrian Borland (die in 1999 zelfmoord pleegde), solo dan wel via een (zij)project blijven musiceren. In die zin speelt hij sinds 2009 onder de naam Chameleons Vox met enkele andere muzikanten waaronder een tweede origineel lid van The Chameleons, drummer John Lever, live de nummers van The Chameleons.
En hoe! Vanaf opener “Swamp Thing” volgde vrijdagavond het ene hoogtepunt na het andere zich op. De warme, in melancholie gedrenkte stem van Burgess is nog steeds intact (wat hij via enkele hoge uithalen mocht demonstreren tijdens “In Answer”) en de postpunk werd bezield, afwisselend atmosferisch en snedig maar bij momenten ook uitgesponnen op uitstekende wijze gebracht. Niet enkel de gitaren waren hiervoor verantwoordelijk maar ook de drumslagen waren geregeld sturend zoals tijdens “A Person Isn't Safe Anywhere These Days”, “Soul In Isolation” (met die onmiskenbare intro) en bij de absolute climax “Second Skin”.
Daarbij bleken noch de muziek noch de vaak poëtische teksten aan waarde, actualiteit of intensiteit te hebben ingeboet en had het concert - ook al werd het vrijdag in een Rewind-format gegoten - niks nostalgisch in zich. Of misschien toch een beetje, namelijk toen flarden tekst uit “Transmission” van Joy Division doorheen “Singing Rule Britannia” verweven werden.     
Jammer dat “Up Down The Escalator” de setlist niet haalde maar we hopen dat dit wordt goedgemaakt als Chameleons Vox nog eens ons land mogen aandoen voor een volwaardige set. Bij deze richten we een vriendelijk verzoek aan alle programmatoren want het concert van Chameleons Vox was vrijdag voorbij vooraleer men het goed en wel besefte.

A Clan Of Xymox
Wie er wel in slaagde om hun plaatselijke thuisstad te ontgroeien en wereldwijd succes te scoren is het in 1984 te Nijmegen opgerichte Clan Of Xymox (dat ook een tijdje onder de noemer 'Xymox' door het leven ging).
Door enkele contacten en voorprogramma’s met Dead Can Dance konden ze hun eerste twee albums ‘Clan Of Xymox’ en ‘Medusa’ op het vermaarde 4AD label uitbrengen. Opener van hun concert in Gent “Stranger” en ook “A Day” etaleerden meteen deze gerechtvaardigde keuze want in beide gevallen gaat het om darkwave van prima kwaliteit die repetitief en opbouwend van structuur is.
Op Rewind-easter-Fest trad het als gothic geschminkte A Clan Of Xymox als trio op, zijnde oprichter Ronny Moorings (zang en gitaar), Mario Usai (gitaar) and Sean Göbel die sinds vorig jaar de toetsen en de computer is komen bedienen. Bassiste en vriendin van Moorings, Mojca Zugna, was er niet bij omwille van de geboorte van hun dochtertje vorig jaar. 
Net zoals tijdens de carrière van de groep waarbij in de hoop om het commercieel succes aan te houden ook uitstapjes richting acid beat en met rock vermengde eurohouse ondernomen werden, was ook de set in die zin gevarieerd en dynamisch. Persoonlijk opteren we nog steeds voor de eerste twee platen maar “Jasmine And Rose” uit ‘Creatures (1999) en “Love Got Lost”, “In Love We Trust” en “Emily” uit ‘In Love We Trust’ (2009) bekoorden evenzeer. Dit in schril contrast met hun versie van ‘Heroes’ van David Bowie die we liever met de zwarte mantel der liefde zouden willen bedekken. Maar ook dit liet de trouwe aanhang vlot aan zich voorbijgaan en de Nederlanders werden op een stevig en verdiend applaus getrakteerd.

Project Pitchfork
Als afsluiter van de eerste dag fungeerden het uit Hamburg afkomstige Project Pitchfork die met hun combinatie van ruwe, industrieel getinte elektronische muziek vermengd met techno en electronic body music - zie bijvoorbeeld ‘Alpha Omega’ uit het gelijknamige album (1995) waarbij het leek of Front 242 hun opwachting hadden gemaakt om de groep te begeleiden - de Concertzaal bij momenten omtoverden in een undergroundclub.
Tijdens pakweg “Conjure” uit ‘Lam-‘Bras’ (1992) en “Steelrose” uit ‘Eon:Eon’ (1998) was erg duidelijk te merken dat de groep heel goed geluisterd heeft naar Skinny Puppy (check bijvoorbeeld maar eens hun absolute klassieker ‘Assimilate’ uit 1985). Net als bij hun grote voorbeelden is ook bij Project Pitchfork de donkere diepe zang een van de sterke wapens waarmee uitgepakt wordt en kan men niet om de theatrale podiumprésence van de charismatische frontman Peter Spilles heen.
Van het vorig jaar verschenen album 'Quantum Mechanics' hoorden we “Lament”, “Run For Cover” en “The Queen Of Time And Space” maar het was toch vooral de als toegift gebrachte  splinterbom “Fire And Ice” uit het debuut ‘Dhyani’ (1991) die ons al deed uitkijken naar dag 2 van het Rewind-easter-Fest editie 2012.

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/rewind-easter-fest-2012/

Organisatie: New-Wave Classix (Amusez-Vous)

 

 

Rewind Easter Festival 2012 – New-Wave Classix Part Two - EBM

 

Rewind Easter Festival 2012 – New-Wave Classix Part Two - EBM
Op dag 2 van het Rewind Easter Festival stelde de organisatie voor een sterk gevulde Vooruit   de EBM in al z’n aspecten centraal.

Al meteen werden we in de excentrieke wereld ondergedompeld van Sigue Sigue Sputnik . Tja? De new wave heeft ook z’n leuke kanten gekend, als de elektro hier de bovenhand kreeg. De single “Love Missile F1-11” is in het geheugen gegrift , en werd ook als soundtrack voor de film van ‘Ferris Bueller’s Day Off’ gebruikt, en door Giorgio Moroder geproduceerd. In de SSS -elektrosound is disco en kitsch verweven; een glamour & glitter show , die zanger Martin Degville (nu wel niet echt de beste zanger btw!)  in de spotlight plaatste. Als een ware Divine’s “Shoot your shot” heeft hij allerlei pluimage aan, met tijgerpakje en Lesley-Ann Poppe borsten . Als een fiere haan op het podium vuurde hij met de drie andere leden een rits aanstekelijke songs af , “Seks Bomb Boogie”, “Hey Jayne Mansfield” en natuurlijk “Love Missile F1-11”, die de eerste rijen tot pogoën bewoog . De sound’n’beats en de trancy, schurende ritmes waren alvast de moeite.

Het Belgische duo Absolute Body Control (Ivens – Van Wonterghem) verraste aangenaam en kon rekenen op een sterke respons . Terecht, want hun synth’n’grooves  en ritmisch opbouwende , pulserende elektronica zette aan tot een danspas . Een aanstekelijke, opborrelende stijl die moeiteloos gelinkt kon worden aan Neon Judgement , fris ademend, maar minder duister . Vertrouwd, maar creatief, want ze staken voldoende variatie in hun minimal EBM/industrial . Sinds de heroprichting in 2007 en de nieuwe plaat ‘Shatterd illusion’ gaat het duo een tweede jeugd tegemoet en overtuigde o.m. met “Melting away”, “Sorrow”, “Into the light” en “Give me your hands”. En dan nog te weten dat ze zoet zijn met andere projecten als The Klinik , Dive en Sonar.

Een paar jaar terug was er het unieke optreden van de Amerikaanse Crash Course In Science, die zich totdantoe nog niet op het Europese vasteland hadden gericht. Het trio verweeft hun elektronische muziek met industrial, punk en rock en brengt een ‘arty’ performance op het podium . Ondanks de summiere releases zorgen ze ervoor dat hun sound , die niet vies is van ontregelde geluiden en een experimentje meer of minder, de ideale soundtrack vormt voor de ‘Day after’ door de slepende, dreigende, dreunende tunes, die  draaglijker worden door de fijne act en de fluoriserende lichtjes en attributen die de zangeres/keyboards bij zich had. Ze zou zelfs niet misstaan op het Lichtfestival in Gent ll. Van deze kunstzinnige en visuele  muzikanten konden nummers als “Cardboard lamb”, “Kitchen motors” en “Flying turns” niet ontbreken. De beperkte man/vrouw zang namen we er maar bij 

Een van onze trotsen Dirk Da Davo (3D) en TB Frank beleven met The Neon Judgement de ‘time of their life’. Hun elektronische sound was inspirerend voor industrial, elektrowave en new beat en liet in een volgende fase country elementen toe . Het duo is samen met Front 242 opnieuw immens populair in de Rewinds  en dan kan je niet omheen knallers als “The fashion party”, “TV treated” en “Tomorrow in the papers”, die de ganse zaal in een fijne wavedans bracht. Ze grossierden in het rijkelijk gevulde oeuvre en lieten latere songs als “Miss Brown” en “Chinese black” toe, die de creatieve geest van het duo onderstreept . De liveset werd enorm sterk ontvangen  . Een dolenthousiast publiek geeft hen ook een onvergetelijke avond. De dertig jaren dat het duo al actief is zal hen deugd doen!

Ook de ‘late nineties’ elektronica van het Zweedse Covenant werd sterk ontvangen . Het trio was z’n fans enorm dankbaar voor het sterke onthaal en de respons . Een boeiende set van toegankelijke Hitech dance/elektronica . Ze hebben een nieuwe plaat uit, ‘The modern ruin’, die ze voorstelden met o.m. “Judge of my domain”, “Dynamo clock”, “Kairos”, “The beauty & the grace” en de titelsong . De bariton zang was donker, indringend en helder en deed denken aan Matt Berninger van The National . De broeierige, bezwerende , opzwepende en pompende beats , niet vies van een vleugje house en techno , ratelden om ons heen en leverde verder nog pareltjes op als “Stalker” , “The passion game“ en “We stand alone” . ‘They shared the passion with the public’ . Professioneel klasse in het genre en meer dan af!

Die dartelende EBM sound kon worden verdergezet met de closing act DAF (Deutsch-Amerikanische Freundschaft) van de muzikale autodidact Gabi Delgado- Lopez. De ‘Neue Deutsche Welle’ kreeg elan en DAF was erg invloedrijk voor latere bands op dancegebied, ‘Alles ist gut’, ‘Gold und liebe’ en ‘Für immer allen’ , beginjaren ’80 , zijn begrippen. DAF, met de ontketende zanger , die als een duracell konijn heen en weer hotste en de afkoeling van plastic flessen water letterlijk over zich goot . De muziek was op tape vastgelegd en drummer Görl vulde aan . DAF heeft ups en downs gekend , maar is sinds 2009 terug een onafgebroken duo.
Meteen werden we overdonderd met “Verschwende deine jugend”, “Ich und die Wirklichkeit” en “Der Mussolini”. De zweetparels en de adrenaline droop letterlijk van het lijf van Gabo . Een dansend, pogoënd publiek ging er volledig in op . Middenin de set werd wat gas terug genomen en klonk het minder strak en ophitsend . “All gegen alle” gaf opnieuw vaart en de integere “Der Räuber & die Prinz” en  “Sato-sato” kregen verbeten muzikale trekjes.  DAF is ook na dertig jaar niet afgeschreven en zorgde voor de nodige dynamiek en opwinding.
Mooi om op die manier een leuke nostalgische tweede Rewind dag te besluiten …

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/rewind-easter-fest-2012/

Organisatie: New-Wave Classix (Amusez-Vous)

 

Barrence Whitfield

Cool Soul Festival - Barrence Whitfield & The Savages - Soul... maar dan wel uit de garage

Geschreven door

Cool Soul Festival - Barrence Whitfield & The Savages - Soul... maar dan wel uit de garage

Wie bij het horen van Cool Soul dacht aan Michael Kiwanuka, Lee Fields, Charles Bradley, Eli 'Paperboy' Reed of Sharon Jones, toonaangevende namen die recentelijk het mooie weer maakten in de soul, kwam hier bedrogen uit. De organisatoren van dit festival, dat nog enkele andere steden in Frankrijk aandeed, zochten hun soul in de garage en het hoefde zelfs niet altijd soul te zijn maar de optredens waren er daarom niet minder dampend door.

Eerste vaststelling : de Zwitserse Mama Rosin was zonder dat er daar ook maar ergens melding van werd gemaakt uit de line-up verdwenen en blijkbaar vervangen door DJ J.L., een man uit de streek die zijn sixtiesplaatjes wat meer glans trachtte te geven door theatraal te staan meezingen.

Het festival ging pas echt van start met Wraygunn, een achtkoppig collectief uit Portugal rond de elastische zanger-gitarist Paulo Furtado. Ze brachten smeuïge garagesoul, die me meer dan eens deed denken aan The Make-Up, met veel aandacht voor de percussie (een drummer en een congaspeler). De zang, voorzien van een ferme Jon Spencer-tik, kon niet altijd overtuigen maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door twee uitmuntende zangeressen : Raquel Ralha en vooral de van een echte soulstrot voorziene Selma Uamusse, die trouwens elk moment dreigde te bevallen Die twee gaven het geheel bovendien dikwijls een exotische toets door wat junglegeluiden te produceren en brachten me zo Paulo Furtado's verleden als The Legendary Tigerman voor de geest.

Na deze bruisende show was het reppen naar de Aeronef-Bar voor Lewis Floyd Henry, een geboren busker uit Londen die in het verleden een paar keer gearresteerd werd voor het decoreren van openbare gebouwen. Desondanks bleek dit een zeer minzame mens die met een mini-drumstel aan de voeten wel een kruising tussen Bob Log III en Jimi Hendrix leek. Maar die vergelijking doet eigenlijk wat tekort aan zijn kunnen want zijn rammelende muziek stuiterde letterlijk alle kanten uit. Zo gaf hij zelfs, de Wu-Tang Clan achterna, een heus en bovendien gesmaakt rapnummer ten beste. Onvoorspelbaar, chaotisch en boeiend van begin tot einde, wat kan een mens nog meer wensen?

Van The Dustaphonics had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord maar toen ik drummer Bruce Brand op het podium zag verschijnen wist ik meteen dat dit goed zat. Bij mijn weten heeft deze veteraan uit de Londense garage-scene nooit in een slechte band gespeeld. Zijn c.v. oogt dan ook indrukwekkend :Thee Milkshakes, Len Bright Combo, Thee Headcoats, Link Wray, Hipbone Slim & The Knee Tremblers,... Maar ook de rest van dit internationale gezelschap mocht er zijn : Michael 'Bluesmith' Jablonka (ook uit Londen) op bas, vergeleken met zijn ontplofte kapsel is de haartooi van Marouane Fellaini een lachertje. De bijzonder sensuele, tot onder de oksels getatoeëerde en in hotpants flanerende zangeres Kay Elisabeth uit San Francisco. En ten slotte leider van de groep, de Frans-Spaanse zanger-gitarist Yvan Serrano-Fontova, ook gekend onder de naam Healer Selecta en tevens werkzaam als producer en dj. Dit bonte allegaartje bracht een uitzonderlijk stomende mix van soul, garage, rock-'n-roll en surf. De immer lachende Serrano bleek een excellente gitarist en Kay Elisabeth had alles wat een queen of soul zich maar kan wensen. Een adembenemende dame! Serrano had het ook even over zijn samenwerking met de vorig jaar overleden cultactrice Tura Santana, vooral bekend om haar rol in ‘Faster Pussycat! Kill! Kill!’ van ‘sexploitation’ regisseur Russ Meyer, waar hij duidelijk trots op was. Na een voorbijgevlogen set van maar liefst 19(!) nummers lagen we net niet uitgeteld tegen dek, maar tijd om te recupereren was er niet want in de bar waren Bob & Lisa al bezig. The Dustaphonics waren werkelijk een revelatie.

Het echtpaar Bob (Vennum) en Lisa (Kekaula) uit Riverside, Californië kent u wellicht van The Bellrays maar af en toe trekken ze dus ook met zijn tweeën de wereld rond. En in die intimistische bezetting moeten ze absoluut niet onderdoen voor die Bellrays, die soms last durven te hebben van onverteerbare hardrockneigingen. Hier was daar dus geen spoor van te bekennen. Met die geweldige stem van Lisa (met alle respect voor de anderen toch de beste van de avond) was de gitaar van Bob als begeleiding meer dan voldoende. Tussen de songs door nam Lisa haar man voortdurend op de korrel wat de entertainingsgraad alleen maar verhoogde. Tussen het vele mooie eigen werk ontwaarde ik ook een cover van "Baby what you want me to do" van Jimmy Reed. Bob & Lisa : het leek bescheiden maar was daarom niet minder indrukwekkend.

Het was al een flink eind na twaalven toen Barrence Whitfield & The Savages op het podium verschenen. Deze groep ontstond in 1984 in Boston en maakte met platen als ‘Barrence Whitfield & The Savages’ en ‘Dig yourself’ nogal wat deining in rock-'n-rollmiddens. Helaas bleef de belangstelling hiervoor steeds ondermaats en verdwenen ze rond 1990 van de radar om in 2010 onverwacht opnieuw op te duiken.
Van de oorspronkelijke bezetting bleven naast Barrence zelf (echte naam Barry White, vandaar het pseudoniem uiteraard), Phil Lenker (bas) en Peter Greenberg (gitaar), beiden met een verleden in Lyres en DMZ, over. De gaten in de band werden vakkundig gedicht door twee uitstekende nieuwkomers : op sax Tommy Quartulli die je zou kunnen kennen van The Kings Of Nuthin' en drummer Andy Jody, die vorig jaar nog op tournee was met de geweldige James Leg.
Veel mooi volk op de planken en dat resulteerde in een set knetterende  rock-'n-roll. Soul was het niet maar daar maalde niemand om. Ze begonnen meteen met het prijsnummer uit hun vorig verschenen plaat ‘Savage Kings’, "Ramblin' Rose" waarin het gekrijs van Barrence het midden hield tussen Little Richard en Robert Plant.
De toon was meteen gezet voor een verpletterende reeks rock-'n-rollnummers, steeds in een hoge versnelling. "If you want a slow one, do something slow with yourself at home" dixit Barrence, suggestieve beweging incluis. Op zijn 57ste bleek hij nog steeds één brok dynamiet te zijn en die kilootjes overgewicht konden niet beletten dat hij voortdurend als een gek rondtolde over het podium. Een livebeest pur sang!
Alles klonk heerlijk ouderwets, vooral door die voortdurende vette saxstoten (dit hoor je nog zelden) en toch voelde je een energie als was hier een groepje aan het werk dat nog alles moest bewijzen. Hopelijk blijven ze dit keer wat langer de podia teisteren.
Deze tweede editie van het Cool Soul Festival bleek ondanks de wat ondermaatse opkomst een voltreffer waarop geen enkele act ontgoochelde.

PS : Bob & Lisa, Lewis Floyd Henry en Barrence Whitfield & The Savages zijn op 1 mei nog te zien op het  Roots & Roses Festival in Lessen!

Organisatie: Aéronef, Lille

Mariee Sioux

Gift for the end

Geschreven door

De 27 jarige folky singer/songschrijfster Mariee Sioux uit Nevada City heeft een nieuwe plaat uit, die al wat breder durft te gaan en meer variatie biedt in die freefolky ‘kampvuur’ stijl.
De sobere, dromerige sound blijft behouden , met haar akoestische gitaar en haar innemende stem, maar toetsen en backing vocals vullen aan  en maken het sfeervoller, frisser en eleganter.
De songs zijn onmiskenbaar  verbonden aan de Sioux, ‘Native Americans’ traditie ( = van de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika) . Natuurbeelden  en weidse vlaktes flitsen door het hoofd . Een lieflijke, vredige sound en muzikale rust horen we in de 8 songs , waarbij enkele mooi uitgediept worden ,tussen droom en nostalgie. Een gedifferentieerde, niet vervelende aanpak, met respect voor de oertraditie, in een tijdsduur van een kleine 45 minuten. Haar hartsvriendin Alele Diane kan daar nu een puntje aan zuigen .

Diagrams

Black Lights

Geschreven door

Diagrams is het nieuwe muzikaal project van Sam Genders , die een time-out met Tunng heeft ingelast en zich opnieuw concentreerde op z’n job in het onderwijs.  Het kriebelt , de folky tunes van Tunng werden opzij geplaatst en er is de focus op dromerige , gedreven indierock . Het nieuwe project is al bij al ok, de songs klinken fris en optimistisch en ondanks het feit dat ze vakkundig goed in elkaar zitten, zijn het “Tall buildings” en “Appetite” die ons hier het sterkst  raken.

Buraka Som Sistema

Komba

Geschreven door

Ze zorgden een paar jaar terug met de cd ‘Black Diamond’ voor een verfrissende en vernieuwende wind binnen het danslandschap. Hun muziekstijl ‘kuduro’ genaamd, emigreerde van Angola naar de buitenwijken van Lissabon, is een losgeslagen mix van reggae, dancehall ,ragga, electro, drum’n’bass, house, trance, Brasil en Cariben. We horen  hard pompende, opzwepende  ritmes, bongo’s en Afrikaanse invloeden op de achtergrond, met onverwachtse wendingen, explosies , rapsalvo’s en een prachtig zangerig Portugees en Engels, broeierig, aanstekelijk, opwindend en … dansbaar .
Een tweede album is klaar ‘Komba’, die toegankelijker klinkt, gladjes met Westerse dance en dubstep . Het charismatische gezelschap houdt het ritme hoog en spreekt de dansspieren aan. Er is geen nummer te vinden waar je daadwerkelijk rustig bij in de stoel kunt zitten .
Op die manier ga je van de aantrekkelijke single “Up all night”,  naar het zwierige “Hypnotised” en van het pompende “Lol & pop” gaat het naar het afro- mindende “Candonga” tot het trancy opbouwende “Komba”. Een paar niemandalletjes zijn er ook , maar die verbleken in de totaliteit van wat Buraka weet aan te bieden . Op plaat klinkt het nog wat terughouden, maar live knallen deze songs en word je in een maalstroom meegesleurd. Buraka zorgt voor stomende taferelen en tekenen dat ze een blijvertje zijn; Uniek!

Dry The River

Shallow bed

Geschreven door

Enorm gerespecteerd wordt het debuut van deze Londenaren . En terecht,  hun sfeervolle broeierige poprock verweeft folky elementen en de melodielijnen klinken zwierig als meeslepend. De intense songs kunnen aanzwellen,  zijn rijk gearrangeerd en worden gedragen door de indringend stem van Peter Liddle (denk aan Elbow Guy Garvey en Jeff Buckley) en aanvullende, meerstemmige zang. De songs zijn  meer dan af en met “The chambers & the values”, “No rest” en “Weight & measures” toont Dry the river potentieel uit te groeien tot een grootse band .

Lonely Drifter Karen

Poles

Geschreven door

Lonely Drifter Karen is een productie van de Oostenrijkse zangeres Tanja Frinta en de Spaanse toetsenist Marc Melià Sobrevias, aangevuld met de Franse gitarist en multitalent Clément Marion. De talrijke omzwervingen en opgedane ervaringen zorgen voor een muzikale smeltkroes van mooie , intrigerende songs , die balanceren tussen vrolijkheid en tristesse . Sprookjesachtig en grimmig tegelijkertijd . Het getalenteerde trio biedt handvol aanstekelijk , broeierig en dromerig materiaal als “Three colors red”, “Comet”, “Henry distance” en “Velvet rope”. Ingenieus spannend en mooi uitgekiend! In het sfeervolle kader heerst een folky/trippopsfeer en voelen we onderhuids invloed van Beach House, Fever Ray en Blondie . Dit derde plaatje is alvast een must!

Pagina 635 van 881