Pias Nites 2012 - Sfeer troef op de dertigste verjaardag van Pias (Play it again Sam)
De grote dooi was ingetreden, en dat was maar goed ook, anders zou de organisatie wellicht heel wat moeite gehad hebben om de grote hallen van Tour & Taxis goed warm te stoken voor het dertigste verjaarsdagfeestje van Play it Again Sam. PIAS had heel erg zijn best gedaan om van deze tweedaagse showcase iets speciaal te maken:
In de grote hal hadden ze een gigantische glitterbal opgehangen, vanachter in de zaal waren een reeks zetels en fauteuils neergeplant en enorme breedbeeldschermen zorgden er voor dat iedereen de live actie tot in de kleinste details kon meevolgen. Ook de randanimatie mocht er wezen, naast Canvasreproducties van de belangrijkste PIAS albums die PIAS de laatste twintig jaar uitbracht (van ‘Tv Sky’ van The Young Gods tot ‘Philharmonics’ van Agnes Obel), had de biersponsor voor een set pingpongtafels gezorgd, en kon je CDs, vinyl en DVDs uit de uitgebreide PIAS-catalogus aan braderieprijzen aanschaffen.
Wij pikten in ergens halverwege Daan, die vanavond in een minimale bezetting aantrad: Daan op piano, Isolde Lasoen op percussie en tuba, en wellicht Jean-Francois Assy op cello, dat was toch de bezetting in de theatertournee die Daan vorig jaar ondernam met zijn album ‘Simple’, en die we toen niet gezien hadden. Stuyven verraste aangenaam, we hoorden heel sfeervolle versies van ” Icon”, “Victory”, het complexe “Protocol” en de Neil Young-Cover “A man needs a maid”.
Het uurschema was een beetje verschoven, zodat we maar twee nummers meepikten van Oscar & the Wolf, dus eigenlijk te kort om deze Belgische band te kunnen beoordelen.
Agnes Obel zorgde voor gemengde reacties: het voorste deel van de zaal,waar je ons ook mocht bijrekenen, vond dit het optreden van de avond, terwijl voor het achterste deel van de grote hal, dit achtergrondmuziek was bij een drankje en een hapje, veel geroezemoes dus achteraan. Enigzins was dit te verwachten, want Obel mikt met een minimaal geluid op de maximale impact ,maar dit vraagt wel enige inspanning en luisterbereidheid van het publiek, en op een donderdagavond was dit voor sommigen wellicht te veel gevraagd. Obel’s stem, de vleugelpiano, en de cello zijn de minimale bouwstenen voor prachtnummers als “Falling catching”, “Brother Sparrow”, “Just so” of de John Cale cover “Close watch”. Obel gaf heel wat uitleg bij haar nummers vanavond, en zo leerden we dat de thema’s in veel van haar nummers even donker als de Scandinavische winters zijn. Celliste Anne Ostsee toverde op haar cello, en het prijsbeest “Riverside” werd op een luid applaus onthaald.
Lisa Hannigan is een Ierse schone, die je misschien wel kent van het duet dat ze met Damien Rice opnam (“9 crimes”). Haar eerste album maakte vooral brokken in Ierland (album van het jaar), het is pas met haar tweede album, ‘Passenger’,(eind 2011 verschenen) dat ze ook over de plas voet aan de grond begint te krijgen. Aanvankelijk had Hannigan vanavond moeite om boven het geluid van haar vijfkoppige band uit te komen, maar gaandeweg wist ze te overtuigen. Deze folkie beheerst heel wat stijlen en registers, haar hese stem heeft bij momenten iets van Lou Rhodes, en ze zingt echt met heel veel overtuiging, en riep in sommige nummers de extase op die je enkel bij megabands als U2 of Coldplay ervaart. De ontdekking van de avond dus, en als het aan mij lag mag Lisa Hannigan deze zomer gerust in de Kayam-tent op Dranouter staan.
Tom Smith, de frontman van Editors, kwam vanavond solo optreden, en de grote zaal was eigenlijk te groot voor hem: Smith is geen Luka Bloom, dus als hij de Editors-hits op akoestische gitaar brengt, kan hij de aandacht van zijn publiek niet vasthouden. Op piano werkte de solo-aanpak van Smith beter, in nummers als “An end has a start” en “Like treasure”, alhoewel hij soms iets te dicht bij de pathetiek aanschuurde. Deze solo-set van Tom Smith had beter gewerkt op het dak van Music for Life, maar was op zich iets te mager om te blijven boeien.
Het verhaal rond de Zweedse zusjes, Klara en Johanna Søderberg, aka First Aid Kit, was eigenlijk interessanter dan de live set die ze vanavond brachten: op hele jonge leeftijd opgepikt op Youtube met een cover van Fleet Foxes’ “Tiger Mountain Peasant song”, ontwikkelden deze Zweedjes een country-fixatie, die hen naar Nashville bracht, wat hun een single op Jack White’s Third Man records opleverde en een door Mike Moggis (Bright Eyes, Monsters of Folk) geproduceerde tweede album “Lions’ roar”.
Eigenzinnig zijn deze zusjes zeker: allebei hadden ze haren van een halve meter of meer, het ene zusjes had een kleedje aan dat onze bomma in het bejaardenhuis niet zou misstaan, terwijl de andere als een Indiaanse squaw een fel etnisch getint tafelkleed van een inheemse stam over het hoofd getrokken had. (denk aan een stuk textiel dat iedere toerist op reis wel eens koopt, maar waarvan ie eens thuisgekomen afvraagt waarom hij dat lelijke stuk stof begot gekocht heeft). De meisjes hadden heel goed naar hun countryvoorbeelden geluisterd, de typische country-snik beheersten ze heel goed, in hun beste momenten hadden ze iets van de vroege Alele Diane, maar ze misten toch iets te veel een eigen smoel en moeten nog meer hun best doen om hun grote invloeden niet gewoon na te spelen maar er een eigen invulling aan te geven.
De eerste avond van de PIAS-nites werd afgesloten door Mogwai, de Schotse post-rockers. Na de ondergang van Royal Bank of Scotland (zowat het grootste financieel debacle van de wereldwijde kredietcrisis) en deze week ook de Glasgow Rangers, moet Mogwai naast single malt, zowat het enige zijn dat de Schotse eer nog hoog kan houden. Hun laatste album , ‘Hardcore will never die, but you will’, konden we best wel smaken, dus waren we benieuwd hoe ze tegenwoordig live zouden klinken, want het was al een tijdje geleden dat we ze nog live gezien hadden. Oordopjes in dus, en naar de grote zaal. Mogwai was wisselvallig deze avond, bij wijlen schitterend, vooral in de nummers waar ze postrock met electronica mixten zoals “Hunted by a freak”, dat zo aan Air schatplichtig is met de vocoder-stemmetjes of in “Mexican grand Prix”, robotrock voor de nieuwe eeuw.
Maar soms was het saai, Mogwai heeft niet de grootste podiumpresence, en de postrock-cliches werden niet altijd geschuwd. Beter werd het toen Mogwai het feedback-pedaal indrukte, bv in “Rano Pano” , een gruisfest feedback-bonanza, of in all time favourite en Duyster classic “Mogwai fear satan”. Epische tracks die niet verveelden waren er ook, zoals ” Friend of the night”.
Maar in zijn geheel was dit toch geen schitterend concert, bij momenten leek het of Mogwai sinds de jaren negentig stil was blijven staan, terwijl ze op hun laatste plaat toch duidelijk bewijzen dat ze nog altijd evolueren.
In ieder geval was het vanavond een heel geslaagd verjaarsdagfeestje geweest voor het beste niet-Engelse rocklabel van de laatste dertig jaar, er zat een zekere consistentie in de programmatie, een mix van bekendere namen en jonge beloftes die allemaal sfeer in de grote fabrieksruimtes van Tour & Taxis brachten. Op naar de volgende dertig jaar zouden we zo zeggen.
Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/dag-1-16-02-2012/
Organisatie: Pias