logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

mass_hysteria_a...
Manu Chao - Bau...

Sharon Jones

Sharon Jones and The Dap Kings - Een avondje authentieke soul, heet van de naald

Geschreven door

Dat men de 54 jarige Sharon Jones de vrouwelijke James Brown durft te noemen, kunnen we best begrijpen. Het mens heeft de soul in haar ganse lijf en botten zitten en met een stembereik van hier tot in tot in Tokio laat ze bleekscheetzangeressen als Joss Stone, Duffy en Christina Aguilera mijlenver achter zich. Helaas vertaalt dat zich dat niet altijd in verkoopcijfers, maar een volle AB was wel haar deel.

Samen met haar 10 koppige band, inclusief twee volumineuze backgroundzangeressen en een swingende blazerssectie, grossierde de dame in authentieke soul van uit de tijd van James Brown, Aretha Franklin, Tina Turner (Ike periode), Sam Cooke en Otis Redding. Echte zweterige soul waar de huidige platvloerse commercie nog geen vat op heeft gekregen, alsof de tijd heef stilgestaan. Lekker groovende up tempo soul, funk- en motown songs werden afgewisseld met heerlijke ballads, alles in de geest van meer dan 40 jaar geleden, maar vooral tijdloos.
Het was duidelijk dat Sharon Jones meermaals met haar krachtige soulstem wou uitpakken, soms was het een beetje van het goede te veel, maar we namen het er graag bij. In een lange uitvoering van “When I come home” was de soultrain van The Dap Kings op kruissnelheid, de funk en soul barstten uit hun voegen en de vocale uithalen en danspasjes van Sharon, inclusief een paar ferme staaltjes kontschudden, waren navenant. James Brown was definitely in da house.
Haar volle stem kreeg ook nog eens een hoofdrol in een prachtig en emotioneel geladen “Mama don’t like my man” waarvan de lange intro een eerbetoon was aan recent overleden dames met ook al een indrukwekkend longgehalte als Etta James en Amy Winehouse. En we hadden het kunnen denken, helaas werd daarbij ook de onvermijdelijke kwijlspons Whitney Houston niet vergeten.
Nadat ondermeer een funky “Better things” danig op de dansspieren werkte was de band al aan bissen toe met alweer een lange, maar gloeiend hete versie van “100 days, 100 nights” waarin de volledig onder stoom gebrachte Dap Kings nog eens op de meest swingende manier mochten loos gaan.

Een prachtig avondje pure, hete en onvervalste soulmuziek.

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

The War On Drugs

War On Drugs – Bezwerende trip met weerhaken

Geschreven door

War On Drugs – Bezwerende trip met weerhaken
We hadden deze twee fijne bands op één en dezelfde avond al enkele maanden aangestipt, War On Drugs en Real Estate, en maar goed ook , want het was een heerlijk avondje indierock …

Real Estate opende en een klein uur lang konden we genieten van hun rakende, dromerige, zalvende gitaarpop. Real Estate , uit New Jersey, onder zanger/gitarist Matthew Mondanile, krijgt hier nu meer airplay met de tweede cd ‘Days’, die het in 2009 verschenen titelloze debuut opvolgt. Een ‘college’ band die de nineties bands als The Clean, Yo La Tengo , Nada Surf, Galaxie 500 ( later Luna) en onvolprezen bands als The Feelies  en The Serenes nauw aan het hart draagt . Een juiste dosis  pedaaleffects en shoegaze riepen Slowdive en Pale Saints op. Het valt hier allemaal op z’n plaats en we werden lekker ontspannen meegevoerd in hun verslavende en hemelse melodieën . Natuurlijk kwam het recente ‘Days’ uitvoerig aan bod met “Out of tune”, “It’s real”, “Municipality” en  prachtsongs “Green aisles”, “Easy”, en het ruim zeven minuten durende “All the same” . Ook hadden ze al een nieuwe song klaar “New jazz”, die volledig past in hun fraais ‘timeless melodies’ .. Real Estate voerde je mee op de golven van de zee … Heerlijk zoiets …

Iets later kwamen de War On Drugs aantreden uit Philly, Pennsylvania en met zanger/gitarist Adam Granduciel als spil . Kurt Vile maakte vroeger nog deel uit van de band , maar gaat hier een geslaagde solocarrière tegemoet .
De band zag en klonk iets grungier dan Real Estate , wat ongetwijfeld doorsijpelt in hun frisse, dromerige en rauwe rinkelende indierock. Hier versmelt sing/songwriting van een Dylan, Big Star melodieën, met de Britpop van The Verve en de dromerige shoegaze van Swervedriver, Pale Saints en de psychepop van Spacemen 3 en Spiritualised , gekruid van een pilipili americanasausje . Niet voor niks is de derde cd ‘Slave ambient’ genaamd .
Ook zij voerden je mee in een bezwerende trip , die ruimte liet voor de instrumenten en grungy injecties had door de hotsende, botsende,  pruttelende ritmes. Een goed op elkaar afgestemde band die Muziek met Weerhaken biedt, gedragen door een warme, emotievolle zang . Granduciel leefde zich uit op z’n gitaar, als een J Mascis, de haren voor de ogen, beheerst en bedwelmend, met soms een krachtig stootje . Af en  toe zorgde het harmonicaspel voor een Morricone sfeertje .
Een slepende , broeierige sfeervolle, gelaagde sound , kleurrijk ingebed door toetsen, leverde staaltjes prachtsongs af als “I was there”, “Your love is calling my name”, “He comes to the city” en “Come to me” . Een jump naar de hogere sferen … de gevoeligheidsfactor steeg op een nummer als “ Brothers”  . Midden de set zakte het wat ineen , maar ze slaagden er net als Real Estate in , je op een wolkendek mee te voeren, maar iets meer (zwaar) bewolkt door de forsere aanpak en de pedaaleffects .

Organisatie: Trix, Antwerpen

Real Estate

Real Estate – Ontspannend Heerlijk op de golven van de zee

Geschreven door

Real Estate – Ontspannend Heerlijk op de golven van de zee
We hadden deze twee fijne bands op één en dezelfde avond al enkele maanden aangestipt, War On Drugs en Real Estate, en maar goed ook , want het was een heerlijk avondje indierock …

Real Estate opende en een klein uur lang konden we genieten van hun rakende, dromerige, zalvende gitaarpop. Real Estate , uit New Jersey, onder zanger/gitarist Matthew Mondanile, krijgt hier nu meer airplay met de tweede cd ‘Days’, die het in 2009 verschenen titelloze debuut opvolgt. Een ‘college’ band die de nineties bands als The Clean, Yo La Tengo , Nada Surf, Galaxie 500 ( later Luna) en onvolprezen bands als The Feelies  en The Serenes nauw aan het hart draagt . Een juiste dosis  pedaaleffects en shoegaze riepen Slowdive en Pale Saints op. Het valt hier allemaal op z’n plaats en we werden lekker ontspannen meegevoerd in hun verslavende en hemelse melodieën . Natuurlijk kwam het recente ‘Days’ uitvoerig aan bod met “Out of tune”, “It’s real”, “Municipality” en  prachtsongs “Green aisles”, “Easy”, en het ruim zeven minuten durende “All the same” . Ook hadden ze al een nieuwe song klaar “New jazz”, die volledig past in hun fraais ‘timeless melodies’ .. Real Estate voerde je mee op de golven van de zee … Heerlijk zoiets …

Iets later kwamen de War On Drugs aantreden uit Philly, Pennsylvania en met zanger/gitarist Adam Granduciel als spil . Kurt Vile maakte vroeger nog deel uit van de band , maar gaat hier een geslaagde solocarrière tegemoet .
De band zag en klonk iets grungier dan Real Estate , wat ongetwijfeld doorsijpelt in hun frisse, dromerige en rauwe rinkelende indierock. Hier versmelt sing/songwriting van een Dylan, Big Star melodieën, met de Britpop van The Verve en de dromerige shoegaze van Swervedriver, Pale Saints en de psychepop van Spacemen 3 en Spiritualised , gekruid van een pilipili americanasausje . Niet voor niks is de derde cd ‘Slave ambient’ genaamd .
Ook zij voerden je mee in een bezwerende trip , die ruimte liet voor de instrumenten en grungy injecties had door de hotsende, botsende,  pruttelende ritmes. Een goed op elkaar afgestemde band die Muziek met Weerhaken biedt, gedragen door een warme, emotievolle zang . Granduciel leefde zich uit op z’n gitaar, als een J Mascis, de haren voor de ogen, beheerst en bedwelmend, met soms een krachtig stootje . Af en  toe zorgde het harmonicaspel voor een Morricone sfeertje .
Een slepende , broeierige sfeervolle, gelaagde sound , kleurrijk ingebed door toetsen, leverde staaltjes prachtsongs af als “I was there”, “Your love is calling my name”, “He comes to the city” en “Come to me” . Een jump naar de hogere sferen … de gevoeligheidsfactor steeg op een nummer als “ Brothers”  . Midden de set zakte het wat ineen , maar ze slaagden er net als Real Estate in , je op een wolkendek mee te voeren, maar iets meer (zwaar) bewolkt door de forsere aanpak en de pedaaleffects .

Organisatie: Trix, Antwerpen

Caged Animals

Eat their own

Geschreven door

Een bijzonder plaatje kwam aandraven van de Amerikaanse do-it-all Vincent Cacchione , die deel uitmaakt van de mij onbekende band Soft black . Caged Animals is z’n soloproject, en klinkt ongrijpbaar als toegankelijk, is honingzoet als avontuurlijk.  Dreampop met verrassende wendingen , inderdaad, hij brengt in elkaar gekunstelde, dromerige popsongs met allerhande betoverende elektronicageluidjes en psychedelische tunes.
Indiepop in een elektronisch klanktapijt gebed, met een hoge psychedelicafactor en niet vies van een ruw randje door huppelende ietwat krachtige ritmes en een surfgitaartje, bepaald door een lome (soms hoge falset) zang. “Teflon heart” en “All the beautiful things in the world” intrigeren in dit aardig gesofisticeerd treffend synthpopalbum!

Zita Swoon

Wait for me

Geschreven door

Zita Swoon Group - Wait for me
Een onvoorwaardelijk respect hebben voor de charismatische zanger/componist Stef Camil Carlens die z’n muzikale ontdekkingstocht door Burkino Faso en Mali , een kleine tweetal jaar terug, omzette in deze plaat . Eerder kwam hij al op de proppen met een paar voorstellingen van de theater/dansproductie ‘Dancing with the Sound Hobbyist’.
De inspiratie en opgedane ervaring gaven een nieuwe wending voor de toekomst van Zita Swoon.
Inderdaad, de broeierige sfeer , spanning en de verrassende wending van de typische ZS identiteit( = het tossen met muziekstijlen als
 pop, soul, funk, jazz, latingroove, balkan en cabaret) integreert hij moeiteloos met wereldmuziek op een originele, boeiende, creatieve en kwalitatieve wijze . Hij switch in ritme en tempowisseling en verliest de traditie niet uit het oog .
In deze omgeving gaat de ZS Group een kruisbestuiving aan met zangeres Awa Démé en balafonspeler Mamadou Diabaté. De balafon (= een aparte houten xylofoon ) bepaalt alvast de stemmige songs “A ni baara” en “Nisondiya”. De energieke, krachtige stem van Démé plaatst zich moeiteloos naast de licht krakende, hese stem van Stef Camil.
Een muzikale samenwerking en versmelting die warm, teder als aanstekelijk, dansbaar is , en een soort gelukzaligheid uitstraalt.
Op die manier gidst de ZS Group ons van het zwierige “Sababu” naar de broeierige “A sera a waara” tot een breder omlijsting “Tasuma/Ji” , drie songs die de variatie aantonen voor de rest van de cd .
Als een ZS ‘World’ Group is ZS Back!

S.C.U.M.

Again into eyes

Geschreven door

S.C.U.M en The Horrors hebben wat met elkaar gemeen . Eerst en vooral zitten ze binnen die zelfde popwave te denderen , en dan zijn de bassist van de ene en de keyboardspeler van de andere broers . En de keyboardspeler van S.C.U.M is dan de zoon van het electrocombo Add N To (X).  Die muzikale onderkoelde toon is alvast te horen bij het beloftevolle gezelschap. Die solliciteert in een jaren ’80 popwave en siert het met postrock, postpunk, shoegaze, gothic, electrowave of zelfs krautrock.
Naast The Horrors borrelen groepen als ILikeTrains, Filmschool en A place to bury strangers op , die baadt in een typische kaleidoscope lichtgloed.
Muziek voor romantische zwartkijkers door een hoop meeslepende, broeierige songs , die heel wat lome synths, soundscapes en pedaaleffects bevatten. Onbehaaglijk, compromisloos , ontregeld maar gevoelig en beheerst klinkt het allemaal wat een reeks topsongs oplevert als “Faith unfolds”, “Amber hands”, “Sentinental bloom” (met een knipoog naar The Cure’s ‘Pornogrophy’,) “Paris” en “Whitechapel”.  
De groepsnaam is vernoemd naar het manifest Society for Cutting Up Men van de feminste Valerie Solanas, die in 1968 Andy Warhol neerschoot.

Hanne Hukkelberg

Featherbrain

Geschreven door

De Noorse sing/songschrijfster Hanne Hukkelberg had haar eerste plaat uit in 2004 , ‘Little things’, met een sound die zich binnen de jazzy elektronica nestelde en opviel door haar authentiek solide ‘nachtegalen’.
Op de nieuwe plaat rekent ze daar deels mee af en hebben te maken met stemmige, nerveuze songs, die een heel aparte sfeer oproepen door de stemvariatie (tussen Joni Mitchell – Bjork en Polly Harvey) en de wisselende opbouw en instrumentatie, die zalvend, toegankelijk als grillig, oneffen, experimenteel kan zijn. 
Het album ‘Featherbrain’ vergt een actieve inspanning, is best interessant en innovatief , maar klinkt misschien deze keer obscuurder dan haar vroeger werk .
Als je gefascineerd wordt door die afwisseling  door heen de rauwe dreiging van de titelsong naar het sobere “The bigger me”, het klankenspectrum  van “The time and I and what we make” tot het zwaarbewolkt slepende “You gonna” , dan knik je dat er hier een uiterst origineel album is verschenen, die je letterlijk bij de keel kan grijpen.

Voivod

To The Death 84

Geschreven door

Wie spreekt van invloedrijke bands in het metalwereldje kan absoluut niet voorbij de Canadezen van Voivod.  De band ontstond begin jaren tachtig en was zelf beïnvloed door enerzijds de new wave van British Heave Metal en anderzijds de prille hardcore en punkscène.
Het geluid van Voivod ontwikkelde zich al snel tot een hybride mix van trash metal en punk en door die unieke combinatie zou het snel populair worden in Canada en ver daarbuiten.  Deze metaliconen maakten tot op heden twaalf albums, deze ‘To The Death 84’ is geen nieuwe plaat maar wel de eerste demo van de band die in 1984 werd opgenomen in hun oefenruimte.  De vijftien tracks zijn meer dan  bekend bij de echte fans; 9  songs komen uit debuutalbum ‘War And Pain’ en “Slaughter In A Grave” is een nummer dat  op het tweede album werd gebruikt.  Daarenboven zijn er nog een aantal  coole covers van Venom en Mercyful Fate. 
Verwacht op deze demo van 70 minuten geen schitterend geluid want alles werd opgenomen met een simpele taperecorder en twee microfoons.  Wat je wel hoort is rauwe, pure en lekkere ‘in your face’ trash die zoveel jaren na datum nog altijd goed klinkt en een mooi tijdsdocument vormt van een beginnende topband!

Fightball

The Hyperbole Of A Dead Man

Geschreven door

Uit het Duitse Berlijn komen de vijf punkrockers van Fightball!  In 2008 debuteerde de band met een titelloos debuut dat vrij goed onthaald werd in diverse media.  Na wat problemen met de zanger werd geopteerd voor een nieuw exemplaar en gemotiveerder dan ooit begon Fightball opnieuw aan de weg te timmeren. 
Na een resem optredens is er nu hun tweede worp die uitgebracht wordt via Wolverine Records!  Fightball brengt op ‘The Hyperbole of A Dead Man’ een mix van ouderwetse streetpunk, rock’n-roll en melodieze, uptempo  punkrock die refereert naar bands als Social Distortion, Street Dogs, Beatstekas en ZSK. 
Hoewel het geluid van Fightball lekker uit de boxen knalt en de nieuwe zanger zeker een aanwinst blijkt, halen de Duitsers niet het niveau van de genoemde bands.  Openingstrack “On”, “Juxebox” en de leuke meezinger “Dear Diary” zijn prima songs maar de overige tracks zijn jammer genoeg  iets te matig en missen een scherp randje.  ‘The Hyperbole Of A Dead Man’ is zo een degelijke maar geen onvergetelijke punkplaat geworden.

Jim Ward

Quiet In The Valley, On The Shores The End Begins

Geschreven door

Iedere rechtgeaarde muziekliefhebber heeft zijn absolute helden.  Voor ondergetekende is Jim Ward er zo eentje.... Deze Amerikaan uit El Paso stichtte begin jaren negentig de formidabele posthardcoreband At The Drive In (geruchten doen de ronde dat deze formatie opnieuw de handschoen zou opnemen) die drie knappe platen zou maken.  Na de split startte hij met het eveneens fijne Sparta die in vergelijking met ATDI opteerde voor een iets radiovriendelijker geluid.  Nadat ook Sparta er de bui aan gaf, begon Ward met een eigen soloproject dat vergeleken met z’n twee vorige groepen volledig aan de andere kant van het muzikale spectrum bevindt.  Jim Ward begon namelijk  met het uitgeven van akoestische EP’s: ‘Quiet’ uit 2007, ‘In The Valley On The Shores’ uit 2009 en ‘The End Begins’ uit 2011.  Nu heeft hij die drie plaatjes verzameld in zijn eerste full album ‘Quiet In The Valley, On The Shores The End Begins’.
Het kost aanvankelijk flink wat moeite om deze plaat  volledig uit te zitten gezien de twintig songs en de duur van zeventig minuten.  Bovendien klinkt alles in het begin vrij monotoon en het is pas na diverse luisterbeurten dat de schoonheid van de nummers zich prijsgeeft.  Verder dienen we aan te merken dat dit album eigenlijk uiteenvalt in veertien akoestische en rustige songs waarna nog zes hardere uitvoeringen volgen van nummersdie op dit album staan.  De invloeden van Neil Young  en Bob Dylan zijn in verschillende  tracks onmiskenbaar doch door het  talent van Ward is dit toch een bijzonder album geworden.  De plaat start aanvankelijk zeer country , getuige prima opener “On My Way Back Home Again”, “Take It Back” en “Mystery Talks”.  Op “Coastlines” en op “Easer Said Than Done” hoor je vervolgens duidelijk dat de man een begenadigd singer songwriter is.  Op meezinger “All That We Lost” en “Broken Songs”, onze twee favorieten  hoor je de pijn en de breekbaarheid van mans stem en op het instrumentale, jazzy  “Lake Travis” passeert  zowaar een mondharmonica en een trompet.  De laatste zes songs op de plaat zijn zoals vermeld elektrische, stevige  uitvoeringen en het is alsof  Ward hier weer het geluid van Sparta opzoekt.   Het kost dus wat tijd om al dit moois te ontdekken maar het is de investering meer dan waard!

Pagina 641 van 880