logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Vive La Fête - ...
DIIV 6-03-2024
Johan Meurisse

Johan Meurisse

Festival Dranouter 2011: zondag 7 augustus 2011
Na een helse zaterdagnacht in de modder, hoopten we op de afsluitende dag op beter weer en inderdaad ondanks de regen voordien hadden we net als de vrijdag een bewolkte dag en tussenin de zon; het terrein bleef grotendeels droog. We konden zonder moeite het terrein op om de artiesten aan het werk te zien, en maakten er een fijne familiedag van. Het was wel zo dat het vele dagjesmensen, (jonge) gezinnen en late beslissers weerhield de weersomstandigheid te trotseren. De trouwe Dranouter festivalganger kregen ze inderdaad nog niet klein. Al bij al opnieuw een geslaagde dag …

Katzenjammer was al meteen de vrolijke eend in de bijt op zondagnamiddag . Ze zijn zo beetje de vaste vrouwelijke gasten geworden van de organisatie, want ze werden al een paar keer gecontacteerd op het festival en in ‘t Folk. De vier Noorse deernes uit Oslo gaan een succesvol jaar tegemoet, want de fris sprankelende plaat ‘Le Pop’ werkt aanstekelijk; ze brachten hun eigenwijze en gevoelige folkloristische Scandinavische muziek onder in een onstuimige mix van klezmer, mariachi, hoempa, circusdeunen, zigeunermuziek en bluegrass. In het najaar zien we hen zelfs in de AB. Een nieuwe cd mogen we in het najaar verwachten en de dames stelden er al enkele songs van voor, die  in eerste instantie toegankelijk klinken en meer richting pop gaan. De speelse droomwereld en het entertainment gehalte blijft behouden . De dames als multi-instrumentalisten en hun elfen ’acapella’ zang, stoomde en naast een soort ‘french can can’ gevoel, staan ze garant voor enkele ingenieuze covers, waaronder Genesis’ “Land of Confusion. Verwarrend en verrassend klinkt hun kattengejank wel, met de opvallende balalaikabas in het vizier … Katzenjammer was leuk op deze afsluitende dag!

We kijken al uit naar de najaarsconcerten van CW Stoneking, de Australiër die getipt wordt als een van de doorbraakartiesten . Hij kwam al in de spotlights in de Bota en terecht , want de mengeling van de Dylans ‘subterranean homesick blues’’, 30’s doowop, jumpin jive en jazz zorgde voor een opvallende boombalswing. De ‘coole man in white’ met z’n doorleefde in whiskey gedrenkte stem tokkelde op banjo en gitaar en was aangevuld met blazers en een contrabas. Net als op de plaat wordt het als ‘Jungle blues’ omschreven, die de Clubtent in een authentieke jaren ‘30 nachtclub omtoverde. Invloeden van uit de oude doos van Robert Johnson, Leadbelly en Blind Willie McTell. Hij profileerde zich als een jonge Seasick Steve. dit was de Mississippi delta blues, letterlijk ‘from the graveyard …’.

Het Londense Oi Va Voi staat bekend voor hun broeierige mix van pop, folklore, zigeunermuziek, klezmer en jazz. De brede, sfeervolle aanpak, die opzwepender kan klinken, siert de band. Ze hebben trouwens al voorname artiesten voortgebracht als violiste Sophie Solomon en de zangeressen KT Tunstall en Alice MacLaughlan, die een solocarrière uitbouwden. Hun dromerige, aanstekelijke groovy sound op z’n Red Snappers overtuigde en kreeg elan met een zanger die hoog kon uithalen, en een zangeres die de soul op de juiste plaats had.

We namen nog iets mee van Villagers, het project van de Ierse sing/songwriter Conor J. O’Brien, Hij put trouwens  uit de traditie van de Brits/Ierse folkmuziek en de onvolprezen Elliott Smith. Hij is in één adem op te noemen met het werk van Bright Eyes en Bon Iver. Spijtig genoeg was hij nog onvoldoende gekend bij het Dranouterpubliek met z’n intieme, hartverwarmende muziek, gekenmerkt van een sterke opbouw. Ook John Grant, later op de avond, was iets apart! Hij speelde het materiaal van z’n ‘Queen of Denmark’ op piano en werd bijgestaan door een toetsenist. Grant, toch al getekend door het leven, bracht sober, elegant en ruw de songs, geflankeerd door z’n baritonzang.

De Ierse sing/songwriter Luka Bloom was de curator van het festival en had eerder het jaar al een succesvolle theatertournee op zitten. ‘Riverside’, ‘The acoustic motorbike’ en ‘Turf’ zijn alvast in het geheugen gegrift. De charismatische zanger/gitarist speelt solo alsof hij met twee gitaren tegelijk speelt. Hij was vandaag de eerste artiest die heel wat volk naar de Kayam tent dreef. “Love is a place I dream of” en “City of Chicago” effenden het pad van de puike set, de sober gespeelde “To make you feel my love” en “Diane” ontroerden, en toen een accordeonist, een violist en een tweede gitarist erbij kwamen, klonk het geheel intenser en traditioneler binnen de folkwortels. Het laat hem ook niet los wat er rond hem in de wereld gebeurt. Eva De Roovere kwam erbij voor “Sunny sailor boy” en een dynamisch “You couldn’t have come at a better time” besloot het fijne, heerlijke concert van de immer sympathieke troubadour …

De Leuvense sing/songschrijver Jonathan Vandenbroeck aka Milow is groot geworden. Op een paar jaar tijd krijgt hij het ticketje van headliner. Ook hij is zo’n beetje een vriend des Dranouters. Tot voor kort was dit het enige concert op een festival (zal nog te zien zijn op Pukemarock Puurs). Hij bracht uiterst genietbare, hapklare poprock (kon wel eens stevig uithalen), enkele neofolky ‘on the road’ en campfire songs die  van ‘7 tot 77’ konden boeien. De charismatische Milow deed vele harten smelten, had een goed spelende band achter zich en heeft met Nina Babet een sterke backing vocaliste . Tijdens de ‘Milow’ pop stond ‘North & South’ in de spotlights en hadden we een puike hitreeks als “You don’t know”, “Never gonna stop”, “You & me “(met een flard “You can call me All”), “Little in the middle” en “Ayo technology” , waarop de gsms en aanstekers de lucht ingingen. Massaal werden de refreinen meegezongen. Milow kwam heel sterk voor de dag!

Tot slot Ben Harper, die een tweede adem heeft herontdekt sinds hij met The Relentless7 een paar jaar terug een plaat opnam en op tournee trok. ‘White lies for dark times’ en het recente ‘Give till it’s gone’ bevatten snedige, energieke songs. De belangstelling was merkelijk minder dan bij de twee vorige artiesten in de Kayam. Hij gaf de songs met z’n slidegitaar een vinnige trek en gaf ruimte aan z’n bandleden . Gitaar en drumsoli drongen door in het strakke materiaal als “Number with no name”, “Faded”, “Burn to shine”, “Rock’n’roll is free” en “Diamonds on the inside”. Hij gaf met z’n (nieuwe?) begeleidingsband de songs extra geladenheid.
Harper besloot een drassige Festival Dranouter editie, die van de festivalganger veel energie had gevraagd.

Neem gerust een kijkje naar de pics van de bevriende collega’s Indiestyle http://www.pbase.com/pieter_73/dranouter_festival_2011 (Pieter V) http://www.musiczine.net/nl/fotos/dranouter-2011/

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

 

vrijdag 29 juli 2011 02:00

C’mon

Het Amerikaanse Low graaft met de nieuwe cd ‘C’mon’, vier jaar na de forser klinkende platen ‘Drums and Guns’ (07) en zes jaar na ‘The great destroyer ‘(05), terug naar de wortels van de slowcorepop. Inderdaad , we horen de intrinsieke schoonheid van ‘Things we lost in the fire’ (’01) en de plaat tipt (even) aan het wondermooie ‘The curtain hits the cast’ (96) . Verrassend klinkt het door de jaren misschien niet meer maar deze onthaastingspop is en blijft iets unieks, door de subtiel opbouwende,  aanzwellende melodieën, beheerst gespeeld, of de sober gehouden instrumentatie en de warme, mooie stemmen van het echtpaar Alan Sparhawk (zang/gitaar) en Mimi Parker (zang/drums). De ruis, noise van de krachtiger worden melodieën en de elektronica worden dus op het achterplan geplaatst. Spaarzaam komen de elektronicatoetsen van de derde nieuwe man Steve Garrington door. “Nightingale” - songs zoals het in een van de nummers wordt vernoemd, horen we , en met “Nothing but heart” als absoluut hoogtepunt …langzaam, rustig innemende start, om dan op te bouwen naar een prachtige finale van de drie instrumenten.
Lapsteler Nels Cline van Wilco hielp zelfs mee om de dromerige sound nog meer elan te geven.
Low zorgt voor puike songs, en komt – opnieuw - aandraven met een wonderschoon album …Diep inademen… en … uitademen. Zucht …

donderdag 14 juli 2011 02:00

He who saw the deep

Het Britse ILikeTrains uit Leeds maakte het ons nu wat makkelijker met de schrijfwijze van de groepsnaam. Muzikaal zijn hun spoorstellen gesmeerd met een nieuwe cd ‘He who saw the deep’, de tweede volwaardige cd van het kwartet; de mistroostige, droevige en donker bezwerende wavepostrock blijft het uitgangspunt. Ze leunen aan The National, White Lies, Interpol en hun soulmate Editors; maar in het ILT - kader kun je niet omheen Tindersticks, Nick Cave en Joy Division. De postrock van Godspeed, Explosions in the sky, Oceansize en Sigur Ros dwarrelt in hun songstructuur.
Algemeen klinken de songs toegankelijker en fascineren ze echter met een repetitieve opbouwende, meeslepende en zweverig golvende sound, dromerig en minder gitzwart; ook de verzorgde, uitgewerkte en aanzwellende soms galmende gitaarlijnen – riedels, treffende percussie en sombere toetsen bepalen de toon. Ze worden gedragen door de baritonzang en uptempo klaagzang van David Martin, kenmerkend voor dit geluid. De voortkabbelende ritmes, de broeierige spanning  en het bedwelmende geluid zijn het sterkst op “A father’s son”, “Sea of regrets”, “Doves” en de titelsong. Tav oudjes “A rookhouse for Bobby”, “Voice of reason” en “Terra nova” van het debuut klinkt de nieuwe plaat minder intrigerend, maar de band overtuigt voldoende voor een eerbaar plaatsje binnen de wavepop.  

donderdag 14 juli 2011 02:00

Wounded Rhymes

Twee jaar terug werd de Zweedse schone Lykke Li (Zachrisson) ingehaald als één van de nieuwe opkomende sensaties binnen de electro . Tot op zekere hoogte  … Het debuut ‘Youth Novels’ had een handvol leuke electropopsongs die naast de groove elektronicabeats zorgden voor sfeerschepping, “Breaking it up”, “Everybody but me” en “Dance, dance, dance”. Technisch vernuftig zitten haar songs wel in elkaar en binnen het genre probeert ze het boeiend te houden door voldoende variaties aan te bieden, gelinkt aan indie, dromerige soms donkere trippop en semi-akoestisch materiaal, gedragen door haar hemelse, kinderlijk aandoend stemmetje, die na verloop van tijd wat kan irriteren.  Maar bon, opnieuw een handvol leuke songs vinden we terug als “I follow rivers”, “Rich kids blues” en “I know places” . De ‘60s style van een ‘My boy lollipop’ dringt door op “Sadness is blessing” en “Silent my songs”. Een gelaagd en geslaagd plaatje , maar het biedtt geen toegevoegde waarde!

woensdag 20 juli 2011 02:00

Pukkelpop 2011 – laatste weetjes

Pukkelpop 2011 – laatste weetjes
Kasabian, snoeiharde meiden en straffe hiphop vervolledigen de Pukkelpopaffiche!

“Het vuur aan de lont! De toekomst van de Britpop is verzekerd.”, concludeerde een Vlaamse krant na de show van Kasabian op Rock Werchter 2011 en bedankte hen met vier sterren. En alsof Humo echt onze telefoontjes kon afluisteren schreef hun redacteur geheel onopvallend: “Ze mogen nog terugkomen.” En dat doen ze! Op zaterdag 20 augustus staan ze samen met dEUS, The Offspring en Duck Sauce op de Pukkelpop Main Stage.

Bij onze Britse buren is Kasabian al een serieus begrip, getuige de Brit Award die ze vorig jaar in de wacht sleepten en hun headline shows op Isle Of Wight en Rockness. Ze worden wel eens de opvolgers van Oasis of The Stone Roses genoemd. Genoeg stuff dus om ook hier de hype te voeden. In elk geval kunnen we op de Pukkelpop zaterdag hun schitterende single ‘Fire’ al luidkeels meebrullen! “Woo-hoow”

Op zaterdag kan je ook de piepjonge stevig rockende meidengroep Cherri Bomb aan het werk zien. Het jeugdige damescollectief speelde eerder het voorprogramma van de Smashing Pumpkins en kreeg al een goedkeurende knik van hun grote held Dave Grohl. Courtney, eat your heart out!

Met Eminem, Tinie Tempah, Wiz Khalifa, D12, … staat er al een straf lijstje hiphop op de Pukkelpop-podia. Tel daar nu op vrijdag ook Slaughterhouse en The Knux bij.

Slaughterhouse is een hiphop supergroep met Crooked I, Joe Budden, Joell Ortiz and Royce da 5'9" in de rangen. Samen brachten ze al een ep en een album uit op Shady Records, het label van hun maatje Eminem.

Voor wie zijn raps graag heeft met een stevige gitaar moet bij The Knux zijn. Dit broederpaar zet al een tijdje de Amerikaanse festivals op stelten en trekt nu de Grote Plas over. “Bloc Party’s ‘Silent Alarm’ meets Outkast’s ‘Stankonia’’”, lazen we in een recensie over hun laatste album en we kunnen ze geen ongelijk geven.

Zaterdag Tickets

Er zijn nog tickets voor zaterdag te koop via www.pukkelpop.be  of via Proximus Go for Music op www.proximusgoformusic.be

Dourfestival, Dour 2011 - indrukken zaterdag 16 juli 2011
De derde dag zal zeker in het geheugen gegrift staan, want rond 21h Dourtijd gaan na een druilerige, regenachtige dag de hemelsluizen open en wordt het terrein omgedoopt tot een modderpoel en vijver . Op die manier hebben we The Herbaliser aan onze neus zien voorbijgaan; in een koers noemt zoiets ‘temporiseren’ … Inderdaad, het is van toen Destiny’s Child’s Dour (2000) hier kwam aanmodderen geleden dat deze taferelen nog te zien waren … de dames bleven dan wel schoon, maar wij (nu) …
Niet getreurd, we zijn doorwinterde modderratten en hebben het volgende klaar …

In de verte zagen we het beloftevolle The Amplifetes uit Zweden die hun synths heerlijk  kruisten met aanstekelijke gitaarpop. Een vleugje Hot Chip en freefolk integratie. Toegegeven, al veel gehoord zulke bandjes, maar altijd wel leuk.
 
Les Ogres de Barback
trok al meteen onze aandacht op dag 3. Hun muziek heeft iets van Onze Nieuwe Snaar mee (door geen enkele Franstalige ami gekend btw!) en voelt de Zuiderse cultuur van Marseille, les Misérables en onze J Brel aan. Ze hebben altijd een indrukwekkende constructie staan op het podium en acrobatie sierde hun Franse zigeuner/chanson/hippop. Er valt altijd wel iets te beleven met die Fransen.

Architecture In Helsinki staat in het najaar in de Vk* . Na het aantrekkelijke debuut van deze Aussies, zakte hun zwierige, frisse en dromerige danspop wat in elkaar . Ze dobberden wat rond en brachten geen aanstekelijke popsongs meer, maar met het recente ‘Moment bends’ kan daar terug wat verandering in komen . Enkele oudjes werden zelfs moderner aangekleed, waren springerig, sprankelend, dansbaar en kregen een disckokitsch tune. De man- vrouw zang werkte. Top was hun Londonbeat’s “I’ve thinking of you.
Architecture In Helsinki verwerkt invloeden van een Los Campesinos, Metronomy en gooit er nu nog de Scissor Sisters bij. Door onze Franstalige vrienden wordt dit leuke bonte gezelschap ferm gesmaakt.

‘A tribute to Bob Marley’ laten we niet zomaar aan ons voorbij gaan. Een eerbetoon aan de grootmeester … Groundation wou er een feestje van maken. Ze doen dit voor hun publiek, de fans, hun ‘king of reggae’ en symbool van de rastafaribeweging en ook een beetje voor elkaar, want dan is iedereen samen om op tour te gaan; vooraan stegen de temperaturen in de barre omstandigheden. We hoorden enkele classics – “ Could you be loved” – ‘They made the sun shinin’”, vrienden!

Een ander feestje was aan de gang in La Petite Maison met Fool’s Gold . We waren al onder de indruk van eerdere gigs van dit onderschatte viertal. Een stomende set leverden ze af met hun muzikale smeltkroes aan stijlen , die het nauwst aan afroworldpop leunen. Muzikale veelkleurigheid, een opzwepende percussie, sambaballen, twinkelende gitaren, energieke gitaarriedels, blazers en … springende groepsleden die zelfs door de knieën gingen. Gevolg: een enthousiast publiek. “Suprise Hotel” en “Nadine” twee instant classic hits fungeerden als rode draad door hun set! Een concert to remember!

Altijd wel gedacht dat Saul Williams iets Duivels had, want na z’n set begon de regenleute … En toch klinkt de militante hiphopper/ poe-eet klinkt met de jaren muzikaal gematigder … meer band , meer muziek, prikkelende songs en minder ‘spoken words’/vurige raps.

Een aparte combinatie was 13 & God, The Notwist vs Themselves. De muzikale wereld samenkrijgen van indiepop, knisperende elektronica en snedige hiphop is geen evidentie . Soms vonden ze elkaar in die dromerige, slepende, groovende, dreunende indie-elektronica en hiphop, andere keren prikkelde de verscheidenheid en zoekende eenvormigheid onvoldoende. Wel leuk om ze eens bij elkaar te plaatsen, maar of de formule blijft aanslaan …

Saul Williams gaf na z’n set al eerder de aftrap , want toen we nog een glimp wouden oppikken van The Herbaliser moesten we het op een lopen zetten door de regenval. Maar ok we konden bekomen op Horace Andy die de ambetantigheden zalfde door dansbare reggae/ dancehall/dub grooves. Fijne set, maar een beetje teveel van hetzelfde …

Een stukje IamX leert ons dat ze erg populair zijn bij onze Franstalige vrienden. Heftig donderende en bezwerende Elektrorock met een galmend industrial pepersausje en een zanger die z’n publiek trachtte op te zwepen na deze fikse plensbui. We herkenden alvast “Nature of inviting”, “Cold red light” en “President. Een aangename kennismaking.

Een wrange nasmaak hield ik na de gig van Suede. Onmiskenbaar samen met Curve bepalend in de nineties door hun muziek-met-een-donker randje, die op hun beurt bands lanceerden als Elastica, Placebo en nu terug ‘hype’ en ‘hip’ worden door de heropleving van de huidige waverock van Editors, Interpol en White Lies.
Maar vanavond was de Suedemania zoek, een matige belangstelling; de band speelde nochtans op hun best, energiek  en emotievol, maar Anderson en de zijnen waren waarschijnlijk vergeten dat het publiek nog moest recupereren. Geen enkel ‘warm’ woordje kon er van af om de vonk te doen overslaan. Het leek dan maar op een routineuze klus afwerken.
We hielden van hun glamrockend concert, strak , direct, power en gevoelig, met o.m. “She”, “Animal nitrate”, “Trash”, “Can’t get enough”, “So young” en “Beautiful ones”; het kitscherige, ingetogen “Saturday night” die nog in het KC de elementen samenhorigheid, hart - breken & -verwarmen bood, kon bijgevolg vanavond hier niet prikkelen. Spijtig, want Suede kon ‘de new generation’ naar zich toe trekken.

Booka Shade warmde ons dan maar op met hun elektronic/techhouse en trance . Tja dit smaakte naar meer en brengt Underworld, Chemical Brothers dichter bij de huidige dance van o.m. Digitalism. Fijn dansbaar setje van de heren.

Dat deed The House Of Pain in zekere zin ook; net als eerder geprogrammeerde hiphopbands spreken zij verschillende generaties aan . Zanger en frontman Everlast, al serieus getekend door het leven, houdt van een Cypress Hill, Public Enemy en Fun Lovin’ Criminals. Met een live band , DJ Lethal terug in de gelederen en een extra MC speelden ze een goede, gevarieerde set tussen pop, rock, hiphop en country. Af en toe hoorden we tunes van eerder voorgenoemde MC  vrienden . 
Het waren niet allemaal “Jump arounds”, “Put your head on”, “Dany boys” en “Back from the dead”’s,  maar ook een handvol poprockend materiaal hoorden we als “Just another victim” en “Put on your shit kickets”. Tja, Everlast, FLC en Johnny Cash, die hebben wel iets gemeen. Toffe set. We misten wel het gekende HOP- logo …

Dourfestival, Dour 2011 - indrukken vrijdag 15 juli 2011
Op dag 2 waren er interessante acts te noteren van Ice Cube, Mogwai en het herenigde Pulp. Een gevarieerd aanbod van goede bands & artists die dan door de beats & pieces en visuals van Vitalic kon worden besloten .

Een eerste halt hadden we met Two Gallants en het deed band & publiek deugd elkaar terug te kunnen zien . Een intens doorleefde melodieuze rauwe rock’n’roll sound, beheerst en even uit de bocht. Het duo is er terug bij, deed ons huiveren en liet enkele oudjes als “Steady rollin’” (kan niet gemist worden tijdens een livegig) en “Despite what you’ve been told” op ons los. The God Machine van Robin Proper-Sheppard hoorden we deels in de eerste songs.
Uiterste genietbare gitaarpartijen, een schuurpapieren stem, een snijdende mondharmonica en bezwerende, opzwepende drums. Heerlijk wat het duo presenteerde. Hier kunnen The Kills een puntje aan zuigen en onze Black Box vrienden zouden net als ons even content zijn, om het Two Gallants duo op zo’n gemotiveerde wijze te zien spelen.

We hoorden even de tunes van het Franse Jamaïca. Net op de tijd om “I think I like U 2” te horen, een fijn nummertje van een even fijne gitaarpopband.

We konden niet omheen onze Franstalige vrienden Yew – de leden hebben een goede band opgebouwd en hun aanstekelijke, opzwepende en frisse folkrock werkte. Het kwintet haalde nog een paar muzikanten en vocalisten en bouwde in de ietwat grote tent een fijn feestje, waar Festival Dranouter mag gecontacteerd worden om het beloftevolle Waalse bandje te programmeren tijdens de nachturen. The Whiskey Priests, The Pogues, Dubliners en Altan vlogen om de oren. Gezellige dansbare muziek van een erg amicale band!

Het Britse Qemists hebben hun live reputatie alle eer aangedaan. Een explosief, energiek optreden met dansbare grooves, zonder de new rave van dubstep te vergeten . Ze kunnen het heel vlotjes integreren in die mix van rock, hiphop, elektronica en drum’n bass . Gitaar, bas, drums, keyboards, laptop en het opwindende duo , zangeres Jenna G en MC Dan Arnold, zorgden voor een feestje in de dancehall … Knap done, hoor …

‘Hiphop is in the house’, dierbare vrienden . Gisteren nog een (overtuigende) set van Cypress Hill, dan vandaag al overdag met Ice Cube .En morgen is er dan de House Of Pain … En overmorgen Public Enemy, netjes verdeeld dus … Ondanks de vele eenvormige ‘old skool’ gelaagde hiphopbeats en diepe basstunes zorgde hij en z’n MC ervoor dat het publiek vooraan goed waren opgewarmd, de left,  right en backside hebben het geweten. Spectaculair is het allemaal niet meer, getuige ook de laatste cd ‘I am the West’, maar het is altijd wel leuk om deze hiphopstyle en beats terug te horen.

Andere koek was Kylesa. In de Vk* intrigeerden ze in het voorjaar en al even gemotiveerd en overtuigden klonken ze in de kleine La Petite Mason dans la Prairie. Inderdaad, ze hebben een fantastische mokerslag van een plaat ‘Spiral Shadow’ en het kwintet met twee drummers speelden een prachtige mix van metal, grunge, stoner en indie. Een frontman (zanger/gitarist Philip Cope) én een frontvrouw (zangeres/leadgitariste en vrouw met ballen Laura Pleasants) verdeelden de vocals netjes onder mekaar en zorgden voor een knappe variatie van schreeuwerige en puntige vocals. Songs met een sterke opbouw en vele tempowisselingen, krachtig, energiek en vettig rockend! Wat een power …Waaw!

Mogwai moet het eerder hebben van de angst met Satan en hen plaatsen op een hoofdpodium vóór het avond wordt, is wel raar. De spanningsboog en broeierige intensiteit die ze weten op te bouwen met hun postrock deed de aandacht eerder verslappen en zakte dus wat ineen bij het daglicht. Ze behielden weliswaar het gelaagde gitaargordijn, de repetitieve opbouw en de klankkleur; de recentere songs hebben dan ook een melodieuzere ondertoon, zwellen aan , maar exploderen niet echt meer .  Plus dat ook de elektronicaritmes een ingangspoort hebben gevonden .
Opgelet, Mogwai viel niet echt uit de boot hoor, maar overdag werkt het minder, enkel met die typische “Mogwai fear Satan” en “Glasglow mega snake” was het volledig uitgewerkt volgend de oude formule van verschroeiende gitaren, drums,  gitaarxplosies, feedbackgeraas, noise , delays en pedaaleffects …

Godfathers/pioniers van de post-, sludge en experimentele metal worden ze omschreven, Neurosis met name. Geen hapklare muziek maar dit gezelschap, die al van ’85 bezig is, voegen er duistere soundscapes en samples aan toe . De bijhorende visuals tonen aan dat Neurosis geen daglicht verdraagt. Punt uit. Neurosis biedt een filmische, huiveringwekkende trip met hun slepende en krachtige melodieën en grauwe vocals. Neurosis  is een intense (pijnlijke) ervaring, en ze zijn net als Isis, Sunn O))) en Amenra uniek in hun stijl.

Pulp onder spil Jarvis Cocker, heeft de brug nog niet kunnen slaan met de jongere generatie. Dus het was rustig aan de mainstage. Dat belette niet dat de nostalgische Pulp sound er eentje was om van te snoepen .
Een praatvaardige Cocker zei dat het van ’94 was geleden dat ze hier nog waren en vroeg zich af wie er nu nog bij was. En hop “Do you remember the first?” … Luchtige, sfeervolle songs sieren het werk; Een collectie tijdloze ‘Britpop’ songs, tussen meligheid en cynisme (the words of friend Gust!), die respect afdwingen en met een mooie orkestratie en gepaste hoeveelheid beats ingevuld worden.
De dartelende ‘middle-class hero’ Cocker entertainde z’n publiek als een stand-up comedian, en betrok het publiek steevast bij de niet makkelijke songs. Maar met z’n uitgebreid collectief zorgde hij voor enkele prachtmomenten als “Disco 2000”, “Feeling called love”, “Underwear”, “This is hardcore” en “Common people”. Kitsch , glamour & glitter ontbraken niet met torenhoog hun naam en flikkerlichtjes.  We hielden van deze de man-van-alle- kunstjes. Fijne comeback – fijne set …

Een stukje Deerhoof namen we er nog graag bij om dag 2 te besluiten . Inderdaad de Amerikaanse band die het eerder houdt op een avontuurlijk geluid, met de nodige experimentjes en onder de Japanse kreetjes van Satomi Matsuzaki, zijn nog altijd even bizar, maar de toegankelijkheid sijpelt meer door . En dat maakte het ons even wat makkelijker om de nacht in te gaan, niet …

donderdag 07 juli 2011 02:00

Horses and High Heels

In de loop van vijf decennia is Marianne Faithfull uitgegroeid tot één van de grote dames van de popmuziek.
Al een  pak platen lang houdt ze van pareltjes uit het popverleden. Ze krijgen een oppoetsbeurt en ze hier van Nat King Cole tot de Gutter Twins. Ze vult aan met een handvol eigen composities. Op die manier tuimelt ze in het hitarchief, en houdt zich levendig (jong) door voeling te houden met de huidige generatie artiesten. Ze gaat in zee met een keur aan gast- en sessiemuzikanten en deed net als de vorige cd uit 2009 ‘Easy come, easy go’, beroep op  producer Hal Wilner, die ook al achter ‘broken english’ stond.
Het is een mooie, afwisselende cd geworden; de songs hebben een broeierige ondertoon en zijn tot in de puntjes uitgewerkt; er is de aandacht voor subtiliteit, het geheel straalt een vaudeville stijl uit en balanceert tussen indringend gevoel en een optimistische stemming. Haar gruizige, grauwe, rokerige stem geeft kracht, emotionaliteit en kwetsbaarheid.
Naast een pak ingetogen, sfeervolle, dromerige songs zijn we toch onder de indruk van de popsongs als “Why did we have to part”, “No reason”, “Gee baby” en “Eternity” . Een grenzeloos respect verdient ze en dat heeft ze voor heel wat artiesten en bands. Klasse dus!

donderdag 23 juni 2011 02:00

Blood Pressures

Drie jaar na de derde cd ‘Midnight Boom’ verschijnt van het rauwe garagerockabillyblues, vrouw – man duo, Alison ‘VV’ Mosshart en Jamie ‘Hotel’ Hince, de vierde ‘Blood Pressures’. Op de vorige cd klonken ze al toegankelijker en melodieuzer en naast de ritmebox sijpelden elektronicabeats door. Deze lijn wordt verder gezet en het zompige, smerige en rammelende geluid en de gejaagde ritmes zijn op het achterplan geraakt. Minder opwindend , doorleefd, verbeten en beklijvend dus maar nog steeds een broeierige sound. Vooral “Satellite” en “DNA” zijn heel erg sterk en zij vormen het uitgangsbord van de cd. We houden er van als ze songs spelen als “Heart is a beating drum”, “Nail in my coffin’” en “You don’t own the road”. De rest is minder krachtig en kernachtig.
Goede plaat, niks minder, maar ook niks meer …

Altijd wel leuk bands aan het werk te zien als een Vetiver die een neofolky/americana stijl hanteren. De band rond de charismatische zanger/gitarist Andy Cabic, een jonge Tom Waits lookalike met hoed op, biedt de ideale soundtrack voor een midzomeravond als deze. Hij heeft met z’n band al een handvol cd’s uit en plaatste de opvolger van ‘Tight knight’, ‘The Errant Charm’ in de spotlights, rustig voortkabbelende, dromerige songs die sfeerschepping voorop stellen; materiaal die country/blues laat doorsijpelen en af toe iets meer vaart krijgt en krachtiger durft te kinken. Je kunt niet omheen Devandra Banhart, South San Gabriel, Fleet Foxes, Grizzly Bear en Local Natives om Vetiver ergens te plaatsen.

Ook vanavond kregen we een goed uur easy listening pop met een rockend hart op het einde. De songs zitten goed in elkaar, maar beklijven of overdonderen niet echt meer. De lichtvoetige en broeierige pop van sfeervolle songs als “Hard to break”, “Rolling sea”, “You may be blue”, “Sister” en “Worse for wear”, worden bepaald door gitaargetokkel, elektrische gitaar, synths en spaarzame en slepende, schuifelende percussie. De lichthese, gevoelige zangpartijen geven elan. Halfweg de set durfde het ensemble naar een forsere aanpak te gaan, iets dieper en breder, o.m. door een uitgesponnen “Luna sea”, “It’s beyond me” en “Wonder why”. Songs die eerden mochten verdeeld zijn tussen het ingetogen materiaal.
Vetiver was hier voor de derde keer te gast en komt graag naar ons landje omdat het publiek het materiaal apprecieert en de band een warm hart toedraagt. In de bis  trokken ze feller van leer, een rockende band op “Can’t you tell” en “More of this” waarbij Jon Spencer en The Cramps eventjes kwamen lonken.

Vetiver bood een open, warme sound van innemend materiaal en broeierige rockers; het leverde een afwisselende set op en doet ons ‘hunkeren naar’ en ‘mijmeren van’ zomerse avonden aan het strand …

Ook de support was meer dan de moeite waard. De onbekende Marques Toliver kreeg meteen het publiek naar z’n hand in de Rotonde, gezien hij zich bij het publiek plaatste en met een minimale versterking hen moeiteloos inpalmde met z’n heldere, krachtige, indringende stem. De jonge afro ‘Daytone Beach’-er overtuigt met akkoorden autoharp en viool en scherpt de songs aan met te stampen met zijn leren ‘boots’ op de vloer, vingertics en z’n
vriendelijke indrukken en verhaaltjes.
Eenvoudig, doeltreffend en doordacht. ‘Markiés’, zoals we de naam moeten uitspreken, deed het met zijn stem, muziek zonder band en zonder tape. Een sing/songwriting en een neofolky stijl die doordrenkt was van soul en r&b …
(Nog te zien op deep in the woods festival, eerste weekend september - http://www.deepinthewoods.be )

Organisatie: Botanique, Brussel

Pagina 230 van 297