Coldplay is een band die wij al vanaf hun derde plaat bij het huisvuil gezet hebben, maar uit pure nieuwsgierigheid, en om stiekem te kijken of er een vorm van onverhoopte genezing is opgetreden, zijn we nu toch even gaan luisteren naar hun nieuwe album. We hadden beter moeten weten.
‘Moon Music’ heet dat ding en het is een absolute verschrikking. Coldplay maakt zich hier schuldig aan derderangs r&b, halfslachtige ambient, ordinaire disco, fletse kermispop en inferieure hip-hop. Om de haverklap komen er dan nog eens irritante la-la-la refreintjes de kop opsteken die het geheel zo gênant maken dat een mens er acute diarree van krijgt. De heren miljonairs zijn er zich duidelijk van bewust dat alles verkoopt, als je er maar een gerichte en dure marketingcampagne tegenaan gooit. Ze zijn de schaamte voorbij en hebben de lat der goede smaak zodanig laag gelegd dat zelfs een mol er niet onder kan kruipen. Ze kakken zonder gêne een resem songs die dusdanig beschimmeld zijn dat die het containerpark niet meer in mogen. Dus mocht u dat misbaksel per abuis aangeschaft hebben en het na één luisterbeurt als de bliksem naar de kringloopwinkel wil brengen, ze zullen die afval daar al zeker niet aannemen en u abrupt terugsturen met de melding “Madammeke, we nemen veel binnen, maar er zijn grenzen”.
Meer dan 20 jaar geleden waren wij zeer te spreken over de eerste twee albums van Coldplay, die gasten hebben heus wel goeie dingen gemaakt. Maar op ‘Moon Music’ tref je niets anders dan beschamende platte kaas-pop die zelfs nog niet deugt om als achtergrondmuziek in de supermarkt gedraaid te worden.
‘Moon Music’, naar de maan ermee.