logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Manu Chao - Bau...
slift_aeronef_0...
Concertreviews

Eli ‘Paperboy’ Reed

40 jaar terug in de tijd met Eli ‘PAPERBOY‘ Reed

Geschreven door

Het nieuwste jonge Amerikaanse soultalent heet Eli ‘Paperboy’ Reed, is 24 jaar,  is zo wit als een albino konijn en klinkt zwart als een aangebrande kolenkelder.
Het jonge soultalent was reeds een beetje ontdekt bij pers en publiek in Amerika en Groot Brittannië, mocht al aantreden op Dour en laatst nog bij Jools Holland en zag alzo zijn nog prille carrière in een stroomversnelling overschakelen. De snaak is amper 24 jaar oud en hij heeft goed gesnuffeld in de oude soulplaten van moeder en vader.

De Charlatan in Gent was de allereerste kennismaking voor Eli ‘Paperboy’ Reed en zijn True Loves met een Belgisch podium, een heel kleintje dan nog wel. Met zijn zevenen stonden ze daar op een podium van om en bij de vier vierkante meter, niet echt comfortabel, wel lekker gezellig.
Eli ging met zijn band 40 jaar terug in de tijd (dus zo een zestien jaar voor ie geboren werd!) naar de sound van Otis Redding, James Brown en Sam Cooke, met geweldige soulmuziek verpakt in eigen songs die allemaal baadden in de geest van de sixties. Eli’s zangcapaciteiten kwamen in de buurt van die grote voorbeelden en de blazers en de ritmesectie deden de boel nog wat meer in de nostalgie drenken.
Ook al was de klank een beetje beperkt  – Eli Reed is inmiddels al heel wat grotere zalen en betere apparatuur gewend- de Gentse Charlatan leende zich als rokerige kroeg perfect voor de pure retro van deze jonge gasten en het geheel swingde dan ook bij momenten volop de pan uit.

Wij voorspellen die kerels een gouden toekomst en wie er hier bij was zou wel eens getuige kunnen zijn geweest van concertje die de geschiedenis zal ingaan als ‘legendarisch’ omwille van de allereerste Belgische acte de présence van een ster in wording.
Dit was immers pure soul, veel intakter en authentieker dan de commercieel verbouwde soulmuziek die zijn vrouwelijke collega’s als Duffy en Amy Winehouse plegen te brengen, en zij zijn wel wereldberoemd. Weinig waarschijnlijk of Eli ‘Paperboy’ Reed ook zo een sterrenstatus zal halen, hij heeft immers geen knoert van een drugverslaving en evenmin een grote mond. En … ook geen tetten!

Organisatie: Democrazy, Gent

The Streets

The Streets: net geslaagd om een feestje te bouwen

Geschreven door

Het Britse The Streets, onder Mike Skinner, tekent voor onevenwichtige live sets en platen. In de Hallen van Schaarbeek  waren ze toe aan de laatste show van 7 weken toeren. En Skinner wou een feestje bouwen. In de acts slaagde hij het publiek mee te krijgen, van handjeswuiven, zwaaien met één van je schoenen, de voorste rijen enkele teugjes brandy schenken tot aanporren om op de knieën te zitten en dan mee springen en –hotsen op de beats. Moeilijk was dat nu ook niet voor Skinner; de man liep heen en weer op het podium en ging in op elke prikkel van de eerste rijen en reeg dit aaneen aan de gespeelde songs. Muzikaal was het optreden in de goed gevulde Hal er eentje van ups en downs. Er zit slijtage op de songs van The Streets …Hun broeierig geheel van pop, hiphop, r&b, (dub)reggae, 2step en orkestraties leidt aan ideeënarmoede, wat we al hoorden op de laatste cd ‘Everything is borrowed’.Terecht liet hij weten nog 1 plaatje te maken.

The Streets kozen voor een meer safety aanpak, gedragen door de op elkaar afgestemde neuzelende zegrap van Skinner en de soulfulle stem van de tweede vocalist. De paar rommelige minpuntjes konden de pret en de fun op het podium en bij het publiek niet bedreven. Een uiterst genietbare “Everything is borrowed”, werd meteen gevolgd door een opzwepende “Don’t mug yourself” en “Push the things forward”, gelinkt aan Prodigy’s “Outta space”. In het sfeervolle, ingetogen middendeel misten enkele oudere songs, “Same old thing” en “Too musch brandy”, ritme en spanning, klonken erg chaotisch en in het spervuur aan raps vergiste Skinner zich van toonhoogte. Maar ze werden opgevangen door de standvastige tweede vocals en door schitterende versies van het Xmas getinte “The escapist” , ”It’s too late” en de gospels van “Never went to church”. Vanaf dan zat het snor. “Are you with me?”, haalde Skinner nog aan en hij ging met z’n Streets naar een toffe, overtuigende climax: het jazzy groovende “Edge of a cliff”, het uptempo “Weak become heroes” en de dreigende beats van “Blinded by the lights”, die op het eind een dansbare wending kreeg.
Na een uurtje leek de party plots over , maar de fijne bis breidde er nog een aangenaam staartje aan met het broeierige “Turn the page”, het intieme “Dry your eyes, mate”, dat luidkeels werd meegezongen, en de opwindende  nummers, “Heaven for the weather” en “Fit but you know it”, dat in ware Nirvana stijl werd beëindigd: Skinner met een filmcamera in de hand, gedragen door z’n fanshare, een gitaar zwieren op het podium, drums omver gooien en de pedaaleffects stevig ingedrukt houden. Probleemloos hebben ze hun party in de coulissen kunnen verder zetten.

Ondanks het rommelig aandoende middendeel, hadden we te maken met een goed uitgekiende, afwisselende playlist van fris aanstekelijk en sfeervol materiaal,die ervoor zorgde dat het laatste liedje van The Streets live nog niet is uitgezongen en dat de kaars van op de plaat nog niet volledig is uitgedoofd; maakt hij dan toch nog die ultieme opvolger van ‘Original pirate material’ uit 2004…?

King Lee is het funky pseudoniem van Enfant Pavé van de voorheen Franstalige hiphoptrots Starflam. Hij gaat alvast muzikaal minder breed dan z’n vroeger maatje Baloji. Ondanks de verwoede pogingen het publiek warm te krijgen voor hun energieke hiphopstyle, leek de Hal iets te groot gegrepen voor deze beginnende band.

Fotoshoots: zie live foto's

Organisatie: Live Nation

MGMT

MGMT: niet onaardig, melig, hip, maar bom blijft uit!

Geschreven door

MGMT: omschreven als één van de doorbrekende bands van het jaar, wat juist is, met één van de debuten van het jaar, wat niet juist is … Het gezelschap rond het Amerikaanse duo Ben Goldwasser/Andrew Vanwyngaerden, heeft als credo ‘love , peace en geestesverruimende muziek’ en zien zichzelf als een band uit de toekomst die ‘70’s psychedelica speelt. Hun kleurrijke poppsychedelica klinkt melig, dromerig, lieflijk, onschuldig, hip …en hipper door de drie singles “Time to pretend”, “The electric feel” en het dansbaar stomende “Kids”, die de muzikale driehoek van pop, rock’n’roll en dancepsychedelica compleet maken. En hun visie van rock’n’roll wordt gelinkt met jong zijn, samenhorigheid, dartelende veulens, bloemetjes en bijtjes en vloeistofdia’s.
Management is muzikaal ergens te situeren tussen oudjes Pink Floyd, Pavlov’s Dog, Hawkwind, Bowie, The Doors en jongere bands als Flaming Lips, Mercury Rev en Ozric Tentacles.

Sinds hun debuut waren ze al drie keer te zien en hun live optredens vormen een bron ter discussie van goed – niet goed; kijk, in de AB Club en op Pukkelpop klonk het rommelig, slordig en lieten ze een gelaten indruk na. Betrokken en geconcentreerd speelden ze op Werchter een weldegelijke set van een klein uurtje. En na de clubconcerten in de Vooruit en in de l’Aéronef is het me nu duidelijk dat de band maar over een handvol ‘kwalitatief sterke’ nummers beschikt. We hoorden, naast de drie prachtsingles, intens broeierige versies van de “4th Dimensional transition”, die door de distortion pedaaleffects beklijfde en intrigeerde, het sfeervol poppy “The youth” en “Weekend wars” met een dromerig elektrodeuntje. De grootsheid van deze songs hielden ze niet vol, want “Pieces of what” en “The handshake” klonken flets en rommelig. Vullertjes noemen ze zoiets. De soort rockopera van meer dan een kwartier, die ze aan “Metanoia” gaven, klonk wisselend, deed de spanning dalen en werd matig onthaald; we hadden er het raden naar welke richting het uitging: psychedelicatrips, snedige gitaren, Doors toetsen, fuzz en “Bohemian rapsody” vocoder stemmetjes. Maar ze verbaasden dan met een gevarieerd krachtiger klinkende “Moon, birds & monsters”. En op het afsluitende, mooi uitgesponnen “Kids” kon het publiek dan eindelijk uit z’n dak gaan: heupwiegend, dansend en springend op die ene herkenningstune op toetsen, wat refereerde aan Sister Bliss op de Faithless’ songs “Insomnia”, “We come one” en “God is a DJ”. Op dit nummer ontplofte het … laaiend enthousiaste reacties …en was MGMT voor 1 keer dEUS …

De bis klonk niet onaardig en was boeiend qua songs: een ‘80’s rockend Jesus & Mary Chain/ BRMC gehalte op “Teenage lust” en een snedige “Future reflections” smaakten naar meer en zetten de lijn door van het overtuigende laatste half uur!
We raden alvast MGMT aan in die richting verder te gaan, waar zij allerlei stijlen samenbrachten tot een paar hechte psychedelicarocksongs, zoals we dat al hoorden van een Black Angels en Black Mountain. Mag dit een kritisch lerende tip zijn …

Uit dezelfde muzikale stal komt het uit Brooklyn, New York afkomstige A place to bury strangers. Het trio stelde ons gehoor danig op de proef met een oorverdovende repeterende ‘wall of’ noise, galm en rock’n’roll, refererend aan “Never Understand” van, opnieuw, Jesus & Mary Chain, ‘90’s Swervedriver en Sonic Youth: heen en weer zwierende, gierende gitaren, een laaghangende bas (remember Soundgarden ), ingedrukte pedaaleffects en feedbackgeraas, opzwepende drums en een ongezonde dosis stroboscoop.
’Total sonic annihalation’ omschrijven ze het zelf… Qua sound veelzeggend, want het was van’80’s Swans/Michael Gira geleden dat ik deze term nog uitsprak …

Beide bands benaderden de pijngrens van ons gehoor; de te scherpe, luide sound gaf een dagenlange oorsuis. Foei heren van de PA, kunnen we rekenen op een tegemoetkoming, aub?!

Organisatie: FLP, Lille ism Aéronef, Lille

The Notwist

The Notwist op constant hoog niveau!

Geschreven door

Opener Nomad mocht vroeg op de avond al op aardig wat belangstelling rekenen. Het vierkoppige West-Vlaamse ensemble kreeg de gelegenheid om maar liefst 10 songs ten berde te brengen. Wanneer de frontman - wiens vocalen zich situeren op het kruispunt tussen de stembanden van Neil Young, Admiral Freebee en Jonathan Donahue (Mercury Rev) - er ooit in slaagt om zijn Frans bij te spijkeren, maakt Nomad misschien zelfs nog een kans op een heuse carrière bezuiden Tourcoing. Het publiek in Le Grand Mix reageerde in ieder geval dankbaar op de gevarieerde en toegankelijke muziek. Net als het vlot geserveerde West-Vlaamse bier smaakte deze groep dus naar meer.

Aan de volgende act, Lukid, wensen we weinig woorden vuil te maken. Gelukkig vertoefde ik in het gezelschap van enkele kenners die linken legden naar mij onbekende termen en namen als ‘boom bip’, het LEX-label en PREFUSE 73. Ik mag hopen dat Lukid een flauw afkooksel vormt van die referenties want zijn ongeïnspireerde show riep bij mij persoonlijk allesbehalve de neiging op om me tot kenner om te vormen. Wat sommigen er in zien om langer dan een half uur te staan gapen naar een in zichzelf gekeerde laptop-tovenaar is me een raadsel, maar bon, misschien lag dat aan het feit dat de reeds vernoemde West-Vlaamse brouwsels iets te veel naar meer smaakten…

Niet dat we huiverachtig staan tegenover een portie elektronica, integendeel zelfs! De hoofdact van de avond, The Notwist, slaagde er vanaf de eerste noten in om ons meteen een goed gevoel te geven door de elektronica zodanig te gebruiken dat er niet enkel letterlijk maar vooral figuurlijk “elektriciteit” opgewekt wordt. Tijdens de eerste vier nummers (waaronder beklijvende versies van “Pick up the phone” en “Where in this world”) kregen de gitaren een prominente rol toebedeeld. In de daaropvolgende vier nummers kreeg de elektronica de overhand maar o.a. “Sleep” en een middels een langgerekte outro beëindigd “Neon golden” bewezen dat het creatief aanwenden daarvan wel degelijk tot kippenvel kan leiden. Ook het met dub-invloeden gelardeerde “Pilot” maakte indruk. De reguliere set werd na het stevig gebrachte “Gravity” afgesloten met een adembenemende versie van “The devil,  you + me”.
Uiteraard wilde het publiek meer en na enig aandringen kwam de groep terug voor een bisronde die van start ging met “One night with the freaks” (in een effectief freaky versie). Gul als ze waren, gooiden Markus Acher en de zijnen er nog een heerlijk “Consequence” bovenop. Als passende afsluiter koos men voor “Gone gone gone”.

We zagen na afloop heel veel tevreden (en mooie…maar dat kan alweder aan dat brouwsel gelegen hebben…) gezichten huiswaarts keren, The Notwist had immers volop geput uit de rijke voorraad die vooral hun laatste twee platen (“Neon golden” uit 2002 en “The devil, you + me” uit 2008) opgeleverd hebben. Wie vroeg de zaal verliet, had echter ongelijk want we hebben hier tenslotte met Duitsers te doen. Net als met “die Deutsche FußballnationalMannschaft” ben je nooit klaar met die mannen. Terwijl iedereen dacht dat het afgelopen was, sloegen ze in de extra time nog eens onverwacht hard toe. Ze deden dit gisteren met een broeierige versie van “Good lies”. In tegenstelling tot hun voetballende landgenoten presteerden ze echter sterk over de ganse lijn, er valt dus niet over te twisten dat ze van de eerste tot de laatste minuut constant een hoog niveau haalden. Iets wat van die FußballnationalMannschaft niet altijd gezegd kan worden, me dunkt…

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

Sigur Rós

Gemengde gevoelens bij Sigur Ros

Geschreven door

Je moet het maar doen als IJslandse groep die dan nog in de eigen moedertaal zingt en eigenzinnige platen maakt die nergens op de radio gedraaid worden (of ’t is in de late uurtjes bij Ayco Duyster) dan toch Vorst Nationaal uitverkopen. Hoed af.
Maar we zitten met enkele vragen en twijfels.
Waarom was Sigur Ros wel goed, maar niet fantastisch ? Was het de zaal of waren onze verwachtingen te hoog gespannen? Beiden, vrees ik.

In de volgelopen rocktempel Vorst Nationaal ging de intimiteit van Sigur Ros soms verloren in een onverhoopte geluidsbrij, waarbij we zeker hun laatste single “Inni Mer syngur”mogen rekenen, ook niet bepaald het sterkste nummer van die toch wel fantastische laatste plaat. Ook “Gobbledigook”, waarbij de confettikanonnen ontploften (afgekeken van The Flaming Lips, als je ’t ons vraagt) en waarbij de gasten van het voorprogramma een handje kwamen toesteken, was misschien wel leuk maar zeker geen goede song, ook al was het publiek uitzinnig. Bovendien werden enkele nummers iets te oppervlakkig en slordig afgehaspeld en was de sound bij momenten te scherp (vooral de keyboards mochten naar ons gevoel iets fijner afgesteld worden). Zonder het zelf te willen had de groep zo wat stoorzenders in hun set laten binnensluipen, wat ons er van weerhield om van een schitterend concert te spreken. Tevens liet Sigur Ros ons wat op onze honger zitten door enkele van hun mooiste songs niet te spelen. Maar tot zover het slechte nieuws.
Gelukkig waren er die avond ook nog heel wat sublieme momenten waarmee Jon Thor Birgisson met zijn ijle vocals die typische Sigur Ros sound naar hogere sferen stuurde. U mocht in Brussel gerust op de bovenste bol van het atomium gaan staan, de stem van Birgisson reikte toch nog hoger. Er was dus nog genoeg tijd om heerlijk weg te dromen bij die prachtige IJslandse atmosferische klanken. Pareltjes als “Fljotavik” en “Ny batteri” schitterden in al hun pracht. “Festival” en “Saeglopur” stevenden allebei af op een broeiende apotheose.
Echt groots was Sigur Ros in de bisnummers met de ingetogen schoonheid van “All alright” en de openbarstende finale met “Popplagid”, de beste song van de avond, op en top Sigur Ros, van heel intiem aanzwellend naar een bruisende en machtige brok van boven de 10 minuten, en deze keer zat het geluid wel goed.

Laten we dus maar spreken van een half geslaagd concert van een prachtgroep die een beetje genekt werd door een te opdringerig geluid. Volgende keer in de AB, en met strijkers !

Ook nog even dit. Opwarmer van de avond waren de ook al IJslandse For A Minor Reflection, te situeren in het wereldje van Mogwai, Godspeed You Black Emperor en Explosions In The Sky. Zowaar een voortreffelijk optreden van een band die weet hoe gezond lawaai te maken.

Organisatie: Live Nation

Arsenal

Belgische sfeerband bij uitstek: Arsenal

Geschreven door

Het was al van jááren Pukkelpop geleden dat ik Arsenal aan het werk heb kunnen zien, toen ze doorbraken met “Mr Doorman”. Een band met een multi-culturele sound en met potentieel werd toen gezegd, en … wat dus bevestigd werd!
Eerder met klamme handjes, maar met grote verwachtingen keek ik na die periode van zes jaar sterk uit naar het clubconcert van Arsenal in de MaZ. En de nerveuze gedachte werd snel ontkracht door de anderhalf uur durende stomende, zwoele, zuiderse set van het gezelschap, vijf sterke muzikanten (waaronder elektronicatechneut Hendrik Willemyns), John Roan en vaste backing vocaliste Leonie Gysel. Slotsom was een kleurrijke set van strak gespeelde oude en nieuwe exotische songs, van een goed op elkaar afgestemde band, gedragen door de perfecte duo zang/rap van Roan en Gysel.

Ze begonnen met het stevige "Turn me loose", meteen gevolgd door hun nieuw single "Estupendo", die de temperatuur in de zaal deed stijgen. De frisse pop van "Switch", "The Coming" en het prachtige “Lotuk”, titelsong van hun nieuwe CD btw , hielden een mediterraan klimaat aan. "Longee" creëerde een broeierig, dampend sfeertje en bracht Leonie Gysel in een glansrol. De pulserende beats op "Either", "Selvagem" en "Personne ne bouge” (heel leuke Frans liedje) werkten aanstekelijk op de dansspieren en zorgden voor uitbundige reacties. En op die manier bereikten ze hun doel om de zaal op zijn kop te zetten met het meezingbare "Saudade". Het rustige"How Come" beëindigde de set en was welgekomen na die opzwepende, ophitsende songs.
De bis zetten ze in met "Who we are" waarna iedereen kon meezingen en -rappen met "Mr. Doorman". "A Volta" was de kers op de taart op die unieke, zonnige cocktail van de band. Een laaiend enthousiast publiek schreeuwde om meer en de groep kwam voor een derde keer terug en speelde een nog meer stomende versie van “Estupendo”, wat zeker nu in m’n geheugen gegrift staat!

In deze donkere periode van het jaar kon de organisatie van de Cactus Club geen betere band programmeren dan Arsenal om het zomerse gevoel even te doen oplaaien. Een Fijne zet om één van Belgisch beste sfeerbands nu te programmeren!

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Alphabeat

De zorgeloze pop van Alphabeat

Geschreven door

Het Deense bandje Alphabeat teistert al enkele maanden de hitparade met twee aanstekelijke, springerige singles “Fascination” en “10.00 nights”. Dit is ‘feel good, feel happy music’, refererend aan de Scissor Sisters, B 52’s, Wham! en A-Ha…En ook ABBA is te horen, tot in de songtitels toe. Radiovriendelijke, lichtvoetige ‘kitsch’ dans (vrouwen) pop van vijf jongens en een meisje, om lekker weg te dromen en out te freaken. Alphabeat zorgde al voor een massale toeloop in de Château op Pukkelpop en is de popband van het moment, want vele jonge meisjes en jongens vonden de weg naar het Depot, met als gevolg dat het concert al een tijdje uitverkocht was.

Naast de pak elektronica-apparatuur, dubbele percussie, bas en gitaar stond de cd hoes ‘This is Alphabeat’ op een groot doek geplaatst. Elke letter van de titelcd had een ander kleurtje. In het kleurrijke decor huppelden, sprongen en dansten de jongens van het bandje er op los. De bevallige zangeres Stine Bransen had een trendy groen jurkje aan, dartelde sensueel over het podium en zette een paar verleidelijke pasjes op haar hoge hakken. Ze kon vocaal hoog uithalen als een Ana Matronic van The Scissor Sisters of als Madonna in de ‘80’s. Een prominente rol was ook weggelegd voor de hyperkinetische zanger/percussionist Anders SG. Kijk, het zit allemaal mooi verpakt in de formule van dit uitbundig bandje.
Naast de single kleppers tekenden vaardige songs als “Fantastic”, “Go go”, “What’s happening” en “A message” voor vreugdevolle pop, meezingbare refreinen en handjes wuiven. De synthpop van “Hit with a rhythm” en “Touching me, touching you” vormden een lichte variant. En het sfeervolle “Rubber boots” deed ons eeuwig jeugdig tienerhartje sneller bonken.
Hun enthousiasme en positive attitude werd sterk onthaald. Ze vertaalden het in een meer dan overtuigende bis, - “Precination” en “Fascination” -, van pop, dance, disco en beats.

Popmuziek van een bandje die de zorgeloze tienerjaren koesterde. Mag toch? Welverdiende doorbraak

Voor de warming up zorgde Lapaz, een kwintet uit Leuven zelf, met catchy , swingende popsongs. Toegankelijke, hapklare pop met een Elton John, Ben Folds en Cold War Kids pianotune. De heren waren alvast in hun nopjes met hun mooi uitgedoste zwarte kostuums en rode das. Hun melodieuze pop kon net niet voldoende boeien door … iets teveel van hetzelfde! De Beach Boy cover “Get round” namen we er wel graag bij …

Organisatie;:Het Depot, Leuven

The Datsuns

De rock'n'roll volgens The Datsuns

Geschreven door

Fotoverslag The Datsuns
Het Nieuw-Zeelandse The Datsuns zijn in close harmonie met Europa en houden van ons landje. Ze zijn voor een handvol cluboptredens te gast en gaven de aftrap in de Centrale te Gent. Ze staan garant voor hun uitbundige live-optredens, waarbij we nog zouden vergeten dat ze cd’s uitbrengen. Onlangs verscheen ‘Head stunts’. Deze 'MF from Hell' speelden een setje vettige en snedige rock’n’roll met een subtiel tintje.
Zie fotoshoots onder live foto’s

Organisatie:Democrazy, Gent

Tricky

Meesterlijke Tricky Kid

Geschreven door

Het Britse fenomeen Tricky is terug … en iedereen in het goed gevulde Hof ter Lo heeft het geweten, want de aparte songschrijver ontbond z’n duivels in een meer dan twee uur durende, stomende set. De ondoorgrondelijke mix van pop, blues, hiphop, r&b en drum’n bass, de dreigende geluidscollages en de tegendraadse ritmes (de zgn. triphopsound) kregen stevige rockinjecties, werden pittig gekruid en ondergedompeld in boeiende en intrigerende jams.
De intens broeierige spanning die binnen dit geluid past, kwam bij onze ‘Tricky Kid’ volledig tot ontlading. Een muzikale explosie! Z’n rauwe, half brabbelende rapstijl en de passionele fluisterstem van z’n verleidelijke vrouwelijke collega Veronika Coassolo gaven elan aan die unieke beklemmende, grimmige sfeersound en muzikale potpourri. Op het podium leek Tricky in contact met iets bovenaards; hij maakte allerlei bewegingen met z’n armen en maakte rondjes met z’n hoofd. Als het ware een psychoticus, die af te rekenen had met z’n eigen demonen. Tricky ging zelfs helemaal uit z’n dak, ondanks de beperktheid in het stappen, want hij zat met z’n been in verband.
Hij liet ons proeven van het recente ‘Knowle West Boy’ en putte naast enkele tracks van z’n debuut ‘Maxinquay’ (’95) uit z’n rijkelijk gevuld oeuvre.
Net als Portishead eerder dit jaar onderstreepte Tricky de muzikale evolutie van de triphop in een scherper, weerbarstig, voller meer ‘jumpend’ rockconcept. Een totale andere Tricky dan op Pukkelpop, maar het bevestigde nog maar eens z’n grillige persoonlijkheid en mans stemming …

Eigenlijk begon het allemaal redelijk basics, met de vertrouwde logge, monotone beats en rockende adrenalinestoten in een donker lichtdecor. Tricky sleepte ons eerst mee in dit ritme, maar gaf gaandeweg frisse, variërende wendingen. En de sfeer zat er goed in. We hoorden krachtige versies van “Excess”, “Black steel” , een snedig trippende “Puppy toy” en een donker dreigende “Past mistake”. “Where I’m from” en “Overcome” hielden nog even die spanning aan , maar vanaf het uitgesponnen “Girls” schoot Tricky met z’n band op scherp.
En toen iedereen op dreef kwam, hield Tricky er plots mee op, maar in de toegift (die btw meer dan een uur duurde!) hadden ze een metamorfose ondergaan. Tricky zette ons op het verkeerde been: het sfeervolle materiaal van op plaat kreeg een krachtig rockend concept, onverwachts avontuurlijke wendingen, gingen van zacht naar hard en werden lang uitgesponnen, omfloerst door strakke drumpartijen, een repeterende, diepe bas, een snedig gitaarloopje en hiphop/elektronicacollages; wat een apotheose, waarvan elke song z’n impact en emotie had, en één voor één een hoogtepunten waren. We noteerden: “Money greeding”, “Coalition”, “Cross to bear” en “Council estate”.
Alsof dit nog niet genoeg was, nodigde de toetsenist ons uit het podium te betreden; in een sober lichtdecor vatten ze een originele “Ace of spades” aan van Motörhead , en toen de roadie de drums hanteerde op “The money I fear”, speelde Tricy en de zijnen (met het publiek naast hun zij) een langgerekte jam, waarin we ergens een overgang hoorden naar “So slow”. “Overcome” mocht in het vertrouwde triphoplandschap de ronduit lekker klinkende, chaotisch gecontroleerde, opwindende en afwisselende set besluiten.

Net als geestesgenoten Portishead hield Tricky meesterlijk de kroon op zich binnen deze unieke stijl. Meesterlijk! Op handen gedragen en terecht enthousiaste reacties.

Organisatie: CC Luchtbal ism Trix, Antwerpen

Stereolab

Stereolab neemt fans mee naar Moogie Wonderland

Geschreven door

De Franse band Aquaserge mochtopwarmen. Chaotisch was m'n eerste gedacht als ik deze band hoorde: synths, drums, scherpe gitaarsolo’s, achtergrond zang en bas … alles wijd open en spelen maar. Toch bleef het lekkere popmuziek maar dan met een scherp randje eraf.

Maar het was ‘em te doen rondom Stereolab, die nog eens op Belgische bodem te zien waren. Vroeger vormde het geen probleem om hen aan het werk te zien, nu was het halsreikend uitkijken. En trouwens, met ‘Chemical Cords’ (eerste plaat op 4AD Rec!) hebben ze een ‘classic’ Stereolab album onder de arm.
In de eerste vier nummers kon je niet direct zeggen dat ze met plezier op het podium stonden. Het lag zeker niet aan de keuzes van de nummers . Openen met “Percolator” doet iedere Stereolab liefhebber het haar op de armen rechtstaan. Ze moesten wat op dreef komen en na “Mountain” kwam het allemaal wat spontaner en losser, wat ervoor zorgde dat we een ‘good old’ Stereolab te horen kregen.
Het nieuwere werk paste perfect in de set: “Neon beanbag” en “Silver sands” waren pure bubbelgum pop waar ze een patent op hebben. Het heerlijk klinkende “Ping pong” stond gelukkig ook de playlist. De zang van Latitia Sadier zat mooi verweven in de muziek. De overleden Mary Hansen mis je toch soms in het oudere werk voor haar “papapa's” en “lalala's”. Want we hadden toen eigenlijk twee soorten Stereolab songs: enerzijds de luchtige bubbelgum pop en anderzijds de repetitieve gitaarnummers.
“French disko” was een supernummer en was samen met “Tim gane” één van de hoogtepunten: dromerig, uiterst genietbaar, met de ogen dicht en het hoofd lichtjes heen en weer schuddend op die Moogs synths. De zanger van Aquaserge hielp mee.
Ze trakteerden ons op een drietal songs in de bis. Met een super versie van “Stomach worm” als definitieve afsluiter. En voor de ware freaks verrasten ze ons met een toursingle van twee nieuwe nummers.

Binnen de indie/popelektronica behield deze Britse band met Franse roots z’n uniek fris, aanstekelijk broeierig karakter.

Playlist: Percolator, Neon beanbag, Eye of the volcano, Mountain, ?, Self portrait with electric brain, Ping-pong, Valley hi, Lo boob oscillator, The estatic static, One finger symphony, Double, Rocker, Silver sand, John Cage bubblegum, French disko
bis: Vortical, Emergency kisses, Stomach worm

Organisatie: Botanique, Brussel

Pagina 277 van 299