logo_musiczine_nl

Talen

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

DAF - Bimfest 2...
Depeche Mode - ...

Jon Spencer & The Hitmakers - Nog steeds springlevend Aanbevolen

Geschreven door - -

Jon Spencer & The Hitmakers - Nog steeds springlevend

Het Antwerpse Tuff Guac is nog steeds het soloproject van ‘Belly Button Records’ baas, Rafael Valles Hilario, die je ook zou kunnen kennen van Jagged Frequency, Moar en Brorlab. ‘Green and Handsome’ uit 2020 knutselde hij helemaal in zijn eentje in elkaar maar op het podium laat hij zich begeleiden door drie uitstekende muzikanten zijnde bassist Jasper Suys, drummer Gert-Jan Van Damme (beiden ook actief bij Mogo) en multitalent Wim De Busser (alias King Dick en ook al aan de slag bij onder andere Zita Swoon en Helmut Lotti) op gitaar en minimale toetsen.
Tuff Guac wist me al aangenaam te verrassen als voorprogramma van The Black Lips, eind vorig jaar in Leffinge, en ook hier ontgoochelden ze niet. Integendeel zelfs, de groep leek aan maturiteit gewonnen te hebben en daar zal hun avontuur in Humo's Rock Rally, waarin ze het tot in de finale schopten, wellicht niet vreemd aan zijn.
Tuff Guac vergastte ons op een set heerlijk rammelende, lichtvoetige garagepop die duidelijk in de smaak viel bij het publiek. Ergens te situeren tussen The Growlers en The Abigails terwijl ik één keer een light versie van de vroege Oh Sees meende te horen. Hoewel ze er een paar hele sterke bij hadden , bleven de songs een beetje het pijnpunt maar dat werd handig verdoezeld door een smeuïge sound, gekruid met sprankelende gitaren en een uitmuntende samenzang tussen Valles en de onnavolgbare King Dick.
Dit keer hadden ze ook een covertje bij, resultaat van de verplichte oefening bij de Rock Rally. "Sitting on the dock of the bay" van Otis Redding werd enkele versnellingen hoger gespeeld en hevig door elkaar geschud terwijl King Dick er nog een neut Question Mark And The Mysterians ("96 Tears") bij goot. Zelfs het gefluit waarmee het origineel eindigt, ontbrak niet dankzij maar liefst twee hilarisch fluitende zangers.

Jon Spencer heeft een indrukwekkende staat van dienst. Dat is wel het minste wat je kan zeggen. In 1984 begonnen met The Honeymoon Killers, om via Pussy Galore uiteindelijk The Jon Spencer Blues Explosion op te richten waarmee hij één van de boegbeelden werd van de garagerock revival in de jaren '90.
Tussendoor vond hij nog tijd voor talloze nevenprojecten zoals Boss Hog, Heavy Trash en Spencer Dickinson en was hij ook actief bij Gibson Bros en Five Dollar Priest. Toch zal hij altijd het meest geassocieerd blijven met The Jon Spencer Blues Explosion, een groep die ik talloze keren aan het werk zag. Hun optreden in de toenmalige Democrazy aan de Reinaertstraat ten tijde van ‘Orange’ (1994) staat trouwens nog steeds in mijn top 10 van beste optredens ooit.
Het was dan ook even schrikken toen Jon Spencer in 2018 solo werd aangekondigd in De Kreun en bleek dat JSPX mede door gezondheidsproblemen van Judah Bauer ontbonden was.
De groep die hij toen bijhad waren waren ook al The HITmakers, in exact dezelfde samenstelling, maar hun naam werd toen niet vermeld op de affiche en ook niet op de plaat ‘Jon Spencer Sings The Hits’. Op de nieuwe, ‘Spencer gets it lit’, is dat nu wel het geval. Een plaat die ik trouwens absoluut geen onverdeeld succes vind. Vooral die regelmatig totaal over the top scheurende sound met helse Farfisaklanken stoort me en doet me af en toe zelfs denken aan de recente soloplaten van Jack White, die ik al helemaal niet te pruimen vind.
Maar dat mocht een goed concert niet in de weg staan. De platen van The Jon Spencer Blues Explosion waren verre van allemaal even sterk terwijl ze live, op een enkele uitzondering na, telkens uitzinnige feestjes wisten te bouwen. 
De bezetting bleek dezelfde als op de plaat met naast Spencer Bob Bert op trash, Sam Coomes op synths en M. Sord (echte naam Mike Gard) dus op drums in plaats van de aangekondigde Janet Weiss (gekend van Sleater-Kinney en partner van Sam Coomes in het duo Quasi).
Tijdens de Amerikaanse tour was ze er wel bij maar veel verschil zal dat wel niet uitgemaakt hebben maar zo hadden we wel nog maar eens een rock-'n-roll avond waar geen vrouw op het podium te bespeuren viel.
Jon Spencer hakte er meteen stevig in met "Get it right now", één van de betere nummers (zo staan er heus wel op, hoor) van ‘Spencer gets it lit’. Het overgrote deel van de songs kwam trouwens uit die laatste plaat, naast een handvol uit de vorige en zowaar ook ‘NYC 1999!’, een Pussy Galore song uit 1987.
Spencer oogde wat vermoeid en zijn typische sprongen in de lucht leken wat minder hoog en minder frequent, toch gaf hij zich weer volledig zoals we dat van hem gewoon zijn. Bewonderenswaardig ook dat hij zich op zijn zevenenvijftigste nog steeds smijt op nieuwe projecten terwijl de meesten op zijn leeftijd, als ze al gaan touren, er zich vanaf maken met een gemakkelijke best of. Hij is nog steeds één brok energie en dat kan hij nergens anders kwijt dan op een podium. En daar konden we in Diksmuide alleen maar gelukkig mee zijn, want ondanks mijn beperkte verwachtingen werd dit weer een zinderende set waar weinig op af te dingen viel. Diepe grooves vol pulserende fuzz waarboven Jon Spencer met zijn galmende megafoonstem als een baarlijke duivel te keer ging.
En hoewel die overdonderende sound tegen de noise aanschurkte bleef Spencer de ene na de andere gitaarlick met diepe wortels in de blues en rock-'n-roll de zaal in vuren.
De meeste nummers waren niet meer dan onafgewerkte schetsen waarin die weergaloze gitaar telkens kronkelend zijn weg zocht. En dan was er nog de inmiddels 67-jarige Bob Bert die met ijzeren buizen en hamers tekeer ging op een stel metalen vuilnisvaten en een benzinetank waarop een enorme veer gemonteerd was. Zijn werkhandschoenen waren echt geen overbodige luxe maar of al dat geweld ook echt iets bijbracht is nog maar de vraag. Maar het blijft natuurlijk heuglijk om deze legendarische figuur en auteur van het sympathieke boek ‘I'm just the drummer’, die zijn sporen verdiende bij Sonic Youth, Chrome Cranks, Bewitched, Action Swingers, Knoxville Girls, The Wolfmanhattan Project, Lydia Lunch' Retrovirus en Pussy Galore, aan het werk te zien.

Na een intense, zweterige set volgde nog een superbe bisronde, waarvan het laatste nummer in collagestijl verdacht veel naar de Blues Explosion zweemde, die alle twijfels, mochten die er nog geweest zijn, van tafel veegde.

Pics homepag @Henri Dumortier

Organisatie: 4AD, Diksmuide

Aanvullende informatie

Gelezen: 545 keer