Botanique, Brussel - concertenreeks

Botanique, Brussel - concertenreeks 2024 Maro, zondag 1 september 2024, Orangerie, 20h Meatbodies, zondag 1 september 2024, Witloof bar, 20h Searows, Sophie May, zondag 1 september 2024, Museum, 20h Agriculture, donderdag 5 september 2024, Witloof Bar, 20h…

logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 14 + 15-09 Klassiek en route (nazomeren met klassieke muziek) : BRYGGEN, Aglica Trio, Sofie Vanden Eynde & Shahab Azinmehr, GLOW Collective en Bieke Michiel @Sint-Denijs Zwevegem + Zonnebeke) 18-09 Ozric…

Talen

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Alice Cooper - ...
Epica - 2024/8/...

Raut Oak Fest 2024 - Uniek festival met zicht op de Alpen Aanbevolen

Geschreven door
&

Raut Oak Fest 2024 - Uniek festival met zicht op de Alpen
Raut Oak Fest 2024
Festivalterrein
Riegsee (Duitsland)
2024-07-19 t-m 2024-07-21
Ollie Nollet

Raut Oak Fest is een klein, onafhankelijk festival zonder sponsoring dat doorgaat in Riegsee, deelgemeente van Garmisch-Partenkirchen in Beieren, een unieke locatie met zicht op de Alpen. Ontstaan in 2011 toen Christian na 4 maanden huwelijk besloot te scheiden en daar een feestje voor gaf. Dat viel zo goed mee dat hij het jaar erop enkele groepen uitnodigde wat de kiem bleek van Raut Oak Fest, een driedaags festival vol underground music dat dit jaar iets meer dan duizend toeschouwers mocht verwelkomen.
Een bijzonder aangenaam festival, oude stijl met slechts één podium, waar het bier in halveliterflessen werd verkocht en waar de bar mee bemand werd door een contingent Vlamingen.

dag 1 - vrijdag 19 juli 2024
Het festival werd vrijdag om 15u30 afgetrapt door het in Londen residerende Fraülein dat niets vandoen bleek te hebben met de gelijknamige song van Townes Van Zandt. Dit duo bestond uit de Noord-Ierse Joni Samuels (zang-gitaar) en de Nederlandse drummer Karsten van der Tol. Iemand omschreef hen ooit als PJ Harvey op een autorally en zelf beweren ze geobsedeerd te zijn door Big Thief. Sympathiek, dat zeker, maar dit was het soort indierock die me niet langer dan vijftien minuten kon boeien.

Daarna kregen we opnieuw een duo in exact dezelfde bezetting. Red Money uit Pau, niet te verwarren met de gelijknamige band uit Richmond, Virginia of de rapper uit Atlanta, bestaat uit Laure Laferrerie (zang-gitaar) en drummer Arnaud Dussiau. Hun laatste plaat, ‘Shake, burn and love’ werd in Nashville geproduceerd door Andrija Tokic, die ook al werkte voor Alabama Shakes en Benjamin Booker. Dat schept toch enige verwachtingen en die werden deels ingelost. Dit was stevige rock die het midden hield tussen grunge en stoner. Niet meteen mijn favoriete genres maar met Laferrerie had Red Money een frontvrouw in huis die naam waardig. Haar gitaar klonk meestal als een overstuurde bas, maar wist toch voor voldoende variatie te zorgen. Verder viel er nog een verrassende cover te noteren: "The whores hustle and the hustlers whore" van PJ Harvey.

Voor velen was Tramhaus, een vijftal uit Rotterdam dat zich waagt aan postpunk met een vleugje noise, dé verrassing van de dag. Voor mij was dat wat minder het geval daar ik ze reeds verschillende keren aan het werk zag. Toch bleven ze ook mij van de eerste tot de laatste noot fascineren en was dit wellicht de beste keer dat ik ze aan het werk zag. Als geen ander weet Tramhaus hard en zacht te combineren. Het is hen vele malen voorgedaan, toch bleef het altijd inventief. We hoorden stuk voor stuk sterke, knap afgewerkte nummers waarin opvallend veel aandacht besteed werd aan de tweede stem. En dan had ik het nog niet over die twee gitaren die van een wilde frisheid getuigden (vooral die van Nadya Van Osnabrugge) of het fenomenale natuurtalent Lukas Jansen. Hoe hij met een onwaarschijnlijke souplesse over het podium dartelde zou zelfs een jonge Mick Jagger doen verbleken. Dat terwijl zijn zang al even wonderlijk was. Vooral tijdens een nieuwe song wist hij me te verbazen door vocaal alles uit de kast te halen. Het doet me nu al reikhalzend uitkijken naar de op 20 september te verschijnen debuutplaat, ‘The first exit’.

Met Earth Tongue uit Wellington, Nieuw-Zeeland kregen we opnieuw een duo waarvan een vrouw (Gussie Larkin) de zang en de gitaar voor haar rekening mocht nemen en een man (Esra Simons) achter de drumkit postvatte. Earth Tongue heeft een gloednieuwe (tweede) plaat,  ‘Great haunting’, uit en dat op het befaamde In the Red Records uit Los Angeles. Voldoende om mijn aandacht te wekken en even leek het erop dat dit een memorabele set zou worden. Dit was het soort heavy psych rock dat ik wel kon smaken. Gussie Larkin bleek een innemende frontvrouw met een heldere, etherische stem die men niet meteen verwacht in dit genre. Ook de riffs die ze uit haar luide gitaar kneep, waren best wel pakkend. Helaas sloeg na een tijdje de eentonigheid toe en schoof Earth Tongue iets te veel richting metal op. 

Afsluiter op vrijdag was Endless Boogie uit New York maar niet uit Brooklyn, wat Paul Major ons meteen met buitengewoon harde taal duidelijk maakte. Waarvoor dat nodig was, is me nog steeds niet geheel duidelijk. Het viertal opende de set met een nummer van om en bij de twintig minuten en de overige nummers zullen wellicht niet veel korter geweest zijn. Maar wat geeft dat? Had het er eentje van 50 minuten geweest, dan had dat me even gelukkig gemaakt. Het recept van Endless Boogie is vrij eenvoudig. Gitarist Jesper Eklow, drummer Harry Druzd en de bassist (van wie de naam me niet bekend is) construeren een minimalistisch, hypnotiserend geraamte waarin de, in een eeuwig streepjesshirt gehulde, bijna 70-jarige Paul Major ongehinderd kan soleren. Effectpedalen zijn daarbij compleet overbodig. Enkel Jesper Eklow trapt af en toe op een wah-wah pedaal. Dat lijkt misschien bijzonder saai, maar dat was het allerminst, integendeel. Die twee gitaren klonken zo subtiel dat er geen ontkomen aan was. Het leken wel virussen die zich steels onder je hersenpan nestelden om je zo in een gelukzalige roes te dompelen. Waaruit we bruusk gewekt werden toen Paul Major een snaar brak, zijn eerste in vijftien jaar. Maar eenmaal dat euvel verholpen werden we met "Vibe killer" naar het walhalla getransporteerd. Endless Boogie zorgde voor twee uur puur genot en was vast van plan om dat zondagavond nog een half uur langer te doen. 

dag 2 – zaterdag 20 juli 2024
De line-up op zaterdag stond volledig in het teken van de vorig jaar op 60-jarige leeftijd overleden Chris Johnson. Chris Johnson was de oprichter van het Deep Blues Fest, het grootste alternatieve bluesfestival ter wereld en godfather van de Deep Blues Community. Zijn belang voor die groepen die hun blues of roots net iets rauwer en ongepolijster laten klinken kan niet overschat worden. Alle groepen die op zaterdag optraden hadden dat vroeger ook op Deep Blues Fest gedaan.

Opener op zaterdag was Mudlow uit het Britse Brighton. Met zijn drieën (gitaar/zang,bas en drums) brachten ze donkere blues die wellicht beter tot zijn recht zou komen in een nachtelijke kroeg dan op deze zonovergoten weide. Knap gedaan maar echte vonken bleven uit. Tobias Tester liet af en toe een sardonisch lachje horen tussen de nummers en ergens hoopte ik dat hij ook zo eens zou zingen. Maar hij bleef het beschaafd houden, zeker toen hij "Flesh and blood" van Joe Henry coverde.

Reverend Deadeye is afkomstig uit Denver maar woont al een tijdje in Zwitserland, waar hij ook zijn drumster vond. De man is reeds meer dan twintig jaar actief en mag dus stilaan bij de veteranen gerekend worden. Maar sleet zat er alvast niet op. De vlam sloeg meteen in de pan met "Drunk on Jesus". Een ander hoogtepunt was "Can't take it with you" terwijl hij verder verrassend veel nummers uit zijn eerste en niet meer te verkrijgen plaat bracht. Niet alles was even sterk maar zijn enthousiasme werkte toch aanstekelijk. Zo zagen we hem zijn tamboerijn, die meestal aan zijn voet hing, gebruiken als slide.

CW Ayon was thuis in Las Cruces, New Mexico gebleven, zodat de rest van het programma wat vooruit werd geschoven. Dat leek me eigenlijk niet slecht uit te komen, zo zou ik wat vroeger naar bed kunnen. Die voorsprong op het uurschema werd echter meteen tenietgedaan door de tegensputterende Fender Rhodes van James Leg. Het kostte enig moeite om het orgel, dat hier een jaar onaangeroerd was achtergebleven (James Leg mag ieder jaar acte de presence geven op Raut Oak), terug aan de praat te krijgen.
Maar er was nog meer aan de hand. Onze man uit Chattanooga, Tennessee was afgezakt naar Riegsee zonder drummer. En hoewel er een drumstel werd opgesteld (en nadien ook weer afgebroken) en er een naam van een mogelijke invaller circuleerde besloot James Leg te experimenteren met een drumcomputer. Iets om nooit meer te herhalen want dit klonk gewoon schabouwelijk. Los daarvan hoorde ik een behoorlijk sterke set die geopend werd met twee nieuwe nummers, die het beste laten verhopen voor de nieuwe plaat. Wat kalmer dan gewoonlijk maar met tonnen soul. Meteen daarna bereikte hij ongekende hoogten met een adembenemende en nooit eerder zo intens gebrachte cover van Nina Simone's "Sinnerman". Hij draagt blijkbaar niet voor niets een broeksriem met de beeltenis van deze legendarische zangeres. Daarna bleef het hoogtepunten regenen met onder meer "Every damn time", "Georgia" en zelfs "A forest" dat het origineel van The Cure liet vergeten.
Dat hij een meester is in het zich eigen maken van andermans nummers bewees hij nog maar eens met de twee afsluitende songs: "Drinking too much" (The Kill Devil Hills) en "Fire & brimstone" (Link Wray).

De revelatie van Raut Oak 2024 was ongetwijfeld Restavrant, oorspronkelijk uit Victoria, Texas maar verkast naar Los Angeles. Helemaal uit het niets komen ze nu ook weer niet. In 2012 wist dit duo me al te verrassen met de plaat ‘Yeah, I carve cheetahs’, uitgebracht op Hillgrass Bluebilly Records, maar daarna volgde de absolute stilte. Tot deze passage en dat zal ik geweten hebben! Wat een rollercoaster was dit. Tijd om adem te halen hadden we nauwelijks. Restavrant (zoek niet te veel achter die naam, gewoon verkeerd geschreven) wist als geen ander blues en punk te combineren in ultrakorte en van moordende tempos voorziene nummers. Zanger Troy Murray, wiens petje meer dan één wasbeurt kon gebruiken, ramde op met spuug en paktouw aan elkaar hangende gitaren terwijl Tyler Whiteside een elektronische drumset combineerde met een conventionele snare drum en een hoop trash waaronder plastieken emmers, een autovelg, aan elkaar geknutselde nummerplaten en een gasfles. Achteraf was hun merchandise in geen tijd uitverkocht.

Dat Left Lane Cruiser (Fort Wayne, Indiana) er zin in had werd meteen duidelijk. Nooit eerder hoorde ik Freddie J IV zo de longen uit zijn vege lijf schreeuwen. Zat de volle maan hier voor iets tussen of wou hij er zich van verzekeren dat we Restavrant meteen vergaten. Het werd een onstuimige set (drummer Brenn Beck gaf tussendoor enkele richtlijnen voor de moshpit maar problemen waren er nooit) die niet zo heel veel verschilde met die van in de 4AD enkele weken geleden. Uiteraard kon het lang niet meer gehoorde  "Mr. Johnson", een eerbetoon dat reeds dateert uit 2008, hier niet ontbreken.
Dit was reeds de vijfde keer tijdens deze tour dat ik ze zag en geloof het of niet: van verzadiging is nog steeds geen sprake. Dit was nog maar eens een immens festijn van rauwe, beukende garageblues vol demonische gitaren en triomfantelijk klinkende drums .
Voor de afsluitende en erg uitgebreide jam vroeg Left Lane Cruiser dit keer niet enkel vrijwilligers uit het publiek, die eerst nog abusievelijk door de security terug van het podium werden gejaagd, maar kwam er ook assistentie uit de coulissen opdagen: James Leg en de drie kinderen van Chris Johnson waarvan er één een gitaar bijhad. Veel muzikale potten werden er niet meer gebroken, dit leek eerder een kakofonie maar het straalde wel een enigmatisch gevoel van samenhorigheid uit zodat je toch gefixeerd bleef toekijken.

Na al dat geweld mocht Guadalupe Plata uit het Spaanse Úbeda de tweede festivaldag in schoonheid afsluiten. Zanger Pedro De Dios is een fenomenale gitarist, erg gestileerd en met veel gevoel voor details. Samen met drummer Carlos Jimena en enkele gasten boetseerde hij cinematografische songs met diepe wortels in de blues. Plots konden we zelfs even mee neuriën toen hij "El Condor Pasa" zijn set in smokkelde. 

dag 3 – zondag 21 juli 2024
De zondag begon met een traditioneel ontbijt (waarvoor ik gepast heb) dat opgevrolijkt werd door een uitgebreid orkest onder de eik. Die Landlergschwister uit München telde maar liefst veertien leden: 4 klarinetten, 4 trompetten, een tuba, 2 drums, een accordeon, een banjo en een gitaar annex zang. Gezeten in een grote kring speelden ze de sterren uit de hemel, waarbij we af en toe een cover, zoals "The Model" van Kraftwerk, konden noteren. Een bijzonder aangename verrassing.

De eerste band op het podium kwam ook uit München. Ippio Payo, een project van multi-instrumentalist Josip Pavlov, hield het bij tamelijk experimentele indierock. Knappe momenten, waarbij ik dacht dat hij weleens zou kunnen solliciteren bij ‘Thrill Jockey’, werden te vaak afgewisseld met richtingloze probeersels, al moet ik toegeven dat mijn concentratie nog niet volledig op punt stond.

Dat was wel het geval bij Screaming Dead Balloons uit het Griekse Larissa. Ze haalden hun naam bij het gelijknamige boek, een spannende avonturenroman van Philip McCutchan uit 1968. Een belezen band? Verder viel daar alleszins niet veel van te merken. Met zijn drieën (gitaar, bas, drums) brachten ze vrij stereotiepe psychrock die net iets te weinig uitschieters kende. Maar echt vervelend werd het nooit en toen zanger Ioannis Pispirikos zijn gitaar ruilde voor een mandoline kreeg hun muziek plots een Grieks trekje. Dat had hij gerust meer mogen doen. 

Intussen hadden donkere wolken zich onheilspellend samengepakt en werden we plots gevraagd om het terrein te verlaten en te gaan schuilen in tent of wagen. Wie geen van beide had, kon terecht in een schuur. Binnen enkele minuten was de site ontruimd en bijna meteen daarna brak het tempeest los.
Gelukkig zonder schade en na een paar uur onderbreking mocht Cantes Malditos uit het Spaanse Granada de draad weer oppakken, zij het in de schuur. Verre van ideaal want slechts een paar rijen konden de vier artiesten, die zittend speelden, zien. We herkenden gitarist Pedro De Dios, die we de vorige avond bij Guadalupe Plata hadden gezien. Maar dit keer was de ster Antonio Fernández, een waarlijk fenomenale zanger. Cantes Malditos laat zich vertalen als vervloekte liedjes en gezien de lichaamstaal van Fernández kregen we die ook te horen. Ik ben niet meteen een flamenco fan maar zoals het hier gebracht werd met af en toe een miniem scheutje blues of country, daar kon ik alleen maar mijn hoed voor af doen. Schitterend!

Intussen was het podium netjes opgedweild voor Lonesome Shack uit Escondido, Californië. Opnieuw een exponent uit de Deep Blues community, normaal met zijn drieën maar de drummer was ziek thuisgebleven. Dus moesten zanger-gitarist Ben Todd en Luke Bergman, afwisselend op bas en dobro, het met zijn tweeën zien te rooien, wat naar mijn mening niet helemaal lukte. Het knappe gitaarspel, dat even deed denken aan John Fahey, gecombineerd met die ijle zang van Ben Todd zorgde voor mysterieuze blues maar het hypnotiserende zoals we dat kennen van een Junior Kimbrough bleef dit keer uit. Wellicht door het gebrek aan een drummer. Toch nog altijd goed genoeg om mijn interesse te wekken voor hun nieuwe plaat, ‘Song of the Horse’ die intussen verschenen moet zijn. 

Een twee en een half uur durende show van Endless Boogie. Dat was de geplande apotheose voor deze editie van Raut Oak. Velen keken ernaar uit, maar door de opgelopen vertraging was hier uiteraard geen tijd meer voor. Het einduur was immers al bereikt, nog voor de groep kon beginnen. Toch kregen we nog een volwaardige set met zoals beloofd enkel nummers die we op vrijdag niet gehoord hadden. Paul Major had zelfs zijn eeuwige streepjesshirt in de kast gelaten, een poging om het contrast nog duidelijker te maken? Tot tweemaal toe werd een inzet gemist, wat liet vermoeden dat ze minder vaak gespeelde nummers hadden geselecteerd.
Toch was dit weer Endless Boogie van de bovenste plank. Wat bluesier en zompiger dan op vrijdag en met een Paul Major die tijdens het laatste nummer zowaar ging scatten. Dat terwijl de regen met bakken uit de hemel viel en de frontstage in een modderpoel was herschapen. Maar dat kon geen domper zetten op een alweer adembenemend optreden van Endless Boogie.

Organisatie: Raut Oak Fest

Aanvullende informatie

  • Datum: 2024-07-23
  • Festivalnaam: Raut Oak Fest 2024
  • Festivalplaats: Festivalterrein
  • Stad (festival): Riegsee (Duitsland)
  • Beoordeling: 8
Gelezen: 359 keer