Geldgebrek, sentiment, de lokroep van het publiek, of gewoon een creatieve heropleving? Het zijn allemaal mogelijk antwoorden op de vraag wat een groep bezielt om 30 jaar na datum hun debuutalbum voor de eerste keer live te spelen. Daar tegenover staat dat je ‘Penthouse And Pavement’, de eerste worp van synthpop pioniers Heaven 17, gerust kan overladen met superlatieven als ‘invloedrijk’ en ‘tijdloos’. Vooraleer ze in 1981 dit opus magnum op de wereld loslieten hadden stichtende leden Ian Craig Marsh en Martyn Ware al een behoorlijk indrukwekkend palmares bij elkaar geprogrammeerd in en rond het kille Sheffield: in het kortstondige Dead Daughters (1977) experimenteerden de twee computernerds met synths en tape loops, in The Human League (1978-1980) kregen ze het gezelschap van modepop Phil Oakey en werd steeds nadrukkelijker richting hitparade gelonkt, en in The British Electric Foundation (B.E.F.) tenslotte werd de synth als lead instrument prominent aanbeden en zou het duo voortaan enkel met gastvocalisten werken. De lage en onderkoelde stem van één van die gastzangers, de voormalige fotograaf Glenn Gregory, bleek echter wonderwel te passen bij de electronische experimenten van Marsh en Ware, en na een nachtje ‘A Clockwork Orange’ kijken werd de groepsnaam Heaven 17 een feit. Drie decennia later maken overgebleven leden Gregory en Ware zich op voor de ‘30th Anniversary Tour: B.E.F. presents Heaven 17 performing Penthouse And Pavement’ die afgelopen donderdag werd afgesloten in de Gentse Handelsbeurs.
Zoals het de rewind formule past werden de nummers tijdens de set in precies dezelfde volgorde gerangschikt als op het originele album. De A-kant van die plaat, ‘Pavement’, laat de eerder speelse en luchtige kant van Heaven 17 horen, maar op de planken van de Ha’ werd de start toch een beetje gemist. De klassieke single “(We Don’t Need This) Fascist Groove Thing” en een lang uitgesponnen “Penthouse And Pavement” klonken wat te vrijblijvend, en bovendien deed de nieuwe zangeres Billie Godfrey veel te hard haar best om de ster van de avond te worden. De echte aanwinst voor de wat kitscherig ogende begeleidingsgroep bleek echter super bassist Randy Hope-Taylor te zijn, die zijn neus voor funky hooks een eerste keer kon demonstreren op “Soul Warfare”. Het eerder makke 40+ publiek stond erbij en keek ernaar, links en rechts misschien wel mijmerend naar de onbezorgde jaren ’80...
Tijdens het tweede deel van de set kropen Gregory en Ware in de huid van B.E.F. anno 1982 en werden drie nummers uit het vergeten coveralbum ‘Music Of Quality And Distinction, Vol. 1’ opgevist. “Wichita Lineman” kaapte hierbij de eer van eerste hoogtepunt van de avond weg, waarbij Gregory’s onaangetaste diepe stem en de panoramische beelden vanop de drie LED walls versmolten tot een wonderbaarlijk geheel van ‘sound & vision’. Nadien mocht Godfrey zich even Tina Turner wanen op een heftig “Ball Of Confusion”, maar het was opnieuw Gregory die zich vervolgens tijdens Lou Reed’s “Perfect Day” ontpopte als een gentlemen crooner en grote vocale indruk maakte. Tussendoor was er ook plaats voor een cynische knipoog naar The Human League toen Gregory enkel begeleid op akoestische gitaar een flard “Don’t You Want Me” inzette, maar halverwege en met een veelzeggende blik het nummer abrupt afbrook.
Na het B.E.F. intermezzo kropen Gregory & co terug in de huid van Heaven 17 om de B-kant van hun debuutplaat, ‘Penthouse’, aan te snijden. De songs op deze plaatkant zijn dreigender en inventiever, en met “Let’s All Make A Bomb” en “The Height Of The Fighting” werden grote wereldthema’s uit die tijd zoals de koude oorlog niet geschuwd. Eigenaardig genoeg klinken deze nummers anno 2010 allesbehalve gedateerd, en dringen hun echo’s zelfs door tot in het repetitiehok van de nieuwste lichting hippe electropop helden als La Roux en Hot Chip. Heaven 17 haalden op hun beurt regelmatig de mosterd bij Kraftwerk, getuige Ware’s onderkoelde synthbeats van onmiskenbare Duitse makelij op “Geisha Boys And Temple Girls”. Met het opzwepende “We’re Going To Live For A Very Long Time” namen de eighties veteranen voor een eerste keer afscheid van de halfvolle Ha’.
De eerste toegiften werden door Gregory aangekondigd als ‘weird stuff’. En ja, onze tenen beginnen te krullen alleen al bij de gedachte dat een Buzzcocks song in handen komt van een electrogroep, maar wat Heaven 17 met “Are Everything” heeft aangevangen kan alleen maar op bewondering rekenen bij ondergetekende. Opnieuw bleek waarom dit B-kantje van de non-album single “I’m Your Money” één van de best bewaarde geheimen uit de Heaven 17 catalogus is en blijft. Het publiek werd vervolgens getrakteerd op een handvol nummers die het trio uit Sheffield met de regelmaat van de klok in Top Of The Pops en andere hitkermissen deed opduiken. Klonken “Come Live With Me” en “Let Me Go” nog even fris van de lever als in 1983, dan was de verschrikkelijke rave update van publiekslieveling “Temptation” met Godfrey alweer in rol van stoorzender een ware aanslag op menige jeugdherinnering. Even vreesden we dat dit een afscheid van Gregory & co in mineur zou worden, maar net op het moment dat de zaallichten dreigden aan te floepen verscheen de groep opnieuw voor een erg gesmaakte remake van “Being Boiled”. De enige noemenswaardige hit van The Human League onder het bewind van Martyn Ware maakte de B.E.F. en Heaven 17 cirkel ineens rond.
Slechts weinig groepen kunnen het zich permitteren om de tournee rond hun debuutalbum 30 jaar uit te stellen, maar Gregory en Ware raken er anno 2010 wonderwel mee weg. De tijdloze pop in kitch decor, Ware’s opgefriste synths en Gregory’s goed geconserveerde strot zaten daar ongetwijfeld voor veel tussen. En ja, een gezonde portie jeugdsentiment helpt natuurlijk altijd om een reunie concert als dit te catalogeren onder de noemer ‘aangename live herinneringen’.
Organisatie: Handelsbeurs, Gent