logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

mass_hysteria_a...
slift_aeronef_1...

Defeater

Defeater interview nav ‘Lost ground EP’

Geschreven door

Heel af en toe heb je een band die je volledig van je sokken blaast. Dat was  bij ondergetekende absoluut het geval bij Defeater. Ze debuteerden in 2008 met  het album ‘Travels’ en eind 2009 brachten ze de EP ‘Lost Ground” uit. Het is niet zo eenvoudig de muziek van dit vijftal uit Boston  te omschrijven. Defeater zit dan wel bij Bridge Nine,  een prestigieus hardcore en punkrocklabel, de muziek van deze band is echter zoveel meer. Defeater is in korte tijd razend populair geworden in zowel de VS als  Europa en zorgde voor een absoluut hoogtepunt op het Belgische Groezrockfestival. Hun Europese tournee is ondertussen een maand achter de rug; hoog tijd dus voor een  babbel met gitarist Jason Maas. Jason of Jay voor de vrienden is het creatieve brein achter de band en daarnaast producer van verschillende andere bands. Hij ontpopt zich tijdens het gesprek zeer duidelijk als een man met een eigen mening.

Groezrock was tijdens de recente tournee de eerste show in Europa. Jason bleek wat verbaasd door de ongelooflijke reacties en het feit dat de fans alle teksten meebrulden.
“Groezrock was alleszins de grootste show die we ooit speelden.  In de VS hadden we al ongelooflijke respons tijdens de laatste  optredens, maar op Groezrock waren wij eigenlijk maar een kleine vis tussen al die grote vissen, dus was het afwachten naar  de reacties. Het was echter  on-ge-looflijk, ook al was  spelen  op klaarlichte dag niet zo ideaal.”

Na Groezrock tourde Defeater met More Than Life en Dead Swans in verschillende Europese landen.
“Ook daar waren de reacties overweldigend”, vertelt Jason. “Op iedere plaats waar we kwamen, waren de shows goed. Sommige waren echter outstanding. Vooral ons tweede optreden in België (nvdr. in JH Metteko in Mechelen) was waanzinnig en was zeker een van de vijf beste van onze voorbije tournee.”

Je zou kunnen zeggen dat Defeater de hype van het moment is maar dat hoort Jason niet graag.
“ Dat houdt eigenlijk ook in dat je even snel terug vergeten bent als je gekomen bent.  In ieder geval is het fantastisch  dat zoveel mensen ons zo goed vinden.  Meer kunnen we niet wensen. Het enige wat wij doen is onze muziek en onszelf zo eerlijk mogelijk houden. We zijn trouwens al volop bezig met nieuwe nummers te schrijven.
De nieuwe songs van Defeater zullen we opnemen in september en ik hoop dat begin 2011 de nieuwe plaat af is.  Het is moeilijk te zeggen hoe de muziek zal klinken. Ik denk dat alles in het verlengde van de ‘Lost Ground’-ep zal liggen, met andere woorden iets melodieuzer dan ons debuutalbum want het is voor mezelf momenteel moeilijk om iets anders te schrijven. Sowieso moet het weer heel afwisselend en snel zijn met veel tempowisselingen en energieke drums.

Het is duidelijk dat Defeater niet bij de pakken blijft zitten en nummers componeert  aan een hels tempo.
“ Dat klopt maar ik houd ervan om hard te werken.  En wat ik doe als job, dat is nu eenmaal het liefst wat ik doe.

Jason lijkt ons een gelukkig man, maar ook deze stelling hoort hij eigenlijk niet zo graag.
“ Met geluk heeft Defeater niet veel te maken.  Ik heb gewoon mijn kans gewaagd; ik spaarde wat geld en spendeerde het aan een idee.  Ik werkte keihard non stop zodat het wel moest lukken.  Op sommige maanden weet je met moeite alle eindjes aan mekaar te knopen;  op andere maanden lukt dat beter.  Daarom ben ik ongelooflijk trots dat mijn inspanningen eindelijk beloond worden.

Het verhaal van Jason en Defeater lijkt een mooi voorbeeld van ‘the american dream’. Maas heeft ook hierover een uitgesproken mening
“Ik vind dat de meeste Amerikanen op zoek zijn naar een soort socialisme zonder het zelf te beseffen.  Volgens mij vinden de meeste Amerikanen het absoluut normaal dat de staat voor hen moet zorgen op het gebied van tewerkstelling en wat betreft de sociale zekerheid en dat maakt me eerlijk gezegd wat kwaad. Misschien is niet iedereen in staat om te bereiken wat men echt wil, maar het leven gewoon laten voorbijgaan, daar  kan ik echt niet bij. Ik verwacht niet  dat  iemand ook maar iets voor  mij doet. Je moet gewoon alle kansen nemen die zich voordoen en keihard werken.”

Vorig jaar speelde Defeater als nobele onbekende al op het Dourfestival maar dit gebeurde met twee andere muzikanten.
“ Dat klopt; zelf was ik aan het werken in de studio en op dat moment was Gus nog in de band. Het was Zack van de band Verse die toen mijn plaats innam.  Na die Europese tour stopte Gus met Defeater en zo hebben we Jack Woodruff in de plaats.  Jack speelde voorheen bij de punkrockband Ambitions en speelt momenteel bij de rockband Dreamtigers. De line up die je zag op Groezrock is onze vaste line up.

Defeater was bijna een maand in Europa, Jason kan dus wel ons continent met het Noord-Amerikaanse vergelijken.
” Behalve dat je moet betalen om te gaan plassen, vind ik Europa schitterend. Vreemd vind ik dat je in de UK twee verschillende prijzen hebt voor dezelfde muffins in Starbucks. Het was duurder als je je muffin in de Starbucks wilt opeten, maar als je zei dat je de muffin zou meenemen dan was het goedkoper. Dat is toch je reinste onzin. Ik betaal voor die muffin, dan mag ik hem toch opeten waar ik wil omdat het mijn verdomde muffin is. Het zou dezelfde prijs zijn om op te eten of om op een boot mee te nemen en dan in het water te gooien.
Van de verschillende landen die we bezochten vond ik Frankrijk ongelooflijk mooi en ook Zwitserland vond ik prachtig. In Frankrijk speelden we trouwens op een boot. Een schitterende ervaring! Minpuntje was wel dat ik m’n hoofd tegen het plafond stootte waarna heel m’n gezicht bebloed was.  Ik kon natuurlijk moeilijk stoppen met spelen en deed alsof ik geen pijn had, maar ik kan je verzekeren: dat had ik wel degelijk! Jammer genoeg hadden we niet altijd tijd om veel van de plaatsen te zien waar we op dat moment waren.  Toch zag ik heel wat maar ik moet zeker nog eens teruggaan met meer tijd. Ik ben trouwens geen fuifbeest, maar ik sta liever vroeg op, haal een koffie en dan maak ik een wandeling om alles te ontdekken. Ik ben ook al iets ouder… Chez van de Dead Swans, de band die met ons meewas, noemde mij trouwens “papa” maas.”

Jason heeft ook een uitgesproken opvattingen over Obama, de VS en de olieramp in de Golf van Mexico die er zich afspeelt
 “In Amerika zijn de meeste mensen begaan met het olieprobleem. Ze zitten er ongelooflijk mee verveeld en vinden dat we heel wat geld zullen moet spenderen om het probleem op te lossen, veel geld dat we eigenlijk niet hebben. Sowieso zal de schade gewoon absurd zijn.
De VS onder Obama zijn trouwens  niet anders dan onder zijn voorganger. Hij is gewoon een andere marionet die niet doet wat hij beloofde. Veel blabla dus… De bedoeling is gewoon om verkozen te geraken en daarna hebben diegenen met geld de controle over de wereld. Hij beloofde verandering, maar dat zou ik ook doen als ik wil verkozen worden.

Naast Defeater is Jason muziekproducer, een bewuste keuze zo blijkt
“ Misschien kunnen we nu al van de band leven, maar toch doe ik dit niet. Echt veel cd’s worden er tegenwoordig niet meer verkocht met al het downloaden, gelukkig lopen de shows en de merchandising als een trein”.

Toen we Defeater op Groezrock zagen, vroegen we ons na afloop af hoe groot ze zullen zijn bij een volgende passage in België.  Jason moet glimlachen bij deze opmerking
“ Wie zal het zeggen? Ik blijf gewoon hard werken aan mijn muziek zoals ik dit altijd al deed. Tot voor kort met minder succes dan momenteel het geval is maar eigenlijk is Defeater de culminatie van alles wat ik deed sinds ik 15 was tot  nu (nvdr. Jasons is ondertussen 29 jaar). Zonder alle tegenslagen die ik kende, zou ik niet de muziek maken die ik vandaag maak.

Hoewel er nog niks officieel is, zal Defeater naar alle waarschijnlijkheid in het voorjaar van 2011 terugkeren naar Europa. Tenslotte heeft Jason nog enkele woorden over voor de Belgische fans
“België is fantastisch. De mensen zijn er supervriendelijk en de shows die we er speelden, behoren tot de beste die we ooit neerzetten.  Ik kan niet wachten om terug te keren!”

Johnny Rocket

Dance Embargo

Geschreven door

Wat doe je als al je lieven van je weglopen en je geen enkele baan kan houden? Dan start je inderdaad een rock’n’roll band op, althans zo denken de Duitsers van Johnny Rocket er over en tot dusver heeft deze attitude hun nog geen windeieren gelegd want in het punk’n’rollgenre zijn ze reeds een gevestigde waarde.
’Dance Embargo’ is ondertussen reeds hun tweede cd geworden en deze vetkuiven vinden het nog steeds cool om anno 2010 te poseren voor Buick’s of andere Cadillac’s en ook al heb je het gevoel dat je zo’n cd reeds duizend maal gehoord hebt (het is niet alleen het gevoel, het is ook daadwerkelijk zo) blijft dit op de heupspieren werken.
Ouderwetse punk die soms steevast in blues dreigt te stranden maakt van Johnny Rocket een groep die met Rocket From The Crypt te vergelijken valt, en zo’n vergelijking is meer dan een eer.
In Nederland zou men dit omschrijven als een ‘recht voor je raap schijf’ en daarmee heb je meteen de kernwoorden van deze plaat: doodseerlijk, en dit van punkrockers die een mooie balans tussen Elvis en The Ramones gevonden hebben.

Info www.myspace.com/johnnyrocketband

Deer Tick

The Black Dirt Sessions

Geschreven door

Een meeslepende plaat die voorzichtig zijn talenten prijsgeeft, dat is deze ‘The black dirt sessions’. Deer Tick is vooral de speeltuin van multi-instrumentalist en songschrijver John McCauley die hier alle tracks op zijn naam heeft staan. De man schudt een handvol intieme en schitterende songs uit zijn mouw waarmee hij gerust naast Jeff Tweedy (Wilco), Adam Stephens (Two Gallants) en Peter Case mag gaan staan. McCauley’s stem snijdt scherp doorheen de songs die variëren van americana tot ingehouden southern rock.
Het begint heel ingetogen met een vijftal ballads waarvan de pianoballad “Goodbye dear friend” en het prachtige akoestische “Piece by piece and frame by frame” de mooiste zijn. Vanaf “Mange”, een pareltje die zich ontpopt in de richting van The Stones hun “Sympathy for the devil”, mag het gaspedaal iets worden ingedrukt en worden de elektrische gitaren van stal gehaald, al gaan die nooit te hard van stapel lopen. Er mag al eens sporadisch gerockt worden, maar het zijn toch vooral fijne, intieme en soms breekbare songs die we terugvinden op dit heerlijke werkje. Het epische en zweverige “Blood moon” is daar een bijzonder knap staaltje van, een prachtsong als je ’t ons vraagt.
Mooie plaat die alsmaar beter wordt.

Pulled Apart By Horses

Pulled Apart By Horses

Geschreven door

Het debuut van Pulled Apart By Horses is nogal een …euh woest plaatje. Subtiele songtitels als “Back to the fuck yeah” en “I punched a lion on the throat” spreken hierbij boekdelen. De songs worden er eerder uitgespuugd dan gezongen, gitaren gaan geregeld over de rooie en de agressie en frustraties spatten met serieuze lappen van dit plaatje, denk zo een beetje in de richting van MC Lusky of Death from above 1979. Gelukkig herkennen geoefende oren zoals de onze hier en daar zowaar wat melodieën tussen de razernij door, maar de geluidsmeters gaan toch overwegend in het rood op dit gloeiend hete en explosieve plaatje.
Als u het al niet te goed deed met uw buren, dan is dit de fatale genadestoot, haal er met de volumeknop een felle ruk naar rechts uw voordeel uit.
Een sloophamer van een plaat.

Steve Miller Band

Bingo!

Geschreven door

Na maar liefst 17 jaar maakt Steve Miller nog eens een nieuw album. Wat de man gans die tijd heeft uitgevreten is ons een raadsel, maar met ‘Bingo!’ laat hij met plezier toch nog eens van zich horen. De sound op het nieuwe album is onmiskenbaar Steve Miller en de algemene teneur is de blues, zij het niet de kommer en kwel vanuit de diepste spelonken van de Mississippi, maar wel de eerder luchtige en elektrische Miller interpretaties van enkele blues traditonals van BB King, Otis Rush, Jimmy Reed en een paar puike songs van de hand van Jimmie Vaughan (“Hey yeah” en “Don’t cha know”). Steve Miller en vooral zijn elektrische gitaar geven een fijne schwung aan al deze bluessongs die misschien al wel een keertje te veel zijn gecoverd, maar goed, de Miller versies nemen we er graag nog bij. Leuk om te horen hoe hier met evenveel plezier als klasse gemusiceerd wordt en hoe Miller er in slaagt de bluessongs een ‘positieve feelgood touch’ te geven. De blues waar je als het ware vrolijk van wordt.
Een plaat die bergen gaat verzetten is dit zeker niet, maar het is stukken beter dan de slappe gedrochten die Miller in de jaren tachtig heeft afgeleverd. Deze ‘Bingo!’ mag je zonder beschaamd te zijn gaan klasseren tussen Miller’s albums van eind jaren zestig.
Een geslaagde come-back cd noemen ze dat dan.

The Flaming Lips

The Dark Side Of the Moon

Geschreven door

The Flaming Lips – Stardeath and White Dwarfs
Als u zich afvraagt hoe ‘Dark Side Of The Moon’ zou geklonken hebben met Syd Barrett nog in de Pink Floyd rangen, dan zit het voor u wel snor met deze interpretatie die The Flaming Lips aan de Pink Floyd klassieker hebben gegeven. Dit klinkt precies zoals u het zich zou voorstellen, tenminste als u een beetje vertrouwd bent met de prettig gestoorde capriolen van the Flaming Lips: geflipt, psychedelisch, spacey, stoned en bijwijlen knettergek.
De Lips hebben zich kostelijk geamuseerd met tal van stemvervormers, omgebouwde synthesizers en ontspoorde gitaren. De plaat is evenwel sterk overeind gebleven -dit is niet voor niets ‘Dark Side Of the Moon’ - en Wayne Coyne en consoorten (o.a. Peaches en Henry Rollins doen mee) hebben dit niet als grap bedoeld maar wel als een respectvolle, zij het zeer eigenzinnige, interpretatie van een mijlpaal uit de muziekgeschiedenis. Het resultaat is meer dan geslaagd, al twijfelen we er wel aan of Pink Floyd techneuten hiermee vrede zouden kunnen nemen. Ze zouden toch beter eerst eens aan de paddestoelen zitten voor ze dit werkje gaan beluisteren. Kan helpen.
Wij daarentegen zijn er zot van.

Eddy Current Suppression Ring

Rush To Relax

Geschreven door

In de Australische ondergrond zijn er wel vaak nieuwe ontdekkingen te doen, ECSR is er één van. Dit is trouwens al hun derde album, dus moeten we dringend ook eens die eerste twee gaan checken.
ECSR grossiert in stevige punky garage rock met knipoogjes naar The Stooges, Radio Birdman, The Strokes, The Hives of The Velvet Underground (on speed). Lekker gutsende en rammelende gitaren vormen hier de hoofdbrok. Een paar felle lappen punk van om en bij de minuut (“Walked into a corner” en “Isn’t it nice”) staan met één voet in het jaar ’77, toen punk hoogtij vierde, maar ECSR laten voor hetzelfde geld hun gitaren fijntjes buiten de lijnen soleren op het geweldige “Tuning out”, alsof Tom Verlaine er hier voor iets tussen zit. Een tintelend orgeltje en een opzwepende baslijn maken van “Second guessing” een onweerstaanbare song die alsmaar heter wordt terwijl “I can be a jerk” even simpel als slordig en mooi klinkt. Voelen wij hier Pavement niet in de lucht hangen, en zelfs een beetje Cramps ?
Deze ‘Rush to relax’ heeft hoegenaamd geen last van overproductie of van een afgelikte sound, het is allemaal nogal spontaan, ruw en vettig op band gezet, zoals het hoort bij de betere garage rock.
Wij gaan dit stomend plaatje een plaats geven vlak naast dat van The Soft Pack, ook zo’n gitaardingetje waar we helemaal zot van zijn.
En wil er iemand dringend die gasten uit hun Australisch hol halen en ze naar Europa brengen. Op een podium moet dit spetteren, me dunkt.

Andreya Triana

Lost where I belong

Geschreven door

Iedere jaar lijkt het wel of er één of andere vrouw uitgekozen wordt als hippe souldiva waarbij het soms één of andere miss-verkiezing lijkt te zijn en dit jaar ziet het er naar uit dat deze eer weggelegd is voor de Londense Andreya Triana.
Voor de meeste is deze artieste nog een nobele onbekende maar eerder liet zij zich reeds opmerken op platen van Mr. Scruff, Flying Lotus of Theo Parrish.
Blijkbaar moet het dancelabel Ninja Tune dollartekens gezien hebben in de zwarte ogen van deze crooner-performer want onder de hoede van poducer Bonobo werd haar prompt een contract aangeboden waarvan deze ‘Lost where I belong’ het eerste resultaat is.
Het geheel mag er best wezen waarbij Andreya zich als een volleerde soul/jazzdiva zich op een negental nummers stort die je eerder zou thuisbrengen in één of andere champagnebar dan op een dansvloer.  Het is overduidelijk dat het moedervoorbeeld Nina Simone was (ook al lijkt Sade niet veraf) en dat maakt dat deze cd er zo eentje is waarbij alle nummers vertrouwd klinken nog voor je ze gehoord hebt.
Het commerciële concept wordt niet geschuwd ook al is de eindbeoordeling er eentje die in het positieve neigt uit te draaien.

Info
http://www.myspace.com/andreyatriana

The Divine Comedy

Bang goes the knighthood

Geschreven door

Toen we twintig jaar geleden de onweerstaanbare dandy Neil Hannon tussen het Britpopgeweld zagen opduiken konden we nooit vermoeden dat deze Noord-Ier ooit nog  tiend cd’s zou opnemen.
Ondanks een geluid dat nooit lijkt te veranderen is Neil er net als Morrissey (het zij in mindere mate) in geslaagd om een hondstrouw publiek rond zich te vergaren.
Na muziek voor TV-series en een heuse musical te hebben geschreven heeft Neil Hannon eindelijk de opvolger klaar van het in 2006 verschenen ‘Victory for the comic muse’ en behalve het feit dat The Divine Comedy het werk geworden is van enkel Neil Hannon is er in weze niks veranderd.
Een ander raakpunt met Moz is ontegensprekelijk het cynisme die Hannon in perfecte popliedjes weet te gooien, zo is “The complete banker” een krankzinnige satire op de afgelopen wereldcrisis en handelt “Neapolitan Girl” over prostitutie.
De muziek van The Divine Comedy klinkt nog steeds erg barok en refereert nog altijd naar tijden toen er in de winkelgalerijen van Bond Street muziek weerklonk van Ray Davies of Burt Bacharach, maar geen fan die ooit zou willen dat The Divine Comedy plots anders zou klinken.
Niks nieuws onder de zon, en voor eens is dat maar goed ook.

Pukkelpop 2010: donderdag 19 augustus 2010

25 jaar Pukkelpop is iets speciaals; in een typisch ongedwongen kader kon je op zoek naar talrijke ontdekkingen op de verschillende podia, comedy, dance acts en dj’s, was er randanimatie, comedy en kermisattracties; de immense diversiteit van eet- en drankstandjes sierden het geheel.
Pukkelpop 2010 was opnieuw geslaagd. En of de formule aansloeg, want voor de eerste keer in z’n geschiedenis was het festival uitverkocht!
Elke dag meer dan 65000 bezoekers onder wie 51 nationaliteiten. Vooral Nederlanders, Britten, Ieren en Zwitsers vonden dit jaar vlot hun weg naar Kiewit. Zelfs Australië was goed vertegenwoordigd!
… Een groots succes met record aantal festivalgangers …
Een ijzersterke affiche van ‘voor elk wat wils’ en ‘voor alle leeftijden’, verspreid over de drie dagen om je ‘alternatieve’ ei kwijt te kunnen … de jonge freaks en de doorwinterde liefhebber konden hun muzikaal hartje ophalen en hielden van de ontdekkingen en van de gevestigde waarden.
Pukkelpop maakte z’n naam van driedaagse airshow meer dan waar: eigentijdse, opmerkelijke en progressieve muziek op die unieke locatie in Hasselt-Kiewit, het unieke paradijs voor muziekliefhebbers om het eerst de groepen van morgen te kunnen zien …
Pukkelpop had bijna 200 acts te gast. En blijft zijn Belgische trots uitdragen en had 41 acts van eigen bodem.
We dragen Pukkelpop een warm hart toe voor de komende jaren, ondanks het zwarte randje dat het festival overschaduwde …

Alvast tot volgend jaar op de volgende ontdekkingstocht van Pukkelpop

Een overzicht van het parcours van de redactie

dag 1: donderdag 19 augustus 2010

Het Schotse Frightened rabbit (**) (Club) gaf voor ons het startschot. Ze zijn al toe aan de derde cd en dienden hun charmante indierock diverse stroomstoten toe, zonder aan melodie en subtiliteit in te boeten. Het bandgeluid is breder geworden en muzikaal is het kwintet directer en minder beklemmend .Een toffe aanzet. Noteer alvast de platen ‘The midnight organ fight’ en ‘The winter of mixed drinks’. Gezondheid!

Even genoten we dan van de beats’n’ pieces van het Gentse DJ team van Villa (Boiler Room), pompende ‘beats of love’ tracks knalden door de boxen.

Tame Impala (***) (Club) was al meteen een eerste aangename verrassing van de Pukkelpop feesteditie. Australiërs die een mooie psychedelische sound voortbrengen, knappe songs gedrenkt in de seventies met fijne melodieën en af en toe onstuimige gitaren. De psycherock band balt net als Black Mountain en MGMT de beide stijlen samen. De opkomende band gaf boeiende wendingen aan de songs, dompelde ons onder in een slepende, bezwerende trip en serveerde een criminele cover, “Remember me” van Blue Boy. Een interessante nieuwe naam.

De oersympathieke bluesman Seasick Steve (***) (Mainstage) was op een zonnig podium weer helemaal zichzelf. Zijn fijne en simpele bluessongs, gespeeld op verhakkelde gitaren, blijken ook wonderwel te werken op de grotere festivalpodia, en dus ook voor het jonge Pukkelpop publiek.

Omdat Kelis (**) (Dance) sneller dan verwacht terug moest naar de States, stond ze twee uur eerder dan voorzien in de Dancehall. Iedereen was op de afspraak om de grootse dance diva aan het werk te zien. Tja, zij was op vroeger platenwerk een souldiva en gaf vandaag oudjes als “Trick me” en “Milkshake” een aardige Madonna outfit door de dansbeats. Ze werd bijgestaan door twee DJ’s/knoppendraaiers en een livedrummer. Fragmenten van andermans tracks waren aardig verwerkt in haar eigen nummers; dancefloorkillers werden het, waaronder “4th of July” en “Acapella”, die de Dancehall deden ontploffen. Haar heldere vocals en de muzikale gedaantewisseling zorgden voor de nieuwe wending …

De mooi ogende Britse Ellie Goulding (**) (Marquee) pikte al een paar prijzen in de wacht als debutante, maar live is het toch nog een ander paar mouwen. De Marquee was iets te groot om optimaal te kunnen boeien. De ‘lichtvoetige’ elektropop viel letterlijk iets ‘te licht’ uit; ze overtuigde wel naar het eind met de puike dromerige songs “Under the sheets” en “Starry eyed”, die een flinke scheut percussie kregen.

Het setje van Darwin Deez (**) in de Club zullen we ons vooral herinneren omwille van de leuke danspasjes die de bandleden tussen elke song opvoerden op een tape van kitscherige disco muziek. De muziek die ze zelf speelden was soms wel frivool en geestig, maar helaas ook te licht om in onze hersenpan te blijven hangen.

De intieme, sobere pop van fietser Nils Verresen, The bear that wasn’t (**) werd spaarzaam ondersteund van strijkers en percussie en ook de backing vocaliste bezorgde die een hemels kleurtje. Het afsluitende “Headphones” klonk gewoonweg prachtig. De aangenaam weemoedige muziek van een zelf gecreëerde sprookjeswereld, gedragen door z’n zachte breekbare stem, kwamen tot hun recht. Wat een lieve sing/songwriterpop.
 
The Kooks
(*) was de eerste grote band die de aftrap gaf op de Mainstage. De Engelse pop/rockband rond zanger Luke Pritchard kwam maar traag op gang en kreeg het publiek maar moeilijk mee. Naarmate de set vorderde ging dit beter met behulp van songs als “Ooh La” en “She Moves On Her Own Way”. Een hoogtepuntje bereikten ze met hun nog steeds goed werkende “Naive”. Een matig optreden  en een goede aperitief op het stevigere werk dat nog moest komen.

Eerste ferme kopstoot van de dag was de strakke wall of sound van de Black Rebel Motorcycle Club (****) in de Marquee. Geen rustige intermezzo’s deze keer in hun set zoals eerder dit jaar in de Botanique, maar een furieuze en krachtige set die ons bij de keel pakte. Ondanks het feit dat de band de laatste jaren van de radio geweerd lijkt, hebben ze nog steeds sterke songs, een geweldige bundeling van typische shoegaze songs afgewisseld met punkrockers als “Mama”, “Stop” en “Bad blood”, die naast kleppers van het eerste uur staan, “Love burns”, “Ain’t no easy way”, “Spread that love” en “Whatever happened to my rock’n’roll”, een kanjer van een song, die hier alweer een hoogtepunt was. Enkele uren na dit bijzonder sterke optreden sloeg het noodlot toe voor BRMC. Geluidstechnicus Michael Been, vader van Robert Levon Been, kreeg een hartstilstand en overleed ter plekke. Een flinke domper voor de jubileum editie van deze Pukkelpop.

De Club tent bleek veel te klein voor de stevige ‘straight in your face’ rock van het Britse Band Of Skulls (***). Fel en verbeten torpedeerden ze hun hitsende, alternatieve, powervolle rock, die flink in de zakken van The White Stripes heeft gezeten, de enthousiaste Club in. Met potige songs als “I know what I am” en “Death by diamonds and pearls”, die op wild gejuich werden onthaald, hadden ze een gewonnen match. En verdiend! Dit trio zien we hier zeker nog terug, en dan wel op een groter podium. De fanbase kan maar blijven groeien …

Dan was het de beurt aan Blink-182 (**) op de Mainstage. Na hun split deden verschillende bandleden hun ding bij Angels & Airwaves, The Transplants en +44. Nu 4 jaar later kwam de alternatieve punk/rock band weer samen om op Pukkelpop hopelijk een zeer strakke set neer te zetten. Ondanks het feit dat ze een tijdje afwezig waren in het muzieklandschap, konden ze op aardig wat nieuwsgierigen rekenen. Ze werden op hun wenken bediend met nummers als “What’s My Name Again”, ”Down”, ”I Miss You” en “Adam’s Song”. Toen ze “All The Small Things” los lieten, werd duidelijk dat de hele wei daar zat op te wachten, deze hit werd dan ook door bijna iedereen mee gezongen.
Buiten de soms echt barslechte geluidskwaliteit kunnen we zeggen dat het optreden van Blink-182 een ‘fun the hits’ werd, waar nieuwe nummers jammer genoeg uitbleven, maar die ons dan wel doen uitkijken wat het nieuwe werk zal zijn …

Een ander hoogtepunt van de donderdag was te beleven in de Marquee met Band Of Horses (****). Boeiende en emotievolle Americana met prachtige bijpassende visuals op de achtergrond. Deze bende heeft inmiddels al een hoop onsterfelijke songs geschreven en hadden deze allemaal in hun ontzettend mooie set opgenomen. Een knappe sound, bij momenten schatplichtig aan Neil Young en The Jayhawks, gebouwd op vloeiende en soms stormachtige gitaren, en met heerlijke vocals van frontman Ben Bridwell. Wondermooi klonken “Factory”, “Is there a ghost”, “Ode to LRC”, “No one ’s gonna love you” en de emotioneel geladen prachtsong “The Funeral” als afsluiter. Kippenvel.

Een groepje waar we warm noch koud van werden was Minus The Bear (**). Hun indierock uit Seattle, verbleekte na de Band Of Skulls, die net voor hen geprogrammeerd stonden, met songs die we al vergeten waren van voor dat ze waren afgelopen. Het dertien in een dozijn- gevoel was ons deel.

School is cool (***) (Wablief?! tent), terecht winnaar van Humo’s Rock Rally, palmt al aardig wat (chiro) rockhartjes in, want de kleine tent kon je niet meer in … Een tweede grootse verovering na Festival Dranouter … Het sympathieke gezelschap was uiterst gemotiveerd, bewezen veel meer in huis te hebben dan het aanstekelijke “New kids in town”, en leverde een fijne set af van speelse, springerige songs. Confetti en slingers werden de eerste rijen in gegooid.

We hadden het al gemerkt aan de talrijke t-shirts op de weide, het overgrote deel van het publiek was ongetwijfeld gekomen voor Iron Maiden (***). Hardrockers op leeftijd (wij zouden toch enkele van hen een bezoek aan de kapper aanraden) die een bijzonder professionele en harde maar ook loepzuivere set speelden. Maar liefst drie leadgitaristen verdeelden de solo’s netjes onder elkaar en, het moet gezegd, zanger Bruce Dickinson was bijzonder goed bij stem en zong de pannen van het dak. De show, niet onbelangrijk bij hardrockers van dit kaliber, had een hoog entertainment gehalte en zorgde voor een volmaakt spektakel. Klassiekers als “The wicker man”, “Number of the beast” en “Hallowed by the name” kregen de wei plat en “Fear of the dark” en het oudje “Running Free” kregen het publiek massaal aan het zingen. De groep speelde een eerbetoon aan Dio en wouden alvast duidelijk maken dat ze er (nog) mogen staan op een PopFestival.
Je moet er voor zijn, maar ook voor wie niet alle Iron Maiden platen in huis heeft, was dit een boeiend optreden. Zeg dat wij het gezegd hebben.

Mint (**) die in de Wablief?! tent hun ding mochten doen, zorgden nog vóór hun optreden al voor een unicum door met hun fiets naar de festivalweide af te zakken. De Limburgers braken door met hun album ‘Magnetism’ en zijn ondertussen al aan hun 3de album toe.
Dat het niet alleen feest is voor Pukkelpop bleek toen ze naar aanleiding van hun 10jarig bestaan nog eens “Glow” van onder het stof haalden. De meeste nummers die ze tijdens hun set speelden kwamen van hun nieuwe plaat ‘Hits From Her Laser’ die in het voorjaar uitkwam. Ondanks het feit dat het geen slechte nummers waren, kwam het publiek niet echt los en deden ze dit pas toen de hits “Your Shopping Lists Are Poetry” en ”The Magnetism Of Pure Gold” werden boven gehaald.

Tot slot hadden we nog het Zweedse Miike Snow (****) in de Club, die de voorbije weken al opvallend veel airplay op StuBru verkregen met de singles “Black & blue” en “Animal”. Als een full band op het podium te zien, gaven ze hun sferische, dromerige en beeldrijke synthpop een bredere laag, die forser en krachtiger klonk, en af en toe explodeerde. En we hadden nog niet alles gehoord …, want ze beschikten over een hoop klassesongs. Fijne ontdekking.

We zagen het voorbije Pukkelpopweekend verschillende bands hun instrumenten tegenover elkaar opstellen. Eén van hen was het uit Bristol afkomstige Fxx Buttons (***), die hun tweede cd uithebben ‘Tarot Sport’, na ‘Street horrrsing’. Ze gingen totaal loos op hun stoorzender geluid, een combinatie van elektronicavertier, noise, herrie, ruis, galm en beats, die nu zelfs wat toegankelijker en kleurijker klonken. Aanstekelijk allemaal, een intrinsieke schoonheid, die hypnotiserende lappen elektronica, ritmes en melodieën die leuke en verrassende wendingen ondergingen. De ‘aliens’ van Fxx Buttons zijn misschien aardser geworden, ze waren één van de overtuigende acts in de kleine Chateau tent.

Veel minder volk voor de Main stage bij Placebo (****), een groep die zichzelf met het prachtige ‘Battle for the sun’ opnieuw heeft herontdekt en veel strakker voor de dag komt dan pakweg enkele jaren geleden. Uit dat laatste prima album werden stomers als “The never ending why”, “ Battle for the sun”, “Ashtray heart” en “Breathe under water” geplukt tussen het heerlijk oude geweld. De band begon verassend met het bijtende “Nancy Boy”, de song waarmee het in 1996 allemaal begon, en ook “Bionic” en het geweldige “Teenage angst” uit diezelfde debuutplaat waren tot ons groot plezier in de set opgenomen. Placebo speelde hard en met evenveel venijn als klasse. Een soort ‘greatest hits’ was het, met als krakers “Infra-red”, “The bitter end”, “Meds”, “Song to say goodbye” en “Taste in Men”. De Nirvana cover “All apologies” was misschien niet nodig geweest vanwege origineeel veel beter, maar voor de rest geen kwaad woord over dit verbluffende Placebo optreden.

Het Antwerpse 5tal van Mintzkov (***) (vroeger Mintzkov Luna) mocht dag 1 in een tot in de nok gevulde Wablief?! tent afsluiten. Het werd een set waarbij ze goed afwisselden tussen nummers uit hun jongste en reeds derde album ‘Rising Sun, Setting Sun’ en het al wat oudere werk. Uniek is de typische samenzang tussen zanger/gitarist Philip Bosschaerts en bassiste Lies Lorquet, een mix, die zorgt voor de herkenbare sound van Mintzkov. Een ode werd gebracht aan Iron Maiden met “Opening Fire” en afsluiten deden ze in schoonheid met “Roadbuilding’, het ideale slaapmutsje om tevreden de eerste zware Pukkelpopdag te besluiten …

Heerlijk geschift waren alweer The Flaming Lips (***) (Marquee) met psychedelische geflipte visuals op de achtergrond, confetti-kannonnen in de aanslag, het nabootsen van dierengeluiden op het podium, ontspoorde keyboards, vreemde gitaren en allerhande tierlantijntjes … songs die rechtstreeks vanuit de ruimte kwamen neergedaald. De avontuurlijke psychedelische opera van ‘Embryonic’ stelden ze voornamelijk voor, met songs als “Worm mountain”, “Silver trembling hands“ en “Sparrow”. Herkenbaarder waren “She don’t use Jelly”, “Yoshimi battles …” en “Do you realize” in dat concept. Een aparte droomwereld met Wayne Coyne als nar.
Door al hun gekdoenerij werd een beetje de vaart uit hun set gehaald, maar dat vergeven we hen, want, hey, dit zijn nu eenmaal The Flaming Lips. Een beetje prettig gestoord zijn kan nooit geen kwaad.

Ooggetuige verslag van een 17 jarige 'die hard' Maiden fan …
”Eindelijk, na 2 jaar kwam de legendarische 'New Wave of British Heavy Metal' band Iron Maiden nog eens naar België om te tonen waar zwaar metaal echt om draait. Dit deden ze met hun ‘Final Frontier’ tour, genaamd naar hun zopas verschenen nieuwe album, waar ze verrassend genoeg slechts 1 nummer van speelden, namelijk “El Dorado”. Toen de vele fans die speciaal naar Pukkelpop gekomen waren voor Maiden plotseling “Doctor Doctor” van UFO door speakers hoorden knallen, wisten ze dat het lange wachten binnen enkele ogenblikken beloond zou worden. Vol spanning keken de duizenden fans naar het grote zwarte doek tot Maidens nieuwe 'space' decor onthuld zou worden (dat het vroegere Egyptische thema vervangt). Wanneer na de laatste tonen van de UFO klassieker eindelijk het doek viel, volgde een oorverdovend gejuich van de fans, en kwam drummer Nico McBrain als eerste het podium opgelopen. Hij lachte eens mooi naar het publiek en verdween vervolgens bijna volledig achter zijn gigantische drumkit (enkel op de schermen zou hij nog te zien zijn), waar hij gedurende een bijna 2 uur en 20 minuten durend concert het beste van zichzelf zou geven. Daarna stormde het gitaristen trio Jannick Gers, Dave Murray en Adrian Smith, samen met 'opper Maiden' bassist Steve Harris het podium op en vlogen ze er meteen in met “The Wickerman”. Niet veel later gevolgd door Bruce Dickinson, die als een gek over het podium vloog, en meteen het publiek kon overtuigen. Ondanks dat je met een Maiden classic als “The Wickerman” niet veel steviger kon beginnen, waren er toch enkele problemen met de klank, waardoor de vliegende start minder overtuigend was dan het had kunnen zijn. Maar gelukkig waren de problemen van korte duur.
De rest van de show had Maiden voor alle fans wel wat in huis. De setlist bevatte zowel nummers van hun eerste albums, zoals “Wrathchild”, “Running Free”, de all-time classic “The Number Of The Beast”, en “Iron Maiden”, maar ook verrassend veel nummers van hun laatste 4 albums. Vreemd was wel dat hun grootste hit “Run To The Hills” geen deel uitmaakte van de setlist. Een nummer dat toch ook gekend is bij de grote groep ‘Pukkelpop-pers’ die niet echt vertrouwd zijn met het Maiden oeuvre.
Desondanks heeft Maiden aan Pukkelpop toch maar eens getoond hoe echte metal gespeeld moet worden! Met gierende gitaarsolo’s, perfect gespeeld met opgestoken gitaren en vlammend vingerwerk, stevige gitaar riffs, maar niettemin ten gepaste tijde afgewisseld met een rustige mysterieuze passage. Het hoogtepunt van de show was natuurlijk, en zoals verwacht, “Fear Of The Dark”, dat maar weer eens zorgde voor zeven en een half onvergetelijke minuten Maiden kippenvel. Maar ook “Blood Brothers” was geweldig, het publiek vooraan voelde als één grote familie toen iedereen samen meezong “We’re blood brothers” op de golvende melodie.
De bissen waren eveneens fenomenaal: in gang gezet met het duivelse vers “Woe to You Oh Earth and Sea …”, gevolgd door “666”, het 'nummer van het beest'. Ook “Hallowed Be Thy Name” was een absolute topper, en om er nog een laatste lap op te geven sloot Maiden af met een schitterend “Running Free” - hun eerste single, ondertussen 30 jaar oud (!) - waarna ze vertrokken richting Spanje voor hun laatste optreden van 'The Final Frontier' tour …
Maar hey “ always look at the bright side of life” leert Maiden ons na elk concert …
dank aan Thijs DR …

Organisatie: Pukkelpop, Hasselt-Kiewit

Pagina 729 van 881