logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

slift_aeronef_0...
DIIV 6-03-2024

Gang Of Four

Gang Of Four: wie betaalt krijgt waar voor zijn geld

Geschreven door

Wat typeert een invloedrijke band? Dat pers en publiek in de loop van de muziekgeschiedenis steevast met hetzelfde selecte kransje namen dwepen is natuurlijk mooi meegenomen, maar de referenties die er pas echt toe doen zijn toch wel deze van collega’s artiesten. Neem nu het geval van de Engelse postpunk legende Gang Of Four. De liner notes van hun heruitgegeven mijlpalen ‘Entertainment’ (’79) en ‘Solid Gold’ (‘81) liegen er alvast niet om: als we de lyrische getuigenissen van Flea, Michael Stipe, Michael Hutchence en Page Hamilton mogen geloven dan zou een planeet zonder Gang Of Four wellicht ook Red Hot Chili Peppers, R.E.M., INXS en Helmet op de missing species list hebben staan. Of wat te denken van LCD Soundsystem, The Rapture en Radio 4 die na een overdosis Gang Of Four New York terug omtoverden tot de hipste muziektent ter wereld?

De veteranen uit Leeds bleven er al die tijd stoïcijns kalm bij, tot in 2005 een verzamelaar met heropgenomen oudjes verscheen en de groep zich ook live liet opmerken in het betere nostalgie circuit. Zo kon het Vlaamse Gang Of Four fanlegioen reeds op Sinner’s Day ’09 en de Lokerse Feesten ’10 vaststellen dat hun helden geen schrik moeten hebben van het jonge grut dat notabene bij hen de mosterd haalde.
Maar nog waren de fans niet tevreden en klonk het verzoek om een echt nieuw album almaar luider, zo luid zelfs dat bepaalde fans er grof geld veil voor hadden. Het nagelnieuwe ‘Content’ album is dan ook in verschillende opzichten opzienbarend. Het consolideert niet enkel de terugkeer van één van de meest cruciale bands uit de eerste postpunk golf, maar is uniek in zijn soort omdat het voor een groot deel werd gefinancierd met fandonaties. Of de inhoud van ‘Content’ ook werkelijk de verpakking waard is gingen we afgelopen zaterdag zelf ondervinden in de Brusselse Botanique.


Alhoewel groepsleden van het eerste uur Jon King en Andy Gill de middelbare leeftijd reeds geruime tijd hebben bereikt bleek van meet af aan dat de heren niet bepaald naar de overvolle Orangerie waren afgezakt voor een gezondheidswandelingetje. De forse nieuwe single “You’ll Never Pay For The Farm” gevolgd door de dubbele uppercut “Not Great Men” en “Ether” uit het must-have debuut ‘Entertainment!’ konden wat dat betreft wel tellen als openingssalvo. King eiste van meet af aan de rol van angry old man op en spuwde zijn cryptische maatschappijkritiek uit in één van de vele microfoons langs de frontlinie van het podium. De hyperkinetische frontman liet er alvast geen twijfel over bestaan dat hij en de al even opgefokte gitarist Andy Gill anno 2011 nog steeds de creatieve spil en het kloppend hart van de groep vormen. Voor hun jonge ritmesectie Thomas McNeice (bas) en Mark Heany (drums) lijkt het nog wat wennen aan zoveel 50+ geweld, en eigenlijk mochten beide jonkies al blij zijn dat ze vlotjes bij de les konden blijven.
Het publiek moest toch wel wat naar adem happen na een ronduit verschroeiende start. Met de slepende funk van “Paralysed”, met Gill in de rol van spoken word artiest, en het nieuwe verdraaide reggaedeuntje “A Fruitfly In A Beehive” was de groep dan ook meer dan verdiend toe aan een relatieve rustpauze. Het bleek tevens de voorbode van één van de absolute hoogtepunten van de set. Ja, het moet wat geweest zijn toen in ’79 Gang Of Four een nummer als “Anthrax” op het nog prille postpunk publiek los liet. Ingeleid door een dissonante gitaareruptie en drijvend op het weinig verhullend chorus “Love Will Get You Like A Case Of Anthrax” vormt deze dreigende lap postpunk het epische sluitstuk van hun eerste album. Ruim drie decennia later slaagt Gill er wonderwel in om even geloofwaardig als toen dezelfde dreiging uit zijn gitaar te knijpen, al is schoppen wellicht een beter werkwoord om diens kunstjes op het podium te beschrijven. Alsof dat nog niet genoeg was haalde King op zijn beurt een vocoder boven voor “It Was Never Gonna Turn Out Too Good”, met voorsprong het meest experimentele nummer uit ‘Content’. Op dat nieuwe album staan nochthans een pak andere meer hapklare brokken, maar het typeert de eigenzinnigheid van de groep om nu en dan de vaart uit het optreden te halen zonder dat er ook maar iets aan live vibe verloren gaat. Trouwens, van tempo gesproken: de verslavende beat van het punkfunk anthem “To Hell With Poverty” kreeg tegen het einde van de set zelfs het gros van de aanwezige grijze/kale (schrappen wat niet past) vijftigers aan het swingen.

De postpunk veteranen bleken hun energie netjes te hebben gedoseerd en hadden nog wat lekkers opgespaard voor de twee encore rondes. Na een puntig “At Home He’s A Tourist” stal King opnieuw de show door tijdens “He’d Send In The Army” een zelf ineengeknutselde percussiebox te mishandelen totdat de splinters in het rond vlogen. In schril contrast hiermee stond het verplichte nummer “I Love A Man In A Uniform”, het enige Gang Of Four anthem dat in het collectieve geheugen is blijven hangen maar eigenlijk niet paste in een set die het in de eerste plaats van metalige gitaren, averechtse baslijnen en hakkende drums moest hebben. Maar ach, na een okselfrisse versie van afsluiter “Damaged Goods” waren we die kleine smet op een voor de rest voortreffelijk optreden al lang vergeten.

De vier heren namen beleefd afscheid van de Orangerie met een diepe buiging daar waar ze zelf eigenlijk een staande ovatie verdienden. Want laat er over één ding vooral geen twijfel bestaan: Gang Of Four slaagt er net als generatiegenoten Killing Joke nog steeds in om na dertig jaar het heilige vuur brandend te houden. En ja, ik weet het, het staat wat haaks op de politieke ideologie van de groep, maar de eerlijkheid gebied ons om hier zelfs een dankwoordje richten tot de kapitaalkrachtige fans…

Organisatie: Botanique, Brussel

Gang Of Four

Gang Of Four - Als een bende jonge wolven

Geschreven door

Met de voortreffelijke nieuwe plaat ‘Content’, die aardig in de buurt komt van het niveau van de klassiekers ‘Entertainment’ en ‘Solid Gold’, heeft het legendarische Gang Of Four alle redenen om zich terug op de podia te storten. Dankzij bands als The Rapture, !!!, LCD Soundsystem, Franz Ferdinand en Bloc Party is het oorspronkelijke Gang Of Four geluid terug ‘hot’ geworden en is het volledig terecht dat de groep terug op tournee gaat.

In de Botanique was het maar al te duidelijk dat het hier geen fossielen betreft en dat de band moeiteloos de spanning en intensiteit van hun beste werk in een puntige en zweterige live set weet om te zetten. Wij durven ons zelfs luidop afvragen of de hier voormelde volgelingen op een podium even sterk voor de dag zouden komen als deze huidige versie van Gang Of Four (de laatste keer dat we The Rapture aan het werk zagen voelden we niet half zoveel energie als vanavond, trouwens, waar zitten die gasten eigenlijk op vandaag ?).

Voor we hier met alle superlatieven voor de dag gaan komen, willen we u -muggenzifters als we zijn- eerst wijzen op de minpuntjes van de avond: Gang Of Four heeft een uiterst knappe en vitale nieuwe plaat uit met amper een paar uitschuivers. Toch hadden ze er voor gekozen om althans één van die uitschuivers, het experimentele niemendalletje “It was never gonna turn out too good”, in de set op te nemen. Ook het matige “A fruitly in the beehive” was om onbegrijpelijke redenen in de setlist verzeild geraakt. Een pak goeie songs van die plaat werd achterwege gelaten, een betere keuze was dus welkom geweest. En wat we een beetje gevreesd hadden, ze vonden het ook nodig om het blijkbaar onvermijdelijke maar voor ons overbodige “I love a man in a uniform” te spelen, een song die de ware Gang Of Four fans eigenlijk kunnen missen als kiespijn wegens niet relevant voor zo een schitterend groepje. Als dit voor u het enige Gang Of Four nummer is dat je kent, gelieve dan nu te stoppen met lezen en u met het schaamrood op de wangen terug te begeven naar uw Simple Minds collectie.
Tot zover het mierenneuken, voor de rest : Amai !! Wat een spetterend concertje.
Ze drukten op de startknop met de venijnige punkfunk kopstoot “You’ll never pay form the farm” uit ‘Content’ en begonnen dan met volle overgave aan een reeks weergaloze klassiekers als “Not great man”, “Ether”, “Paralysed” en “Anthrax”. Het ronduit schitterende “What we all want” sneed ons de adem af en van dan af ging het crescendo. De intensiteit die uitging van uppercut “To hell with poverty”, met voorsprong het hoogtepunt van de avond, was buitenaards. Tussen al die geweldige klassiekers door bleef het nieuwe “Do as I say” mooi overeind, de song kreeg de zelfde springerigheid en stootkracht mee van zijn grote broertjes. Kleppers als “At home he’s a tourist” en “Naturals not in it” zetten de eindspurt in om er tenslotte een definitieve lap op te geven met een genadeloos “Damaged goods”.
De twee oudgedienden zanger Jon King, nog steeds prettig gestoord, en vooral gitarist Andy Gil vormen de hoekstenen van het Gang Of Four geluid. Gil bleek gewoon een wervelende gitarist te zijn met een flitsende, scherpe en spitse eigen staccato stijl, wat ons betreft het handelsmerk van die fantastische Gang Of Four live sound. Als aanvulling kon de fenomenaal pompende bas van Thomas Mc Neice wel tellen. Zo was de totaalsound fel, opwindend en uitermate bruisend. De energie die uit dit viertal ontsproot was een stuk indrukwekkender dan hetgeen we soms bij veel jongere bandjes mogen aanschouwen.

Geen seconde moesten we denken dat hier eigenlijk een stel gezette vijftigers aan het werk waren, als een bende jonge wolven raasden ze doorheen hun ophitsende songs.
Het was ons een waar genoegen.

Setlist : You’ll never pay for the farm – Not great men – Ether – I parade myself – Paralysed – A fruitly in the beehive – Anthrax – I was never gonna turn out too good – What we all want – It’s her factory – Return the gift – We live as we dream, alone – To hell with poverty – Do as I say – At home he’s a tourist – He’d send in the army – I love a man in a uniform – Naturals not in it - Damaged goods

Organisatie: Botanique, Brussel

Mogwai

Mogwai – een instrumentaal gelaagd klanktapijt

Geschreven door

Mogwai – een instrumentaal gelaagd klanktapijt
Mogwai en RM Hubbert
Aéronef
Lille
2011-03-18
Johan Meurisse

Het Schotse Mogwai wakkerde het postrockvuur terug aan met de vorige cd ‘The hawk is howling’. Op de recente ‘Hardcore will never die, but you will’ (opnieuw een treffende cd titel!), houdt de band het bij een ingehouden spanningsboog en een broeierige intensiteit. Ze brengen een combinatie van een zacht, sfeervol en krachtig geluid, repetitief opbouwend, aanzwellend om net niet te exploderen. Een dromerig filmisch, zwevende aanpak door een gelaagd gitaargordijn en klankkleur via keys en percussie. Op die manier kwam het onlangs verschenen ‘Hardcore will never die …’ voorop; we kregen bijna de ganse plaat te horen in de ruim anderhalf uur durende set. Af en toe toonden ze projecties op het achterplan, gewoon fragmenten van dagdagelijkse gebeurtenissen, gebouwen, landschappen of van een fietser die op z’n tocht kijkt, observeert, geniet en … afziet.

Moeiteloos stortten de heren Mogwai zich in dit boeiend, magnifiek muzikaal avontuur, lieten ze zich meedrijven in die filmische melancholie, ingehouden emoties en sfeerschepping, waaronder een apocalyptische tendens schuilt. De recente “White noise” (een violist vervoegde de band bij deze openingssong), “Rano pano”, “I’m Jim Morrison, I’m dead”, “Death rays” en “San Pedro” zaten dan ook in het eerste luik. De band kon steeds rekenen op een warm onthaald en in een Schots dialect van “Cheers thank you” werden we op onze wenken bediend.
“Haunted by a freak”, - met vocoder vocals -, was de sfeervolle turn-over naar het tweede luik. Mogwai zette zijn tanden in meer tempowisselingen, een zacht – krachtige aanpak en explosies. Geconcentreerd gingen ze te werk in die opbouw en waren net als hun publiek gefocust op de weerkerende ritmes. Mooi. Oudjes als “New paths to the helicon” en “Mogwai fear Satan” konden in dit concept niet ontbreken. Ze werden net als nieuwe(re) songs “How to be a werewolf”, “Lionel Richie” en “George Square Thatcher death party” uitgekristalliseerd en  uitgesponnen. Ook het eerste echte vocal nummer “Mexican GP” ontbrak niet, en refereerde deels aan Bloc Party door de elektronicaritmes. Een beetje een andere muzikale look van Mogwai, die niet écht uit de boot viel.
In de bis behielden ze dit muzikaal uitgangspunt met “Like heroid” en “Batcat”, snedig, scherp en vitaal krachtig, die net als eerder gespeeld materiaal kon overstelpt worden van feedbackgeraas, noise, delays en pedaaleffects, elementen die net die apocalyptische destructieve ondertoon ademen.

Mogwai zorgde voor een boeiend geheel, gaf voldoende variaties aan hun postrockgeluid, putten rijkelijk uit het recente materiaal en lieten enkele oudjes niet onbedeeld. Een totaalconcept, de basis van hun huidig broeierig, uitgewerkt gitaarklanktapijt. ‘Mogwai likes you’ en ‘We like them’ ...See them at Cactusfestival, 10 july in Bruges …

Eerder hadden we een instrumentaal folky akoestisch intermezzo van RM Hubbert. Het publiek lustte wel van het intense, emotievolle gitaargetokkel en mans verhalen. Hier mag Festival Dranouter eens op de schouder getikt worden …

Organisatie: Aéronef, Lille

Woods

Woods – Muzikale rijdom

Geschreven door

Een mooi bewaard muzikaal geheim in de Amerikaanse lofi alternative americanafolk is Woods, uit Brooklyn NY , gecentraliseerd rond Jeremy Earl, die met Jarvis Tavernier sinds 2005 de kern vormt. Ze zijn al toe aan de vierde cd ‘At Echo Lake’ en waren onlangs te vinden op de compilatie ‘Welcome home diggin’’, met eerder niet uitgebrachte nummers.
In een DIY - attitude zijn ze geëvolueerd van lofi trash folk pop tot meer indie/ psychedelische rock; kwalitatief puike pareltjes van songs met een hoge stemmenpracht, vooral die falsetto stem van Earl.
Earl is ook nog beeldend kunstenaar, zorgt voor illustraties en van zijn hand verscheen nog het boek ‘Skull’, met daarin een selectie van zijn tekeningen.

Niet te onderschatten dus, dit bandje die een fris geluid bracht met semi-akoestisch materiaal, die door klanken en voices van home tapes en cassettes kleur krijgen. Op een mengpaneel zijn ze een klankbron, en het inspireert hen op het moment zelf. Ze worden in de nummers gemanipuleerd. Ook pedaaleffects en een vervormde, hoge stem in een oude koptelefoon als micro vormt een absolute, toegevoegde waarde.
Woods ademt de sfeer van Guided by Voices, Sebadoh, Fleet Foxes en Local Natives en biedt deels meezingpareltjes. Onderschatte huiskamerpracht waarbij de nummers mooi in elkaar vloeien. Een klein uur lang genoten we van die originele, dromerige aanpak van o.m een “Sufferin’ season” en “Time fading lines”; galm en echo’s vulden aan en er was ruimte voor hun instrumentatie en soundscapes.

In de kleine Maison des Musiques kwam de zelfingenomen band ideaal tot z’n recht. Een breder publiek kan bereikt worden.

Eerder al bracht Sylvester Anfang II een overweldigende, langgerekte, bezwerende trip van postrock, retropsychedelica en donkere folk; hier ook de nadruk op improvisatie. In het handvol nummers dat ze speelden, hoorden we repetitieve ritmes, drones, schemersoundscapes en aanzwellende gitaar - en synthpartijen; een transfusie van klanken. Instrumentale muziek met een grauw, zwart randje.

Organisatie: Vk*, Sint-Jans Molenbeek

Interpol

Interpol gaat terug back to basics in hun ‘80s waverock

Geschreven door

Met hun derde album ‘Our love to admire’ lonkte Interpol heel eventjes naar de stadions, maar met de sobere laatste plaat ‘Interpol’ zijn ze terug met beide voetjes op de grond beland. Het album heeft ook niet zoveel commotie losgeweekt en geeft maar mondjesmaat zijn pareltjes vrij (zoals “Lights” bvb, een song die alsmaar beter wordt). De Lotto Arena in Antwerpen was dan ook niet uitverkocht maar de trouwe fans mogen absoluut terugdenken aan een fraai optreden.

Net als op de laatste plaat is ook de live sound teruggebracht tot de essentie, ‘back to basics’ zeg maar. Bovendien heeft Interpol voor deze tour gekozen voor een niet zo voor de hand liggende setlist met minder bekende maar weliswaar knappe songs als “C’mere”, “The new”  en “Lenght of love”. Vooral “Not even jail” werd driftig en puntig geserveerd, een song die er op ‘Antics’ niet echt uitspringt maar die vanavond tot één van de hoogtepunten mocht worden gerekend.
Klassiekers als “Evil”, “Slowhands” en “The Heinrich Maneuver” werden dan weer in een hitsige en ietwat snellere versie gespeeld, de songs werden ontdaan van alle franjes en overtuigden in deze primitieve aanpak. Dat Interpol teruggrijpt naar hun eigen roots bleek ook uit de greep songs die uit de debuutplaat werd genomen, zo was “Say hello to the angels” jachtig en gedreven en klonk “Untitled” ronduit fantastisch.

Eén en ander laat ons concluderen dat Interpol -in tegenstelling tot verwante bands als White Lies en Editors die voorzichtig de weidse geluiden en het bombast opzoeken- vasthoudt aan een pure eighties sound zonder al te veel galm en echo’s (vergelijkingen met The Chameleons en The Sound gaan nog altijd op).
Wat ons betreft hebben zij hiermee de juiste keuze gemaakt en blijven zij onze absolute nummer één van het trio Interpol – Editors – White Lies.

Een aangename opener van de avond was Matthew Dear, een netjes in kostuum en haargel gestoken gentleman die ook al teruggrijpt naar een eighties sound, deze keer meer verwant aan Fad Gadget, Gary Numan en een ferme brok Bowie.
Zijn elektronische muziek werd aangenaam opgefleurd door een attent trompetje en de songs kregen een tamelijk ophitsende dansbare vibe mee. In een kleinere club zou dit echt wel een stomend concertje geweest, maar ook in de Lotto Arena bleef het geluid overeind, al zijn Interpol fans natuurlijk geen uitbundige fuifbeesten en bleef de sfeer dan ook beperkt tot wat voorzichtig heupwiegen.
Maar hetgeen wij hier vanavond hoorden was best wel interessant. Matthew Dear heeft serieus wat in zijn mars en wij voorspellen hem een mooie toekomst binnen de wereld van de elektronische muziek. Wij vinden dit trouwens veel beter klinken dan het overschatte gepingel van de sufgehypete James Blake.
Check even Matthew Dear’s puike laatste plaat ‘Black City’ en u zal begrijpen wat we bedoelen.

Organisatie: .Live Nation

Various Artists

Various Artists - Fiesta Club presents ONE

Geschreven door

Een overtuigend dubbel compilatie album voor de danslustigen is er nu met de Fiesta Club presents One. Voor wie het zaterdagavond gevoel in een club of op StuBru eigen wil maken, zal probleemloos de compilatie aanschaffen. DJ Cosmic, MK, Fad-G & Benoit de Neco zorgden hiervoor.
CD1 is een urban dance party plaat – r&b/hiphop party grooves en clubdance met softy en meer pompende beats, reggae, ragga kruisen de soul en r&b bass. Het is aangenaam voer om naar te luisteren, te ondergaan, hoewel het gevoel een beetje teveel van hetzelfde halfweg de cd om de hoek sluipt. Met Usher ft Pitbull en Aloe Blacc kun je al niet te veel verkeerd doen. Na de etherische Cocteau Twin sample op “Your love” van Nicki Minaj komt vooral de reggae/ragga/dubstep op het voorplan met Gyptian, Mario en R Kelly ft Wysdin & Yandell. Natuurlijk kan een Busta Rhymes binnen deze stijl niet ontbreken en met Fatman Scoop ft The Crooklyn Clan en Young Money ft Lloyd werd terecht een kookpunt bereikt.

Your favourite Switch - Life is music hoor je dan ongetwijfeld op de tweede cd. De nummers in een dansconcept gaan naadloos in elkaar over; hier noteren we toch enkele hoogtepunten die een Tomorrowland inluiden van een Swedish House Mafia ft Pharrell, Duck sauce, Yolande be cool naar de trance van Tim Berg en de puike, energieke en opzwepende dance van artiesten als Steve Angello & Laidback Luke ft Robin S (“Show me love”) , John Dahlback’s “Pyramid”, “Moonbach” van Silvio Ecomo & Huckie en Cidinho & Daca (“Rap das armas”). Naar het eind wordt het tempo nog aanstekelijker met Major Lazor ft Vybz Kartel (“Pan de floor”), “Warp 1.9” van The Bloody Beetroots en “Hey Hey” van Dennis Ferrer. Dancefloorkillers, fijn & hitgevoelig. Entertainment op z’n plaats dus …

The Black Eyed Peas

The Beginning

Geschreven door

Het succesverhaal van het Amerikaanse Black Eyed Peas begint met ‘Elephunk’ in 2003. De heren hiphop rappers Will.I.Am, Taboo, Apl.De.Ap krijgen de bevallige zangeres Fergie in de band en maken een plotse muzikale shub en scoren meteen een paar grootse danshits als “Let’s get retarded”, “Shut up” en “Where is the love”. Intussen zijn we drie cd’s verder en is BEP  na ‘Monkey Business’ van 2005 muzikaal fors achteruit gegaan, ondanks dat ze steeds een handvol megahits klaarhebben.
Een supergroep is het geworden, aangenaam vertier, die de festivals kleurt en z’n publiek weet op te zwepen met songs als “Don’t phunk with my heart”, “Pump it” en “Don’t lie” van ‘Monkey Business’, en uit ‘The E.N.D.’ “Boom boom pow”, “Rock that body”, “ Meet me halfway” en “I gotta feeling”.
De nieuwe ‘The Beginning’ is een ware recyclageplaat geworden … de helft bewerkt met bekende jaren ‘80 hits, gedateerd, die een Eurodancehouse sausje krijgen. “The time”, “Love you long time” en “Fashion beats” scoren het hoogst in plagiaat, maar worden nu net de grootste hits. Die stukken geven ze twa trance trucjes, verkapte raps en een opwindende groove. Zonder al te veel moeite hapklaar dus. De overige songs, buiten de laatste twee “Just can’t get enough” (nee geen Depeche Mode) en “Play it loud”, zijn allesbehalve goed . Maar ok, ze hebben opnieuw een kleine helft hits, die hen als één van de grootste bands van de laatste tien jaar maken en zij malen er niet om … so do we?!

Selah Sue

Selah Sue

Geschreven door

Eindelijk is het er  van gekomen dat Sanne Putseys aka Selah Sue een debuutplaat uit heeft. Ze presenteert zich als een klassedame, bulkend talent die over een doorleefde soulstem beschikt, helder, indringend, intrigerend en emotievol klinkt en zorgt voor onnavolgbare raps. Ze steekt souldames Joss Stone, Amy Winehouse, Lauren Hill en Erykah Badu naar de kroon en ze maakt huidige talenten Duffy en Adele jaloers.
Iedereen houdt wel van haar  … Ze is een Belgisch talent die een wereldwijde doorbraak verdient. De Leuvense is er met de jaren maar op vooruit gegaan. Ontdekt in 2007 door Milow en door de  talrijke optredens solo en met haar band, heeft ze een erg evenwichtige , gevarieerde, overtuigende, sterke plaat uit, een swampende fusie van pop, soul, r&b, jazz, reggae, ragga en dubstep; ze brengt vette, ingetogen en gevoelige tracks die uiterst genietbaar, bezwerend en groovy kunnen zijn, “Peace”, “Crazy vibes”, “Black part love”, “Raggamuffin”, “Fyah fyah fyah” en “Crazy sufferin style” om maar een paar op te noemen.
Solo en ingehouden op haar gitaar refereert ze nauw aan Luka Bloom, een vleugje trippopritmes en lome basslines op “Just because I do” sluipen om de hoek.
Eerder al smolten Prince en Cee-Lo Green voor haar, - luister maar naar “Please” die Joss Stone en Solomon Burke verenigt.
De cover “Valerie” staat niet op het debuut, maar wat we horen doet een groots Belgisch Talent besluiten, eigentijds en pur sang. Een Top Selah Sue!

My Bee’s Garden

Hunt the sleeper

Geschreven door

De naam My Bee’s Garden is misschien nog niet wat je zou zeggen doorgedrongen tot de Vlaamse hersenpannen maar tot dusver mag deze Melody Prochet, om wie het allemaal draait, zeggen dat één van haar beroemdste fans Charlotte Gainsbourg is.
En dat is zeker niet zo’n verrassing want wat deze 23 jarige Française presteert op haar debuutalbum zou enkel maar de goedkeuring van papa Serge tot gevolg hebben.
Mevrouw Melody (herinner u Nelson) hijgt zich door een tiental nummers die volgens haar onder te brengen zijn onder de noemer shoegaze.
Eigenlijk is dat nog zo’n slechte benaming niet want naast de latere Cocteau Twins horen wij ook invloeden van Broadcast en Pram. Daarnaast hoor je door heel wat nummers de psychedelische invloeden van ‘L’homme à tête de chou’.
De aanstormende lente kon geen betere aankondiging kennen dan deze plaat die verplichte kost is voor alle indiepopfans, en natuurlijk ook de liefhebbers van het schoon vrouwvolk.

Info www.myspace.com/mybeesgarden

Hans Joachim Roedelius

Geschenk des Augenblicks/Gift Of The Moment

Geschreven door

Wie regelmatig de cdrubriek van de site leest, zal ondertussen ook wel weet hebben van Bureau B, het Duitse label dat stelselmatig allerlei obscure releases van Krautrockartiesten terug op de markt weet te brengen. Hans-Joachim Roedelius is ondertussen 77 jaar geworden en deze man speelde een cruciale rol in de Krautrockgeschiedenis, en dus ook in het verdere verloop van de elektronische muziek.
Samen met Dieter Moebius vormde hij de legendarische band Cluster, en was hij ook natuurlijk de man achter Harmonia. Het zijn allemaal groepen die één voor één het pad gekruist hebben met die van Brian Eno en dus mede aan de wieg stonden van wat later zou bekend staan als zijnde de ambientbeweging.
‘Gift of the moment’ (of om de originele titel trouw te blijven ‘Geschenk des Augenblicks’) was de tiende plaat in Hans-Joachim’s carrière en meteen ook zijn meest succesvolle.
Op zich een best bizar feit aangezien Hans-Joachim op deze plaat de elektrosfeer liet voor wat het was en eigenlijk een neoklassieke plaat maakte.
Muziekjournalisten bestempelden dit al gauw als ‘Proto New Age’ en hoe vaak we journalistentermen met argusogen moeten bekijken, hadden ze het dit keer wel bij het rechte eind want met piano en cello creëerde Hans-Joachim Roedelius een klanktapijt vol minimalistische klassieke klanken die je een andere (dromerige) wereld doen zien.
Het is trouwens opmerkelijk hoe dicht dit soort muziek stond bij wat hier in België gelijktijdig werd gedaan met Soft Verdict (de groep rondom Wim Mertens).
Mensen die van avontuurlijke muziek houden moeten zich hier beslist eens aan wagen!

Pagina 695 van 881