logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Zara Larsson 25...
Enter Shikari -...
Johan Meurisse

Johan Meurisse

Arno mag dan al de zestig voorbij zijn, al dertig jaar intrigeert de nachtburgemeester en ongekroonde peetvader van de Belpop. Een nog niet versleten Arno verbaast de laatste tien jaar met enkele opmerkelijke platen als ‘Charles Ernest’, ‘French Bazaar’ en ‘Jus de Box’. Hij gooit de handdoek nog niet in de ring en verbaast opnieuw met de huidige cd ‘Brusseld’, die de samenhorigheid van ons landje bevordert en de Brusseleirs, Vlamingen en Walen een hart onder de riem geeft. Kunnen de heren en dames politici ‘Non’ en ‘Oui’ even aankloppen bij Arno aub, want geen enkele préformateur, ontmijner of bemiddelmaar slaagt erin mensen op zo’n spontane wijze bij elkaar te brengen  … en btw de Oostendse Brusselaar woont in de buurt.
De eerste clubtour houdt hem netjes in Brussel, verdeeld over het KVS, de Botanique, het Koninklijk Circus, de AB en de Vk* … de verschillende talen en culturen dicht bijeen. Na deze tour trekt hij de verschillende clubzalen over het ganse land rond en maakt een wip naar Frankrijk. Inderdaad, op het nieuwe ‘Brusseld’ solliciteert hij als de ambassadeur van Brussel (eigenlijk niet meer nodig zelfs!) en pleit hij gemoedelijk en humoristisch ‘in alle talen’ voor verdraagzaamheid, éénheid en een multi-culturele samenleving in een afwisselend aanstekelijk, fris, dynamisch, rauw en intiem, ingetogen geluid …!

In de twee uur durende set hoorden we TC Matic, Arno & The Subrovniks, Charles & The White Trash European Blues Connection …en Arno himself: de recente cd plaatst hij natuurlijk in de spotlights en hij grossiert in z’n rijkelijk gevulde oeuvre en haalt traditiegetrouw enkele onontbeerlijke classics aan, waarvan de ‘90s uitstapjes het meest opvielen.
Tja, muzikaal noteerden we hier een monsterscore, net als PSV tegen Feyenoord (10 – 0 ) … Allez, de toegevoegde titel ‘Allez Allez Circulez’ was hier meer dan ooit op z’n plaats: een pak mooie melodieuze songs, venijnige stampende rockers, enkele nachtkrakers, aanstekelijke kroegliederen en weemoedige, gevoelige ingetogen ballads, broeierig, intens, funky, doorleefd en bij het nekvel grijpend.
Arno en z’n rechterhand Serge Feys beschikken opnieuw over enkele klassemuzikanten, ondersteund door een kleurrijke, Zuiderse backing vocal van de bevallige Sabrina, met Marokkaanse roots, die de songs naar een hoger niveau kon tillen.
In welke landstaal ook, in ’t Ostends dialect, op z’n Bru-ssels, in ’t Frans of in ’t Duits, kon hij elke song, hoe emotievol, rauw en doorleefd, op luchtige wijze inleiden als een volleerd stand-up comedian en de nodige show aan verkopen, onmiskenbaar verbonden aan het huidig leefklimaat, verhalen aan de ‘Marolliense’ toog en gemoedelijke, rakende familiale kwesties over z’n moeder, grootmoeder en z’n tantes. Hij gooide er aardig wat anekdotes aan toe, deelde speldenprikjes uit en zong in het Engels, Frans en voegde er een Vlaams dialectsausje aan toe. Kortom, een Arno op z’n best, met een totaal geluid in z’n oud vertrouwde pose aan de micro of het zich neerploffen op z’n stoel zoals we al zagen op enkele plaathoezen.
De ‘GeBrusselde’ Belg kon niet beter openen als met het snedige “Brussels”, een ‘l’union fait la force’ in de drie landstalen. De kermiscarrousel van “Mademoiselle” volgde, bepaald door synths, toetsen en cymbalen. “God save the kiss” kreeg een warm Zuid-Europese pastel door de backing vocaliste. Ook het ingehouden “Elle pense quand elle danse”, gericht aan z’n verliefde zoon, klonk breder … van een sobere pianotune ging het naar een opbouwende rockversie. De spotlights vervaagden nu van het recente album en Arno grasduinde met een rauw ‘freakende’ “Meet the freaks”, een broeierige “See line woman” en een intiem sfeervolle “Lola”, die teruggreep naar een jaren ’20 - ’30 geluid en een specialleke was voor z’n grootmoeder.
En die muzikale afwisseling behield Arno met z’n band tot aan de classics: van de forse armslagen van “Ca monte/Monday” en “Black dog day”, de innemende zwier van “Danse danse Françoise” naar het spannende, opzwepende “Ratata” tot de smerige zaligheid van “Rock’em out” en “With you”. Een groots gespeelde, bezwerende “Watch at boy” vormde een hoogtepunt en integreerde verschillende stijlen; hij verwezenlijkte hier een trance-effect. Verder kreeg je de krop in de keel met de tristesse van “Quelqu’un a touché ma femme”, de Bob Marley cover “Get up, stand up” en het door merg en beende gaande, in de bis, “Les yeux de ma mère”. Allerheiligen glipte door …
En dan was er ruimte voor de Arno ‘classic trein’ met “Je veux nager” en een hoempapa accordeon meezingbare versie van “Oh lala”. Het lang uitgesponnen “Putain putain” werd nog krachtiger mee gezongen en besloot met het Belgische volkslied. Op een kermistune werden de groepsleden voorgesteld en bedankte hij Serge Feys nogmaals voor de 35 jaar dienst. Als zij elkaar niet goed zouden kennen … Leuk was hoe Adamo’s “Les files du bord de la mer” werd aangepakt door de lichte swing, de clowneske uitdrukkingen en de gevatte, pittige woordspelingen.

Arno is duidelijk op dreef, speelt tijdloze rock en is eigenlijk een soort ‘Fun Lovin’ Criminal’, die we hoorden toen we verdwaasd achtergelaten werden door Arno …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Botanique, Brussel

donderdag 14 oktober 2010 02:00

Radio Rain & Hard Luck Stories

Nona Mez is het alter ego van de Leuvenaar Geert Maris. Hij komt sterk voor de dag met de 2CD ‘Radio Rain & Hard Luck Stories’, dat op het label van Milow, Jonathan Vandenbroeck is verschenen. Sober ingehouden semi-akoestische songs gedragen door een fluwelen stemgeluid, af en toe ondersteund van bas, piano, toetsen, en drums. Het zijn eenvoudige, pakkende, ingetogen songs, die weten te raken. CD I klinkt misschien iets krachtiger dan CD 2. Ook de tweede stem van Milow op “Hard luck stories” of de emotievolle backing vocals van Juliet Coy op “Best out of three” en “Happy thoughts” bieden een meerwaarde aan het doeltreffende materiaal van Maris … grootse songs van de kleine dingen des levens. Subtiel uitgewerkte songs die ervoor zorgen dat de dubbelplaat erg overtuigend klinkt …

donderdag 07 oktober 2010 02:00

The Suburbs

Het uitgebreide Canadese collectief Arcade Fire, rond Win Butler & Régine Chassagne, heeft opnieuw een sterke plaat afgeleverd … de derde in rij trouwens na ‘The funeral’ in 2004, die verwees naar de negen overleden familielieden van de Canadese band in de afgelopen jaren, en ondanks de weinig vrolijke noot, speelsheid en uitbundigheid combineren met ingetogenheid en dramatiek. Die dramatiek kende een bombastische, orkestrale inslag op de in 2007 verschenen ‘Neon Bible’, die net als het debuut klasse songs bevatte. Het rijkelijke instrumentarium gaf kleur aan het theatrale album.
’The Suburbs’ is een meer directe plaat, die als rode draad het leven van een dertigjarige componist reflecteert, die een voorzichtige blik over de schouder werpt naar de weg die je hebt afgelegd en de doelen die je hebt vooropgesteld.
We horen een rijk, divers en uitgebalanceerd geluid die de zwaarmoedigheid en dramatiek van weleer goed heeft opgevangen.
Zestien nummers vinden we terug op het magnus opus van Arcade Fire, die net als op het debuut werkt met deelstukken. Broeierige songs die intrigeren door de puike, spannende opbouw hebben ( o.m. “Ready to start”, “We used to wait”, “Modern man”, “Rococo” en “Half light”), of krachtige rock kunnen bevatten (“Empty room” en “Month of May”). Af en toe gaat het collectief sfeervoller te werk en laten ze de toetsen wat meer doorklinken (“Half light I”, “Wasted hours”, “The Suburbs I & de outtro”).
De plaat is uiterst boeiend om in z’n geheel te beluisteren. Was de band voorheen met hun aparte sound eerder uitnodigend voor de kerkdienst, dan kunnen ze nu concertzalen, festivalweides en pleinen overrompelen met dit standvastig, consistent, evenwichtig poprockend album.

donderdag 07 oktober 2010 02:00

Crazy for you

Fijnzinnige indie/surf zomerpop is afkomstig van het Amerikaanse duo Bobb Bruno en Bethany Cosentino. Het duo geeft de songs een behoorlijke ‘jaren ’50 – jaren ’60 vibe en kustgevoel en refereert nauw aan het Beach Boys en Ramones geluid; de korte songs hebben een meezingbaar, neuriënd en fluitend gehalte. Broeierige, zweverige pop, die soms wordt gekenmerkt door huppelende ritmes of een meer directe aanpak kunnen hebben, overspoeld door de ietwat hogere prachtzang van Bethany of door de samenzang.
De cd klinkt minder obscuur en is netter dan de vroegere EP’s. De garage/lofi sijpelt maar af en toe door in de opbouw en de rauwere aanpak.
Geniet alvast van het gevarieerde materiaal als “The end”, “Goodbye”, “I want to”, “When the sun don’t shine”, “Honey”, “Happy” en de eerste songs van de cd, “Boyfriend” en de titelsong”, die mogen ingelijst worden.
We voelen zo de windbries en ervaren een Zon - Zee - Lucht gevoel op hun debuutplaat ‘Crazy for you’ …

donderdag 30 september 2010 02:00

Goldfrapp op half feestelijke kracht …

We waren benieuwd hoe de gig van Alison Goldfrapp en Will Gregory er aan toe zou gaan. Tussen 2003 en 2007 konden we gegarandeerd rekenen op een stomend sensueel, zwoel en kitsch elektro/disco/pop feestje, door platen als ‘Black Cherry’ en ‘Supernature’. Het variërende ‘7th tree’, de voorlaatste worp, greep deels terug naar het sfeervolle, ijzige debuut ’Felt mountain’ en het recente ‘Head first’ is eerder een inwisselbare tweedehands ‘Black Cherry’/’Supernature’ geworden.

Live liet het ook z’n sporen na en hadden we ook het gevoel ‘het al eerder’ gehoord te hebben, minder aanstekelijk en prikkelend, meer flets en plat, ondanks de hitgevoeligheid, de leuke, catchy, huppelende ritmes, de (licht) swingende lijn en de zalvende, ontspannende tunes.
Inderdaad, haar smachtende, tot de verbeelding sprekende ‘body to body’ (massage) music raakte en beklijfde minder. Maar laat ons niet te diep zakken in teneur, er waren de vier lekker in het gehoor liggende songs “Rocket”, “Believer”, “Alive” en “Dreaming” van het recente album, en de resem classics als “Train”, “Ride a white horse” en “Oh la la”, die door de krachtige beats voldoende inwerkten op de dansspieren en een ideale versmelting vormden van ‘80’s electro en disco. De glamour en kitsch zagen we in de performance, de act, de glitterkledij en de wapperende haren. Een niets-aan-de-hand sfeertje, ondersteund door haar gouden fluwelen stem, die elan en kleur gaf aan de songs.
En in de bis bezorgde ze kippenvel met het fragiele, sfeervolle “Little bird” door de sober gehouden begeleiding en soundscapes; een hemels indringende, breekbare “Lovely head” uit haar debuut, gedragen door haar zuivere, heldere vocals, konden zelfs een glas doen rinkelen of breken. Tot slot trad ze nog in vederpak aan om een broeierig opbouwende, pompende “Strict machine” op ons los te laten en te besluiten met een electrofeestje.

Goldfrapp voelt een forse concurrentie van de huidige rits electro/discochicks aan, en kan er zich niet meer van losmaken en onderscheiden. Ontploffen deed het allemaal niet meer en daar zit het matige songmateriaal van de laatste platen wel voor iets tussen …

De supports waren van Franse makelij, de ene een soort klassiek Wagner in een saloonbar, de andere, een electrotechneut op z’n John Foxx die het publiek warm trachtte te maken voor Goldfrapp …

Organisatie: Agauchedelalune, Lille (ism Aéronef)

donderdag 30 september 2010 02:00

The ghost who walks

De roodharige Engelse Karen Elson, echtgenote van Jack White (The White Stripes/ The Raconteurs / Dead Weather / …), heeft al een succesvolle carrière als topmodel, en muzikaal brengt ze zachtaardige, gevoelige rootrock. Haar debuut ‘The ghost who walks’ is volwassen en klinkt overtuigend.
Invloedrijk was de cabaret van The Citizens band, waarin ze vroeger zong, en de uitstapjes richting traditionele country, folk en gothic. Er valt voldoende afwisseling te noteren in haar sfeervol onderhouden songs, die bezwerend zijn door een instrumentarium van saloonpiano, intrigerende toetsen, steel pedal, akoestische en elektrische gitaar, accordeon en droge drums. Het zijn fijnzinnige, dromerige en emotievolle composities, die een ongepolijst, helder geluid kennen en bepaald worden door haar indringend en zuiver stemgeluid. Luister maar eens naar die variatie in pakkende songs als “The truth is in the dirt”, “Lunasa”, “100 years from now”, “Stolen roses” en de titelsong, de broeierige aanpak van “Pretty babies”, “Cruel summer”, “The birds they circle” of de directe aanpak van “Garden”, “The last laugh” en “Mouths to feel”. Fascinerend debuut!

We beleefden ‘a fine time’ met het immer sympathieke gezelschap Kid Creole rond de oorspronkelijke leden August Darnell (zang/performer)en Bongo Eddi (percussie), die geflankeerd werden door drie tot de verbeelding sprekende dames, The Coconuts, in (Tarzan &) Jane plunje. Darnell is een entertainer eerste klas die als geen ander het publiek naar z’n hand krijgt, weet warm te maken en de menigte aan het dansen brengt.

Op het podium zagen we wel dertien leden, want naast Kid Creole en z’n drie Coconuts, hadden we een toetsenist, gitarist, bassist, een Vlaamse drummer, aangevuld met een blazersectie (sax/trompet/trombone) en Christina Channee, de bevallige backing vocaliste met Indianenbloed.
Beïnvloed door members als Earth, Wind & Fire, James Brown en Chic, droop de funk, disco en clubdance er van af. In ’82 bereikte de band z’n hoogtepunt met de plaat ‘Tropical gangsters’; de latin van salsa, samba, limbo, rumba, merengue, conga, chacha en afro drongen door.
Op die manier genoten we van de feestelijke, erotiserende cocktailparty. De sensuele, exotische synchrone danspassen van de dames riepen een ‘Lekker Live’ gevoel op. Een uiterst leuke, genietbare, zorgeloze en ontspannende avond dus, die wel onreine en onkuise gedachten deed opborrelen …
Op de ophitsende en aanstekelijke tunes van “Caroline was a drop out” kwamen de bandleden één voor één op, Bongo Eddie voorop, zagen we de opmerkelijke aan Prince refererende outfit van Darnell, en klap op de vuurpijl - niet te ontbreken - de drie deernes in schaars geklede tijgerplunje. Wat een onthaal. Wat volgde was een wervelende show van sprankelende, zwoele uitgesponnen versies van “I’m a wonderful thing”, “No fish today” en “Stool pigeon”. Een perfect op elkaar ingespeelde band en een samenhorigheidsgevoel noteerden we. Soms leek het erop dat het OLT Rivierenhof was omgetoverd tot een gospel kerkje, die de zondagmis inleidde …
Het dipje zat middenin de set toen de knappe Indiase – voor de gelegenheid gekleed als een ‘Heidi-aus-Tirol’ schoolkind -, zelf een nummer mocht zingen, “My Boy Lollipop”, die muzikaal nergens naartoe ging. Maar zoals het bij een mis kan horen, waren we vergevingsgezind en kon ze in vrede gaan. Darnell gaf de zegen van “If you don’t love yourself, love someone else”. Wat op z’n beurt “Annie, I’m not your daddy” inleidde, voor alle ‘Annies’ die vanavond nog wilden doorfuiven. Alle mogelijke Zonnige en Zuiderse stijlen werden op een hoopje gegooid, en door de opbouwende, vollere instrumentatie ging het naar een climax; “Welcome to the lifeboat party” was de gelijke die de party nog meer aanwakkerde.
The Coconuts, in vele gedaantes te zien, kwamen tot slot in de spotlights op “Don’t take my Coconut”. De bijhorende, ingestudeerde act van aantrekken en afstoten en de ‘Egyptian walks’ vormden een speelse afsluiter.
We misten kleppers als “Endicott” en “The sex of it” niet echt, want in de anderhalf uur durende set bleef de glimlach behouden, zorgde voor ‘body heats’ en zette aan tot vingertics, handclaps, heupwiegen en dansen.

Leki And The Sweet Minds warmden de party op en dat deden ze meer dan verdienstelijk. De dame knipoogt naar de Motown stal en geeft een groovy tik aan haar soulfunkypop. We hoorden een onweerstaanbare streling voor oog en oor en ze straalde een ‘positive vibe’ uit. Vooraan het podium was er sprake van een familiehappening met huppelende kids, die zich rot amuseerden. De multi-getalenteerde singer/songschrijfster met Kongolese roots heeft ook een boodschap te vertellen en komt op voor de zwaksten door ‘Goede Doel’ projecten. Niet alle nummers waren sterk, maar wat ze met haar band speelde, was meer dan de moeite waard!

Organisatie: OLT Rivierenhof, Deurne (ism Arenberg) 

donderdag 23 september 2010 18:17

Shadows

Het Schotse Teenage Fanclub neemt de laatste tien jaar rustig de tijd te werken aan hun platen. Zo zijn ze nog maar aan de vierde plaat toe sinds 2000. Dat ze nu maar om de vijf jaar aan iets nieuws werken, heeft te maken dat de drie songschrijvers Norman Blake, Gerard Love en Raymond McGinley uitgeweken zijn naar verschillende landen. Twintig jaar zijn ze al bezig en putten muzikale energie van groepen als Big Star (een great old favorite van Teenage Fanclub!), The Byrds en The Beach Boys. Zelf lagen ze begin jaren ’90 mee aan de basis van de huidige indiescene.
Fraaie popsongs zonder al te veel weerhaken en schokkende wendingen, weemoedig, dromerig, ingehouden en sfeervol, met finesse en subtiliteit gespeeld. De subtiele samenzang en het gitaarspel geven kleur. Rustig voortkabbelende songs dus voor heerlijke, lome zomeravonden …

donderdag 09 september 2010 02:00

Pigeons

Terechte belangstelling is er voor het uit NY, Brooklyn opererende Here we go magic van Luke Temple, die verdraaid iets mee heeft van Finn Andrews van The Veils. De band brengt spannend meeslepende zweverige poppsychedelica en indiefolk door de veelheid aan zalvende melodieën en een gelaagd kleurenpalet van synths, gitaarriedels, drums, bleeps en belletjes, gedragen door warme onvaste vocals. Het siert de repetitief opbouwende tracks, die dromerig als springerig , opzwepend kunnen zijn. “Hibernation”, “Collector”, “Bottom feeder” en “F.f.a.p.” intrigeren, maar niet alle songs zijn sterk. Nee, Zo gaan “Moon” en de afsluitende “Vegetable or native” en “Herbie I love you, now I know” de mist in en verzuipen ze in een psychedelische brij …
Live staat het ensemble er overduidelijk en geven ze hun songs een broeierige opbouw en een krachtige (noise) injectie, wat hun naam alle eer aandoet …

donderdag 26 augustus 2010 02:00

Ik, Steven H

Danig zijn we onder de indruk van de EP van Steven H(eyse) uit Kaster. Hij rapt er op giftige wijze op los in een West-Vlaams dialect en geeft z’n aanstekelijke hiphopsounds vervaarlijke, dreigende dynamisch creatieve wendingen, zoals we dit in ver verleden hoorden van de Beastie Boys, Gangstarr en Coldcut.
Als we in eigen boezem kijken, refereert Steven H aan de ‘90s van Prophets Of Finance (pré-’t Hof) die even fel en verbeten te werk gingen. Toegegeven, de eerste songs (de single “’t Zit tegen”, “Ne saaien beat”) van de EP hebben een frisse, speelse, opzwepende melodie. In de andere drie, “Avvekeurd”, “Ik zoeke vuert” en “Te late” neemt hij wat gas terug; ze zijn meer richting r&b en klinken zalvender.
De man heeft al een goed cv op zak als finale Westtalent, finaleplaatsen in rockconcours en het Groot Geweld en verdient met de EP die fikse stap voorwaarts … Een groots entertainer-in-spé! “Ein voar onder j’un konte te geven, zouden ze bij ons zeggen …

Ohja, de plaat bevat een insert met uitknipbaar Steven H-masker, microfoon en mini-pancarte waarmee de fans zelf een Steven H-imitatie ten beste kunnen geven …

Info op http://www.stevenh.be

Pagina 240 van 299