logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

frank_carter_an...
DIIV 6-03-2024

The Gaslight Anthem

The Gaslight Anthem - Passievolle straight-forward rock

Geschreven door

De AB werd in gang gereden met de poppunkertjes van Sharks, zo een groepje van dertien in een dozijn. Piepjonge kereltjes die helemaal nog niet rijp waren voor een concerttempel als de AB. Hun geslaagde cover van de onsterfelijke Clash klassieker “I fougth the law” was het enige vermeldenswaardige momentje.

Een stuk beter was de doortocht van Chuck Ragan, in een vorig leven nog frontman van emo-punkers Hot Water Music. Het bleek een goedgemutste struise kerel te zijn met een doorleefde, rauwe en naar Springsteen neigende stem. Hij vertolkte, vergezeld van een naarstige violist, op akoestische gitaar zijn songs met veel bezieling en kon op nogal wat respons van het publiek rekenen.
Wij wensen de man nog een glorieuze toekomst, maar een beetje meer variatie in de songs zou hier wel op zijn plaats zijn. De chuck mocht later trouwens met The Gaslight Anthem nog een potje komen meespelen en zingen, hij bleek een vertrouwde makker te zijn.

The Gaslight Anthem stond vanavond garant voor een aardig staaltje powerrock met de spirit van The Clash, de passie van The Replacements en de schwung van -we kunnen er echt niet omheen- Bruce Springsteen. Er zijn immers te veel raakpunten (die stem, die gedrevenheid) om The Boss niet te vermelden, maar laat toch duidelijk zijn dat The Gaslight Anthem niet zomaar een bandje zijn die hun grote voorbeelden naspelen, ze hebben wel degelijk een eigen geluid ontwikkeld, en wat voor één.

Je voelde en hoorde dat de heren een punk verleden hebben, en daar hebben ze de juiste drive aan overgehouden. Songs als “1930”, “Stay lucky” en “The backseat” waren er het levende bewijs van, dingen die zonder omkijken rechtdoor stormden en niet te veel omwegen opzochten.
De kracht van The Gaslight Anthem zit hem trouwens in de puntigheid van de steeds kort gehouden efficiënte rocksongs die met zijn allen sterk op hun poten staan. Maar liefst 24 nummers kregen we voorgeschoteld in anderhalf uurtje. Geen ruimte voor solo’s of onnodige muzikale opschepperij dus. Heel even nam frontman en uiterst sympathieke peer Brian Fallon de tijd om de zaal toe te spreken, maar voor de rest gaf de groep er zonder veel commentaar een geweldige lap op met gebalde rocksongs voorzien van ijzersterke melodieën, zoals de uiterste knappe en goudeerlijke “Diamond church street choir”, “The Queen of lower Chelsea” en “Miles Davis and the cool”, om er maar een paar te noemen.
Eigenlijk zat het vuur er al van bij de aanvang goed in, maar toch bleek de band naarmate de set vorderde meer en meer onder stoom te komen en ontmondde het hele optreden in een heuse climax. De jonge wolven speelden met een ongedwongen drive en passie en zonder enig zweempje van arrogantie. En om te tonen dat er ook een portie soul door hun bloedvaten stroomt, brachten ze een knappe eigen versie van de onverslijtbare Wilson Pickett kraker “In the midnight hour”.
Trouwens een bijzonder goede inval van Fallon om zonder het podium te verlaten al meteen de bisronde aan te vangen. “Laten we hier gewoon blijven staan en die overbodige pauze overslaan, zo kunnen we meer songs spelen”, zei Fallon. Groot gelijk had ie en daarop zette The Gaslight Anthem al van ver de eindspurt in met een splijtende demarrage met pure Philip Gilbert allures. Het dak ging er af met de gloeiende knalpotten “Great expectations” en “The ’59 sound” (hebben ze elders al een paar keer met nonkel Springsteen hemzelve tot een spetterend vuurtje uitgebouwd) en het almachtige “American slang”. Dan werd er heel eventjes gas teruggenomen met een mooi “Here’s looking at you, kid” om vervolgens finaal te ontploffen met de felle punkrocker “The backseat”.

Kijk, The Gaslight Anthem was nu een groepje volledig naar ons hart …

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

I Love Techno 2010 – geslaagd en terecht 15 kaarsjes uitgeblazen

Wie houdt van dansmuziek kan niet omheen het megaspektakel van I Love Techno. De organisatie vierde feest, want ze waren toe aan de 15e editie. Net als de vorige jaren geraakte het event, dat de verschillende dansstijlen van techno, electro, house, drum’n’bass, ambient, dubstep enz samen brengt, uitverkocht. 35000 liefhebbers van de elektronische muziek konden er terecht voor één groot feest.
Echt grote kleppers hoefden niet op het grootste indoorfestival van Europa; 5 rooms werden gevuld met live acts, dj’s, opkomend talent en gevestigde waarden. Hier troffen de feestvierders, omgetoverde discotheken, carnavaleske toestanden, de beats en de chills elkaar.
I Love Techno was en is de reikende hand voor de kleinere broertjes als Sensation White, 10daysoff, Tomorrowland, Landry Day en het Elements Festival.
Vóór de feesteditie losbarstte werden de Elektropedia Vanguard Awards uitgereikt aan Front 242, de broers Dewaele, José Pascual & Frie Verhelst (USA Import), vzw 5voor12 en Marc Meulemans (postuum). De Brusselse Fuse werd ‘beste Belgische club aller tijden’.
Een honderdtal geïnteresseerden en ouders kreeg meer tekst en uitleg over het event door de politie, het parket en de drugsontwenningskliniek.
De bezoekers worden steeds internationaler. Naast de 20.000 tickets aan Belgen was de rest aan Fransen, Duitsers, Spanjaarden, Italianen, Britten, Zwitsers en Amerikanen.
Steeds meer bezoekers komen per trein, en de controles in het verkeer boden een ‘keep it safe on the road’.
En muzikaal verder dan: dit jaar konden we er terecht om Underworld, die geschiedenis binnen de techno en de dance schreef, aan het werk te zien en verder waren er o.m. Bloody Beetroots, Vitalic, Crookers, Goose, Magnetic Man, Booka Shade, Sound Of Stereo, Ellen Allen, Kele en Dave Clark, één van de spilfiguren van de happening.

We proefden lekkers van een stomend nachtje ILT ingrediënten

Kele heeft even het populaire Bloc Party op non actief geplaatst en amuseert zich met het eigen speeltje onder z’n eigen naam. Rockmusic met elektronische ritmes, grooves en vibes, wat er al zat aan te komen met de laatste plaat ‘Intimacy’. Hij werd begeleid met een live drummer en twee toetsenisten/knoppendraaiers (waaronder een erg bevallige, jonge, hyperkinetische dame). Kele stoeit met elektro, techno, trance, drum’n’bass, tribalritmes en pop, en bracht een evenwicht tussen de electroclash van de soloplaat, de singles “Tenderoni” en “Rise” voorop, met een knipoog aan het materiaal van LCD Soundsystem, enkele Bloc Party afleggertjes en een BP medley van “Blue light”, “The prayer”, “One more chance” en “Flux”.
Live koos Kele met z’n begeleiding voor bruisende energie, amusement en ambiance, maar het was niet direct ‘the cup of tea’ voor het overgrote deel van de dansfreakende jongeren …

Die waren wel te vinden voor één van de toppers in de huige dance, Magnetic Man, die met “I need air” een grote hit op zak hebben. In hun agenda stonden ze genoteerd, want het was aanschuiven geblazen. De hitgevoelige opbouwende lagen trancy dubstep werden gekenmerkt door drum’n’bass en grillige uitstapjes. Mainstream, goed verteerbaar en energiek met plaagstootjes dus …

Een gezellige drukte heerste bij Underworld, die al voor de vijfde keer aanwezig waren. In tegenstelling tot andere jaren was de zaal niet helemaal volgelopen. Daar zal ongetwijfeld de recente cd ‘Barking’ wel voor iets hebben tussen gezeten. De zesde studioplaat van de heren Hyde – Smith verscheen onopvallend binnen de huidige rits releases. Minder trancefloorkillers als voorheen.
Behoorlijk wat nieuw materiaal kregen we voorgeschoteld, maar aan klassiekers ontbrak het gelukkig niet; met “Rez”, “Cowgirl”, en “Two months off” weerklonken steeds meer de hits, met als apotheose “Born Slippy”. Na al die jaren prijkten ze nog waardig op de affiche.

Ook Goose palmde Flanders Expo in. Na de overweldigende liveset op Pukkelpop, verscheen onlangs de nieuwe plaat ‘Synrise’. En Goose is ‘hot’ … ze zorgden voor een geweldig feestje. Hun electropop, punkfunk, ‘80s waverock en beats’n’pieces hadden een onweerstaanbare groove en een pompende beat. Tja, ze zijn ergens tussen LCD Soundsystem, Soulwax ‘Nite Versions’, Kele en Daan te situeren. Het bonkte en echo-de er maar op los daar in de Flanders Expo met songs als “Can’t stop me now” en “Words” uit de pas verschenen ‘Synrise’ en de classics “Black gloves”, “Bring it on” en “British mode”. Goose kan na de AB gerust naar Vorst Nationaal hoor …

En The Bloody Beetroots deden er nog een tandje bij met ‘harder & faster’ wordende beats  een staaltje krachtiger dan de Prodigy. Een nieuwe lichting dansliefhebbers lonkt na Underworld en de Chemical Brothers!

Vitalic is op plaat een outsider, maar live schaaft hij de zaken grondig bij. Door de opzwepende techno en de diverse tempowisselingen, sluit hij duidelijk aan bij de doorsnee danceliefhebber. Ook hier noteerden we ‘hot temperatures’.

Ook Booka Shade is een publiekslieveling en een vaste waarde bij de ILT organisatie. De sympathieke Duitsers legden er de pees op en gingen compromisloos te werk. Snel hadden ze het publiek naar hun hand. Een medley met krachtige, harde, zware beats vlogen om de oren. Het nieuwe materiaal is grilliger en sloeg nog niet meteen aan.

Je kon voor een portie goed gekruide old-school techno terecht bij Dave Clarke, de resident DJ van ILT, waar hij (gelukkig) niet van afwijkt. De aanwezigen waren laaiend enthousiast. Als één van onze all-time favorits is zo’n set dan te snel voorbij. De 15 ILT kaarsjes waren de kers op de taart.

Het lukte echter Robert Hood niet om het volk in extase te houden. Na een korte minimalistische intro was het tijd voor harder werk. Hij triggerde ons om langzamerhand de uitgang te zoeken en huiswaarts te rijden … Misschien zat het vroege uur er wel voor iets tussen …

I Love Techno is een feest waar iedereen kan en mag uit de bol gaan in een vrij ongedwongen, relaxte sfeer. De muziek was verscheiden en er vielen leuke live acts te noteren.
Elk jaar moeten we kiezen en proeven van het degelijke grote aanbod en hebben we het gevoel van ‘die zou ik toch nog moeten gehoord hebben’ …

I Love Techno, tot volgend jaar !!!

Organisatie: I Love Techno - Live Nation

Vieux Farka Touré

Vieux Farka Touré - Gemengde gevoelens

Geschreven door

Wat heb ik lang moeten nadenken om dit te kunnen plaatsen, Cut In The Hill Gang. Wanneer John Wesley Myers (die zich tegenwoordig laat aanspreken als James Leg), frontman van de Black Diamond Heavies , één van de beste livebands van de laatste jaren, en Johnny Walker, zanger van de Soledad Brothers, één van de beste livebands in de jaren daarvoor, zich vervoegen in één groep, dan zijn de verwachtingen uiteraard bijzonder hooggespannen. Voeg daarbij nog nieuwe gitarist (en zanger) Reuben Glaser, voorman van Pearlene, dan mag je wel spreken van een supergroep.
Maar je voelt het al komen, het resultaat was niet bepaald gelijk aan de som der delen. Nochtans begon het indrukwekkend met een slepende blues waarbij Walker, pompend op mondharmonica, heerlijk uithaalde op slidegitaar.
Wat volgde was nooit echt ondermaats (buiten dat nummer, gezongen door de drummer) maar ik bleef toch behoorlijk op mijn honger zitten. Daarvoor wrong het beestje toch te veel. Die natuurlijke flow, die zo kenmerkend was voor de Black Diamond Heavies en de Soledad Brothers ontbrak hier volledig. Zonde ook dat een talent als pianist John Wesley Myers nauwelijks hoorbaar was. Zelfs een gegarandeerde stomper als "Roadrunner" van Bo Diddley bleef deels in het moeras steken.
Naar het einde toe kwam het uiteindelijk toch nog opwindend met ondermeer het onverwoestbare " Gospel according to John", bekend van de Soledad Brothers. Achteraf was ik verre van overtuigd hoewel ik er meteen moet bij zeggen dat wanneer dit een totaal onbekend Amerikaans groepje in één of ander zompig café was geweest ik wellicht superlatieven tekort kwam om deze ontdekking wereldkundig te maken. Nu bleef het gevoel hangen dat er veel meer in gezeten had. Stilaan tijd voor een reünie van de Soledad Brothers, zeker?

Vieux Farka Touré kon dus één en ander goedmaken maar ook dat gebeurde slechts gedeeltelijk. Wie kwam in de hoop wat woestijnblues, zoals we die kennen van vader Ali, te horen was eraan voor de moeite en Vieux mag dan al beweren zich te laten inspireren door jazz, op het podium was daar alleszins niets van te merken. Wat we kregen was vrij stevig gebrachte, aanstekelijke Afropop met veel aandacht voor de percussie maar die toch gedomineerd werd door de gitaar. Want Vieux Farka Touré is een begenadigd gitarist die zijn kunnen soms teveel exposeert.
‘De Santana van Afrika’ hoorde ik iemand fluisteren. Zover zou ik het nu ook weer niet drijven om hem te vergelijken met één van de vervelendste gitaarvirtuozen op deze aardkloot. Zijn gitaar had best wel iets te vertellen en wist het publiek behoorlijk op te hitsen. Eén vrouw kon het niet langer houden en sprong op het podium om daar als een bezetene te dansen onder luide aanmoedigingen van Vieux' muzikanten.
Net toen ik dacht dat het stilaan genoeg geweest was bracht hij op een indrukwekkende manier een nummer van zijn vader en werd duidelijk dat de muziek van Ali Farka Touré heel wat meer inhoud kent dan hetgene we hier gezien hadden. Je zal zijn zoon maar wezen.

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: 4AD, Diksmuide

Wehrmacht

‘Beercore’ thrashers van Wehrmacht na 25 jaar nog altijd fris van de leve

Geschreven door

De Belgische bands Cut Here en Furious hadden hun set al afgewerkt toen we vorige vrijdag door weer en wind rond 21h00 toch nog Antwerpen bereikt hadden op een stormachtige herfstavond. Bij navraag bleken beide bands niet onverdienstelijk. Aan de plakkerige biervloer in de Trix Bar te voelen, waren er al menige liters bier gevloeid tijdens het eerste uur van deze uitverkochte affiche.

Blunt Force Trauma uit Austin, Texas (USA) draaien al 10 jaar mee in het circuit en hebben sinds 2007 niemand minder dan ex-D.R.I. crossover drummer Felix Griffin in hun gelederen. En dat was eraan te horen. Eén brok energie op het podium met zanger Bobby Fuentes en gitarist Slaytoven (de oprichters van BFT) in een leidinggevende rol. De nieuwe bassist Craig Holloway die BFT vervoegde in december 2009, was ook verantwoordelijk voor de brutale cover art van hun laatst uitgebracht muzikaal wapenfeit ‘Hatred for the State’. Straight forward hardcore-metal die deed denken aan de hoogdagen van Sheer Terror. “Modes of Control”, “Revolution” en titelsong “Hatred for the State” werden keihard in het publiek gespuwd. Fuentes kreeg er dorst van en maakte een deal met het publiek: diegene die hem als eerste op een biertje trakteerde kreeg er in ieder geval 2 terug. Dit zorgde voor hilarische taferelen tijdens het daaropvolgende nummer. Van alle kanten werd er bier aangevoerd en op een bepaald moment stonden er zeker 10 pinten voor de zanger zijn voeten. Hij kon een big smile niet onderdrukken, maar kon niet direct repliceren daar hij het te druk had met zijn hate-lyrics. Na de song werd iedereen die hem een biertje aanbood uitgebreid bedankt. Na 30 minuten was het optreden, dat het publiek zéér wist te appreciëren, al terug afgelopen en werd het podium vrijgemaakt voor de volgende band op de affiche.

Na ook nog eens de vloer van de moshpit voor de zoveelste maal gedweild te hebben (een plakkerige bierlaag was de boosdoener van de avond) was het de beurt aan de zweden van AC4 en die gingen al direct los van bij de opener ‘Fuck the pigs’ een ode (J) aan de politie aller landen. Zanger Dennis Lyxzén sprong als een gek heen en weer om dan tijdens het refrein zijn middelvinger aan elke hoek van de zaal te tonen.
De met hanenkam getooide gitarist Karl Backman ramde zijn gitaar alsof hij er nog een eitje mee te pellen had. De kale bassist David Sandström was gehuld in een blauwe overal (cf. Munky van KoЯn) en plukte aan de bassnaren alsof hij in een overdrive modus zat. Drummer Jens Nordén deed denken aan Jack Black van Tenacious D. (zelfde haarsnit maar iets minder in omvang). Hij hield het na het tweede nummer echter al voor bekeken, duwde de helft van zijn drumstel weg en liep het podium af richting kleedkamer.
Daar stonden ze dan, de andere leden van de band, flabbergasted door deze hevige reactie van hun drummer. Maar het kwam toch nog goed en de woede van Nordén kwam alleen maar ten goede aan het verdere verloop van de set. Nog meer agressie was het gevolg in de daaropvolgende nummers "Let's Go To War", "This Is It" and "It's Over In A Second". Lyxzén vroeg daarna aan het publiek in het Engels wat het Vlaamse woord voor “No” was. Toen bleek dat “nee” ook hetzelfde werd uitgesproken in het Zweeds, nl. nej of neej kon de zanger zijn geluk niet op! Hij vond dit namelijk één van de mooiste woorden die er bestonden. Daarop werd het gelijknamige nummer ingezet en in een moordend tempo afgewerkt.
Na een halfuur kwam er ook aan dit energieke optreden een einde. Gezien en goedgekeurd. Het was tijd om het podium te ontruimen voor de hoofdact van de avond.

Wehrmacht - Fast As A Shark Attack- European Tour -
Het was natuurlijk voor het in 1985 (!) opgerichte Wehrmacht, gelegerd in Portland, Oregon in de VS, dat het overgrote deel van het talrijk opgekomen publiek was afgezakt naar Antwerpen. En dat het een grensoverschrijdend publiek was, konden we al opmerken aan de vele Nederlandse en Franse nummerplaten op de parking langs de Trix.
Voor de duidelijkheid: in tegenstelling tot wat de naam van de groep zou kunnen doen vermoeden, hebben de heren van Wehrmacht niets te maken met uiterst rechts en aanverwante sympathieën! Het werd hun eerste gig op het Europese vasteland na 20 jaar afwezigheid en dit in de originele bezetting, zijnde: Mezzi 'Tito' Matos – Vocals, Marco 'Sharko' Zorich – Guitar, John Duffy – Guitar, Shann Mortimer – Bass en Brian Lehfeldt – Drums.
Met hun combinatie van trash/speedcore/crossover/speedmetal en hardcore punk zijn ze dé grondleggers van dit melting-pot genre. Voor elk wat wils! Komt daar nog bij dat ze een leeftijdscategorie aanspreken van 15 tot 45 jaar (T-shirts rond zowel jonge als iets oudere lijven konden dit alleen maar bevestigen).
Klokslag 23h00 zette gitarist Zorich de overbekende tune van de thriller ‘Jaws’ in en kwamen de andere bandleden onder luid applaus het podium opgelopen om direct de klassieker “Shark Attack” uit de boxen te laten schallen.
Wat volgde was een gevarieerde set waar het publiek wel pap van lustte. Er werd gretig geput uit de enige twee (2) albums die ze ooit uitbrachten. De anthems “Drink beer Be free”, “You broke my heart (so I broke your face)” en “Biermacht” uit het gelijknamige album van 1988 werden luidkeels meegezongen.
De moshpit stond constant in rep en roer en op de eerste rij stonden langharige fans van het eerste uur hun kapsel in de monitors te headbangen. De eerste crowdsurfers werden gesignaleerd en de pret kon niet op. Zowel bij het publiek als bij de leden van de band niets dan lachende gezichten: wat Matos de woorden “we feel like we’re still 18 after all these years” ontlokte.
Uit hun debuut album ‘Shark Attack’ van 1987 speelden de ‘oude jongeren’ de klassiekers “
United Shoebrothers”, “Jabberjaw en “Barrage of Skankers” met dezelfde gretigheid als in de begindagen. Dit werkte aanstekelijk op de talrijke fans die dan ook geen moment verloren lieten gaan om zich volledig uit te leven in de vorm van het maken van circle pits, het onveilig maken van de moshpit en het van het podium afspringen om crowdsurfend ergens tussen de hevig headbangende menigte te belanden. De fans van het eerste uur werden slechts 45’ verwend.
Uitsmijter werd “Everb” uit de “Biermacht” album. Toen hield Wehrmacht het voor bekeken en ondanks de honger naar meer verkozen de pioneers van het genre zich in de kleedkamer tegoed te doen aan meerdere alcoholische dranken. Jammer, want het publiek bleef zo op zijn honger naar meer zitten.

We kunnen besluiten dat Wehrmacht na meer dan 20 jaar hun klassiekers nog altijd fris van de lever brengen en dit goedgemutst en met de nodige zin voor humor! Ondanks hun leeftijd gingen ze tekeer als een bende jonge wolven die voor het eerst werden losgelaten in een weide vol met schapen. Een schitterend concert dat in het geheugen gegroefd zal blijven. Leve Wehrmacht!


Setlist Wehrmacht:
[1] Shark Attack [2] You broke my heart (So I broke your face) [3] Drink beer, be free [4] The Wehrmacht [5] Drink Jack [6] Gore flix [7] Napalm shower [8] Barrage of skankers [9] Balance of opinion [10] Radical neck dissection [11] Jabberjaw [12] United shoebrothers [13] Biermacht // [14] Fast as a shark [15] Night of pain [16] Everb

Organisatie: Trix, Antwerpen (ism Heartbreaktunes)

 

Kele

Kele verzekert danceparty!

Geschreven door

Kele Okereke, spil van het populaire Britse Bloc Party, heeft de band even op non-actief geplaatst en leeft zich wat meer uit op rockmusic met elektronische ritmes, grooves en vibes. Het zag er aan te komen na de cd ‘Intimacy’, want hun postpunk, doorspekt van funk en ‘80s wave, omarden ze van een harder industrieel geluid en elektronica loops. Kele werd begeleid met een live drummer en twee toetsenisten/knoppendraaiers (waaronder een erg bevallige, jonge, hyperkinetische dame). De single “Flux” leidde het in 2008 al in, en op dezelfde leest is het solo album gebaseerd.

Kele stoeit met elektro, techno, trance, drum’n’bass, tribalritmes en pop. Hij beleefde er alvast muzikaal plezier aan, grapte er maar op los, kon inspelen op het (jonge) publiek en heeft met “Tenderoni” en “Rise” twee hits op zak. Opvallend weinig volk opgedaagd, die de benen konden strekken op de clubsound. Het bedierf de pret niet, want we beleefden een klein uurtje lang een fijne avond, die een evenwicht bracht tussen de electroclash van de soloplaat, met een knipoog aan het materiaal van LCD Soundsystem, enkele Bloc Party afleggertjes en een BP medley.
Full Metal Jackets “Drill instructor” leidde de partycocktail in en meteen kregen we een salvo electrobeats om de oren van “Walk tall”. Even energiek en bruisend klonk “On the lam”, pompende, hitsende beats en opzwepende drums, waarvan de heldere vocals van Kele sterk doorkwamen en overtuigden. De flashlights sierden het concept. “Everything you want” en “Unholy thoughts” (gebaseerd op één van de vele boeken die Kele las!) klonken broeierig, hadden een leuke groovende basstune en intrigeerden door pianoloops. Hier omarde Kele ook even een gitaar; de songs gingen wat meer richting Bloc Party en die BP pijler is niet weg te denken in het geluid. Een medley volgde, “Blue light”, “The prayer” en “One more time”, die in elkaar vloeiden. Op het einde van de set durfde Kele met z’n begeleiding exploderen met stevige electroversies van “This modern love” en “Flux”. Tja, dat hij nog een groep als BP heeft, was wel duidelijk.
Natuurlijk steeg de temperatuur op de singles “Tenderoni” en “Rise” … de krachtige, dynamische ritmes en beats kregen door de xylopartijen warmte en kleur; ook “Yesterday’s gone” en “All the things I could have” beantwoorden het best aan het laatste materiaal van Kele’s eigen band door een intens spannende rockopbouw en de elektronica speldenprikjes.

Op plaat klinkt het concept wat gematigder en sfeervoller, live koos Kele met z’n begeleiding voor bruisende energie, amusement en ambiance. Leuk allemaal wat hij bracht zonder dipjes en verveling. Op die manier is Kele een soloproject zoals het hoort …

De van Londen naar Berlijn verhuisde ‘jonge’ Mama was de support. Zij probeerde leven in de brouwerij te steken. Enkel op het podium te zien met een laptop en een aan Macy Gray ontleende stem, zorgde voor een portie bezwerende elektronische soulpop, die misschien niet indrukwekkend was, maar een aangenaam opkikkertje en opwarmer was …

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

The Warlocks

The Warlocks toont de tanden binnen de huidige retrostonerpsychedelica …

Geschreven door

Het Amerikaanse Warlocks van zanger/gitarist Bobby Hecksher, is al zo’n goede tien jaar bezig en zijn te situeren binnen de rock’n’roll/psychedelica, toen in de voetsporen van BRMC, The Music en Dandy Warhols; ze haalden de mosterd van de VU, Jesus & Mary Chain en legden een link met Ride en Monster Magnet. Een hypnotiserende, bedwelmende, galmende sound creëerden ze door de repeterende en opbouwende ritmes, soms gekenmerkt van gierende gitaren, fuzz en pedaaleffects. Ze blijven in de belangstelling, mede door de huidige rits Black Mountain, The Black Angels en Tame Impala.
Maar zoals bij vele bands ontwikkelde het uitgebreide combo met de jaren een gevoelige touch, wat hen gematigder en meer slepend en ingehouden deed klinken. Overdonderen met platen als ‘Rise & Fall’ en ‘Phoenix’ doen ze wel niet meer, maar nog steeds weet hun materiaal ons te raken. Onlangs verscheen ‘The mirror explodes’. De uit LA afkomstige band onderneemt nu een heuse world tour en houdt halt in de Grand Mix en de Bota (eind november).

Heel wat volk was opgedaagd om de doorwinterende spacerockende ratten aan het werk te zien, die lekker grossierden in hun heuse collectie. De set moest eerst wat op gang getrokken worden met “Red camera” en “Isolation”. De afwisseling van drie gitaren, synths en pedaaleffects werkten gaandeweg verslavend en aanstekelijk; het uitgesponnen “Shake the dope out” werd een hoogtepunt. Eerder genoten we van “Song for Nico”, een VU hymne en “Baby blue”. Publiek en band vonden elkaar en een ‘rolloverlaydown’ gevoel hadden we door een perfecte afstemming: de tempowisselingen en de aanzwellende, swingende ritmes in hun slepende, overwaaiende sound klonken overheerlijk, ondersteund van de zweverige vocals. Enkele nummers vloeiden op die manier in elkaar over.
Het aanstekelijke “Come save us” was een terechte afsluiter, kreeg middenin een avontuurlijke, alternatieve draai en werd op het eind in een poel van wah wah en pedaaleffects gedropt!
Het warme onthaal tijdens de nummers gaf de band een hart onder de riem; op vijf extra nummers trakteerden ze ons. In een juiste dosis ‘muzikale dope’ stelden ze o.m. onderbouwd en gevat “You make me wait”, “Starpower we need” en “Eyes saw …” voor. Op het podium zagen we binnen deze ‘wall of sound’ donkere schimmen die hun instrumenten deden afzien zonder zich te verliezen in oeverloze fuzz en distortion.

The Warlocks toonden hun tanden binnen de huidige retrostonerpsychedelica bands… Ze waren nog eventjes de grotere, wijzere broer en bewezen dat ze nog niet afgeschreven zijn …

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

Davila 666

Davila 666 - Puerto Ricanen slaan pas gensters in het laatste kwartier

Geschreven door

Alles stond klaar om Davila 666 te laten beginnen toen alsnog het Griekse Acid Baby Jesus kwam opdagen. Er werd dan maar besloten ze nog drie nummers te laten spelen. Nadat het tergend lang had geduurd eer ze opgesteld raakten kwamen ze tot de vaststelling dat de basversterker het niet deed. Ook een aangereikt tweede exemplaar bood geen oplossing. Kortom: chaos troef op het podium en exit Acid Baby Jesus. Geen nood echter: voor wie het nog zou willen, staan ze binnen een tiental dagen in het voorprogramma van The Demon's Claws in Doornik (hopelijk hebben ze tegen dan hun horloges bijgesteld). Met het verdwijnen van de Grieken bleken plots ook alle versterkerproblemen van de baan ...

Davila 666 is een zestal uit Puerto Rico, een eiland in de Caribische Zee die je niet direct met rock-'n-roll associeert. Toch zorgden ze voor een flinke pot enthousiast gebrachte punkrock vol sixtiesinvloeden waarbij de zang centraal stond. Kon ook moeilijk anders met twee, flink met de tamboerijnen rammelende, frontzangers en een gitarist en bassist die voortdurend meezongen. We hoorden korte en vinnige songs terwijl een tweede, wat verborgen gitarist achteraan voor wat contrast zorgde door voortdurend seventies klinkende gitaarlicks door zijn versterker te jagen.
Invloeden van de Black Lips waren onmiskenbaar aanwezig maar het niveau van de Amerikanen blijft voorlopig onbereikbaar voor de Davila broertjes. Na een blitzstart kenden ze al vlug een serieuze dip: inferieure nummers of moesten we ons toch aanpassen aan dat Spaans? Gelukkig kwamen ze het laatste kwartier weer op kruissnelheid en bewezen ze dat ze niet voor niets een plaat uithebben op ‘In The Red’. Olé!

Organisatie: Pit’s, Kortrijk

Shrinebuilder

Shrinebuilder- heavy mantra’s voor gevorderden

Geschreven door

Kingdom (b) is het zijproject van bassist Colin H Van Eeckhout en gitarist Mathieu Vandekerckhove van Amenra met daarnaast drummer Tim Byron van The Black Heart Rebellion. Na hun debuutplaat ‘Kingdom’ uit 2007 brachten ze onlangs het schitterende ‘Hemeltraan’, hun tweede full length, uit. Nog een stap voorwaarts en de benaming zijproject valt hierdoor in het niet want ondertussen zijn ze uitgegroeid tot een volledig op zichzelf staande groep, klaar om in de voetsporen te treden van grote broer Amenra. Kingdom startte hun set met “Cendre” uit hun debuutplaat, dat overvloeide in “.Ruina. Where men go to die”, een zoektocht naar de donkere kant van het bestaan en een nummer dat verder open bloeide naarmate het vorderde. Een vat vol emoties.“Rivers Rage” volgde: razende kolkende rivieren voor ogen, een snoeiharde gitaar en een pompende bas, geruggensteund door mokerslagen op drums. Out of the blue schakelde het over in een trager middenstuk waar Van Eeckhout eerst de longen uit het lijf krijst om dan plots “Oh Lord, have mercy” als een soort middeleeuwse elegie met een zoetgevooisde stem aan te heffen en deze mantra-gewijs blijft herhalen, ondersteund door drones die doen denken aan het legendarische Sunn O)). Het rustigere “Elude” gunde ons trommelvlies wat welgekomen rust. “Wiech”een sludge-wiegelied mondde uit in het orgelpunt en tevens hoogtepunt van hun set: het magistrale “Throne”. In het land van sludge en drone is Kingdom koning, daar is geen speld tussen te krijgen.

Daarna waren de verwachtingen hooggespannen voor het optreden van dé stoner/doom monstergroep van de eeuw: Shrinebuilder! Met een line-up om U tegen te zeggen: drums = Dale Crover (Melvins), guitar = Scott Kelly (Neurosis), guitar = Scott “Wino” Weinrich (Saint Vitus) en last but not least bass = Al Cisneros (Sleep / Om) en het resultaat mocht er wezen: een groot uur werd er getapt uit een stoner/doom ‘Grand Cru’ vat. We werden meegezogen in een aanhoudende mantra van heavy riffs, een hypnotiserende bass en drumpartijen om duimen en vingers van af te likken. Menig hoofd schudde onophoudend mee op de tonen van deze superband.
Ego’s werden langs de kant gelaten en het was mooi om zien dat elk lid zijn eigen unieke stijl kon toevoegen aan dit magistrale geheel. Scott Kelly’s aardbevingopwekkende riffs, Wino’s doom leads, Al’s trippende baslijnen en Dale’s vloeiende en passende drumpartijen: alle aparte stukjes vielen perfect samen. Voeg daar nog de afwisselende zangpartijen toe: Wino’s soulvolle stem, Scott’s beestachtig gebrul en Al’s spacy -chants en wat je krijgt is een intrigerende set die je onder hypnose meeneemt op een doomrollercoaster waar je onmogelijk emotieloos onder kan blijven.
Er stond een groep van vrienden op het podium die plezier wilden maken en speelden alsof ze thuis een jamsessie deden. Het was ook op die basis dat het in 2009 uitgebrachte debuut ‘Shrinebuilder’ werd opgenomen in een tijdspanne van slechts 3 dagen. Een mijlpaal in de stoner/doom geschiedenis. Het waren dan ook merendeel songs uit deze debuutplaat die Shrinebuilder van het podium liet bulderen met een kracht die gerust een 10 op de schaal van Richter kon evenaren.
Eén cover op de setlist: “Effigy”, een vergeten donkere ballade van Creedence Clearwater Revival uit het in 1969 uitgebrachte ‘Willy and the Poor Boys’. Apotheose van de avond: “Pyramid of the moon”, wat het best samenvat waar deze groep tot in staat is. Van het begin tot het einde een memorabel optreden om te blijven koesteren.


Met rokende oren en een grote smile op ons gezicht verlieten we De Kreun. Niets kon ons nog raken die avond! De volgende dag was het gelukkig wapenstilstand en konden we genieten van wat welverdiende rust.

Setlist Shrinebuilder:  Science of anger The Architect Blind for all to see Effigy (CCR-cover) We let the hell come Solar benediction Nagas 1&2 Pyramid of the moon

Organisatie: De Kreun, Kortrijk

Gilles Peterson

Gilles Peterson - Wereldmuziekgoeroe pakt Leuven in

Geschreven door

Een van de leuke dingen aan Het Depot zijn de zalige filmzaalstoelen waar je in achterover kan leunen en alles zo’n beetje op je af kan laten komen. Dat is dan ook wat we gedaan hebben op deze Labelnight van Brownswood, DJ Gilles Peterson eigen label waarop een aantal acts staan die vanavond zo maar eventjes aanwezig waren. Vorig jaar nog was er een grote tevredenheid van het publiek en blijkbaar ook van de teruggekeerde Gilles Peterson. Hij is zo'n beetje de god van de wereldmuziek in de UK, met zijn programma ‘Worldwide’, trouwens ook op StuBru te horen. Reden genoeg om nog eens naar Leuven af te zakken. …

Opener Ghost Poet gaf een soort dubreggae ten beste. De man deed hard zijn best om het publiek mee te krijgen en gezien het vrij vroege uur lukte dat nog aardig ook. Geen pakkende dingen gehoord, maar het vloeide erg aangenaam met een biertje in de zoals gezegd zalige stoeltjes.

Baloji is van Kongolese afkomst, een bonenstaak van een vent, die, ja, veronderstel ik World – Kongo Pop muziek brengt, hoewel ik niet veel meer ken dan “Konono nr. 1”. Maar goed, de typische lichte percussie, de zweverige vocalen en de ritmes deden sterk aan Nigeria of Kameroen denken. En hier was sprake van een goede interactie met het publiek.

Erna was het de beurt aan de meester zelf, Gilles Peterson, om een DJ-set te geven. Bij Peterson weet je altijd waar je aan kan verwachten en net weer niet, eclecticisme van alles wat dansbaar is, blijft zijn devies. Dus hoor je hip-hop en dubreggae door elkaar, naast Cubaanse en Braziliaanse ritmes of pure percussietracks, … en is het allemaal te obscuur om aan namedropping te doen, het publiek wist het zeer te smaken. Een volle dansvloer met hier en daar een rare vogel, met een raar hoedje of een Mondriaan-T-shirt. De afsluiter tegen een uur of twee van zijn set was Bill Withers’ “Lovely Day” en dat geeft toch nog altijd kippenvel.

Erna nam Lefto het over met een vergelijkbare mix tot in de vroege uurtjes die we uiteindelijk niet meer meegemaakt hebben.

Organisatie: Depot, Leuven

Lindstrom & Christabelle

Real Life is No Cool

Geschreven door

Uit Noorwegen komen verfrissende synthdiscohouse tunes aandraven. Inderdaad, elektronica/ knoppendraaier Lindstrom deed ‘losvast’ beroep op de zwoele, sexy fluisterstem van Christabelle en we horen broeierige en vrolijke, zomerse, hippe jaren ’70 en ‘80’s spul dansmuziek met een zeker kitschgehalte, ja, met een knipoog naar de Jackson 5 en Donna Summer  zoals op “Baby can’t stop”, “Let’s practise” en “High & love”. Erg overtuigend is de single “Lovesick” met die opvallende lome electro swingbeats.
Aanstekelijk zijn de tranceritmes, de repeterende grooves en de sfeervolle, dromerige, zalvende en vette beats. Het is in die stijl best een boeiende plaat geworden, door een goede dosis hitgevoeligheid en gestructureerde chaos én de toevoeging van spacey synthlijntjes en funky gitaarriffs. De dansmuziek werd aardig verknipt in de elektronicatrommel met een positief resultaat als gevolg …

Pagina 715 van 881