logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

mass_hysteria_a...
Manu Chao - Bau...
Filip Van der Linden

Filip Van der Linden

donderdag 30 april 2020 12:05

Spaceflowers

De Duitsers van The Spacelords zijn misschien wel de vaandeldragers van de Europese spacerockbands. Hun nieuwe album ‘Spaceflowers’ is het derde luik van een trilogie, met ‘Liquid Sun’ uit 2016 en ‘Water Planet’ uit 2017. Dit nieuwe album heeft dus wat langer op zich laten wachten, maar het was het wachten waard.
Inzake instrumentale spacerock moeten The Spacelords niemand laten voorgaan. Sterke composities, lang uitgesponnen psychedelische gitaarstukken, de klassieke spacesound (zonder synths!), … ze brengen het met de vingers in de neus.
 Slechts drie tracks staan er op dit album en toch maken ze vlotjes bijna een uur vol. Titeltrack “Spaceflowers” en “Frau Kuhnkes Kosmos” klokken beide pas na ruim 10 minuten af en het echte magnus opus is “Cosmic Trip”, een schijnbaar geïmproviseerde jamsessie, maar dan toch eentje met een perfecte spanningsboog om je bijna 25 minuten gevangen te houden in hun ruimtereis.
Het zijn maar de groten die daarmee wegkomen en voortaan mag je The Spacelords daar bij rekenen.
Het album is op CD en vinyl te krijgen.  Het vinyl geeft nog meer diepgang aan deze muziek en dan heb je ook het prachtige artwork op een leuk formaat.

donderdag 30 april 2020 12:02

From Darkness, Light

Brudini woont en werkt in Londen en heeft roots in Thailand en Noorwegen. Hij heeft een moeilijke periode achter de rug: zaak failliet, langdurende relatie stopgezet, maar die verloren veldslagen heeft hij in zijn voordeel gebruikt en er prachtige en pure muziek uit gedistilleerd. Zijn ‘From Darkness, Light’ gaat een beetje alle kanten op, maar denk toch vooral aan Tamino meets Beirut.
Er zitten bijzonder veel kleine referenties in dit album. Zonder de songs bij naam te noemen, kan Brudini zo aansluiten in het rijtje van Baxter Dury, El Mischi, Björk, Uma Chine, Calexico, DaDaWaves, Pascal Deweze en Usi Es. Hij is duidelijk nog op zoek naar een eigen gezicht en eigen geluid en daar staat hij al wel heel dicht bij. Zijn songs zijn melancholiek, moody, jazzy, arty, en soms toch ook net heel modern en poppy. Het gaat van een krakende piano en oude synths met jazzy toetsen van drums, blazers en percussie tot Dijf Sanders-like soundscapes en retro-spacegeluidjes.
Heel diep verstopt in de mix zit zelfs ergens een scheurende gitaarsolo(op “Emotional Outlaw”). Brudini heeft een krachtige, diepdonkere en tegelijk zwoele stem die terecht een hoofdrol krijgt op dit debuutalbum. Hij heeft niet het bereik van een Tamino, maar hij bewandelt wel het volledige spectrum dat hem wel past.
De enige steek die Brudini hier laat vallen zijn de overdaad aan gedichten van de oude Amerikaan Chip Martin. Twee keer was subliem geweest, met vier passages is Brudini te bescheiden over zijn eigen talent als dichter en songschrijver. De beste songs zijn “Emotional Outlaw”, “Pale Gold” en “Nightcrawler”.
Er is ook een Belgische toets. De hoes werd ontworpen door Sammy Slabbinck. Die deed dat eerder voor o.m. Leonard Cohen, Intergalactic Lovers, Nordmann, Jasper Steverlynck en Wallace Vanborn.

https://www.youtube.com/watch?v=WyE9zh2n9V8

Matt Watts - Ik begon mijn songs op te nemen zodra ik wist hoe een cassettedeck werkt

Matt Watts is al een hele tijd bezig om vanuit Antwerpen en Brussel de wereld te veroveren met zijn prachtsongs. Met het eerder dit jaar uitgebrachte album ‘Queens’ weet hij heel wat harten te veroveren. Besprekingen van dat album en van zijn concert in de Handelsbeurs in Gent kon je al eerder lezen.
Hier heb je ook het interview dat jullie nog wat dichter brengt bij de man en zijn muziek.

Je verhuisde op jonge leeftijd van Philadelphia naar Parijs en Antwerpen en je woont nu in Brussel, dat door de Amerikaanse president Trump een hellhole werd genoemd. Is het een leuke stad voor een artiest?
Matt: Ik ben heel blij om in Brussel te wonen. Het is een stad die me veel inspiratie beidt. Er valt zoveel te beleven en te ontdekken. Het interesseert me totaal niet wat Trump zegt over Brussel.

In België zette je meteen je muzikale carrière voort
Matt: Ik schrijf al songs zolang als ik me kan herinneren. Ik ben ze beginnen opnemen zodra ik wist hoe een cassettedeck werkt. Toen was ik pas 11 jaar oud. Ik stopte met hoger onderwijs toen ik 17 was om nog meer in bands te kunnen gaan spelen. Muziek was altijd mijn leven, niet een keuze die ik gemaakt heb. Het is geen carrière, het is wie ik ben.

Eén van je eerste Belgische bands was The Calicos. Die wonnen Humo’s Rock Rally toen jij uit de band was gestapt. Hoe kijk je daarop terug?
Matt: Ik heb The Calicos opgericht als een soort van begeleidingsband voor de opnames van mijn album ‘Wayward Wind’. Daarna hebben we nog ongeveer een jaar samen opgetreden. Toen Quinten Vermaelen erbij kwam, was hij nog jong, maar toch al een uitstekende songschrijver. Het was een leuke tijd om samen te spelen. Als ik zie wat ze nu doen, voel ik trots en bewondering.

Je schrijft en werkt met een hele waslijst van artiesten. Een opvallende naam daarbij is de IJslandse Emiliana Torini. Die van het radiohitje “Jungle Drum”
Matt: Emiliana is absolutely lovely. Het was heel inspirerend om er bij te mogen zijn wanneer zij haar songs schrijft.

Bovenop je eigen werk speel je ook nu nog in I H8 Camera met o.m. Rudy Trouvé, de Zita Swoon Group van Stef Kamil Carlens, het Brusselse project Individual Friends. Een bezig bijtje?
Matt: Stiekem zit ik gewoon te wachten op de wereldtournee I H8 Camera en is al de rest bedoeld om de tijd te doden (lacht). Rudy, call me.

Het album ‘How Different It Was When You Were There’ ging over afscheid nemen en eenzaamheid, maar was geen break up-album?
Matt: Helemaal niet. Voor mij ging dat album over het leven en over de dood. Afscheid nemen is daar maar één aspect van.

Waarover gaat je nieuwe album ‘Queens’?
Matt: De albumtitel verwijst naar The Queen’s Bar in Sint-Gillis. Daar gingen we een tijdje heel vaak langs. De liedjes gaan over de mensen en de situaties in dat café die me bijgebleven zijn.

Hoe kwamen Jim White en Sandy Dillon op dit album terecht?
Matt: Jim ontmoette ik via Nicolas Rombouts. Die speelt al een tijdje in de band van Jim White. Jim is een echte artiest en een uitstekende verhalenverteller. Enkele jaren geleden mocht ik in zijn voorprogramma spelen. Op de laatste van die avonden zei hij dat hij met plezier een gastbijdrage wou doen op mijn album, als ik dat zou willen. Dat aanbod heb ik dus aangenomen.
Het was Stef Kamil Carlens die me de muziek van Sandy Dillon leerde kennen. Ik was meteen weg van haar album ‘Nobody’s Sweetheart’. Stef Kamil vroeg aan Sandy of ze een duet zag zitten voor “Song For James”, waar we op dat moment aan werkten. Een paar weken later pikte ik haar op aan het station en gingen we naar de studio.

Op ‘Queens’ doe je een mooie cover van “Billie Jean” van Michael Jackson, ondanks de controverse rond die man?
Matt: De muziek van Michael Jackson is altijd een inspiratie geweest. Dat er controverse is rond hem, heeft me er niet van weerhouden om die cover op te nemen. Het was Nicolas Rombouts die de voorzet gaf. Hij is zelf ook een fan van zijn werk.

Als extraatje staat op ‘Queens’ een vertaling op van een nummer van labelgenoot Guido Belcanto
Matt: De vertaling van “Ik Weet Niet Waar Mijn Meisje Is” was mijn eigen idee. Gewoon omdat ik van dat nummer hou. Maar het was opnieuw het idee van Nicolas om het nummer ook effectief op te nemen.

Belcanto kwam mondharmonica spelen op jouw versie. Smaakt dat naar meer?
Matt: Er zijn voorlopig geen plannen, maar ik hoop dat onze muzikale paden elkaar nog eens kruisen. Op dit moment wil ik gewoon luisteren en kijken naar en leren van de grote artiest die Guido Belcanto is.

De Matt Watts Group is een mooie verzameling van muzikaal talent. Is dit jouw definitieve band?
Matt: Voor mij is een band nooit vast of definitief. Maar ik geniet wel van elk moment dat we samen spelen met deze band.

Hoe heb je al die bandleden bij elkaar gehaald?
Matt: Met iedereen die nu in de Matt Watts Group zit, heb ik eerder al samengewerkt. Met Nicolas Rombouts, Bjorn Eriksson en Maarten Moesen had ik al samengewerkt voor het album ‘How Different It Was When You Were There’. Een paar jaar eerder had ik Stef Kamil ontmoet in Frituur Number 1 in Antwerpen en we werden vrienden. Hij vroeg me om in zijn Zita Swoon Group te spelen en songs te schrijven voor het theaterstuk ‘The Ballad of Erol Klof’, over folkmuziek. Daaruit kwamen dan de ontmoetingen met Wim De Busser en Eva en Kapinga Gysel. ‘Queens’ is gewoon het logische vervolg van al die eerdere samenwerkingen.

In de Handelsbeurs hoorde ik dat jouw songs live met meer power gebracht worden.
Matt: Wat je hoort op het album is hoe wij op dat moment beslist hebben om de song vast te leggen, maar dat is maar één versie. Heel wat songs groeien en veranderen na verloop van tijd. Naarmate je een song een hele tijd live brengt, kom je automatisch uit bij nieuwe versies. Live krijg ik ook veel energie van de rest van de band en van het publiek, en ook dat is bij elk concert anders. Het is die energie die bepaalt hoe we de songs brengen. Alles hangt af van het moment, zelfs de setlist.

Usi Es mocht als voorprogramma mee op de releasseshows
Matt: Ik leerde haar muziek kennen via Dieter van VOX, onze gemeenschappelijke booker. Het was pas bij de eerste releaseshow in Antwerpen dat ik haar live aan het werk zag en hoorde. Het was beautiful.

Je stelde een playlist samen voor Willy waaruit blijkt dat je fan bent van Mauro Pawloski
Matt: That gorgeous ass and that charming Limburg accent.

Bedankt voor dit interview

Besprekingen
http://musiczine.net/nl/concertreviews/item/77718-matt-watts-group-als-een-lopend-vuur.html
http://musiczine.net/nl/cd-reviews/item/77544-queens.html  

donderdag 23 april 2020 14:31

Footprints -single-

De Brusselse band Wlazlo bracht zopas zijn debuutsingle uit en die zou meteen raak kunnen zijn. “Footprints” is gelaagde en licht-psychedelische pop zoals ook Uma Chine en Beach House die durven brengen. Deze single klinkt fris, zomers en modern en heeft een cheesy refrein dat zich toch als een weerhaak in je oor nestelt. Er zit een ijl achtergrondgeluid in dat zowel gezang (denk aan This Mortal Coil) als een synth of een heel vervormde gitaar zou kunnen zijn en die toevoeging brengt de song naar een next level zonder zelf op de voorgrond te komen. 
Ondanks de wat moeilijke bandnaam is dit er eentje om in de gaten te houden. It’s gonna be alright? Ik dacht het wel!

https://www.youtube.com/watch?v=xZhC1nb4UJU

zaterdag 25 april 2020 14:37

Fade To Black -single-

Als je een cover uitbrengt van een metalband, dan is Metallica zowat het grootste risico dat je kan nemen. Chris Hathcock van de Amerikaanse progmetalband The Reticent pakt dan ook nog eens een song van het legendarische ‘Ride The Lightning’ en stript “Fade To Black” tot enkel zijn stem en wat zuinige keyboards overblijven. Een Metallica-song zonder gitaren? Dan zou je denken dat de brandstapel al klaar staat, maar Hathcock komt er mee weg. “Fade To Black” blijft perfect overeind zonder de bekende gitaar-intro en zonder de powerakkoorden na de eerste break in het origineel. Hathcock weet de emotie van de lyrics goed te vatten in zijn stem en de desolate keys voegen daar nog een extra dimensie aan toe. De clip erbij maakt het helemaal af.

https://www.youtube.com/watch?v=h4rUYRcVbys

donderdag 23 april 2020 19:05

Weightless -single-

De beats waarmee “Weightless” opent, lijken niet te kloppen met de songtitel: donker en zwaar. Eens de song op gang komt, zit er wel een soort van gewichtloosheid in, met lichtvoetige melodietjes die elkaar geduldig aflossen.
Na “Teach Me” en “We Can Make This Beautifull” lijkt Lizzy met deze derde single haar eigen weg gevonden te hebben: lyrics met een zekere diepgang en toch niet te veel oeverloos drama, een lekkere urban-feel met moderne synthpop die de vocalen helemaal tot hun recht laten komen.
Ze sluit met ‘Weightless’ aan bij Eefje De Visser, Sylvie Kreusch en My Indigo (het soloproject van Sharon den Adel) en past helemaal in dat rijtje van sterke vrouwen.  
Moet er na drie singles nu een album volgen? Als het niveau van de singles nog verder crescendo kan gaan, mag een album nog wel even op zich laten wachten.
Bij de song hoort ook een videoclip waarvan we niet meteen zouden gedacht hebben dat hij in coronatijden werd ingeblikt. Goed gevonden!
https://www.youtube.com/watch?v=iLjZw_yXKYo

donderdag 23 april 2020 14:04

Kom Bluf Gerust

Kobe Sercu verraste ons vorig jaar met de single “Kom Bluf Gerust”, een volwassen, dooraderd en ingetogen lied over liefde. Popmuziek in het West-Vlaams, maar van een andere orde dan o.m. Het Zesde Metaal of Augustijn. Kobe Sercu klinkt rijper, bescheidener soms ook.
Die hang naar de kleinkunst van de grote dagen die we al wat hoorden op de single komt nog sterker naar voren op het gelijknamige album. Om te beginnen in de bezetting en arrangementen, want er komt al eens een trekzak of viool voorbij, of zo lijkt het toch. Maar meer nog komt die hang naar kleinkunst tot uiting in de grote en rijke verhalen over de grote en kleine momenten van het leven (“Ach Kindje”), diepe emoties (“Kom Bluf Gerust” en “Vannacht”), hoge woorden (“Ze Zeggen”), het lied als doorwrocht ambachtswerk, …
Het roept herinneringen op aan Zjef Vanuytsel, Dimitri Van Toren, Willem Vermandere, Jan De Wilde en Kris De Bruyne. “Weet je Nog” had in de jaren’70 of  ’80 door Boudewijn De Groot recht de hitlijsten ingezongen kunnen worden. “Keppebolleke” is een song waar de nu oude Vermandere in zijn jonge dagen trots op zou zijn: vanuit een schijnbaar kinderliedje beginnen en via een knipoog naar de vluchtelingenproblematiek naar een moderner geluid en dan afsluiten met hetzelfde speelgoedpianootje als in de intro. Mooi.
De lichtvoetige ska van “Blie” over de geneugten van generatie-overschrijdende buikvorming is een beetje de uitzondering daarop. “Donker” begint met een hartverscheurende mondharmonica en ontpopt zich vervolgens tot een West-Vlaamse Elbow, met een onderhuidse dreiging in de muziek en de tekst. Ook “De Spiegel” heeft een Elbow-flow, een beetje als hun “Lippy Kids”, maar dan met een catchy lalala in de plaats van het fluiten van de Britten. “D’er Waait Ne Wind” is rijkelijk bedeeld met productionele ingrepen, maar het lied is het dat waard. Een tekst die je op zoveel manieren kan interpreteren, over een doel hebben, over het starten van een nieuw leven, over wat je doorgeeft aan een volgende generatie, over onderweg zijn, over beloftes, over verantwoordelijkheid, …
Er was een crowdfunding nodig om dit album op te nemen. Het zou mooi zijn dat dit fijne album vlot verkoopt, dat de beste nummers ervan in hoge rotatie gedraaid worden op de radio, dat we - zodra de coronacrisis voorbij is - in grote getale naar de shows van Kobe Sercu kunnen gaan, allemaal zodat er zeker een tweede album komt.

Ik beloof op mijn communiezieltje dat ik er geen gewoonte van zal maken, maar nu we voor lange tijd zonder concerten door het leven moeten, maak ik maar een concertreview van de show die hardrockband The Night Flight Orchestra live streamde via facebook. Een fotograaf konden we niet afvaardigen …

We worden de jongste dagen en weken overspoeld met filmpjes van artiesten die vanuit hun huiskamer doorgaans akoestische versies brengen van eigen of andermans nummers. Mooi, maar velen hunkeren naar het echte werk, met een volledige bandbezetting, de versterkers op 10, de spots aan, misschien een rookkanon, …
Zweden moet na Wit-Rusland zowat het enige Europese land zijn waar je als band nog op een podium kan staan zonder rekening te moeten houden met de social distancing. Het concert van The Night Flight Orchestra is niet het eerste dat integraal gelivestreamd wordt. Onze eigen Fleddy Melcury deed het al bij het begin van de coronacrisis voor zijn releaseshow en voorts was er al o.m. een concert van Kvelertak, maar dat  laatste was toch een beetje een gedoe met online betalen en dan via een code inloggen. Niet super moeilijk, maar toch een beetje een overbodige stap.
Dat the Night Flight Orchestra deze livestream opzet, is op zich mooi. De Zweedse band was in maart begonnen aan een Europese tournee voor hun nieuwe album ‘Aeromantic’ die afgebroken werd in Lyon. België zouden ze overslaan, maar hier krijgen we een herkansing.

Het concert van the Night Flight Orchestra begint ongeveer op tijd, een beetje zoals een ‘echt’ concert. Je ziet het bandlogo oplichten op de achtergrond, de drummer neemt in het donker plaats achter zijn drumstel, dan komt de rest van de band op, met als laatste zanger Bjorn Strid in zijn typische outfit: zwarte baret, zonnebril, witte handschoenen, … Hij speelt zo een typetje, wat zo goed werkt bij zijn Zweedse collega’s van Sabaton. Dan begint een korte intro, gaat het licht aan en doet Strid een klein dansje met de backing vocalisten en we zijn vertrokken voor het eerste nummer, “Servants Of The Air”.
Meteen vallen een paar zaken op. Behalve de cameramensen is er geen publiek, wat toch een beetje een domper zet op het livegevoel. Het synchroon lopen van beeld en geluid is hier niet zoals op een dvd die je thuis afspeelt. Omdat het live is, hangt veel af van je eigen wifi-verbinding en de scherm- en geluidscapaciteit van je laptop.
Als de band daarna “Divinyls” inzet, heb ik al een paar voordelen ontdekt van het livestreamen: oordopjes zijn niet nodig, want je kan zelf de sterkte van het geluid bepalen, je hoeft niet de hele tijd recht te staan, de pintjes (wijn, frisdrank, …) zijn goedkoper, er zijn geen storende medetoeschouwers die een eind weg lullen tijdens de show, het maakt niet uit dat je misschien maar een 1m60 bent om alles goed te zien, als je even naar het toilet moet kan je gewoon de pauzeknop induwen, …
Dat je dit onder de lockdown niet kan delen met je vrienden-muziekliefhebbers is wel zuur. Veel van de opgesomde voordelen heb je uiteraard ook bij een DVD, maar ergens is er toch het livegevoel. Het idee dat er vanalles in het honderd kan lopen.
Als zanger Strid (ook van Soilwork) bij “Divinyls” het publiek oproept om mee te dansen en klappen en vraagt ‘are you with us?’, voelt het wel dubbel. Daarna volgt een lange versie van “Living For The Nighttime” uit een ouder album. Tijd voor een tweede reeks vaststellingen: Strid noch de rest van de band speelt echt met de camera. Nochtans nodigt hun Survivor/KISS/Europe-achtige hardrock bij uitstek daartoe uit. Zoals een band live pas echt overtuigt door tijdens het spelen het publiek recht in de ogen te kijken, zo kan je het publiek bij een livestream maar ‘pakken’ door recht in de camera te kijken. Een klein beetje opzoekingswerk en oefenen hadden hier een wereld van verschil gemaakt. The Night Flight Orchestra is nog geen stadionband, maar de cameraschuwheid van de band is echt een domper op het meeleven. Strid’s gezicht komt vaak in close-up, maar door zijn zonnebril kijk je hem nooit in de ogen om te zien of hij meent wat hij zingt. Hoewel dit een bende ervaren rotten in het vak zijn, is dit vooral een heel statische show.
Bij de overgang naar “This Boy’s Last Summer” moet Sharlee D’Angeloo (Arch Enemy, Spiritual Beggars) zijn bas herstemmen en er loopt al eens een roadie over het podium , en dat zijn ongeveer de enige elementen die erop wijzen dat dit echt live is en geen uitzending van een eerder opgenomen concert.  
De band is muzikaal-technisch bijzonder goed op dreef en brengt puike versies van “If Tonight Is Our Only Chance”, “Something Mysterious” en “Gemini”. Strid doet nog een paar flauwe pogingen om de show visueel wat op te leuken. Zo doet hij al eens een gouden cape aan of wisselt hij zijn witte kostuumvest voor een zwarte. De beeldregisseur mixt fragmenten van de video’s van The Night Flight Orchestra tussen de livebeelden, wat opnieuw niet echt bijdraagt tot het livegevoel.
Om de vaart helemaal uit de show te halen, promoot de band tussendoor zijn eigen wijn en rum (online te koop uiteraard, net als het bandshirt met een print over de livestream) en komt er al eens een onnodig lange synth-outro voorbij. Na de powerballad “Golden Swansdown” komen we uit bij “Paralyzed” en na bijna tien nummers ver in de set durven zowel de drummer als de gitarist voorzichtig en kort in de camera te kijken.  
De band is nu goed op dreef en zet muzikaal een sterk eindoffensief in met “Can’t Be That Bad”, “Transmissions” en “Satelite”.  Strid krijgt een blad aangereikt met een soort van overzicht van livereacties, maar hij geeft geen enkele aanwijzing die verifieert dat alles live gebeurt en geen opname is. Dat deed Jeroen Camerlynck van Fleddy Melculy veel beter.
Strid heeft moeite met het uitspreken van de namen van facebookers die de meeste reacties gepost hebben. Had hij het aantal volgers vermeld, een paar van de landen van de volgers opgesomd of het publiek laten stemmen over de bisronde, dan was het onweerlegbaar live geweest. Nu blijven we wat dat betreft op onze honger. De backing vocals zetten nog een congatrain (polonaise) in voor “West Ruth Avenue” en als dat nummer gedaan is volgt nog een lauwe bedanking en gaat het licht uit op de facebooklive.

Technisch was deze livestream vast een indrukwekkend moeilijke opdracht. Ook is het voor een band financieel minder interessant dan een echte tournee. Voor The Night Flight Orchestra heeft dit een reeks voordelen. Ze bereiken op één avond hun fans in de hele wereld, ook in landen waar ze nooit zouden op tournee zouden gaan.
Uit de commentaren viel op dat ze met deze avond ook heel wat nieuwe fans bereikt en gewonnen hebben.
Op de lange termijn was dit vast een goede zet in moeilijke tijden, maar van een ervaren hardrockband had ik toch net iets meer ‘sway’ verwacht.

Maar oordeel vooral zelf eens, want je kan deze livestream gewoon herbekijken.
https://www.facebook.com/thenightflightorchestraofficial

donderdag 16 april 2020 20:48

S.I.T. Annexe EP

Fischer-Z bracht nog maar vorig jaar het goed ontvangen album ‘Swimming In Thunerstorms’ uit en is nu al terug met een EP voor de Record Store Day met drie tracks. Na een eerste beluistering vroeg ik me af waarom frontman John Watts deze drie steengoede nummers niet voor ‘Swimming In Thunderstorms’ heeft opgenomen. Wat dat album - waarop Watts zijn métier als songsmid nog eens volop toont - nog ontbeerde was een zekere sense of urgency. Watts pakt op dat album wel een pak grote onderwerpen aan, maar je mist er zijn gevoel van betrokkenheid. Vooral die lauwe kerstsong was een brug te ver. Net die betrokkenheid die we daar niet hoorden, heeft deze EP dan weer wel.
De drie nieuwe nummers zijn “Choose”, “Shine On” en “Pumping Up The Drama”. “Choose” is echt een kopstoot van een song die aansluit op de sterke Fischer-Z-singles van de jaren ’80. “Shine On” is een akoestische track met een strijkersarrangement en vooral met een reeks heel rake opmerkingen en bedenkingen. “Pumping Up The Drama” is misschien het minst sterke nummer van deze EP, maar toch één die nog zou uitblinken op ‘Swimming In Thunderstorms’.
John Watts heeft een nieuw album aangekondigd tegen het einde van dit jaar. Laten we hopen dat dat met dezelfde grinta geschreven werd als deze EP.

donderdag 16 april 2020 20:41

Armén

De Zweedse EBM-pioniers van Pouppée Fabrikk zijn na een lange pauze terug met een nieuw studio-album. Met “Only Control” en “Blessings” schieten ze meteen in de roos: vintage EBM in de lijn van Front 242, Nitzer Ebb en Die Krupps. Vooral “Blessings” zal aanleiding geven tot een wilde vleermuizen-pogo op dansvloeren en bij concerten. Het massieve muzikale motief uit de intro wordt heel de track aangehouden en is om duimen en vingers bij af te likken. Het donkerste dat nog dansbaar is.
Het is evenwel niet al goud dat blinkt op ‘Armén’. “I Am Here To Stay” kan in de slipstream van “Blessings” nog de meubelen redden dankzij een catchy beat, maar vanaf “Knifeuser” begint het schip water te maken en komen we uit bij arty new beat. Nog steeds intrigerend en interessant, maar het dwingt allemaal minder tot geconcentreerd luisteren. Het vertalen van hun vintage sound naar het heden levert niet altijd vuurwerk op. Na het teleurstellende “A Line In The Sand” krabbelen de Zweden weer overeind met “Tripshitter”, een beetje een kruising tussen Front 242 en The Neon Judgement. “Kom Ta Min Smärta” is hun eerste nummer in het Zweeds. Geen idee waarover het precies gaat, maar muzikaal is het best een interessante track met nerveuze tempo’s en tempowisselingen met knoerten van beats. “Say Goodbye” heeft een lange aanloop nodig, bloeit mooi open, maar kan niet tot het einde bekoren. “Kick It” leunt dan weer eerder aan bij het oudere werk van Pouppée Fabrikk,  De beats klinken iets minder massief en dat missen we toch een beetje, want met dezelfde productie als “Only Control” en “Blessings” was deze “Kick It” van puur goud.
Henrik Bjorkk zingt het in “Kick It” en het is eigenlijk de samenvatting van dit hele album: ‘we have nothing to prove’. Pouppée Fabrikk is terug en daar mogen we blij om zijn. Als elk volgend album zoveel knallers heeft als deze ‘Armén’, nemen we de vullers er met plezier bij. Voor een volgende W-Festival zouden deze Zweden een mooie aanwinst zijn op de affiche.

Dance/Electro
Armén
Pouppée Fabrikk

Pagina 69 van 98